De Nieuwe Haagsche Nachtegaal
(1659)–Anoniem Haagsche Nachtegaal, De Nieuwe– Auteursrechtvrij
[pagina 7]
| |
Segh wie heeft in my dees vlam gesticht,
Dat mijn hert inwendig doet Offranden?
Is 't door Venus kleyne guyt,
Of door uwe oogen; hebben die 't vermogen,
Door 't gelonck dat daar schiet uyt,
'k Lag dan met de schicht van Venus guyt.
2.
Wel ben ick door dit gesicht verwart,
Blijft uw hert dan in mijn min verbonden,
Seght gy ja? 'k sweer ik het schijnsel tart,
Datter by Diana wort gevonden,
Noch het flickeren van Auroor,
Mach u bereycken. Maer moet voor u wijcken.
'k Ruylde hier geen Starlicht voor,
Noch nimmer Paris Bruyt voor u verkoor.
| |
[pagina 8]
| |
3.
Als ik u genoot, hoe wou ik dan
In u Tempel dagh'lijckx doen Offranden,
't Wed ik hier door de Laeurier verwan
Die ik voor u gewierookt sou verbranden,
Met die geur sou ik het kabinet
Waer dat Venus woont, en die haar min my toont,
Over al heel wonder net,
Bestrooyen of het was u bruylofs bet.
|
|