De Gulden Passer. Jaargang 86
(2008)– [tijdschrift] Gulden Passer, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 169]
| |
Gerrit Verhoeven
| |
[pagina 170]
| |
bronnen kan het beeld op slag een stuk dynamischer worden. Jammer genoeg zijn egodocumenten, die toelaten om de dagelijkse leescultuur minutieus te reconstrueren, ontzettend schaars.Ga naar voetnoot3 Om een voorbeeld te noemen, volstaat het om de omvangrijke familiearchieven Cogels-van Havre onder de loep te nemen, waarin intieme brieven, reisverslagen en andere persoonlijke documenten legio zijn. Zo bleef ook het dagboek bewaard waarin Adelaïde van Havre haar visites, wandelingen en uitstapjes optekende. Over de dagelijkse lectuur van het echtpaar blijven die bronnen echter doodstil.Ga naar voetnoot4 Wel bewaard zijn de rekeningen-courant van boeken, schrijfgerei en drukwerk die Henri Cogels tussen 1820 en 1830 bij de Antwerpse librairie Ancelle en bij zijn Brusselse collega Berthot bestelde. Samen geven die verfomfaaide registers, waarin een kleine 400 aankopen opgetekend staan, een levendige impressie van het interesseveld van een vroegnegentiende-eeuwse Antwerpse elitefamilie.Ga naar voetnoot5 Klantenboeken als deze vertellen veel over de genres en titels die over de toonbank gingen, ze geven inzicht in de hoeveelheid lectuur die er maandelijks gekocht werd en ze zeggen iets over de herkomst van de boeken en zo meer. Hoewel ook deze bronnen schaars en onvolledig zijn, vormen ze vaak een waardevolle correctie op het statische beeld van leescultuur, dat uit catalogi en inventarissen oprijst. Wanneer die klantenboeken bovendien voor enkele decennia bewaard bleven, kunnen ze sporen opleveren van fundamentele transformaties in bestedings- en leespatronen. Op die wijze voelen ze de pols van een levende, dynamische boekcultuur.Ga naar voetnoot6
Henri Cogels' rekeningen stammen uit een bijzonder tijdvak. Vanouds wordt het brede breukvlak tussen de achttiende en negentiende eeuw (ca. 1750-1850) immers beschouwd als een kritische omslagpunt in de westerse boekgeschiedenis, waarbij tal van grensverleggende innovaties in de productie, distributie en consumptie van drukwerk optraden. Langzaam maar zeker verspeelden de Nederlanden, die in de zeventiende eeuw nog als magasin de l'univers te boek stonden en lectuur leverden tot in de verste uithoeken van Europa, hun poolpositie en werden ze overvleugeld door gehaaide Parijse en Londense uitgeverijen. Lithografieën, mechanische persen en andere technische uitvindingen moderniseerden het eeuwenoude productieproces. Diverse strategieën vereenvoudigden ook de distributie van boeken. Commissiehandel, uitgaven per intekening, wervende brochures en advertenties voor nieuw uitgekomen boeken en feuilletonromans, evenals tal van andere technieken | |
[pagina 171]
| |
waarvan enkele al in het ancien régime opgang maakten, werden nu op grote schaal ingezet.Ga naar voetnoot7 Volgens de theorie van de Leserevolution vonden die wijzigingen ook een pendant aan de vraagzijde. Uitgevers deden in de vroege negentiende eeuw naar verluidt steeds meer moeite om hun publiek te verbreden en nieuwe lezers zoals vrouwen, kinderen en middengroepen in hun klantenbestand te integreren. Daarenboven wakkerde de vraag naar nieuw, gevarieerd leesvoer aan, waarbij de klassieke genres zoals religieuze en klassieke teksten het veld ruimden voor stuiverromans, vulgariserende wetenschap en populaire geschiedenisboeken. Extensief lezen verdrong de oudere, intensieve variant.Ga naar voetnoot8 Hoewel het concept van de Leesrevolutie met recht en rede stevig op de korrel werd genomen, blijft de idee overeind dat de eeuwwende het toneel was van enkele cruciale evoluties in de wereld van het boek, al waren die verschuivingen in de praktijk allicht een stuk minder radicaal, baanbrekend en universeel dan Engelsing suggereerde.Ga naar voetnoot9 Via Cogels' paperassen wil deze bijdrage voorzichtig peilen naar analoge evoluties - of eventuele inerties - in de Antwerpse boekenwereld. Antwerpen was een bijzondere casus. Al in de late zeventiende eeuw evolueerde de stad immers van een fashion maker die Europa van allerlei leesvoer voorzag tot een fashion taker die op invoeren aangewezen was. Ook in de negentiende eeuw wogen Antwerpse uitgevers nauwelijks op het Europese boekenvak.Ga naar voetnoot10 Mogelijk zorgde die marginale positie ervoor dat enkele cruciale innovaties in het boekenvak en de leescultuur aan Antwerpen voorbij gingen. In lokale boekhistorische studies wordt de vroege negentiende eeuw dan ook vaak als siècle de malheur geschetst.Ga naar voetnoot11 Via de insteek van Henri Cogels' boekbestellingen - door de genres en herkomst van de boeken, de frequentie van de aankopen, het geïntendeerde publiek en zomeer minutieus te analyseren - hoop ik dat pejoratieve beeld enigszins te nuanceren. Waar de boekproductie in Antwerpen al grondig bestudeerd is, exploreert dit verhaal eerder de consumptie en distributie van lectuur. Bovendien tracht dit onderzoek ook een eigen bescheiden bijdrage te leveren aan de theorie van de Leserevolution. Conclusies en resultaten moeten met het oog op het beperkte bronnenmateriaal uiteraard als hypothesen aanzien worden. | |
[pagina 172]
| |
Henri Cogels en zijn familie: stilleven met boekenHenri François-Xavier Cogels (1774-1846) behoorde tot één van de machtige Antwerpse families die in de late achttiende eeuw hun fortuin maakten als investeerders, bankiers en industriële ondernemers. Na de dood van zijn vader reorganiseerde hij samen met zijn oudste broer Albert de bank en het zakenimperium. Voor Henri lonkte echter algauw een politieke carrière. In 1817 werd hij schepen in Antwerpen, om vijf jaar later naar het provinciale niveau op te klimmen, en ten slotte ook een zetel in de Staten-Generaal van de Nederlanden te veroveren. Hoewel Henri oranjegezinde sympathieën had, maakte hij toch deel uit van het Nationale Congres dat na de revolutie de Belgische grondwet schreef. Kort na zijn huwelijk met de steenrijke Adelaïde van Havre (1792-1864) werd zijn zoon Alexandre-Henri-Joseph (1814) geboren, gevolgd door Henriette-Marie-Adélaïde (1816) en Clément-Albert-Marie (1819). Dankzij het familiefortuin leidde het gezin een royaal leven, compleet met een luisterrijk stadspaleis, een riant buitengoed en regelmatige, exclusieve reisjes. Op de lijst van Antwerpse notabelen, die in 1815 op verzoek van Willem i werd opgesteld, schatte men het jaarlijkse inkomen van Henri op een kapitale 18.000 francs en zijn totale vermogen op enkele honderdduizenden franken.Ga naar voetnoot12 Uit die woelige periode - toen Henri van een lokale politieke carrière in Antwerpen naar de nationale assemblee in Brussel promoveerde, zijn fortuin maakte en een jong gezin stichtte - stammen de eerste bewaarde kwitanties van boekbestellingen bij de Antwerpse librairie Ancelle.Ga naar voetnoot13 Bron: ara, fa Cogels 41, Levering van boeken aan Henri Cogels door Ancelle en Berthot (1820-1830).
Na de Franse revolutie raakte de Antwerpse boekenwereld een beetje in het slop. Prominente uitgeverijen zoals Moretus en Verdussen vernagelden hun persen, terwijl ook bekende handelaars zoals Grangé de boeken neerlegden. Vanuit Frankrijk arriveerde in 1801 François Modeste Ancelle die zich aan de Kaasrui vestigde en zijn boekhandel algauw tot een succesvolle onderneming uitbouwde. Volgens de Franse administratie was hij de enige libraire die in Antwerpen boeken en gros verhandelde, een neus had voor nouveautés, en een ongewoon ruim fonds van Franse en anderstalige publicaties in voorraad had. Op verzoek bond Ancelle eigen en vreemde boeken ook in kostbare banden in, liet hij zijn abonnees snuisteren door de tijdschriften en kranten in zijn leeskabinet, en bracht hij een | |
[pagina 173]
| |
gamma pennen, inktpotjes en schriftjes aan de man.Ga naar voetnoot14 Wie in Antwerpen een vinger aan de pols wilde houden van nieuw verschenen literatuur, historische werken en reisverhalen die in Parijs, Londen of Rome van de persen rolden, kwam met andere woorden algauw bij Ancelle uit. Lokale edities zoals blauwboekjes, bijbels en gebedenboekjes waren daarentegen ook bij een ris kleinere boekhandelaars te koop.Ga naar voetnoot15 Vanaf 1821 kocht Henri Cogels regelmatig boeken, pennen en papier bij Ancelle. Jaarlijks werd een rekening van enkele honderden franken vereffend. Na 1826 leek Henri echter steeds meer te bestellen bij de Brusselse boekhandelaar Simon Louis Berthot,Ga naar voetnoot16 terwijl Ancelle - op een uitzondering na - enkel nog schrijfgerei en papier mocht leveren [graf. 1]. Mogelijk sloot het ruime internationale fonds van de Brusselse librairie toch nog iets beter aan op de kosmopolitische smaak van de Antwerpse politicus.Ga naar voetnoot17 Uiteraard blijft het maar de vraag in hoeverre de kwitanties van Ancelle en Berthot een betrouwbaar beeld geven van het bestedings- en leespatroon van de familie Cogels. Diverse aanwijzingen doen immers vermoeden dat de klantenboeken slechts een deel van het plaatje dekken. Opmerkelijk is bijvoorbeeld dat Henri weinig of geen tijdschriften bestelde bij Ancelle (nauwelijks 0,2%) en al helemaal geen kranten, terwijl het lezen van periodieken razend populair was onder vroegnegentiende-eeuwse elites.Ga naar voetnoot18 Mogelijk las Henri Cogels die gazettes & nouvelles wel in de winkelbibliotheek van Ancelle, maar die hypothese is weinig geloofwaardig vermits de rekening-courant ook niet het vereiste abonnementsgeld vermeldt. Commerciële lees- en winkelbibliotheken verschenen in het laatachttiende-eeuwse Antwerpen schoorvoetend in het straatbeeld. Lezers konden bijvoorbeeld terecht in het leeskabinet van Spanoghe of Carpen, waar men voor een aantal franken de nieuwste tijdschriften, kranten en andere lectuur kon lenen, waaraan men weinig geld wenste uit te geven.Ga naar voetnoot19 Niettemin oogt het gamma aan boeken en drukwerk dat Henri Cogels bij Ancelle bestelde betrekkelijk eenvormig en compleet. In het winkeltje aan de Kaasrui kocht de Antwerpse magnaat immers niet louter kostbare encyclopedieën, woordenboeken en verzamelde werken, maar evengoed stuiverromannetjes, school- en kinderboeken, eenvoudige politieke schotschriftjes, doodgewone almanakken en kalenders.Ga naar voetnoot20 Jaarlijks schommelde de gemiddelde besteding rond de 400 frank, wat voor een burger met een | |
[pagina 174]
| |
inkomen van 18.000 frank een behoorlijk, maar geen kapitaal bedrag was. Waarschijnlijk waren Ancelle en Berthot dan ook niet de enige boekverkopers die ten huize Cogels leverden, maar vormden ze allicht wel de bevoorrechte partners bij uitstek.Ga naar voetnoot21 | |
Dwarsdoorsnede van een order: schrijfgerei, wereldse genres en Franse invloedenNaast boeken en drukwerk pur sang mocht François Ancelle ook opvallend veel bestellingen van kantoorspulletjes in zijn grootboeken noteren. Pennen en inkt, balen papier, cahiers, schoolschriften en ander schrijfgerei waren veel voorkomende items op de rekening van Henri Cogels. Vermoedelijk was de onstuitbare stroom van brief- en enveloppapier, de klompjes zegelwas en de azuurblauwe feuilles die de Antwerpse politicus bijna dagelijks bestelde onmisbaar om het uitgestrekte netwerk van politieke contacten, zakenpartners, familieleden en vrienden te bereiken. Daarnaast kocht Henri ook opvallend veel notaboekjes - mémorials portatifs - waarin zijn breedvoerige administratie een beslag vond.Ga naar voetnoot22 Vanwege hun lage kostprijs wogen die kantoorspullen wel niet erg zwaar op het boekenbudget [graf. 2]. Idem dito voor het efemere drukwerk dat Henri Cogels regelmatig op zijn bestelbon plaatste. Vooral in december mocht Ancelle zich verwachten aan nieuwe orders voor eenvoudige almanakken, in rood marokijn gebonden agenda's, un petit calendrier, tarieflijsten en allerhande programmaboekjes.Ga naar voetnoot23 Niettemin bleef het gros van Cogels' budget voorbehouden aan boeken in allerlei formaten en gewichten. Op de rekening kalkte François Ancelle, en later Simon Berthot, losjes de bestellingen en orders neer. Korte telegramstijl, waarbij de auteur en de verkorte titel, het bibliografisch formaat, en eventueel ook het aantal delen neergekrabbeld werden, was de norm. Dankzij de systematische opgave van die laatste gegevens kon het gros van de boeken vrij precies geïdentificeerd worden.Ga naar voetnoot24 Henri Cogels had een bijzonder ruim interesseveld. Devotionele teksten vonden er zonder probleem een plaatsje naast geschiedenis en geografie, fraaie kunstboeken, baanbrekende wetenschap, moderne en klassieke literatuur [graf. 3]. Opmerkelijk bescheiden was het aandeel van boeken over recht (0,4%), terwijl die categorie bij politieke functionarissen in regel veel plankruimte in beslag nam.Ga naar voetnoot25 Op 26 juli 1825 kocht Cogels een exemplaar van de Code de la chasse en enkele jaren later een verzamelbundel met opinions et rapports, maar | |
[pagina 175]
| |
Grafiek 2 Categorieën van bestellingen bij Ancelle en Berthot (1820-1830)
Bron: ara, fa Cogels 41, Levering van boeken aan Henri Cogels door Ancelle en Berthot (1820-1830). daarmee was de kous af. Wetteksten en civiel recht bleken ook uitermate dun gezaaid toen de privébibliotheek in 1864 onder zijn zonen verdeeld werd.Ga naar voetnoot26 Uiterst bescheiden was ook het kopje religie (8,1%). Terwijl theologische vraagstukken, de bijbel, een catechismus of een Imitatio, prekenbundels en kerkgeschiedenis tot laat in het ancien régime een zware stempel drukten op het boekenbezit, brokkelde hun invloed in de vroege negentiende eeuw zienderogen af.Ga naar voetnoot27 Uit Nederlandse klantenboeken bleek dat lezers vooral de oeverloze discussies over dogma's en geloofspunten niet meer lustten.Ga naar voetnoot28 Dat spreekt ook uit de bestellingen van Henri Cogels, die zijn religieuze lectuur beperkte tot enkele prestigieuze en peperdure uitgaven van de bijbel enerzijds, en een handvol goedkope gebedenboekjes anderzijds.Ga naar voetnoot29 Wereldse genres maakten het gros van de bestellingen uit. Op een levendige belangstelling kon onder meer het kopje geografie rekenen (10,6%): exotische reisverhalen, handzame gidsjes en topografische standaardwerken. Hoewel Cogels bescheiden aantallen bestelde, ging het vaak om exclusieve en peperdure edities. Op 11 mei 1822 leverde Ancelle een complete reeks van La Harpes Abrégé de l'histoire générale des voyages (Parijs 1820) voor een kleine 150 frank, terwijl ook de zeven delen van de Dictionnaire géographique universel (Brussel 1827-1832) van Wahlen en enkele fraai geïllustreerde atlassen aardig aantikten.Ga naar voetnoot30 Naast avontuurlijke expeditieverslagen door de binnenlanden van Egypte en Centraal Afrika verschenen er ook gidsjes over Zwitserland op de rekening-courant, ter voorbereiding van een familiereisje in 1830.Ga naar voetnoot31 Jaarlijks kocht Henri Cogels ook zijn portie geschiede- | |
[pagina 176]
| |
nis (27,4%), waarbij hij opvallend veel (maar erg laag geprijsde) boekjes aanschafte.Ga naar voetnoot32 Behalve enkele historische overzichtswerken en biografische repertoria spitste zijn belangstelling zich vooral toe op de actualiteit. Napoleon trad daarbij prominent in beeld. Kort na verschijnen bestelde Cogels bijvoorbeeld een exemplaar van de Mémorial de Sainte-Hélène (Brussel 1822) van De las Cases, alsook de memoires van generaal Rapp (één van de grootste Franse veldheren) en Louis-Philippe de Ségurs magistrale biografie van de keizer.Ga naar voetnoot33 Waar de Antwerpse politicus aanzienlijke sommen besteedde aan historische boeken over Frankrijk, Groot-Brittannië, Rusland en andere Europese landen, legde hij slechts een lauwe belangstelling voor lokale geschiedenis aan de dag. Cogels bestelde wel een Histoire des troubles des Pays-Bas sous Philippe ii (Brussel 1822) en een Histoire de la Flandre (Brussel 1828), maar die orders verdwenen in een mer à boire aan internationale geschiedenis. Vooral in het licht van het groeiende nationalisme, dat sinds de late achttiende eeuw alsmaar feller oplaaide, was die koele interesse voor het vaderlandse verleden opmerkelijk. Hoewel we het raden hebben naar de echte motieven, lijkt het plausibel dat de oranjegezinde volksvertegenwoordiger zich tijdens het korte bewind van Willem i over de Nederlanden weinig raad wist met die gevoelens.Ga naar voetnoot34 Omwille van zijn brede belangstelling voor geschiedenis, geografie en letterkunde (samen 88%) leek Henri Cogels' leesvoer toch een stuk gevarieerder en wereldser dan de leesvoorkeuren van achttiende-eeuwse burgers. Hoewel het overwicht van religieuze teksten, vakliteratuur en andere functionele lectuur omstreeks 1750 langzaam daalde, bleven die categorieën tot in de laatste dagen van het ancien régime een flinke hap uit het budget nemen.Ga naar voetnoot35 Klantenboeken van Middelburgse en Zwolse boekverkopers wijzen uit dat daar in de vroege negentiende eeuw - in tegenstelling tot wat de hypothese van de Leserevolution lijkt te suggereren - globaal genomen weinig of geen beweging in kwam. Letterkunde, geschiedenis en geografie passeerden nog steeds minder vlot de toonbank dan stichtelijke lectuur, naslagwerken, vak- en schoolboeken. Om toch een oogje op de nieuwe belles-lettres, avontuurlijke reisverhalen en populaire geschiedenisboeken te werpen, opteerde het gros van de lezers voor een abonnement op een commerciële leenbibliotheek of lidkaart bij één van de vele leesgezelschappen, die vooral de wereldse genres op het menu plaatsten. Lezers oriënteerden zich in de loop van de negentiende eeuw dus wel op een wereldser en gevarieerder aanbod, maar kochten die boeken zelden aan. Louter in de toplaag van stedelijke elites en middengroepen leidde de toenemende interesse tot bonter koopgedrag.Ga naar voetnoot36 Cogels' casus wijst uit dat de leenstrategie ook in de Antwerpse hoge burgerij verre van dwingend was. Precies aan die genres die als vrijetijdslectuur aangevinkt stonden, besteedde hij immers het gros van zijn centen [graf. 3]. | |
[pagina 177]
| |
Grafiek 3 Bestellingen van Henri Cogels volgens genre (1820-1830)
Bron: ara, fa Cogels 41, Levering van boeken aan Henri Cogels door Ancelle en Berthot (1820-1830). Legende: geografie (atlassen, reisverhalen & -gidsen, topografische beschrijvingen), geschiedenis (historische standaardwerken, biografieën, memoires), kunst en wetenschap (kunstboeken, wiskunde, fysica, biologie), recht (wetteksten en rechtboeken), religie (theologie, gebedenboeken, bijbels, kerkelijk recht, religieuze geschiedenis), taal & letterkunde (romans, poëzie, theater, literaire standaardwerken, woordenboeken, grammatica), Varia (ongeïdentificeerd) Henri Cogels' bestellingen markeerden evenzeer een cesuur wat de herkomst van de boeken betrof. Hoewel Frankrijk zich langzaam in de kijker werkte, kwam het gros van boeken die Antwerpse lezers in de late achttiende eeuw onder ogen kregen nog steeds uit de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden, terwijl Italiaanse en Duitse uitgevers nauwelijks tot de markt doordrongen.Ga naar voetnoot37 Enkele decennia later overheerste Parijs het plaatje. Ongeveer driekwart van de boeken die Henri bij Ancelle en Berthot bestelde, kwamen van Franse persen.Ga naar voetnoot38 Vooral in het segment van luxeboeken - encyclopedieën en woordenboeken, natuurwetenschappen, literaire klassiekers enzovoort - waren de vroegnegentiende-eeuwse Parijse uitgevers immers incontournables. Jaar op jaar piekten de uitvoerstatistieken.Ga naar voetnoot39 Overigens was die groeiende Parijse invloed niet louter in Antwerpen waarneembaar. Franse nouvelles werden ook met groeiende hartstocht gelezen door de negentiende-eeuwse elite in Zwolle en andere Nederlandse provincieplaatsen.Ga naar voetnoot40 Ongeveer één op vier boeken die Henri bestelde, kwam uit Brussel.Ga naar voetnoot41 Laag geprijsde nadrukken van klassieke en moderne literatuur uit Parijs vormde de bulk van de orders. Met de regelmaat van de klok stuurde Ancelle enkele delen van Lacépèdes Histoire générale, physique et civile de l'Europe (Brussel 1826) naar de Arenbergstraat, waarvan het origineel ook op de Parijse persen lag. | |
[pagina 178]
| |
Cogels' kwitanties illustreren daarmee de nieuwe krachtenverhoudingen in het vroegnegentiende-eeuwse boekenvak. Onder impuls van de overheid legden grote Brusselse compagnieën en uitgeverijen zoals Wahlen, de Mat, Stapleaux en anderen zich toe op de piraterij van Franse ‘bestsellers’. Langzaam maar zeker overschaduwden die Belgische uitgevers de Franse exportcijfers. Hun vlijmscherpe prijszetting was de sleutel tot succes. Peperdure Parijse romans in meerdere delen werden in Brussel gereduceerd tot een eendelige, goedkopere versie.Ga naar voetnoot42 Ook de steenrijke Henri Cogels was niet ongevoelig voor dat argument. Boeken die hij uit Brussel liet opsturen, kostten tot 30% minder dan het Parijse origineel.Ga naar voetnoot43 Amsterdam, Londen en andere uitgavencentra speelden in Cogels' bestellingen nauwelijks een rol van betekenis. Op een lokale uitgave van Grangé of Ancelle na was ook de betekenis van Antwerpen marginaal.Ga naar voetnoot44 | |
Detailopname van enkele items: pronkboeken, nouveautés en kinderliteratuurOp Cogels' kwitanties verscheen bijzonder veel taal- en letterkunde (50,3%). Kennelijk ontwikkelde de Antwerpse politicus niet louter een erg moderne belangstelling voor literatuur, poëzie en theater, maar had hij ook aanzienlijke bedragen voor die passie veil. Wanneer men de titels zorgvuldig onder de loep neemt, krijgt dat eigentijdse patina echter een fikse deuk. Klassieke Franse letterkunde en drama uit de zeventiende en achttiende eeuw kaapten immers het leeuwendeel van het budget weg. Cogels tekende bijvoorbeeld trouw in op de OEuvres complètes van Molière en Corneille, kocht de verzamelde werken van Jean-Jacques Rousseau (22 delen) en bestelde de beroemde Fables van Jean de la Fontaine.Ga naar voetnoot45 Niettemin volgde Henri met die ietwat oubollige smaak een internationale mode. In de vroege negentiende eeuw konden meesterwerken uit de âge classique van de Franse letterkunde immers op een hernieuwde belangstelling rekenen. Onder meer Voltaires oeuvre werd in 1825 door verscheidene rivaliserende Parijse uitgevers op de persen gelegd.Ga naar voetnoot46 Naast een lokaal lezerspubliek van steenrijke edellieden, hovelingen, parlementairen en burgers spraken die edities een breed internationaal publiek aan. Leden van de Middelburgse high society kochten ongeveer dezelfde klassieke tekstuitgaven als Henri Cogels in Antwerpen.Ga naar voetnoot47 Uitgevers lieten die meerdelige edities vaak met zorg drukken en prachtig illustreren, waardoor een reeks verzamelde werken algauw enkele honderden francs kostte. Vermoedelijk ontleenden ze een deel van hun bekoring dan ook aan hun waarde als statussymbool.Ga naar voetnoot48 | |
[pagina 179]
| |
Waar kartonnen bandjes ruim voldeden voor de normale bestellingen, liet Cogels zijn peperdure verzamelwerken bij Ancelle in kostbaar marokijn inbinden, waardoor ze regelrechte eyecatchers in zijn bibliotheek werden.Ga naar voetnoot49 Was het toeval dat Henri pas echt in die exclusieve boeken investeerde toen zijn carrière van een lokaal naar een nationaal plan migreerde? Pronkboeken en klassieke letteren waren echter niet de enige categorieën waarvoor Henri Cogels diep in zijn geldbuidel tastte. Duizenden centiemen werden immers besteed aan populaire romans, lichtvoetige poëzie, liedboekjes, moraliserende verhaaltjes en talloze andere triviale teksten - kortom aan genres die een hoofdrol spelen in de hypothese van de Leesrevolutie. Favoriete lectuur ten huize Cogels waren de lyrische teksten van de Franse dichter Jacques Delille, de avonturen van Robinson Crusoe, Fénelons Télémaque, de historische romans van Walter Scott, maar ook Jane Austens Orgueil et préjugé en de correspondentie van Grimm.Ga naar voetnoot50 Daarmee leest Ancelles klantenboek als het ware als een bestsellerlijst avant la lettre. Opvallend veel van de boeken die Cogels bestelde, maakten in de jaren '20 van de negentiende eeuw furore in Parijs en veroverden als een lopend vuurtje de buitenlandse markten. Walter Scott was bijvoorbeeld razend populair. Nochtans overschreden de oplagecijfers ook bij die kassuccessen zelden enkele duizenden kopijen, waardoor de verspreiding toch begrensd en exclusief bleef.Ga naar voetnoot51 Daarnaast snuisterde Cogels in de winkel van Ancelle ook regelmatig door de sectie stuiverromans. Kort na de verhalenbundel Veillées du château (Parijs 1803) tikte hij een populaire versie op de kop van Angélique et Jeanneton (Brussel 1819) van Pigault-Lebrun en een exemplaar van La Cabane dans les bois (Parijs 1823).Ga naar voetnoot52 Hoewel de belangstelling voor romans en novelles al in de loop van de achttiende eeuw sterk steeg, waren de regelmaat waarmee Cogels verstrooiende lectuur kocht en het bedrag dat hij spendeerde ongewoon.Ga naar voetnoot53 Klantenboeken uit Middelburg en Zwolle wijzen uit dat die groeiende belangstelling voor eigentijdse letterkunde ook andere Nederlandse - maar vooral elitaire - lezers in de ban hield. Voor betere middengroepen bleken die boeken alsnog te duur. Bij Van Benthem in Middelburg kocht hoogstens één op tien klanten wel eens een roman.Ga naar voetnoot54 Pas met de opkomst van betaalbare pockets en feuilletonromans kwam daar in de tweede helft van de negentiende eeuw langzaam maar zeker verandering in.Ga naar voetnoot55 Cogels kocht niet alleen opvallend veel eigentijdse literatuur, maar had ook een bijzonder scherpe neus voor nouveautés. Op een enkele uitzondering na bestelde hij het gros van zijn boeken onmiddellijk na verschijnen. Waar orders van publicaties van vijf à tien jaar oud al bijzonder schaars werden in de klantenboeken van Ancelle en Berthot, waren bestellingen van enkele decennia oude religieuze teksten, literatuur of geschiedenisboeken witte raven.Ga naar voetnoot56 | |
[pagina 180]
| |
Cogels' tomeloze verlangen naar almaar nieuwe boeken à la mode lijkt een belangrijke cesuur te markeren met de relatief behoudsgezinde boekcultuur in het ancien régime. Hoewel achttiende-eeuwse lezers uiteraard ook een oogje hadden voor nieuwigheden, leken oude, maar oerdegelijke edities veel langer hun waarde te behouden. Volgens ruwe schattingen op basis van achttiende-eeuwse veilingcatalogi was meer dan 50% van de boeken een halve tot driekwart eeuw oud voor ze de vendu passeerden. Naast religieuze boeken zoals de bijbel, gebedenboekjes en preken hadden ook reisverhalen, letterkunde en geografie vaak een opvallend lange levensduur.Ga naar voetnoot57 Op de planken van de vroegmoderne Antwerpse boekverkopers Verdussen en Verhulst stonden eveneens flink wat bedaagde boeken die de leeftijd van honderd jaar overschreden hadden.Ga naar voetnoot58 Om een vinger aan de pols te houden van het snel wisselende aanbod maakte Henri Cogels ook gebruik van enkele innovaties in het boekenvak. Kort voor verschijnen stuurde François Ancelle hem voor enkele centiemen wervende brochures en prospectussen toe, die potentiële kopers tot intekenen moesten verleiden.Ga naar voetnoot59 Uiteraard maakten vroegmoderne uitgevers ook al van die techniek gebruik, maar die adverteringsstrategie won in de negentiende eeuw nog aan kracht.Ga naar voetnoot60 Wie ten huize Cogels die romans en novelles precies onder ogen kreeg, valt helaas bijna niet te achterhalen. Vond Henri verstrooiing in die lectuur na een vermoeiende politieke dagtaak of waren de bestellingen eerder bedoeld voor Adelaïde? Uitgekookte libraires wierpen zich in de vroege negentiende eeuw immers op de groeiende niche van literatuur voor vrouwen en overspoelden de markt met tijdschriften, romans en huishoudboekjes voor de betere sekse.Ga naar voetnoot61 Misschien was de kakelverse uitgave van L'Art du cuisinier parisien, ou: Manuel complet d'économie domestique (Parijs 1822) wel voor haar bestemd, maar het blijft uiterst riskant om een link tussen genres en gender te leggen. Dat lag een stuk eenvoudiger bij het leesvoer dat voor de kinderen bedoeld was. Cogels' zonen - Alexandre en Clément - en zijn dochter, Henriette, waren in de jaren '20 van de negentiende eeuw nog erg jong. Ongeveer 7% van het boekenbudget ging op aan hun bonte lectuurdieet, dat bestond uit fraai geïllustreerde abc-boeken, pedagogische traktaten en etiquetteboeken zoals de Manuel des demoiselles, instructieve teksten en schoolboeken zoals Seiffens Grieksche spraakkunst (Amsterdam 1826), de Voyage du jeune Anacharsis en Grèce (Parijs 1820) of Lhommonds beroemde Grammaire latine à l'usage des athénées (Brussel 1821).Ga naar voetnoot62 Mogelijk was ook de Horatius - het enige Latijnse boek op de klantenlijst - bestemd voor het onderwijs van de kinderen. Daarnaast kocht Henri ook regelmatig ontspannende lectuur. Omstreeks Sinterklaas bestelde de politicus een goedkope versie van Bouilly's Contes offerts aux enfans de | |
[pagina 181]
| |
France (Brussel 1825), evenals Les soirées d'hiver, ouvrage amusant et instructif dédié à la jeunesse (Parijs 1818) of de beroemde verhalen van Md. de Guizot. Kinderboeken werden sinds de late achttiende eeuw in steeds grotere oplagen gedrukt. Langzaam maar zeker verschenen er ook advertenties om die nieuwe niche te bereiken. Dikwijls was de toonzetting van jeugdliteratuur uiterst belerend, waarbij jonge lezertjes allerlei morele lessen en familiewaarden ingelepeld kregen. Bovendien was die Franse lectuur een opstapje om de chique omgangstaal van de haute bourgeoisie onder de knie te krijgen.Ga naar voetnoot63 | |
Postscriptum: het verdere leven van Cogels' boekenKort na het overlijden van Adelaïde van Havre in 1864 kwamen de drie zonen van wijlen Henri Cogels samen om de familiebibliotheek te verdelen. Naast enkele tjokvolle portefeuilles gravures en lithografieën van alpine panorama's, Romeinse vedute, idyllische stadszichten op Venetië, pittoreske tafereeltjes van de Rijn, de kastelen aan de Vecht en de pas ontdekte grotten van Han bevatte de collectie ook een kleine driehonderd boeken. Daarmee behoorde Cogels' bibliotheek niet tot de grootste particuliere verzamelingen in Antwerpen, maar nestelde ze zich eerder in de elitaire middenmoot.Ga naar voetnoot64 Hoewel men op de betrouwbaarheid en volledigheid van dit soort bronnen heel wat kan afdingen, lijkt Cogels' partage des livres toch een opvallend gaaf en compleet beeld te geven.Ga naar voetnoot65 Peperdure encyclopedieën en naslagwerken, lijvige bijbels, populaire geschiedenissen, wetteksten en literaire klassiekers vonden er immers een plekje naast stuiverromans, liedboeken en tal van functionele teksten over dressuur, kookkunst, tuinieren en het houden van bedienden. Dat men de moeite nam om ook de ogenschijnlijk waardeloze almanakken en memorialen te beschrijven, doet vermoeden dat de notaris en zijn klerken hun taak nauwgezet - en min of meer volledig - hebben uitgevoerd.Ga naar voetnoot66 Waar minder begunstigde familieleden soms reden zagen om nog gauw enkele duurdere exemplaren achterover te drukken voor de inventaris opgesteld werd, kregen Cogels' zonen een evenredig deel en werden eventuele verschillen in geld bijgepast. Naast een ruwe waardeschatting noteerde de klerk bij elk boek ook de verkorte titel, eventueel de auteur, een uitgever of een jaartal, soms ook het aantal delen en het bibliografische formaat. Vermits die laatste gegevens weinig systematisch opgetekend werden, laten deze boeken zich een stuk moeilijker identificeren.Ga naar voetnoot67 | |
[pagina 182]
| |
Grafiek 4 Boeken in de partage volgens jaar van uitgave (n=119) (in %)
Opvallend veel kenmerken van Cogels' leespatroon en smaak - die men uit de kwitanties van Ancelle en Berthot kan reconstrueren - weerspiegelen zich, in een eerste oogopslag, ook in de partage des livres. Ongewijzigd was bijvoorbeeld de kosmopolitische belangstelling van de Antwerpse politicus. Parijs en Brussel leverden ook in de latere decennia het gros van zijn leesvoer aan, maar boden dankzij de Franse edities van Balzac, Chataubriand en Beaumarchais, de vertalingen van Fielding, Young en Byron, en de Übersetzungen van Goethe en Gessner, een bijzonder brede staalkaart van de Europese cultuur.Ga naar voetnoot68 Daarnaast leken de bejaarde Henri, en later zijn weduwe, ook nog steeds gebeten door nieuwe en actuele boeken. Werken uit de zeventiende en achttiende eeuw namen slechts een bescheiden plaats in de partage voor hun rekening (18,5%), terwijl Henri het gros van die oude boeken ook nog eens van zijn jongere broer Jean-Baptiste Cogels (1777-1830), die bij hem inwoonde, had overgeërfd. Waar zijn oudere broers carrière maakten in de zakenwereld en de politiek, bracht Jean-Baptiste zijn dagen door met een studie van Italiaanse letterkunde en architectuur, en verzamelde hij met passie antiquarische en zeldzame boeken.Ga naar voetnoot69 Van die prachtige verzameling, die in de ochtend van 19 april 1830 geveild werd - in totaal 263 items - kocht Henri slechts een handjevol boeken, waaronder de prestigieuze Encyclopédie (Parijs 1751-80), een prachtexemplaar van Gervasius' Pompa introitus Ferdinandi (Antwerpen 1641) en de rijk geïllustreerde OEuvres complètes de Buffon (Parijs 1774) uit de beroemde Imprimerie Royale.Ga naar voetnoot70 Kennelijk kreeg de liefde voor het oude boek, die in de vroege negentiende eeuw hevig oplaaide, slechts weinig grip op de Antwerpse senator. Wanneer we er vanuit gaan dat Henri zijn boeken ook in de latere negentiende eeuw nog steeds kort na verschijnen kocht, zoals dat in de klantenboeken van Ancelle en Berthot schering en inslag was, dan wordt de | |
[pagina 183]
| |
Grafiek 5 Boeken in de partage volgens genre (n = 279)
relatie tussen de levenscyclus en de verwerving van boeken een stuk tastbaarder. Op enkele vroege aankopen na bestelde Henri het gros van zijn boeken na 1810, toen hij aan zijn politieke carrière timmerde, huwde en kinderen kreeg. Daarbij lag het hoogtepunt vooral in de Hollandse periode (1815-1830), om na de Belgische omwenteling langzaam te dalen. Na Cogels' dood in 1846 leek de weduwe nauwelijks nog boeken te kopen, op enkele eenvoudige gidsjes van Antwerpen en Brussel, een populaire geschiedenis of een literair werkje na [graf. 4].Ga naar voetnoot71 Fundamentele verschuivingen ontbraken op het eerste zicht eveneens in de genreverdeling [graf. 5 & 3]. Waar categorieën zoals religie en recht van weinig betekenis bleven, kon Henri zijn passie voor het verleden ook op latere leeftijd botvieren. Lijvige boekdelen over Europese geschiedenis, de Franse revolutie en Napoleon kregen steeds vaker het gezelschap van historische studies over de Belgische omwenteling.Ga naar voetnoot72 Cogels kocht wel wat meer kunsten wetenschapsboeken (onder meer uit de reeks Monuments pittoresques) en bestelde ook een tikkeltje meer geografie dan in de vroege negentiende eeuw, maar die aangroei kwam vooral op conto van de vele reizen die Henri en zijn familie in de jaren '30 en '40 van de negentiende eeuw ondernamen.Ga naar voetnoot73 Van hun toeristische tochten door Italië, Frankrijk, Zwitserland en Engeland brachten ze immers een omvangrijke reeks van naamloze gidsjes, reisverhalen en kunstboeken mee: een beduimelde Guide à Florence, een handzame Rome et musées, de Voyage en Suisse of Grande Bretagne et Irlande.Ga naar voetnoot74 Daarentegen daalde het aandeel van taal- en letterkunde wel ingrijpend (33% vs. 50%), hoewel er van een inhoudelijke koerswijziging nauwelijks sprake was. Naast klassieke Franse letterkunde en drama tekende Henri Cogels trouw in op de nieuwste dictionnaires en naslagwerken, en trachtte hij via regelmatige orders - de romans van Frances Trollope (1830-1840) of Chateaubriands | |
[pagina 184]
| |
Mémoires d'Outre-Tombe (1848-1850) - een vinger aan de pols te houden van de moderne letteren. Leesvoer dat voor ontspanning en verstrooiing zorgde, vormde nog steeds een beduidende partij in de bibliotheek. Dankzij Consciences Leeuw van Vlaanderen (Antwerpen 1843), een handvol Engelstalige romans en enkele Novelliere Italiano kwam er ook een beetje meer kleur in het eentonige Franstalige leesdieet.Ga naar voetnoot75 Uit de lakmoesproef, waarbij men de boekenlijst uit 1864 naast de kwitanties van Ancelle legt, komt een - op het eerste zicht - min of meer eenvormig beeld naar voren. Dynamisch wordt het plaatje pas wanneer men ook naar overeenkomsten tussen individuele titels gaat peilen. Ongeveer vier op tien boeken die Henri Cogels in de vroege negentiende eeuw bij zijn favoriete boekverkopers bestelde, verschenen enkele decennia later immers niet meer op het appel. Letterlijk tientallen boeken leken onderweg verdwenen te zijn.Ga naar voetnoot76 Weinig waardevolle uitgaven en functionele teksten deelden daarbij het zwaarst in de klappen. Waar Michauds complete Biographie Universelle (Parijs 1811-1828) of de verzamelde werken van Jean-Jacques Rousseau een meer dan behoorlijke kans op overleven maakten, was dat voor de bulk aan beduimelde stuiverromans, goedkope reisverhalen en eenvoudige gebedenboekjes veel minder waarschijnlijk.Ga naar voetnoot77 De ravage was het grootst in de sectie kinderliteratuur. Van de talloze sprookjes, verhalenbundels, schoolboeken en pedagogische traktaten die Henri Cogels in de jaren '20 in overvloed voor zijn kinderen bestelde, bleef een kwarteeuw later omzeggens niets bewaard. Enkel de Voyage du jeune Anacharsis en Grèce (Parijs 1820), die jonge studentjes een inleiding gaf op de kunst, religie, filosofie en andere thema's van de antieke Griekse samenleving, overleefde.Ga naar voetnoot78 Uiteraard zou de partage onvolledig kunnen zijn en hebben de klerken - om maar een hypothese op te werpen - tijdens hun inventarisatie bewust verzuimd om de groezelige, waardeloze kinderboeken te noteren. Dat lijkt echter weinig plausibel, omdat de inventaris wel degelijk een exemplaar van de Amis de l'enfance, een banale Contes de la Reine de Navarre en enkele andere klassieke titels uit de jeugdliteratuur bevat.Ga naar voetnoot79 Dankzij Ancelles kwitanties wordt klaar en duidelijk dat die enkele kinderboeken in de post mortem-lijst slechts een onbeduidend restant vormen van een breed corpus dat door de jaren heen zoek raakte. Jammer genoeg valt er weinig met zekerheid te zeggen over de oorzaken. Mogelijk werden veel van de abc-boeken, grammatica's, school- en kinderboeken letterlijk stukgelezen, gooide men ze achteloos weg toen de kinderen uit huis trokken of werden ze via een tweedehandsboekhandel te gelde gemaakt. Kinderlectuur was bovendien lang niet de enige categorie waar boeken verdwenen. Religieuze teksten, geografie, taal- en letterkunde werden | |
[pagina 185]
| |
door de jaren heen eveneens grondig uitgedund en geschoond. Louter in biografieën en geschiedenis leken de Cogels iets behoudsgezinder.Ga naar voetnoot80 Kenmerkend voor dat proces was dat de familie van Henri bijvoorbeeld wel een peperduur pronkstuk als de bijbel van Lefèvre koesterde, terwijl de talloze livres de prières, die slechts enkele centiemen waard waren, onvindbaar bleken.Ga naar voetnoot81 Opvallend veel boeken raakten ook zoek onder het kopje taal- en letterkunde. Weg waren bijvoorbeeld Les veillées du chateau (Parijs 1803), maar ook Pigault-Lebruns Angélique et Jeanneton (Brussel 1819), La Cabane dans les bois (Parijs 1823) of de Les soirées d'hiver (Parijs 1818), terwijl ook duurdere uitgaven zoals de verzamelde OEuvres van Corneille, Colardeau of Picard soms ontbraken.Ga naar voetnoot82 Wat er precies met die boeken gebeurde, valt ook in dit geval moeilijk te achterhalen. Mogelijk licht het kwitantieboek van Ancelle echter een tipje van de sluier op. Op 13 november 1822 noteerde de Antwerpse boekhandelaar immers voor het eerst een debetsaldo op de rekening. Cogels kreeg volgens de nota een forse 64 francs terugbetaald: reçu a compte provenant de la vente.Ga naar voetnoot83 Hoewel er andere interpretaties mogelijk zijn, lijkt die passage te slaan op de verkoop van boeken. Was het onwaarschijnlijk dat Henri Cogels, die verzot was op nouveautés, bij die gelegenheid een deel van zijn oude boeken van de hand deed? Dergelijke opruimingen zouden kunnen verklaren waarom veel van de oudere, in de jaren '20 aangekochte romans, woordenboeken, theaterbundels, maar ook religieuze manualen, topografische beschrijvingen en historische werken, niet in de partage opduiken, terwijl vergelijkbare - maar recentere - teksten wel in de inventaris verschijnen. Wanneer die hypothese correct zou zijn - op dit punt hoort beslist een vraagteken - dan zijn de consequenties beduidend. Cogels' leespatroon markeert dan immers een fundamentele breuk met de bijna sacrale omgang met boeken in het ancien régime die quasi ongeacht hun ouderdom eeuwenlang gekoesterd, bewaard en overgeërfd werden.Ga naar voetnoot84 Daarentegen leek Henri veel van zijn boeken, toen ze niet langer en vogue waren en hun actualiteitswaarde verloren hadden, eenvoudigweg van de hand te doen. Cogels' omgang met boeken oogt daarbij erg eigentijds, utilitair en functioneel. Forse prijsdalingen in de waarde van boeken geven die onbestendige hypothese iets meer houvast. Uit de schattingen die men in 1864 van Cogels' bibliotheek maakte, blijkt dat het gros van Ancelles boeken al na enkele decennia minder dan een vierde van hun oorspronkelijke prijs waard waren. Kennelijk resulteerde het vroegnegentiende-eeuwse verlangen naar nouveautés en het misprijzen voor oudmodische (uitgezonderd antiquarische) boeken in een nieuwe, vlijmscherpe prijszetting.Ga naar voetnoot85 | |
[pagina 186]
| |
Conclusie: hypotheses en revisiesCogels' kwitanties zijn erg bijzondere bronnen. Toch leveren de rekeningen pas echt vuurwerk op in combinatie met de post mortem-lijst uit 1864. Dankzij dat uitzonderlijke materiaal kunnen enkele voorzichtige hypotheses en revisies geformuleerd worden. Antwerpen was in de negentiende eeuw verre van een boekenloze stad. Hoewel de productie scherp daalde en talloze uitgeverijen bankroet gingen, was de consumptie en distributie van boeken - althans vanuit Cogels' kwitanties beschouwd - springlevend. Henri kocht een opvallend brede waaier aan internationale literatuur die hij zonder veel moeite bij zijn lokale libraire kon bestellen. Naast traditionele genres zoals religie, recht en functionele teksten vulden ook andere categorieën zoals taal- en letterkunde, exotische reisverhalen en populaire geschiedenissen het Antwerpse leesdieet aan en verleenden er een trendy en modern elan aan. Nieuwe lezersgroepen zoals kinderen werden langzaamaan geïntegreerd. François Ancelle legde ook feilloos beslag op kersverse nouveautés en informeerde zijn klantenbestand via courante technieken zoals prospectussen en brochures regelmatig over die nieuwe fondsen. Cogels' boekbezit lijkt daarmee een aantal opvallende overeenkomsten te vertonen met het archetype van de nieuwe lezer uit de Leesrevolutie. Om zijn leeshonger te stillen, bestelde Henri niet alleen veel boeken maar had hij er ook betrekkelijk hoge bedragen voor veil. Met zijn ruime belangstelling voor taal- en letterkunde, geschiedenis en topografie kreeg zijn bibliotheek een werelds en veelzijdig karakter. Cogels had ook een bijzonder scherpe neus voor nieuwigheden en pas verschenen boeken. Dankzij Ancelles kwitanties kan er aan de hypothese van de Leesrevolutie met enige voorzichtigheid nog een laagje worden toegevoegd. Losse gegevens uit het klantenboek lijken er immers op te wijzen dat de levenscyclus van boeken in de vroege negentiende eeuw gevoelig korter werd. Opruimingen leken er op gezette tijdstippen voor te zorgen dat de oude edities met een lage actualiteitswaarde plaats maakten voor fonkelnieuwe, eigentijdse boeken. Uiteraard blijft de hamvraag over de representativiteit van Henri Cogels' micro storia als een zwaard van Damocles boven de conclusies hangen. Voorlopig is het immers koffiedik kijken of men de wijze waarop de Antwerpse politicus met zijn boeken omsprong mag uitvergroten, dan wel als exceptioneel of hyperpersoonlijk moet beschouwen. Jammer genoeg biedt de lokale context weinig of geen houvast. Negentiende- eeuwse leesgeschiedenis in Antwerpen - en bij uitbreiding in België - blijft immers braakliggend terrein. Op internationaal niveau zijn er wel enkele studies voorhanden. Franse, Nederlandse en Engelse analyses van klantenboeken laten zien dat Engelsings nieuwe lezers - die zoals Cogels meer, gevarieerder, wereldser en extensiever leken te lezen - wel bestonden, maar hooguit een erg bescheiden groep uit de stedelijke toplaag vormden. Waar middengroepen een beroep deden op commerciële bibliotheken en leesgezelschappen om iets van dat nieuwe ideaal op te pikken, bleef het boek tot in de late negentiende eeuw een bijzonder schaars goed in lagere sociale groepen. Cogels' kwitanties - maar ook tal van andere klantenboeken, veilingcatalogi en egodocumenten die elders bestudeerd werden - tonen met andere woorden met verve aan dat er allicht wel sprake was van een Leserevolution maar dat die omwenteling louter in de huizen van de steenrijke elite en de betere middengroepen voelbaar was. Uiteraard zou het bijzonder mooi zijn om ook de prikkelende hypothese over Cogels' regelmatige opruimingen en zijn dynamische omgang met boeken te kunnen uitvergroten. Omwille van de unieke combinatie van schaarse kwitanties en een post mortem-lijst lijkt dat een moeilijke maar uitdagende opdracht. | |
[pagina 187]
| |
SamenvattingVan 1820 tot 1830 hield de Antwerpse boekverkoper François Ancelle een register bij van de leveringen aan één van zijn klanten. Nauwkeurig werden de talloze kalenders en almanakken, de pamfletten, het schrijfgerei en de honderden boeken opgetekend die de Antwerpse politicus Henri Cogels bijna dagelijks bestelde. Bovendien bleven ook de registers bewaard van de orders die Henri bij de Brusselse libraire Berthot plaatste. Uiteraard lenen die bronnen zich om een minutieuze reconstructie van Henri's koopgedrag (en leesprofiel) te maken, maar kunnen ze ook ingezet worden om het bijzonder negatieve beeld van de negentiende eeuw als de siècle de malheur van de Antwerpse boekhandel te nuanceren. Hoewel tal van gevestigde uitgeverijen en drukkerijen failliet gingen, leek de consumptie van het boek - door het prisma van Ancelles rekeningen - springlevend. Cogels was immers in staat om een brede waaier aan internationaal leesvoer te bestellen: van traditionele genres zoals religie, recht en geschiedenis tot de nieuwste romans en klassieke literatuur die in de negentiende eeuw en vogue was. Daarbij leek Henri vooral gebeten op nieuwigheden want het gros van zijn boeken werd kort na verschijnen aangeschaft. Hoewel omzichtigheid geboden blijft, lijkt Cogels' koopgedrag (en leesprofiel) enkele overeenkomsten te vertonen met het archetype van de nieuwe lezer uit de omstreden theorie van de Leesrevolutie. Wanneer men achttiende-eeuwse Antwerpse veilingcatalogi voor ogen houdt, lijkt Cogels' leeswijze op slag een stuk wereldser en gevarieerder. Religieuze geschriften, klassieke teksten en andere traditionele genres werden in zijn bibliotheek immers volkomen verdrongen door een overvloed aan lichtvoetige lectuur. Uiteraard is dat verschijnen van een nieuw soort lezer in de negentiende eeuw ook in eerdere studies uitvoerig gedocumenteerd, onder meer in de analyses over Middelburg, Zwolle en andere Nederlandse steden, waar de elite zich een min of meer analoog leespatroon eigen maakte. Cogels' rekeningen leveren pas echt vernieuwende inzichten op wanneer men ze gaat vergelijken met de post mortem lijst die in 1864 na de dood van zijn weduwe werd opgesteld. Diverse boeken blijken onderweg zoek geraakt, waarbij de ravage het grootst was onder het alledaagse leesvoer. Enkele aanwijzingen in het kwitantieboek lijken in de richting van regelmatige opruimingen te wijzen, waarbij Henri verouderde en oudmodische boeken van de hand deed. Als die hypothese correct is dan markeert Cogels' kwitantieboek een radicale omwenteling in de omgang met het boek. Boeken leken niet langer aanzien te worden als een prestigieus en waardevol goed dat decennialang met zorg bewaard werd, maar steeds vaker te fungeren als wegwerpproduct dat eenvoudigweg gedumpt werd toen de actualiteitswaarde daalde. | |
SummaryFrom 1820 till 1830, the Antwerp bookseller François Ancelle took a painstaking effort to keep a receipt book for the daily deliveries to one of his customers. Calendars and almanacs, pamphlets, writing materials and a myriad of books and bindings, ordered by the wealthy Antwerp politician Henri Cogels, were thereby meticulously registered. Cogels' fascination with all sorts of books is also mirrored in a similar orderbook kept by the Brussels libraire Simon Berthot. Obviously, these documents can be used to write a detailed micro storia of Henri's buying (and reading) practices, but they may also cast some doubts on the prevailing image of the early nineteenth century as the siècle de malheur of Antwerp book trade. While some well-established publishers and printers faced bankruptcy, consumption of books seemed to thrive. Using his Ancelle or Berthot account Cogels was able to order a wide range of international reading material: from traditional genres such as law, religion and history to ‘new’ novels and belles lettres, which were en vogue in the nineteenth century. Moreover, Henri seemed to be particularly fond of novelties since the major part of his books were obtained shortly after pressrelease. Cogels' buying (and reading) profile therefore seems to fit to some extent in the highly controversial theory of the Reading Revolution. Compared to the yardstick of eighteenth century auction catalogues Henri developed a more secular and varied taste | |
[pagina 188]
| |
as the category of religious literature dwindled and the acquisition of all sorts of light reading material boomed. On the local scene this appearance of a ‘modern’ kind of reader in Antwerp may be a novelty, but its emergence was documented much earlier on an international forum, for example in research on Middelburg, Zwolle and other Dutch towns, where elite burghers were reading in a more or less analogous way. Cogels' material only adds a layer to our knowledge due to a careful comparison of the receipt book and the post mortem list of books, which was drawn up in 1864, shortly after the decease of Henri's widow. Dozens of books bought by Henri in the early nineteenth century were missing in the post mortem list sparing only the most valuable volumes. Some evidence in the receipt book points to regular clearances and sales whereby Henri sold off his outdated books and literature. When this hypothesis holds true, Cogels' receipts mark a crucial shift in the handling of books, evolving from highly prestigious and valuable goods stored for decades to a disposable product with a relatively short life-cycle. |
|