De Nieuwe Haagsche Nachtegaal
(1659)–Anoniem Haagsche Nachtegaal, De Nieuwe– Auteursrechtvrij
[pagina 16]
| |
Toon: La Duchesse.1.
GY, die met Venus schoonheyd praalt,
En Pallas geest is gunstig aengeboren,
En Iunoos glooren
Uyt uw aanschijn straalt,
Volmaakte beelt, hoe lang zal 't noch weezen,
Dat ghy zult wonden en niet eens geneesen?
Gy hebt u lang verbonden
Met een, die u vliet,
Waar van ghy niet gevonden
Hebt, dan staag verdriet.
Hy laat u hier
| |
[pagina 17]
| |
En zijn playzier
Heeft hy licht met een ander:
Ay Ioffertje verander
Mee uw Minnevier.
2.
Uw schoon gezichje steekt in brandt
Zo menich borst, veel eedeler in 't minnen,
Als die uw zinnen
Voert zo ver van kant.
Gy mind my niet, zo ik wel kan bemerken;
Maer uw gezicht voel ik wel in my werken.
Ach! mocht my bestralen
Uwen gloor der min,
Ik zou na niemant talen
Als na u, Godin,
Uw schoon gezicht
| |
[pagina 18]
| |
Zou zijn mijn licht,
Mijn Zon, mijn eenig leeven,
Nooit hoog genoeg verheven
In mijn laag Gedicht.
3.
Indien den tolk van uw gedacht
Uw wijse tong, door uw korale lippen
Eens troost liet slippen
Op mijn minne-klacht,
Gewis geen blijder hart, vol lang verlangen,
Zoud' u zo wellekoom als 't mijn ontfangen,
Dan Zoud' gy niet vertrouwen,
Maar bevinden, dat
Ik u zou waarder houwen
Als den rijksten schat.
Wy zouden staag
| |
[pagina 19]
| |
By nacht, by daag,
Doen vriendschap aan malkander:
Dus Ioffertje verander,
Nu mijn lust word graag.
|
|