De Gulden Passer. Jaargang 82
(2004)– [tijdschrift] Gulden Passer, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 197]
| |||||||||||
Dirk Imhof
| |||||||||||
[pagina 198]
| |||||||||||
lus Clusius en Mathias Lobelius. Richard
John Gerarde, The Herball, Londen, Adam Islip, Joice Norton en Richard Whitacker, 1633: titelpagina (cat. nr. 2-160)
Whitacker kwam in 1632 naar Antwerpen om hierover met Balthasar Moretus te overleggen. Die stemde toe op voorwaarde dat Whitacker voor een groot bedrag boeken aankocht van de Officina Plantiniana. In totaal werden zo 2.997 houtblokken via Duinkerken naar Londen verscheept. Whitacker kwam zijn belofte echter niet na: hij kocht het beloofde aantal boeken van Balthasar Moretus niet aan, en stuurde evenmin de houtblokken terug na het drukken van The Herball. Hij hield ze bij om ze te gebruiken voor een tweede editie van dit botanisch werk dat in 1636 verscheen. ‘Je ne scay que penser, si par avonture m'en desirez faire tort, en imprimant un aultre Herbier, ou Icones Plantarum; ce que seroit une iniure tres-grande,’ schreef Balthasar aan Whitacker in september 1634.Ga naar voetnoot1 Dat Whitacker de houtblokken niet terugstuurde was des te erger omdat Balthasar ze zelf nodig had voor de Historia naturae, het natuurkundig werk van Joannes Eusebius Nieremberg, en de Nederlandse editie van Dodoens' kruidboek dat hij van plan was te drukken. In juli 1636 waren de houtblokken eindelijk terug in Antwerpen waar ze nu nog steeds in de collectie van het museum aanwezig zijn.Ga naar voetnoot2 Met deze aankoop is nu ook het boek zelf in de bibliotheek aanwezig, dat gedeeltelijk met materiaal van de Officina Plantiniana tot stand is gekomen.
Andere Plantijndrukken die in 2003 werden aangekocht zijn:
| |||||||||||
[pagina 199]
| |||||||||||
Theodore Galle naar Peter Paul Rubens, De Aanbidding der koningen, in: Missale Romanum, Antwerpen, weduwe en erfg. van Jan i Moretus (1613), 42-43 (cat. nr. 2-161)
In mijn bijdrage over de aanwinsten van het museum van 2002 vermeldde ik vorig jaar welke edities van Justus Lipsius bij Jan Moretus nog niet in de bibliotheek aanwezig zijn. Dit lijstje kan nu met één verminderd worden dank zij de aankoop van het vierde en vijfde deel van Lipsius' verzameling brieven die na zijn dood in 1607 werden uitgegeven, de Epistolarum selectarum centuria quarta miscellanea en de Epistolarum selectarum centuria quinta miscellanea (bb iii 950 l 257; cat. nr. 4-236). Een andere editie van Jan Moretus die werd aangekocht, is een werk van Simon Verepaeus over het schrijven van brieven, de De epistolis conscribendis, Antwerpen, Jan Moretus, 1596 (bt 4691; cat. nr. 8-693). Terwijl er van Lipsius nog maar twee edities zijn, gedrukt door Jan Moretus, die zich niet in het museum bevinden, ontbreken de meeste edities van Simon Verepaeus' werken die door Jan Moretus werden uitgegeven. Van diens grammatica, die voor het eerst door Plantijn werd uitgegeven in 1578, drukte Jan Moretus niet minder dan 25 herdrukken. De meeste ervan zijn enkel gekend door gegevens uit het Plantijns archief. Wie dus een dergelijke druk kent, zou het museum een grote dienst bewijzen door dit te signaleren. In 2003 werden ook alle uitgaven en drukken van Jan Moretus ingevoerd in de Anet-catalogus (http://lib.ua.ac.be). Deze uitgaven zijn opzoekbaar via twee codes voor de uitgever, onder ‘weduwe Christoffel Plantijn en Jan Moretus’ voor de periode 1589 tot 1596 en onder ‘Jan Moretus’ voor de periode 1596 tot 1610. Van de 706 titelbeschrijvingen voor deze laatste | |||||||||||
[pagina 200]
| |||||||||||
periode bevinden er zich 697 in het Museum Plantin-Moretus. Dit bewijst nogmaals de rijkdom van deze bibliotheek op het vlak van Moretusedities. In de loop van 2004 zullen alle uitgaven van Balthasar i Moretus in de Anet-catalogus ingevoerd zijn. Van de periode dat Balthasar i Moretus de leiding had van de Officina Plantiniana werd slechts één werk aangekocht, namelijk Hermannus Hugo, Le siege de la ville de Breda, Antwerpen, Balthasar i Moretus, 1631 (cat. nr. 2-162). Van deze editie met een titelpagina naar een ontwerp van Peter Paul Rubens bezat het museum reeds een exemplaar. Het bijzondere aan het exemplaar dat nu is aangeschaft, is dat het een ‘pn’-monogram op de rug heeft. Dit monogram met de eerste en laatste letter van de naam Plantijn, werd aangebracht op de uitgaven van de Officina Plantiniana waarvan een exemplaar werd opgenomen in de bibliotheek van de Moretussen.Ga naar voetnoot3 Ook van de periode dat de latere Moretussen de Officina Plantiniana bestuurden werd één werk aangekocht, een Missale Romanum in kwarto uit 1682 (cat. nr. 4-237). Van de Officina Plantiniana te Leiden werden twee edities verworven. De eerste is een uitgave van een werk van de Griekse dichter Oppianus over de jacht (Oppianus, De venatione, Leiden, Franciscus i Raphelengius, 1593; cat. nr. 8-694). De tweede editie is een uitgave van Epictetus' handboek over de stoïcijnse filosofie (Epicteti enchiridion, Leiden, Officina Plantiniana, 1616; cat. nr. 8-695). Tenslotte werd één werk aangekocht dat door de Verdussens werd uitgegeven. Het is een devotioneel werk van Benedictus Van Haeften, Regia via crucis, over de kruisgang van Christus (Antwerpen, weduwe Hendrik Verdussen, 1728; cat. nr. 2-158). Het verscheen voor de eerste maal in 1635 bij Balthasar Moretus en was zo succesvol dat nadien 44 verschillende uitgaven zouden volgen. De uitgave die in 1728 door de weduwe van Hendrik Verdussen op de markt werd gebracht, was echter niets anders dan de onverkochte voorraad van de oorspronkelijke editie van Balthasar Moretus van 1635 met een aangepaste titelpagina. Aan het einde van de zeventiende eeuw deed Balthasar iii Moretus immers een groot deel van de voorraad Plantijnse uitgaven die nog niet verkocht waren, van de hand aan een Brusselse boekhandelaar en aan de Verdussens. Sommige van deze werken kwamen daarna met het impressum van de Verdussens op de markt.Ga naar voetnoot4 Het exemplaar dat nu van de Regia via crucis aangekocht werd, bestaat uit de nog niet gesneden vellen, wat het des te meer bijzonder maakt. Het aantal werken dat in 2003 verworven kon worden voor de bibliotheek van het Museum Plantin-Moretus was uitzonderlijk hoog. Het volgende jaar zal dit aantal lager liggen, maar hopelijk duiken er ook nu weer interessante edities op die een aanwinst zijn voor de liefhebbers van de uitgaven van de Officina Plantiniana. |
|