| |
| |
| |
Het toneel van de Antwerpse Augustijnen
(1671-1783)
Goran Proot
I. Inleiding
Een verloren gewaand convoluut
Tijdens het opzoekingswerk over het Vlaamse jezuïetentoneel kwam ik in de Koninklijke Bibliotheek op het spoor van een verloren gewaand convoluut met augustijnentoneel. Sinds het laatste signalement van Floris Prims in 1936 werd het als vermist opgegeven.Ga naar voetnoot1 Om de een of andere reden was de verzamelband onvindbaar geworden, ofschoon hij al die tijd netjes op zijn plaats stond: op een rek in de magazijnen van de Koninklijke Bibliotheek. Niet het ongeoorloofd bruikleen van de Antwerpse stadshistoricusGa naar voetnoot2, maar een gebrekkige catalogisering van het verzamelwerk lag aan de basis van deze ongelukkige verdwijning. In de anders goed voorziene kaartcatalogi vindt men thans maar één fiche terug die naar de bundel verwijst.
Waarom is deze vondst zo bijzonder? De bundel is qua omvang en samenstelling zonder meer uniek. Van geen enkel college uit die periode bestaat er een verzameling met zoveel toneelprogramma's. Door zijn homogeniteitGa naar voetnoot3 kan dit convoluut als geen ander een beeld schetsen van het toneel op een klassiek college vanaf het
| |
| |
eind van de 17de eeuw. Een beschrijving van de bundel kan als uitgangspunt dienen voor een nauwkeurige vergelijking van het toneel aan andere colleges. Bovendien bevatten de programma's zeer veel informatie die de geschiedenis van de Antwerpse augustijnen kan bijkleuren.
In dit artikel wil ik dieper ingaan op het toneel bij de Antwerpse augustijnen. Omdat er zoveel gelijkenissen zijn aan te wijzen, zal ik daarbij regelmatig het toneel van de jezuïeten betrekken. Na een korte situering van de Antwerpse augustijnen zal ik het uitzicht van de teruggevonden toneelprogramma's schetsen. Vervolgens komen het tijdstip van de opvoeringen, de auteurs en de uitwisseling van teksten aan bod. Dan ga ik dieper in op de rollen en de acteurs, muziek en dans in het toneel, en bespreek daarna de opvoeringstaal. Voor ik tot een besluit kom, bespreek ik de gedwongen overgang van toneel naar openbare examens op het einde van de 18de eeuw.
Ik wijs de lezer erop dat het leeuwendeel van dit artikel bestaat uit een bibliografische beschrijving van het convoluut (II.). De registers achteraan (III.), die ik tevens toelicht, bieden toegang tot de lange lijst beschrijvingen van de programma's en een bijdrage tot de prosopografie.
| |
De augustijnen openden in 1608 een klooster in Antwerpen. De stichting ging met moeilijkheden gepaard, maar uiteindelijk moesten de kerkelijke en de wereldlijke overheid de positieve bijdrage van de paters in de strijd tegen de reformatie onderkennen. Het onderwijs, een contrareformatorisch middel bij uitstek, was daarbij een niet te onderschatten troef. In de eerste jaren kreeg het klooster, net zoals andere kloosters in de stad, een stevige financiële steun van de overheid. De paters bouwden in de loop der jaren een groot klooster op, dat wat het aantal professies betreft kon wedijveren met Gent en Brussel.
| |
| |
Op het einde van de 18de eeuw, onder Jozef II, moesten de reguliere gemeenschappen een heleboel beperkingen ondergaan. De augustijnen konden hun klooster nog een tijdlang handhaven dankzij hun activiteiten in het secundair onderwijs. Maar met de komst van de Fransen werden ook de deuren van het Antwerpse augustijnenklooster gesloten. De paters slaagden erin om na 1797 elders in de stad nog onderwijs aan te bieden. Op 24 november van dat jaar werd hen het verbod opgelegd om nog langer de jeugd te onderrichten.
Onderwijs vormde vanaf het begin een belangrijk onderdeel van hun activiteiten. Samen met de jezuïeten, die reeds een groot netwerk van colleges hadden uitgebouwd, zijn de augustijnen voor een groot deel verantwoordelijk geweest voor de opleiding van de jeugd. In Antwerpen hebben de beide kloosterorden steeds met elkaar in concurrentie gestaan. De organisatie en de doelstellingen van hun onderwijs liepen erg gelijk, de methoden die ze hanteerden eveneens. Het toneel werd in beide scholen voor pedagogische doeleinden aangewend. Desondanks hebben de augustijnen steeds een kleinere aantrekkingskracht uitgeoefend, en ze moesten genoegen nemen met een tweede plaats.
| |
De toneelprogramma's
Hoe zien de toneelprogramma's of periochen eruit?Ga naar voetnoot5 Zij tellen doorgaans maar enkele bladzijden. Op het titelblad vindt men de titel van de tragedie terug en aan wie ze plechtig werd opgedragen. Daaronder vermeldt het programma (de plaats en) de datum van het optreden. In de regel zijn de stukken anoniem, waardoor ze in catalogi moeilijk terug te vinden zijn. Onderaan het titelblad (soms ook op de laatste bladzijde) staat het drukkersadres. Gewoonlijk vindt men op de tweede bladzijde het argumentum (of korte inhoud) van het toneelstuk. Het argumentum geeft soms informatie over de voorafgaande gebeurtenissen, of schetst de alge- | |
| |
mene context van het toneelstuk. Heel dikwijls wordt het argumentum van de tragedie gevolgd door een titel of een korte samenvatting van de komedie. In tegenstelling tot wat nu gebruikelijk is, wisselde men in het collegetoneel de tragedie af met een kluchtig tussenspel. Op de tweede bladzijde staan de namen van de rollen en de acteurs. Op de derde en vierde bladzijde wordt opnieuw de korte inhoud van de tragedie (en de komedie) gegeven, nu echter bedrijf per bedrijf en scène per scène. De gegevens over het tussenspel komen ook wel op de derde of de vierde bladzijde voor. Het toneelprogramma besluit steeds met een spreuk, vaak ‘Omnia gloria in Dei’.Ga naar voetnoot6
| |
Toneel op het college
Bij het bekijken van de teksten stelt men vast dat het toneelspelen een wezenlijk onderdeel van het onderricht was. Het college had nauwelijks zijn deuren geopendGa naar voetnoot7, of de leerlingen vertoonden in het bijzijn van de magistraat en andere vooraanstaande burgers hun eerste comoedia publica. In de loop van dat schooljaar volgden er nog twee komedies, en in september 1609 sloten de leerlingen het jaar opnieuw met een komedie af. Daarbij was het stadsbestuur aanwezig, en waarschijnlijk werden bij die gelegenheid voor het eerst de prijzen uitgereikt.Ga naar voetnoot8
De leerlingen traden in de achttiende eeuw minstens twee keer per jaar op. Er zijn aanwijzingen voor dat het in de zeventiende eeuw net zo was.
| |
| |
| |
Tijdstip van de opvoeringen
Gewoonlijk viel de eerste voorstelling rond carnaval, de tweede op het einde van het schooljaar, eind augustus-begin september. De eerste periode noemde men toen ook ludi bacchanales (de spelen vóór de vasten). Bij de opvoeringen tijdens de ludi autumnales (herfstspelen) was de magistraat present. Zij kwam meestal tussen voor de bekostiging van de prijsuitreiking.Ga naar voetnoot9 Daarvoor werd ze eervol op de titelbladen van de programma's vermeld.
Omdat de twee klassieke colleges bij dezelfde gelegenheden optraden, gebeurde het dat tegelijk de augustijnen en de jezuïeten een stuk vertoonden. Dat was het geval op vrijdag 17 februari 1719. Terwijl de leerlingen van de poësis in de PrinsstraatGa naar voetnoot10 de tragedie Aristobulus opvoerdenGa naar voetnoot11, brachten hun jaargenoten bij de augustijnen samen met de retores een stuk over Frechreddus (nr. 144Ga naar voetnoot12, zie afbeelding 1). Een andere keer vond een gelijktijdig optreden plaats ter gelegenheid van de ludi bacchanales van 1740Ga naar voetnoot13, het jaar dat de jezuïeten hun tweede eeuwfeest vierden.
Eigenaardig genoeg is het samenvallen van de voorstellingen in beide colleges eerder uitzondering dan regel. Andere voorbeelden trof ik niet aan. Daarom lijkt het wel dat de scholen rekening hielden met elkaars culturele agenda. De opvoeringen bij de prijsuitreiking en het aanbreken van de veertigdagentijd vinden in de twee Antwerpse colleges dikwijls met een tussenpoze van enkele dagen tot een week plaats.
In de periode 1722-1724 stellen we een erg hoge activiteit vast, met telkens zes stukken per jaar.Ga naar voetnoot14 De retorica trad in februari
| |
| |
Afb. 1: Terwijl de jezuïeten de tragedie Aristobulus opvoeren, treden de augustijnen ook op.
| |
| |
samen met de poësis op. Na Pasen beklommen de leerlingen van de syntaxis het podium, en in mei volgde de grammatica. In de zomermaanden toonden de kleintjes (figura en rudimentaGa naar voetnoot15) wat ze ervan konden.
Het schooljaar werd afgesloten met een stuk waaraan leerlingen uit alle klassen deelnamen. Wat mogen we uit deze gegevens afleiden? Was het uitzonderlijk dat elke klas apart een toneel op poten zette, zodat er bijna maandelijks vertoningen waren? Of werden die voorstellingen louter door medeleerlingen bijgewoond zodat periochen niet echt nodig waren? Men kan ook van het drukken hebben afgezien omdat dat bijvoorbeeld teveel kostte. Een andere verklaring is dat in andere jaren ook veel programma's zijn gemaakt, maar dat er toevallig alleen van deze periode zoveel zijn overgebleven.Ga naar voetnoot16
| |
Auteurs
Interessant zijn de notities in handschrift op vele periochen. De Antwerpse augustijner programma's delen namelijk op ondubbelzinnige wijze mee wie het stuk geschreven heeft.Ga naar voetnoot17 Iemand heeft de namen van de auteurs (of regisseurs) op de programma's geschreven. De standaardformule die hij gebruikte begon met ‘Per R(everendum) P(atrem)’, gevolgd door de naam van een leraar of de prefect van het college en zijn huidige of vroegere functie. Ik
| |
| |
verwijs hier naar de auteurslijst.Ga naar voetnoot18 De prefect was blijkbaar het actiefst, gevolgd door de leraar van de retorica. De leraren van de poësis en de syntaxis bezorgden het minst stukken. Een aantal toneelstukken werd blijkbaar door paters-leraren uit andere colleges geschreven. Er zijn namen bij uit Gent, Hasselt en Roeselare. Soms zetten de leerlingen zelf een toneelstuk op poten wat dan op het titelblad werd vermeld (bv. nr. 148).
| |
Netwerken
Niet alleen de namen van de externe leraren op de programma's wijzen op uitwisseling van toneelstukken. Het gebeurde vaker dat stukken achtereenvolgens in verschillende scholen werden opgevoerd. De paters bekleedden regelmatig functies in andere kloostersGa naar voetnoot19 en namen de teksten met zich mee. Misschien stuurden de augustijnen ook teksten naar elkaar op zoals bij de jezuïeten gebruikelijk was, maar daarvan trof ik geen bewijzen aan. In elk geval waren ze wel enigszins op elkaar aangewezen: er waren in de handel niet genoeg toneelteksten verkrijgbaar die aan de specifieke eisen van het onderwijs voldeden. Daarnaast vereiste het hoge opvoeringsritme een groot repertoire om al te snelle herhalingen te voorkomen.
Binnen de verzameling Antwerpse programma's treffen we al een aantal hernemingen aan. In 1769 grijpt men terug naar een stuk dat in 1719 ook al in het college werd opgevoerd.Ga naar voetnoot20 In 1745 (nr. 75) hernemen de Antwerpse augustijnen een stuk uit 1724 (nr. 120). Het bijbelse stuk Esther werd zowel in 1762 als in 1777 op de planken gebracht. Sommige toneelstukken maakten een rondreis langs de colleges. De Fides Christiana... (1720) werd het jaar ervoor in Brussel opgevoerd, en ook het stuk Austriae pietas in Carolo V. triumphans (1732) werd eerst in de hoofdstad (1727) en
| |
| |
pas daarna in Antwerpen opgevoerd (nr. 102).Ga naar voetnoot21 Datzelfde stuk werd overigens 25 jaar later nogmaals door de Gentse augustijnen vertoond. Het Gentse college hernam wel vaker toneel dat eerder in Antwerpen werd opgevoerd.Ga naar voetnoot22
De tussenspelen keren door de band veel vaker terug dan de tragedies.Ga naar voetnoot23
Den Gieregaerd (nrs. 17 en 44) en Den overlast der Rykdommen (nrs. 18 en 19) werden twee keer geprogrammeerd. Het stuk met het motto De Gekheyd verdryft het best de Swaermoedigheyd kende drie opvoeringen (nrs. 14, 80 en 126), net zoals het stuk getiteld Fide, sed cui, vide (nrs. 33, 112, 119 en 141).Ga naar voetnoot24 Deze titel treffen we overigens ook in een perioche van de Antwerpse jezuïeten (1732) aan.Ga naar voetnoot25 Uitzonderlijk is dat niet: Podagricus (nr. 46) stond jaren eerder bij de jezuïeten van Oudenaarde en Bailleul op het programma, en ook de komedie Medicus invitus (nr. 39) werd vroeger al in het Ieperse jezuïetencollege vertoond.Ga naar voetnoot26 Daar speelde men in 1727 een komedie naar een vers van Horatius dat de Antwerpse augustijnen al vijf jaar eerder brachten (nr. 137). Deze lijst kon nog veel langer zijn indien de titels van de tussenspelen door de bibliografieën werden opgenomen.
Het vermoeden dat N. Teeuwen in 1950Ga naar voetnoot27 uitsprak kan worden bevestigd: de colleges gaven de toneelstukken aan elkaar door, en ook binnen de colleges hernam men ze geregeld. Hoe het met de tussenspelen precies is gesteld durf ik niet zeggen, want veel meer dan een titel hebben we meestal niet. Dekte de vlag steeds dezelfde lading? Een aantal komedies veroverde het land en werd gretig bij augustijnen en jezuïeten geprogrammeerd.
| |
| |
| |
Rollen en acteurs
Vanaf 1714 treffen we systematisch rolvermeldingen en acteurslijsten in de programma's aan. Dat maakt het niet alleen interessant voor genealogen, maar ook voor hen die meer over de toneelpraktijk willen vernemen. Wie de lijst bekijkt ontmoet er bekende namen: Joannes GrangéGa naar voetnoot28, Alexander Everaerts en Joannes Baptista Verdussen (1698-1773)Ga naar voetnoot29 uit de drukkerswereld. Vooraanstaande families als Broeta, Moretus en Proli zijn eveneens met enkele familieleden in de lijst vertegenwoordigd.
Een gemiddeld stuk werd gedragen door een zestiental rollen, afgezien van figuranten en groepen. In 21 stukken traden een onbepaald aantal daemones, ficti mortui, Romani of milites op. Vermoedelijk bestond zo'n groep (turba) niet uit meer dan tien leerlingen.Ga naar voetnoot30 De tussenspelen kenden gemiddeld genomen een iets kleinere bezetting. In elf gevallen werd de cast met figuranten versterkt.
Alhoewel er alleen jongens meededen, wordt de scène door de beide geslachten bevolkt. In de tragedieën blijft het aandeel van de vrouwen tamelijk beperkt. We treffen er vooral keizerinnen, koninginnen en hun dochters aan wanneer zij voor de handeling onontbeerlijk zijn. Mijn indruk is dat in de tussenspelen heel wat meer vrouwen van allerlei pluimage optreden. Maar zoals ik al zei is de informatie die we over de kluchtige intermezzi bezitten erg gering.
Er rijzen vragen waarop niet meteen een antwoord kan worden gegeven. Wie waren bijvoorbeeld de uitverkoren leerlingen die mochten meespelen? Het is duidelijk dat er met maximaal dertig acteurs geen plaats is voor alle leerlingen, beslist niet tijdens de septemberopvoeringen.Ga naar voetnoot31 Vinden we in de lijsten de beste leerlingen terug? Speelde de afkomst mee, of primeerden artistieke kwa- | |
| |
liteiten? Vermoedelijk zijn meerdere factoren in het geding. Anderzijds weten we ook niet wie van de leerlingen uit de boot vielen.
Een andere vraag is die naar de grote verschillen die het acteursregister tussen de optredende leerlingen onthult. Terwijl sommigen meer dan tien rollen werden toebedeeld (bv. Cornelius vanden Nieuwenhuysen of Cornelius Tibé (15!)), moesten anderen zich met veel minder tevreden stellen. De verschillen zijn intrigerend, en de vraag naar het waarom dringt zich op. Het viel me bijvoorbeeld op dat enkele leerlingen keer op keer een hoofdrol speelden. Dat is het geval voor Joannes Baptista Molyn (nrs. 29, 31, 33 en 34), Walterus van de Venne (nrs. 96, 97 en 95), Joannes Baptista vande Zanden (nrs. 138, 139 en 140), Joannes Verdussen (nrs. 83, 84 en 85), en vele anderen. Welke wetmatigheden zijn er bij de toewijzing van de rollen aan het werk?
De acteurslijsten roepen niet alleen vragen op, maar helpen er ook beantwoorden. Uit een gedetailleerde studie van de acteurslijsten kan men afleiden hoelang een leerling gemiddeld over zijn vorming deed. Moest hij af en toe een jaar overdoen, of onderbrak hij zijn studies wel eens? Een vergelijking met leerlingenlijsten van andere scholen kan inzicht in het verloop van leerlingen geven.Ga naar voetnoot32 Het spreekt vanzelf dat voor dergelijk onderzoek zeer veel materiaal nodig is om representatieve resultaten te behalen.
Indirect vernemen we uit de curricula van de acteurs ook meer over de geschiedenis van het Antwerpse college. Het valt bijvoorbeeld op dat vele leerlingen die in 1779 in een bepaalde klas zaten, pas in 1783 naar het volgende jaar opschoven.Ga naar voetnoot33 Daar kon ik nergens een verklaring voor vinden. Zou het kunnen dat de lessen om de één of andere reden voor een tijd zijn opgeschort?
| |
| |
| |
Muziek en dans
In de literatuur over het collegetoneel wordt steeds gewezen op het vrome karakter van de toneelstukken. De auteurs, meestal paters-leraren, hadden een voorliefde voor religieuze thema's. Meestal grepen ze terug naar teksten uit de bijbel (vooral het oude testament) of de gewijde geschiedenis (Romeins-Byzantijnse geschiedenis) die ze uit de grote verzamelwerken van die tijd haalden (Baronius, BeyerlinckGa naar voetnoot34). Dat sloot natuurlijk goed aan bij het religieus-pedagogische project in de ordescholen. Af en toe speelt men een stuk dat naar grote gebeurtenissen uit het recente verleden verwijst. Karel V is twee keer het onderwerp van de vertoning (nrs. 67 en 151, zie afbeelding 2), en de noodlottige dood van Thomas More in Engeland (nr. 96) of Jeanne d'Arcs (nr. 92) overwinningen op de Engelsen worden voor het toneel bewerkt. Het zal de lezer echter niet ontgaan dat het christendom en de katholieke waarden steeds min of meer expliciet aan de orde komen.
Maar de collegevoorstellingen gaan verder dan schools voorgedragen en uitgebeelde versies van gecanoniseerde verhalen uit de Schrift. Voor zover de programma's meedelen werden vele tragedies afgewisseld met tableaux vivants (nr. 77), muziek, dans en pantomime. In een aantal gevallen kennen we de zangers bij naam (nrs. 17, 19, 27). Naar de teksten die gezongen werden, hebben we het raden, maar dat ze nauw bij de tragedieën aansloten blijkt uit benamingen als prologus musicus (nr. 145), scena musica en applausus musicus (nr. 148). In een tiental programma's worden de leden van het koor apart vermeld.Ga naar voetnoot35 Welke rol het koor in die stukken precies vervulde, is onduidelijk, maar de expliciete vermelding ervan lijkt op een speciale invulling te wijzen. In hoeverre werden de antieke voorbeelden hier nagevolgd?
Dans en pantomime doen hun intrede rond het midden van de 18de eeuw. Van dan af kondigen de programmaboekjes regelmatig ‘pantomime ende danssen’ aan, soms alleen met een titel, af
| |
| |
Afb. 2: Carolus V, 1715 (nr. 151).
| |
| |
en toe ook met een samenvatting van wat er op de scène te zien is (bv. nr. 42). Het ene jaar verbeelden de leerlingen ‘den somer ende den herft’, het andere ‘den winter ende de lente.’ Nadat de vier seizoenen aan bod zijn gekomen, zijn de vier oerelementen aan de beurt: in 1768 ‘de aerde ende de logt’, het jaar erop ‘het water ende het vuer’.
De term repraesentatio die we in een tweetal periochen aantreffen (nrs. 55 en 83) is waarschijnlijk het Latijnse equivalent voor de term vertoog die in nr. 77 wordt gebruikt, en waarmee wellicht een tableau vivant werd aangeduid. De vertogen wisselden de bedrijven af en stonden stil bij een centrale gebeurtenis in de handeling.
In de rolverdeling treft men geregeld een magister musicus, een magister tripudii of een schermmeester aan (bv. nrs. 26, 62, 88, 100 en 137), die erop wijzen dat men vaker spektakelementen inlaste dan op het eerste gezicht uit de periochen kan worden opgemaakt. Alles samen maakte de pater-regisseur creatief gebruik van diverse technieken om afwisseling te brengen in de vaak op elkaar lijkende stukken.
| |
Opvoeringstaal
Men mag zich voor de opvoeringstaal niet laten misleiden door de taal of talen waarin de programma's zijn opgesteld.Ga naar voetnoot36 Zoals bij de jezuïeten was het onderwijs bij de augustijnen erop gericht zich de klassieke talen en culturen eigen te maken, met nadruk op die van Rome. De lessen stonden geheel in het teken van de oude letteren. De antieke teksten werden in het Latijn onderwezen: de leraar gaf woordverklaring en toelichting van de grammatica in het Latijn. In de lagere jaren kon het gebeuren dat de magister de moedertaal gebruikte om de leerlingen op het juiste spoor te zetten.Ga naar voetnoot37 De toneelstukken die met regelmaat werden ingeoefend en opgevoerd, droegen ertoe bij om de dode talen tot leven te wekken. Het verbod om tijdens de recreatie moedertaal te spreken diende
| |
| |
hetzelfde doel als het toneel: het Latijn actief tot een taaleigen te maken, zowel in de les als daarbuiten.Ga naar voetnoot38 Het mag dan ook niet verwonderen dat het merendeel van de toneelprogramma's in het Latijn is opgemaakt, te meer de toneelstukken eveneens in die taal werden opgevoerd.Ga naar voetnoot39 De Nederlandstalige programma's (1671-1689) en de tweetalige programma's (vooral de jaren 1760-1777)Ga naar voetnoot40 moeten als toegift en hulp voor het publiek worden beschouwd. Ze dienden als leiddraad voor degenen die niet met het Latijn of met het behandelde onderwerp vertrouwd waren. Het valt voor die laatste periode trouwens op dat de periochen van de vastenavondstukken steeds in het Latijn werden geschreven, terwijl de programma's voor de prijsuitreikingen ofwel tweetalig ofwel in het
Nederlands werden gedrukt. De aanwezigheid van een breder publiek speelde daarbij een grote rol. Andersom rijst het vermoeden dat de stukken voor de veertigdagentijd, tijdens de ludi bacchanales, voor een beperkt publiek (alleen de leerlingen zelf?) was bestemd.
Voor de toneelstukken die de leerlingen van de catechismus opvoerden (nrs. 18, 26, 32, 36, 41) stonden de zaken anders. Het godsdienstonderricht dat de augustijnen verschaften, wilde de vroomheid ook buiten de collegemuren bevorderen. De godvruchtige stukjes door de catecheseleerlingen werden dan ook in het Nederlands ten tonele gevoerd zoals ondubbelzinnig uit de notitie op het nr. 36 mag blijken.Ga naar voetnoot41 De taal van de programma's
| |
| |
weerspiegelt hier, anders dan bij het collegetoneel, wél de opvoeringstaal.Ga naar voetnoot42
Er zijn redenen om aan te nemen dat de komedies die de tragische hoofdact afwisselden soms misschien wel in de volkstaal werden vertoond. De luchtige slaven-en-meesterstukken in de geest van Plautus (bv. nr. 156) en Terentius boden een tegengewicht voor de serieuze keizers tragedies.Ga naar voetnoot43 Ofschoon de schalkse tussenspelen vaak met een vermanend of moraliserend motto werden aangekondigd -het geheel bleef in het teken van de belering staan -, uit de beknopte samenvattingen en de rollenopgave blijkt dat het meestal om ‘klassieke’ kluchtspelen ging. Of het Latijn in deze gevallen tot het doel kon bijdragen om het publiek met herkenbare situaties uit het gewone leven aan het lachen (en het nadenken) te brengen, is maar de vraag. Ik aarzel om ze te beantwoorden. Want noch hier noch elders trof ik onweerlegbare bewijzen aan van tussenspelen in de volkstaal. De programma's geven zelden ondubbelzinnige indicaties, en handschriften met volledige toneelteksten van de augustijnen zijn (nog) niet teruggevonden.Ga naar voetnoot44
| |
De overgang van toneel naar ‘openbare examens’
Na de opheffing van de jezuïetenorde in 1773 genoten de augustijnen tot de oprichting van het Theresiaans college in 1777 vier jaar lang het monopolie op het humaniora-onderwijs.Ga naar voetnoot45 Het Ant- | |
| |
werpse collegetoneel was zijn tegenspeler kwijt, de augustijnen traden uit de schaduw en zetten de toneeltraditie voort. Maar niet voor lang meer.
Na zijn wijding op 8 september 1776Ga naar voetnoot46 deed Jacobus Thomas Josephus Wellens plechtig intrede in zijn geboortestad. Hij werd met de nodige luister onthaald.Ga naar voetnoot47 ‘Triumphaele Arken, Obelisçen, Zegenbogen, Praelstaken, Verligtingen, en ontelbaere Vreugdeteekenen’, ‘merkweerdige Inscriptien, Jaer-tellende Veerssen Zegenswenschen en andere’Ga naar voetnoot48 getuigden van een verwachtingsvol Antwerpen. Ook de augustijnen namen deel aan de feestelijkheden. Ze overhandigden hun oud-leerlingGa naar voetnoot49 bij die gelegenheid een embleemboek (nr. 15), dansten en zongen. Zoals gebruikelijkGa naar voetnoot50 vertoonden ze een toneelstukje dat op het verkrijgen van de bisschopshoed en het wapenschild van de gevierde alludeerde. Dat was waarschijnlijk niet echt naar de zin van de bisschop. In herderlijke brieven en als rector van de Leuvense universiteit had hij zich steeds heftig tegen toneelvoorstellingen verzet, en hij zou dit ook als bisschop blijven
doen.Ga naar voetnoot51 In de komende jaren bestreed hij zowel het wereldlijk als religieus toneel. Dat kon in zijn ogen veel te veel aanleiding geven tot allerlei uitspattingen en ongeregeldheden, hoe vroom het uitgangspunt ook was.Ga naar voetnoot52 De bisschop, die als leerling bij de paters zelf talrijke rollen had vertolktGa naar voetnoot53, kan al- | |
| |
leen maar hebben ingestemd met de beslissing van de overheid om vanaf 1778 de schoolvoorstellingen te vervangen.Ga naar voetnoot54 Voortaan zouden de prijsuitreikingen vooraf gaan door een soort openbaar examen, waarbij voor elk vak de beste leerlingen een aantal vragen zouden beantwoorden. De aanwezige ouders en de andere genodigden kregen op die manier een doeltreffende voorstelling van de leerstof die hun kinderen bij de paters kregen aangereikt.
De exercitationes scholasticae duurden twee dagen. Achtereenvolgens kwamen de verschillende leerjaren aan bod. Leerlingen uit de hogere klassen luisterden de plechtigheid met redevoeringen in verschillende talen op, en op het het einde van de tweede dag ging men over tot de prijsuitreiking waarbij de beste leerlingen een aantal prijsboeken kregen. Het enige wat in deze plechtigheid nog aan het toneel van vroeger herinnert, is de vertoning door enkele eerstejaars van ‘den zedelyken zin’ in een zestal fabels van Phaedrus (nrs. 2 (afbeelding 3) en 3).
| |
Besluit
De verloren gewaande bundel leert ons veel over de Antwerpse augustijnen: over de geschiedenis van het college zelf, de leerlingen, de leraren en het onderwijs. Een aantal nieuwe gegevens zijn aan de oppervlakte gekomen, andere wachten nog op verder onderzoek. Met de talrijke acteurslijsten kan nog heel wat worden gedaan. Op basis van de namen van de leerlingen kan bijvoorbeeld gepeild worden naar hun afkomst en hun loopbaan. Kwesties als rekrutering en reproductie kunnen nader worden onderzocht.Ga naar voetnoot55
Dat het toneel een centrale plaats innam in het onderwijsproject van de augustijnen hoeft geen betoog meer. De lange lijst toneelstukken toont dat duidelijk aan. Ze kan bv. naast de lijst van het Gentse college gelegd worden die Teeuwen bezorgde.Ga naar voetnoot56 De uitwisselingen van teksten en mensen tussen de colleges kwamen
| |
| |
Afb. 3: Vanaf 1778 worden de toneelstukken vervangen door exercitationes scholasticae.
| |
| |
reeds aan bod. Maar het is ook nodig om over de muren van de afzonderlijke instellingen te kijken. Er zijn erg veel gelijkenissen aan te wijzen met het jezuïetentoneel. Die gelijkenissen moeten op hun beurt worden bekeken in het bredere licht van het onderwijsconcept bij beide orden.
| |
II. Beschrijving van het convoluut en de programma's
Bibliografische beschrijving van de band
Volgens Prims werd de verzameling door Hendrik Pieter Verdussen samengesteld, die zelf bij de augustijnen op school heeft gezeten. Na zijn dood werd zijn bibliotheek publiek verkocht en kwam het boek in het bezit van de Koninklijke Bibliotheek te Brussel.Ga naar voetnoot57 De kalfslederen band (269 × 195 mm) draagt het nummer II 25982 A RP.
Het convoluut bestaat uit 164 onderdelen, bijna foutloos retro-chronologisch geordend en met rood potlood genummerd. Naast 162 gedrukte programma's bevat het 2 handschriften. Eén daarvan is een programma voor een toneelopvoering (nr. 81, zie afbeelding 4). Het andere handschrift, nr. 16, dat inhoudelijk bij het nr. 15 aansluit, kan doorgaan voor een schets van een verslag van de inhaling van bisschop Wellens. Het is niet gedateerd, maar de auteur -de prior van het college?- verwijst naar het jaar 1775.
Naast het boek met twaalf emblemen van L. FruytiersGa naar voetnoot58 voor bisschop Wellens (nr. 15), bestaan de overige drukwerkjes in het convoluut uit toneelprogramma's (vóór 1778) en exercitationes literariae (na 1778). Op enkele nummers na die in octavo werden gezet (nr. 142, 146 en 147), zijn de periochen zoals dat elders ook gebruikelijk was, in quarto opgemaakt. Bijna geen van deze drukken, die telkens uit twee ongenummerde folia bestaan, dragen ka-
| |
| |
Afb. 4: Uit dit handschrift (nr. 81) blijkt dat het stuk voor een publiek van vrouwen werd uitgeprobeerd.
| |
| |
ternsignaturen. Uitzonderingen hierop zijn het uit 19 folia bestaande embleemboek en het nr. 157.
Slechts vier programma's waren mij reeds bekend. Van de nummers 22, 56, 102 en 160 in de onderstaande lijst zijn nog dubbels (zonder dedicatie) te vinden.Ga naar voetnoot59
| |
Verantwoording
Zoals boven aangegeven hebben alle nummers betrekking op het college van de Antwerpse augustijnen. De volgorde in deze lijst komt overeen met de volgorde in het convoluut. Drukken en handschriften staan door elkaar. Na het volgnummer vindt men de precieze datum van opvoering. De toevoegingen van de weekdagen zijn van mij en staan daarom tussen vierkante haken. Wanneer voor de precieze opvoeringsdag een spatie werd gelaten, geef ik dat eveneens aan met vierkante haken. Handgeschreven toevoegingen van data staan tussen die vierkante haken. De titel en het drukkersadres zijn diplomatisch weergegeven met behoud van de kapitalen, kleinkapitalen en cursief. De lange s is overal door een korte vervangen, de ß door ss. Het einde van de regel wordt met een rechte streep (|) aangegeven. Indien een titel tweemaal in verschillende talen op het titelblad voorkomt, dan geef ik beide in een afzonderlijke paragraaf.
Na de opgave van het formaat en het aantal folia vindt men wie op het titelblad als uitvoerder wordt aangekondigd, de gelegenheid van de opvoering, en aan wie het stuk werd opgedragen. Onder het kopje bezetting geef ik het aantal rollen en of de acteursnamen worden opgesomd. Onder de aanduiding stof citeer ik de bronnen waar het programma naar verwijst. Binnen het bestek van dit artikel kon ik die verwijzingen controleren noch becommentariëren. Het aantal bedrijven of delen, het voorkomen van prologen en epilogen leest men af onder de ingang opbouw.
De vermelding van voorkomende tussenspelen komt op een nieuwe, inspringende regel. Desgevallend vindt men er ook terug
| |
| |
of het was opgedeeld, en of er een argumentum (of korte inhoud) van is afgedrukt. Waar nodig herhaal ik de rubrieken die voor het ‘hoofdtoneel’ werden gebruikt. Naast de ingang titel gebruik ik soms ook het kopje motto wanneer dat toepasselijker lijkt.
In de commentaar, die minder systematisch is opgevat, wijs ik op duidelijk aparte koren (vaak met een eigen acteurslijst), vertogen, balletten en andere elementen.
Afgeleide gegevens staan tussen vierkante haken en zijn van commentaar voorzien.
| |
| |
| |
Lijst van de programma's
nr. 1 |
datum |
[zondag] 24 en [maandag] 25 augustus 1783 |
|
titel |
tentaMIna LYCaeI | aUgUstIno-antVerpIensIs | DeI aUspICIo |
|
drukker |
ANTVERPIAE, | Typis Joannis Godefridi Josephi de Roveroy. |
|
formaat |
4o, 4 ongen. ff. |
|
gelegenheid |
prijsuitreiking |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
bezetting |
(vermelding van acteurs) |
|
nr. 2 |
datum |
[woensdag] 25 augustus 1779 |
|
titel |
JaerIgen sChooL-kaMp | In seVen-VoUDIge WettensChappen | openbaer vertoont door de | leerzugtige jonkheyd | der eerste school van het collegie van den | grooten vader | augustinus | onder de bestiering van | F.J. Bapt. in't groenewout | van het zelven orden. |
|
drukker |
't Antwerpen, by Joannes Godefridus Josephus de Roveroy, Boek-drukker en Verkooper | op de Cathelyne-vest by de Meir in den H. Joseph. |
|
formaat |
4o, 3 ongen. ff. |
|
opgevoerd door |
de eerste school |
|
gelegenheid |
prijsuitreiking |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
bezetting |
(vermelding van acteurs) |
|
nr. 3 |
datum |
[woensdag] 25 augustus [[1779]] |
|
titel |
openbaere | school-oeffening | wegens de grondregels der | latynsche taele | volgens verepaeus: |
|
drukker |
't Antwerpen, by Joannes Godefridus Josephus de Roveroy, Boek-drukker en Verkooper | op de Cathelyne-vest by de Meir in den H. Joseph. |
|
formaat |
4o, 3 ongen. ff. |
|
gelegenheid |
prijsuitreiking |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
bezetting |
(vermelding van acteurs) |
|
commentaar |
het jaartal is af te leiden uit de plaats van het programma in het convoluut en de voorafgaande en volgende programma's |
|
nr. 4 |
datum |
[woensdag] 25 augustus 1779 |
|
titel |
exercitatio | grammaticalis |
|
drukker |
ANTVERPIAE TYPIS JOANNIS G.J. DE ROVEROY, |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgevoerd door |
de grammatica |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
bezetting |
(vermelding van acteurs) |
| |
| |
nr. 5 |
datum |
[woensdag] 25 augustus 1779 |
|
titel |
exercitatio | in syntaxim |
|
drukker |
antverpiae typis joannis g.j. de roveroy, |
|
formaat |
4o, 3 ongen. ff. |
|
opgevoerd door |
de syntaxis |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
bezetting |
(vermelding van acteurs) |
|
nr. 6 |
datum |
[donderdag] 26 augustus 1779 |
|
titel |
exercitatio | poetica |
|
drukker |
antverpiae typis joannis g.j. de roveroy, |
|
formaat |
4o, 3 ongen. ff. |
|
opgevoerd door |
de poesis |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
bezetting |
(vermelding van acteurs) |
|
nr. 7 |
datum |
[donderdag] 26 augustus 1779 |
|
titel |
ars | oratoria |
|
drukker |
antverpiae typis joannis g.j. de. roveroy, |
|
formaat |
4o, 4 ongen. ff. |
|
opgevoerd door |
de retorica |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
bezetting |
(vermelding van acteurs) |
|
nr. 8 |
datum |
[zaterdag] 29 augustus 1778 |
|
titel |
verhandeling | van den | vlaemschen figuer | volgens verepaeus: | De welke zal beginnen met eene Vlaemsche | redevoering | doór ludovicus d'or; |
|
drukker |
t' ANTWERPEN, by Hubertus Bincken, Boekdrukker en | Verkooper, op de Katte-vest, achter de Krygs-Schoól. |
|
formaat |
4o, 4 ongen. ff. |
|
opgevoerd door |
de eerste school |
|
gelegenheid |
prijsuitreiking |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
bezetting |
(vermelding van acteurs) |
|
nr. 9 |
datum |
[zaterdag] 29 augustus 1778 |
|
titel |
verhandeling | vande | grondregels der latynsche taele | volgens verepaeus: |
|
drukker |
t' ANTWERPEN, by Hubertus Bincken, Boekdrukker en | Verkooper, op de Katte-vest, achter de Krygs-Schoól. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
gelegenheid |
prijsuitreiking |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
bezetting |
(vermelding van acteurs) |
| |
| |
nr. 10 |
datum |
[zaterdag] 29 augustus 1778 |
|
titel |
exercitatio | grammaticalis |
|
drukker |
antverpiae typis joannis g.j. de roveroy. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgevoerd door |
de grammatica |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
bezetting |
(vermelding van acteurs) |
|
nr. 11 |
datum |
[maandag] 31 augustus 1778 |
|
titel |
exercitatio | in syntaxim |
|
drukker |
antverpiae typis joannis g.j. de roveroy. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgevoerd door |
de syntaxis |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
bezetting |
(vermelding van acteurs) |
|
nr. 12 |
datum |
[maandag] 31 augustus 1778 |
|
titel |
exercitatio | poëtica |
|
drukker |
antverpiae typis joannis g.j. de roveroy. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgevoerd door |
de poesis |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
bezetting |
(vermelding van acteurs) |
|
nr. 13 |
datum |
[maandag] 31 augustus 1778 |
|
titel |
exercitatio | rhetoricalis |
|
drukker |
antverpiae typis joannis g.j. de roveroy. |
|
formaat |
4o, 3 ongen. ff. |
|
opgevoerd door |
de retorica |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
bezetting |
(vermelding van acteurs) |
|
nr. 14 |
datum |
[dinsdag] 2 en [woensdag] 3 september 1777 |
|
titel |
esther |
|
esther |
|
drukker |
t'ANTWERPEN, | By Joannes Godefridus Josephus de Roveroy. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
gelegenheid |
ludis autumnalibus/prijsuitreiking |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Anrwerpen |
|
stof |
Esther cap. 1-8 |
|
opbouw |
3 bedrijven |
|
bezetting |
17 (met vermelding van acteurs) met een tussenspel |
|
titel |
Stultitia languido | Remedium optimum. / De Gekheyd verdryft het best | de Swaermoedigheyd. |
|
bezetting |
12 (met vermelding van acteurs) |
|
commentaar |
tweetalig programma: Latijn-Nederlands |
| |
| |
nr. 15 |
datum |
1776 |
|
titel |
illustrissimo | ac | reverendissimo | domino | d. jacobo thomae josepho | wellens, | quondam in alma univ. lov. artium votis omnium | primo, | postea in eadem univ. sac. theol. | doctori regenti, | nunc decimo septimo antverpiensium | episcopo, | cum primum in cathedram solemniter induceretur, | appLaUDebat MetriCe. paLaestra LIterarIa | aUgUstIno-antVerpIensIs. |
|
drukker |
antverpiae, | typis joannis godefridi josephi de roveroy. |
|
formaat |
4o, 19 ongen. ff. |
|
commentaar |
musica; ode musica (2); ‘arma gentilitia tripudio genii erigunt’ |
|
|
vanaf f. 12 r.: |
|
|
titel |
acclamatio | emblematica, | alludens | ad | arma | gentilitia | illustrissimi | ac | reverendissimi | domini | d. jacobi thomae josephi | wellens | decimi septimi antverpiensium | episcopi | sub hoc chronico: | aCCLaMatIo eX sIDerIs natUra | a genIIs anVersanIs. |
|
bezetting |
12 (met vermelding van acteurs) |
|
commentaar |
met 12 emblemen door L. Fruyders, zie afbeelding 5 |
|
nr. 16 |
datum |
1775 [?] |
|
titel |
Anno 1775 die [ ] gratam ad nos venit Nuntium | quod Jacobus Thomas Josephus Wellens Antverpiensis | Collegii nostri Alumnus et omnium votis in promotione | generali Lovaniensi Primus facultatis Artium | declaratus anno 1745; [...] handschrift, 253 × 178 mm, 1 ongen. ff. |
|
commentaar |
kladversie voor een verslag van de feestelijkheden t.g.v. de inhaling van bisschop J.T.J. Wellens; de datum roept echter vragen op: de nieuwe bisschop werd pas in september 1776 onthaald (cfr. supra) |
|
nr. 17 |
datum |
[vrijdag] 6 en [zaterdag] 7 september 1776 |
|
titel |
adolphus | teutonum comes |
|
adolphus | grave van duytsland |
|
drukker |
Antverpiae, | Typis Joannis Godefridi J. de Roveroy, viâ Coriariorum sub signo s. joseph. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
gelegenheid |
prijsuitreiking |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
stof |
Georg. Steng. de devino judicio tom: 3. Cap: 34. §. 2. &c. |
|
opbouw |
3 bedrijven |
| |
| |
Afb. 5: Een embleem uit het bisschopsboek van J.T.J. Wellens (nr. 15).
| |
| |
|
bezetting |
15 (met vermelding van acteurs) |
|
mee een tussenspel |
|
titel |
Comoedia. Avarus. / Den Gieregaerd. |
|
bezetting |
14 (met vermelding van acteurs) |
|
commentaar |
er spelen 7 ‘cantores’ mee |
|
nr. 18 |
datum |
[donderdag] 15 en [vrijdag] 16 februari 1776 |
|
titel |
de verduldige liefde | van | joseph | zegepraelende | over den broederlycken haet, |
|
drukker |
t'ANTWERPEN, | By Joannes G.J. de Roveroy, in de Huydevetter-straet. |
|
formaat |
4o, 4 ongen. ff. |
|
opgevoerd door |
de catechismus |
|
gelegenheid |
prijsuitreiking |
|
opgedragen aan |
Marcellus de Vos |
|
stof |
Lib. Gen. à Cap. 37. usque ad 45. |
|
opbouw |
5 bedrijven |
|
bezetting |
32 (met vermelding van acteurs) |
|
met een tussenspel |
|
titel |
Den overlast der rykdommen. |
|
bezetting |
15 (met vermelding van acteurs) |
|
commentaar |
er spelen 8 dansers mee |
|
nr. 19 |
datum |
[vrijdag] 1 en [zaterdag] 2 september 1775 |
|
titel |
richardae fidelitas | coronata ab | othone iii de waere getrouwigheyd van richarda | aen haeren man | robertus | gekroont van | otho iii | door de dood van maria zyne vrouwe |
|
drukker |
Antverpiae, Typis Joannis G.J. de Roveroy. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
gelegenheid |
ludis autumnalibus/prijsuitreiking |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
stof |
Baron. ad annum 998. num. 12 & Alii. |
|
opbouw |
5 bedrijven |
|
bezetting |
10 (met vermelding van acteurs) |
|
met een tussenspel |
|
titel |
Comoedia. Divitiarum onus. / Den last der Rykdommen. |
|
bezetting |
22 (met vermelding van acteurs) |
|
commentaar |
er spelen 12 ‘cantores’ mee |
|
nr. 20 |
datum |
[vrijdag] 2 en [zaterdag] 3 september 1774 |
|
titel |
sanctius | navarrae et castellae rex sanctius | koning van navarre en castillien |
|
drukker |
antverpiae, | Typis Joannis Godefridi J. de Roveroy, viâ Coriariorum sub signo s. joseph. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
| |
| |
|
gelegenheid |
ludis autumnalibus/prijsuitreiking |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
stof |
Roder. Tolet. de rebus Hisp. |
|
opbouw |
3 bedrijven |
|
bezetting |
12 (met vermelding van acteurs) |
|
met een tussenspel |
|
bezetting |
16 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 21 |
datum |
[maandag] 30 en [dinsdag] 31 augustus 1773 |
|
titel |
petrus i. | russiae monarcha |
|
petrus i. | monarch van rusland |
|
drukker |
antverpiae, | Typis Joannis Godefridi J. de Roveroy, viâ Coriariorum sub signo s. joseph. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
gelegenheid |
ludis autumnalibus/prijsuitreiking |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
opbouw |
5 bedrijven |
|
bezetting |
9 (met vermelding van acteurs) |
|
met een tussenspel |
|
titel |
Uxoria lis. / Het houwelyckx krakeel. |
|
bezetting |
12 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 22 |
datum |
[zaterdag] 29 en [maandag] 31 augustus 1772 |
|
titel |
theophane | tragoedia |
|
theophane | treur-spel |
|
drukker |
t'antwerpen, | By joannes godefridus josephus de roveroy, | in de Huydevetters-straet, op den Hoek van de Jode-straet. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
gelegenheid |
ludis autumnalibus/prijsuitreiking |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
stof |
Ita Varii |
|
opbouw |
5 bedrijven |
|
bezetting |
12 (met vermelding van acteurs) |
|
met een tussenspel |
|
titel |
Comoedia. Divortium. |
|
bezetting |
10 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 23 |
datum |
[donderdag] 29 en [vrijdag] 30 augustus 1771 |
|
titel |
themistocles | tragoedia |
|
themistocles | treur-spel |
|
drukker |
antverpiae, | Typis Joannis Godefride J. de Roveroy, in platea vulgo de Cathelyne-vest sub signo s. josephi. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
gelegenheid |
prijsuitreiking |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
stof |
Valer. Max. Lib. 5. Cap. 6 / Val. Max. 5 Boek 6. Cap. |
| |
| |
|
opbouw |
proloog, 3 bedrijven, epiloog |
|
bezetting |
20 (met vermelding van acteurs) |
|
met een tussenspel |
|
bezetting |
21 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 24 |
datum |
[woensdag] 29 en [donderdag] 30 augustus 1770 |
|
titel |
regnum unius diei, | sive | semiramis | tragoedia het ryk van eenen dag | ofte | semiramis | treur-spel |
|
drukker |
Antverpiae, Typis joannis godefridi josephi de roveroy. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
gelegenheid |
ludis autumnalibus/prijsuitreiking |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
stof |
Ex Diodoro Siculo Lib. 3. Cap. 2 & 3. Sabellico Enn. 1. Lib; 1. & aliis. / Diodorus Siculus 3. Boek 2. en 3. hooftst. Sabellicus 1. boek, en andere |
|
opbouw |
5 bedrijven |
|
bezetting |
10 (met vermelding van acteurs) |
|
met een tussenspel |
|
bezetting |
17 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 25 |
datum |
[vrijdag] 23 februari 1770 |
|
titel |
neanias | divina virtute | ad fidem conversus, | ac glorioso pro eadem martyrio | affectus, | (alias) | procopius | tragoedia |
|
drukker |
Antverpiae, Typis Joannis Godefridi Josephi de Roveroy, in platea | vulgo de Cathelyne-vest sub signo S. Josephi. |
|
formaat 4o, 2 ongen. ff. |
|
gelegenheid |
ludis bacchanalibus |
|
stof |
Ex Synodo Necaena II. Act. 4., Sim: Metaphraste, Baronio ad Annum: 308. Nic. Caussin La Cour Sainte Tom. 3; Lippeloo Vitae Sanctor. Tom. 3. 8. Julii. & Aliis. |
|
opbouw |
5 bedrijven |
|
bezetting |
11 (met vermelding van acteurs) |
|
met een tussenspel |
|
bezetting |
24 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 26 |
datum |
[woensdag] 11 en [donderdag] 12 oktober 1769 |
|
titel |
eleazar | en | salomona | met haer zeven zonen | de machabeën | kloekmoedige voorstaenders | der wet tegen den god- | deloosen koning | antiochus | treur-spel |
|
drukker |
t'ANTWERPEN, | By Joannes Godefridus J. de Roveroy, Boek-drukker ende Ver- | kooper op de Cathelyne-vest by de Meir in den H. Joseph. |
| |
| |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgevoerd door |
de catechismus |
|
stof |
Getrocken uyt het I. Boek der Machab. Cap. I. en het II. Boek der Machab. Cap. 6 en 7. &c. |
|
opbouw |
voorspel, 5 bedrijven |
|
bezetting |
25, kinders van Mathathias en van Judas Machabaeus, soldaten (met vermelding van acteurs) |
|
met een tussenspel |
|
bezetting |
14, twee knechten en een gevolg van Turken (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 27 |
datum |
[vrijdag] 1 en [zaterdag] 2 september 1769 |
|
titel |
romanus | diogenes |
|
den roomschen diogenes |
|
drukker |
Antverpiae, Typis joannis godefridi josephi de roveroy. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
gelegenheid |
ludis autumnalibus/prijsuitreiking |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
stof |
Baronius, Chesneux aliique circa annum Christi 1068. & seq. / Bar. Chesn. en andere op het Jaer Christi 1068. en de volgende. |
|
opbouw |
5 bedrijven |
|
bezetting |
22 (met vermelding van acteurs) |
|
met een tussenspel |
|
titel |
Paedagogus ludificatus / Den Bespotten paedagoge |
|
bezetting |
13 (met vermelding van acteurs) |
|
commentaar |
met zang bij elk bedrijf; koren (12 acteurs); vertoning van pantomime en dansen: ‘de aerde ende de logt’ worden verbeeld |
|
nr. 28 |
datum |
[vrijdag] 3 februari 1769 |
|
titel |
ulferus | merciae rex [dux] | a natorum caede ad veram | fidem conversus |
|
drukker |
Antverpiae, | Typis Joannis Godefridi Josephi De Roveroy, in platea | vulgo de Cathlyne-vesr sub signo S. Josephi. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
gelegenheid |
ludis bacchanalibus |
|
stof |
Ita Cambdenus in sua Britannia, & alii |
|
opbouw |
5 bedrijven |
|
bezetting |
12 (met vermelding van acteurs) |
|
met een tussenspel |
|
titel |
Defuncto ficto frustra medicina paratur: Ad mentem ut redeat, sufficit ipsa fames. |
|
bezetting |
19, ficti mortui (met vermelding van acteurs) |
| |
| |
nr. 29 |
datum |
[donderdag] | en [vrijdag] 2 september 1768 |
|
titel |
joseph | fratres agnoscens |
|
joseph | zyne broeders herkennende |
|
drukker |
antverpiae, Typis Joannis Godefridi J. de Roveroy, in | platea vulgò de Cathlyne-vest sub signo S. Josephi. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
gelegenheid |
ludis aucumnalibus/prijsuitreiking |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
stof |
Fen. 43. 44. 45. / Gen. 43. 44. 45. |
|
opbouw |
5 bedrijven |
|
bezetting |
16 (met vermelding van acteurs) |
|
met een tussenspel |
|
titel |
Subdolus ut vixit, sit quamvis glande peremptus, Sic post fata redit, decipit usque senem. / Zoo listig als hy heeft geleeft, | Of dat hy schoon syn Geestjen geeft; | Komt hy weer levend', Vry en los, | En wyst den ouden Man den vos. |
|
bezetting |
20 (met vermelding van acteurs) |
|
commentaar |
koor (14 acteurs); pantomime en dansen die ‘het water ende het vuer’ uitbeelden |
|
nr. 30 |
datum |
[vrijdag] 12 februari 1768 |
|
titel |
lucta amoris | patrem inter et filios, | sive | adiatorix | tragoedia |
|
drukker |
antverpiae, | Typis Joannis Godefridi J. de Roveroy, in platea | vulgo de Cathelyne-vest sub signo S. Josephi. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
stof |
Vide L. Beyerlinck Tom 1. A. & alios. |
|
opbouw |
5 bedrijven |
|
bezetting |
6, turba militum (met vermelding van acteurs) |
|
met een tussenspel (met argumentum) |
|
bezetting |
19 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 31 |
datum |
[zaterdag] 29 en [maandag] 31 augustus 1767 |
|
titel |
wambanus | hispanorum rex |
|
wambanus | koning van spagnien, |
|
drukker |
Antverpiae, Typis joannis francisci de roveroy. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
gelegenheid |
ludis autumnalibus/prijsuitreiking |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
stof |
Ita Baronius ad annum 680. / Baronius op't Jaer 680. |
|
opbouw |
5 bedrijven |
|
bezetting |
12 (met vermelding van acteurs) |
|
met een tussenspel |
| |
| |
|
titel |
Quod dolus evincit, | juvenis dementia tollit. / 't Geen loosheyd listig had gestigt, | Maekt jonkheyds dwaesheyd onverrigt. |
|
bezetting |
12 (met vermelding van acteurs) |
|
commentaar |
‘De pantomime ende danssen zullen verbeelden den winter ende de lente.’ |
|
nr. 32 |
datum |
[dinsdag] 4 en [woensdag] 5 augustus 1767 |
|
titel |
constantinus | den grooten | eersten christenen keyzer | over | den goddeloosen | maximianus | zegen-praelende |
|
drukker |
t'ANTWERPEN, | By Joannes Franciscus de Roveroy, Boek-drukker ende Verkooper | op de Cathelyne-vest by de Meir in den H. Joseph. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgevoerd door |
de catechismus |
|
stof |
Baronius tom. 3. Op het Jaer. 307. |
|
opbouw |
5 bedrijven |
|
bezetting |
16 (met vermelding van acteurs) |
|
met een tussenspel (met argumentum) |
|
titel |
Niet is'er dat dan Mensch meer smert, | Als dobbel loosheyt van het hert. |
|
bezetting |
12 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 33 |
datum |
[vrijdag] 27 februari 1767 |
|
titel |
justinianus | imperator | de | gilimere | |
|
wandalorum rege | per | belizarium | triumphans |
|
drukker |
Antverpiae, Typis Joannis Francisci de Roveroy, in platea vulgò de Cathelyne-vest sub signo S. Josephi. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
gelegenheid |
ludis bacchanalibus |
|
stof |
Ita Baronius Tom. 7. ad Ann. 527. & seq. |
|
opbouw |
5 bedrijven |
|
bezetting |
12, turba militum (met vermelding van acteurs) |
|
met een tussenspel (met argumentum) |
|
bezetting |
24 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 34 |
datum |
[dinsdag] 2 en [woensdag] 3 september 1766 |
|
titel |
saül | rex israël | tragoedia |
|
saül | koning van israël | treur-spel |
|
drukker |
Antverpiae, Typis joannis francisci de roveroy. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
gelegenheid |
ludis autumnalibus/prijsuitreiking |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
stof |
Lib. 1. Reg. Cap. 28. & 31. |
|
opbouw |
5 bedrijven |
|
bezetting |
19 (met vermelding van acteurs) |
|
met een tussenspel (met argumentum) |
| |
| |
|
titel |
Octo similes. / De acht gelycke. |
|
bezetting |
17 (met vermelding van acteurs) |
|
commentaar |
koor (11 acteurs); ‘de dansen zullen verbeelden den somer ende den herft.’ |
|
nr. 35 |
datum |
[dinsdag] 3 en [woensdag] 4 september 1765 |
|
titel |
superbia | sennacherib | regis assyriorum | á deo punita |
|
de hooveerdigheyd | van | sennacherib | koning van assyriën | van god gestraft |
|
drukker |
Antverpiae, Typis joannis francisci de roveroy. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
gelegenheid |
ludis autumnalibus/prijsuitreiking |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
stof |
Lib. 4. Reg. Cap. 18. & 19. / Het 4. Boek der Koningen Cap. 18. en 19. |
|
opbouw |
5 bedrijven |
|
bezetting |
15 (met vermelding van acteurs) |
|
met een tussenspel (met argumentum) |
|
bezetting |
14 (met vermelding van acteurs) |
|
commentaar |
koor ( 13 acteurs) |
|
nr. 36 |
datum |
[woensdag] 17 en [vrijdag] 19 juli 1765 |
|
titel |
de wulpsche jonkheyd | gestraft ende verbetert | in | manasses | koning van juda |
|
drukker |
't ANTWERPEN, | By Joannes Franciscus de Roveroy, Boek-drukker en Verkooper | op de Cathelyne-vest by de Meir in den H. Joseph. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgevoerd door |
de catechismus |
|
stof |
Lib. 2. Paralip. Cap. 23. |
|
opbouw |
proloog, 3 bedrijven, epiloog |
|
bezetting |
20 (met vermelding van acteurs) |
|
met een tussenspel in drie delen |
|
bezetting |
13 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 37 |
datum |
[vrijdag] 15 februari 1765 |
|
titel |
alphonsus | vincens | in | bono malum |
|
drukker |
Antverpiae, Typis Joannis Francisci de Roveroy, in platea | vulgo de Cathelyne-vest sub signo S. Josephi. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
gelegenheid |
ludis bacchanalibus |
|
stof |
Maffeius Hist. ind. Lib. 1. |
|
opbouw |
5 bedrijven |
|
bezetting |
9 (met vermelding van acteurs) |
|
met een tussenspel in vier delen |
|
bezetting |
15 (met vermelding van acteurs) |
| |
| |
nr. 38 |
datum |
[dinsdag] 4 en [woensdag] 5 september 1764 |
|
titel |
achab | rex israël | humiliatus |
|
achab | koning van israël | verootmoedigt |
|
drukker |
Antverpiae, Typis joannis francisci de roveroy. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
gelegenheid |
ludis autumnalibus/prijsuitreiking |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
stof |
Lib. 3. Reg. Cap. 21. / 3. Boek der Kon. 21. cap. |
|
opbouw |
proloog, 5 bedrijven, epiloog |
|
bezetting |
13 (met vermelding van acteurs) |
|
met een tussenspel (met argumentum) |
|
bezetting |
13 (met vermelding van acteurs) |
|
commentaar |
koor (12 acteurs) |
|
nr. 39 |
datum |
[vrijdag] 2 maart 1764 |
|
titel |
leonis | armeni | graecorum imperatoris | per | michaëlem balbum | interitus |
|
drukker |
Antverpiae, Typis Joannis Francisci de Roveroy, in platea | vulgò de Cathelyne-vest sub signo S. Josephi. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
gelegenheid |
ludis bacchanalibus |
|
stof |
Baronius ad ann. 820. Horat. Turs. &c. |
|
opbouw |
5 bedrijven |
|
bezetting |
12, turba militum (met vermelding van acteurs) |
|
met een tussenspel in vier delen |
|
titel |
Medicus invitus. |
|
bezetting |
11 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 40 |
datum |
[zaterdag] 3 en [maandag] 5 september 1763 |
|
titel |
cosrhoës | persiae rex | tragoedia |
|
cosrhoës | koning van persien | treur-spel |
|
drukker |
Antverpiae, Typis joannis francisci de roveroy. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
gelegenheid |
ludis autumnalibus/prijsuitreiking |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
stof |
Baronius ad Annum 627. Beyerlinck & c. / Baronius op het jaer 627. Beyerlinck &c. |
|
opbouw |
5 bedrijven |
|
bezetting |
12 (met vermelding van acteurs) |
|
met een tussenspel |
|
bezetting |
13 (met vermelding van acteurs) |
|
commentaar |
koor (16 acteurs); ‘de dansen zullen verbeelden den avond ende den morgend.’ |
| |
| |
nr. 41 |
datum |
[woensdag] 25 en [vrijdag] 27 mei 1763 |
|
titel |
de verduldige liefde | van | joseph | zegenpraelende | Over den Broederlyken Haet, |
|
drukker |
't ANTWERPEN, | By Joannes Franciscus de Roveroy Boek-drukker en Verkooper | op de Cathelyne-vest by de Meir in den H. Joseph. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgevoerd door |
de catechismus |
|
opgedragen aan |
Dominicus Laurys, prior van de Nederlandse provincie van de augustijner orde |
|
stof |
Lib. Gen. à Cap. 37. usque ad 45. |
|
opbouw |
5 bedrijven |
|
bezetting |
29 (met vermelding van acteurs) |
|
met een tussenspel in vier delen (met argumentum) |
|
bezetting |
11 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 42 |
datum |
[maandag] 30 en [dinsdag] 31 augustus 1762 |
|
titel |
esther |
|
esther |
|
drukker |
Antverpiae, Typis joannis francisci de roveroy, in | platea vulgò de Cathelyne-vest sub signo S. Josephi. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
gelegenheid |
ludis autumnalibus/prijsuitreiking |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
stof |
Esther Cap. 1-8 |
|
opbouw |
5 bedrijven |
|
bezetting |
24 (met vermelding van acteurs) |
|
met een tussenspel |
|
titel |
Praecautio inutilis. / Onprofytige voorsorge. |
|
bezetting |
9 (met vermelding van acteurs) |
|
commentaar |
koor (15 acteurs); twee dansen: ‘Het Theater Verbeeld een Dorp’ en ‘Het Theater Verbeeld een Rotse’ |
|
tweetalig programma: Latijn en Nederlands |
|
nr. 43 |
datum |
[vrijdag] 19 februari 1762 |
|
titel |
triumphus | christianae fidei | per | audam episcopum | in | suene et hormisda | persiae primatibus | tragoedia |
|
drukker |
Antverpiae, Typis Joannis Francisci de Roveroy, in platea | vulgò de Cathelyne-vest sub signo S. Josephi. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
gelegenheid |
ludis bacchanalibus |
|
stof |
Vide Baron. Niceph. in Eccl. Hist. Theodor. & alios. |
|
opbouw |
proloog, 4 bedrijven, epiloog |
|
bezetting |
14 (met vermelding van acteurs) |
|
met een tussenspel (met argumentum) |
|
bezetting |
15 (met vermelding van acteurs) |
| |
| |
nr. 44 |
datum |
[zaterdag] 29 en [maandag] 31 augustus 1761 |
|
titel |
cha-abas | persiae rex | tragoedia |
|
cha-abas | koning van persien | treur-spel |
|
drukker |
Antverpiae, Typis joannis francisci de roveroy in platea | vulgò de Cathelyne-vest sub signo S. Josephi. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
gelegenheid |
ludis autumnalibus/prijsuitreiking |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
stof |
L. Van den Bosch tom. 4. hist. 14., Tavernier & alii. / L. Van den Bosch 4. afdeel. 14. hist., Tavernier en andere. |
|
opbouw |
5 bedrijven |
|
bezetting |
17 (met vermelding van acteurs) |
|
met een tussenspel |
|
titel |
Avarus / Den gierigaert. |
|
bezetting |
15 (met vermelding van acteurs) |
|
commentaar |
koor ( 15 acteurs) |
|
nr. 45 |
datum |
[vrijdag] 30 januari 1761 |
|
titel |
phricodemi | tyrannidem in philone | vindicans | themisto |
|
drukker |
antverpiae, | Typis Joannis Francisci de Roveroy, in platea vulgò de | Cathelyne-vest sub signo S. Josephi. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
gelegenheid |
ludis bacchanalibus |
|
opbouw |
5 bedrijven |
|
bezetting |
18 (met vermelding van acteurs) |
|
met een tussenspel in vier delen |
|
titel |
Drolio Sylvester |
|
bezetting |
13 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 46 |
datum |
[maandag] 1 en [dinsdag] 2 september 1760 |
|
titel |
jephte | tragoedia |
|
jephte | treur-spel |
|
drukker |
Antverpiae, Typis joannis francisci de roveroy, in | platea vulgò de Cathelyne-vest sub signo S. Josephi. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
gelegenheid |
ludis autumnalibus/prijsuitreiking |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
stof |
Lib. Judicum Cap. 11 / t'Boek der Recht. 11. Cap. |
|
opbouw |
5 bedrijven |
|
bezetting |
19 (met vermelding van acteurs) |
|
met een tussenspel |
|
titel |
Podagricus. / Den flerecynist. |
|
bezetting |
12 (met vermelding van acteurs) |
|
commentaar |
koor (15 acteurs) |
| |
| |
nr. 47 |
datum |
[dinsdag] 4 september 1759 |
|
titel |
baltassaris | per cyrum et darium | occasus | à | daniële | praedictus |
|
drukker |
Antverpiae, Typis joannis francisci de roveroy in | platea vulgò de Cathelyne-vest sub signo S. Josephi. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
stof |
Dan. 5 |
|
opbouw |
5 bedrijven |
|
bezetting |
13 (met vermelding van acteurs) |
|
met een tussenspel in vier delen (met argumentum) |
|
bezetting |
17 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 48 |
datum |
[vrijdag] 23 februari 1759 |
|
titel |
duringus | punitus | á | grezomislao |
|
drukker |
antverpiae, | Typis Joannis Francisci de Roveroy, in platea vulgò de | Cathelyne-vest sub signo S. Josephi. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
gelegenheid |
ludis bacchanalibus |
|
stof |
Vide Beyerlinck Tom. 6. Fol. 408. |
|
opbouw |
3 bedrijven, epiloog |
|
bezetting |
17 (met vermelding van acteurs) |
|
met een tussenspel in drie delen |
|
motto |
Vin vivas felix? Thesaurum quaerere noli. |
|
bezetting |
15 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 49 |
datum |
[dinsdag] 5 september 1758 |
|
titel |
stratagema amoris, | sive | timocrates | rex cretae, | in aula | basilii | graecorum imperatoris | |
|
cleomenes |
|
drukker |
Antverpiae, Typis joannis francisci de roveroy, in | platea vulgò de Cathelyne-vest sub signo S. Josephi. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
opbouw |
4 bedrijven |
|
bezetting |
10 (met vermelding van acteurs) |
|
met een tussenspel in drie delen (met argumentum) |
|
bezetting |
14 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 50 |
datum |
[vrijdag] 3 februari 1758 |
|
titel |
daniël | in | lacu leonum |
|
drukker |
antverpiae, | Typis joannis francisci de roveroy, in platea vulgò | de Cathelyne-vest sub signo S. Josephi. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
gelegenheid |
ludis bacchanalibus |
| |
| |
|
stof |
Dan. 6. v. 1. & seqq. |
|
opbouw |
4 bedrijven |
|
bezetting |
10 (met vermelding van acteurs)
met een tussenspel in drie delen (met argumentum) |
|
bezetting |
25 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 51 |
datum |
[dinsdag] 6 september 1757 |
|
titel |
sedecias | tragoedia |
|
drukker |
Antverpiae, Typis joannis francisci de roveroy, in | platea vulgò de Cathelyne-vest sub signo S. Josephi. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
stof |
4. Reg. Cap. 25. v. 1. & seqq. |
|
opbouw |
5 bedrijven |
|
bezetting |
17 (met vermelding van acteurs)
met een tussenspel |
|
titel |
Fit comes ex Mopso; posthac fit ut ante colonus: | tunc ea, quae fecit, somnia Mopsus habet. |
|
bezetting |
16 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 52 |
datum |
[vrijdag] 18 februari 1757 |
|
titel |
irene | imperatrix | tragoedia |
|
drukker |
antverpiae, | Typis Joannis Francisci De Roveroy, in platea vulgò de | Cathelyne-vest, sub signo S. Josephi. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
gelegenheid |
ludis bacchanalibus |
|
stof |
Ita Cuspinianus, Theophanes, Cedrenus & alii |
|
opbouw |
5 bedrijven |
|
bezetting |
18 (met vermelding van acteurs)
met een tussenspel |
|
titel |
Dum fueris felix, multos numerabis amicos; | tempora si fuerint nubila, solus eris. [Ovid., Trist. lib. 1. eleg.] |
|
bezetting |
23 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 53 |
datum |
[dinsdag] 31 augustus 1756 |
|
titel |
sennacherib | assyriorum rex | á deo punitus | tragoedia |
|
drukker |
Antverpiae, Typis joannis francisci de roveroy, in | platea vulgò de Wolstraet sub signo S. Josephi. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
stof |
Reg. 4. Cap. 19. v. 36. & 37. |
|
opbouw |
5 bedrijven |
|
bezetting |
16 (met vermelding van acteurs)
met een tussenspel in vier delen |
|
titel |
Modernus impostor comoediam dabit. |
|
bezetting |
18 (met vermelding van acteurs) |
| |
| |
nr. 54 |
datum |
[woensdag] 25 februari 1756 |
|
titel |
daniël | somnii interpres | à | nabuchodonosore | sublimatus |
|
drukker |
Antverpiae, Typis Joannis Francisci de Roveroy, in platea ( vulgò de Wolstraet sub signo S. Josephi. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
gelegenheid |
ludis bacchanalibus |
|
stof |
Dan. 2. v. 1 & seqq. |
|
opbouw |
3 bedrijven |
|
bezetting |
15, turba militum (met vermelding van acteurs)
met een gelieerd tussenspel |
|
titel |
Quos dedit in Tragicis Daniël per somnia Ludos; Comicos hos ponet Rusticus Astrologus. |
|
bezetting |
19 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 55 |
datum |
[woensdag] 3 september 1755 |
|
titel |
impietas | pyrenei | tyranni | punita. | tragoedia |
|
drukker |
Antverpiae, Typis joannis francisci de roveroy, in | platea vulgò de Wolstraet sub signo S. Josephi. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
stof |
Ovid, libri 5ti Metam. Fabulae quarta & quinta. |
|
opbouw |
proloog, repraesentatio, 3 bedrijven, epiloog |
|
bezetting |
13 (met vermelding van acteurs)
met een tussenspel |
|
titel |
Delusus Gorgonius comoediam dabit. |
|
bezetting |
16 (met vermelding van acteurs) |
|
commentaar |
‘Repraesentatio: Pegasus ungula Helicontem Beotiae montem percutit, inde fons emanat.’ |
|
nr. 56 |
datum |
[woensdag] 5 februari 1755 |
|
titel |
rodericus | rex | et | julianus | comes | tragoedia |
|
drukker |
Antverpiae, Typis joannes francisci de roveroy, in | platea vulgò de Wolstraet sub signo S. Josephi. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
gelegenheid |
ludis bacchanalibus |
|
stof |
Beyerlinck tom. 2 c. fol. 575 Rodericus Archiep. Tol. 1. 4. c. 4. |
|
opbouw |
4 bedrijven |
|
bezetting |
12 (met vermelding van acteurs)
met een tussenspel in drie delen (met argumentum) |
|
bezetting |
13 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 57 |
datum |
[maandag] 2 september 1754 |
|
titel |
phaëton. | tragoedia |
|
drukker |
Antverpiae, Typis joannis francisci de roveroy, in | platea vulgò de Wolstraet sub signo S. Josephi. |
| |
| |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
stof |
Ovid, in fine lib. 1. & initio lib. 2. Metamorp. |
|
opbouw |
proloog, 5 bedrijven, epiloog |
|
bezetting |
18 (met vermelding van acteurs)
met een tussenspel |
|
titel |
Turpe senex miles: turpe senilis amor. |
|
bezetting |
10 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 58 |
datum |
[woensdag] 20 februari 1754 |
|
titel |
divinae justitiae tuba, | sive | justum dei judicium | in | mauritio | romano-graecorum | imperatore | tragoedia, |
|
drukker |
Antverpiae, Typis joannis francisci de roveroy, in platea | vulgò de Wolstraet sub signo S. Josephi. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
gelegenheid |
ludis bacchanalibus |
|
stof |
C. Baronius ad A. 602. M. Chesneux Augus. in Speculo Chron. &c. |
|
opbouw |
proloog, 5 bedrijven, epiloog |
|
bezetting |
19 (met vermelding van acteurs)
met een tussenspel |
|
titel |
Vincitur in pugnis Hispanus ab Horspide Maphon: | Victor in infernas fugit hinc inglorius umbras. |
|
bezetting |
10, turba daemonum (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 59 |
datum |
[woensdag] 5 september 1753 |
|
titel |
samson |
|
drukker |
antverpiae, | Typis joannis francisci de roveroy, in platea vulgò | de Wolstraet sub signo S. Josephi. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
stof |
Jud. [passim] |
|
opbouw |
proloog, 5 bedrijven, 5 repraesentationes, epiloog |
|
bezetting |
17, turba militum (met vermelding van acteurs)
met een tussenspel in vier delen |
|
titel |
Sosia languebat, melior tunc esse volebat: | Ast ubi convaluit, mansit ut ante fuit. |
|
bezetting |
18 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 60 |
datum |
[woensdag] 28 februari 1753 |
|
titel |
dolus | a | phenenna | conceptus, | ab | almigerino | punitus | tragoedia, |
|
drukker |
Antverpiae, Typis Joannis Francisci de Roveroy, in platea | vulgò de Wolstraet sub signo S. Josephi. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
gelegenheid |
ludis bacchanalibus |
|
opbouw |
3 bedrijven |
| |
| |
|
bezetting |
10 (met vermelding van acteurs)
met een tussenspel (met argumentum) |
|
bezetting |
19 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 61 |
datum |
[maandag] 4 september 1752 |
|
titel |
mors darii | in | besso | per alexandrum | vindicata |
|
drukker |
Antverpiae, Typis joannis francisci de roveroy, | in platea vulgò de Wolstraet sub signo S. Josephi. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
opbouw |
5 bedrijven |
|
bezetting |
14, turba Persarum en turba Macedonum (met vermelding van acteurs)
met een tussenspel |
|
titel |
Prima dabit Tactum, Visumque: secunda docebit | Olfactum: Auditum pars tertia: quartaque Gustum. |
|
bezetting |
15 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 62 |
datum |
[donderdag] 17 februari 1752 |
|
titel |
varia sortis alea | sive | severinus boetius | à | theodorico | gothorum rege | exaltatus et trucidatus | tragoedia |
|
drukker |
Antverpiae, Typis joannis francisci de roveroy, in plateo | vulgò de Wolstraet sub signo S. Josephi. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
gelegenheid |
ludis bacchanalibus |
|
stof |
S. Gregorius Dialog, lib. 4. cap. 30 |
|
opbouw |
5 bedrijven |
|
bezetting |
12 (met vermelding van acteurs)
met een tussenspel in vier delen |
|
titel |
Fallitur is, faciles cunctis qui commodat aures. |
|
bezetting |
12 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 63 |
datum |
[donderdag] 2 september 1751 |
|
titel |
tragica | belli mithridatici | coronis. |
|
drukker |
Antverpiae, Typis joannis francisci de roveroy, | in platea vulgò de Wolstraet sub signo S. Josephi. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
stof |
Sex. Ruf. in Brev. Hist. Florus. L. III. cap. V. & L. IV. cap. II. & alii |
|
opbouw |
5 bedrijven |
|
bezetting |
16, turba militum (met vermelding van acteurs) met een tussenspel in vier delen |
|
titel |
Subdolus ut vixit, quamvis mergatur in undis, sic post fata redit, decipit usque senem. |
|
bezetting |
19 (met vermelding van acteurs) |
| |
| |
nr. 64 |
datum |
[vrijdag] 19 februari 1751 |
|
titel |
augustinus | ecclesiae | propugnator acerrimus. | tragoedia |
|
drukker |
antverpiae, | Typis Joannis Francisci de Roveroy, in platea vulgò de Wolstraet | sub signo S. Josephi. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
gelegenheid |
ludis bacchanalibus |
|
stof |
Baron., ad an. 398. & 410 |
|
opbouw |
proloog, 5 bedrijven, epiloog |
|
bezetting |
17, Mascezilis comites en Gildonis principes (met vermelding van acteurs)
met een tussenspel in vier delen |
|
titel |
Pessimus est aeger, qui fertur imagine morbi. |
|
bezetting |
14 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 65 |
datum |
[dinsdag] | september 1750 |
|
titel |
felicitas. | tragoedia |
|
drukker |
antverpiae, | Typis joannis francisci de roveroy, in platea | vulgò de Wolstraet sub signo S. Josephi. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
stof |
S. Greg, Mag. Hom. 3. in Evang. Baronius ad annum Christi 175. & alii |
|
opbouw |
proloog, 5 bedrijven, epiloog |
|
bezetting |
16 (met vermelding van acteurs)
met een tussenspel in vier delen |
|
titel |
Castigat mores MOPSUS ridendo modernos. |
|
bezetting |
22 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 66 |
datum |
[vrijdag] 6 februari 1750 |
|
titel |
mirabilis | cyri et ariennae | fortuna | per | astyagem medorum | et | cyaxarem persarum | reges | ad optatum finem perducta |
|
drukker |
Antverpae, Typis. joannis francisci de roveroy, in | platea vulgò de Wolstraet sub signo S. Josephi. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
gelegenheid |
ludis bacchanalibus |
|
stof |
Justus Salin. |
|
opbouw |
5 bedrijven |
|
bezetting |
15, turba militum, turba pastores (met vermelding van acteurs)
met een tussenspel in vier delen |
|
titel |
Inteliigentem non posse phantasimata Speculari, Docet Mopsus. |
|
bezetting |
17 (met vermelding van acteurs) |
| |
| |
nr. 67 |
datum |
[vrijdag] 5 september 1749 |
|
titel |
novus saeculi aristides | seu | carolus | cognomento | audax | Burgundiae, Brabantiae, &c. Dux, Hollandiae, | Zelandiae, & Flandriae Comes |
|
drukker |
Antverpiae, Typis joannis francisci de roveroy, | in platea vulgò de Wolstraet sub signo S. Josephi. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
stof |
Franc. Haraeus in Annat. Ducum Braban. tom. 2 |
|
opbouw |
proloog, 3 bedrijven, epiloog |
|
bezetting |
13 (met vermelding van acteurs)
met een tussenspel |
|
bezetting |
11 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 68 |
datum |
[vrijdag] 14 februari 1749 |
|
titel |
alexii angeli | in | fratrem isaacium | graeciae imperatorem | ingratitudo punita | tragoedia |
|
drukker |
Antverpiae, Typis Joannis Francisci de Roveroy, in platea | vulgò de Wolstraet sub signo S. Josephi. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
gelegenheid |
ludis bacchanalibus |
|
stof |
Baron, tom. 12. Chesneux in Spec. Chronog. Saec. 12. & alii. |
|
opbouw |
5 bedrijven |
|
bezetting |
22, milites (met vermelding van acteurs)
met een tussenspel in vier delen |
|
titel |
Discordia conjugum. |
|
bezetting |
12 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 69 |
datum |
[donderdag] 5 september 1748 |
|
titel |
curae caesarum | pro deo, et populo, | sive | theodosius | magnus, justus, et pius | imperator | de | eugenio | tyranno triumphans |
|
drukker |
Antverpiae, Typis joannis francisci de roveroy, | in platea vulgò de Wolstraet sub signo S. Josephi. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
stof |
Ita Niceph. & alii. |
|
opbouw |
4 bedrijven |
|
bezetting |
25 (met vermelding van acteurs)
met een tussenspel in drie delen |
|
titel |
Drolio Sylvester |
|
bezetting |
10 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 70 |
datum |
[vrijdag] 23 februari 1748 |
|
titel |
jonathas machabaeus | ambitu | tryphonis | captus, necatus, a fratre suo | simone | honorificè | sepultus |
| |
| |
|
drukker |
antverpiae, | Apud alexandrum everaerts, sub signo S. Ignatii. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
gelegenheid |
ludis bacchanalibus |
|
stof |
Lib. I. Math. C. 9. 10. 11. 12. & 13. |
|
opbouw |
4 bedrijven |
|
bezetting |
14 (met vermelding van acteurs)
met een tussenspel in drie delen |
|
titel |
Civis Nobilitatem affectans. |
|
bezetting |
16 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 71 |
datum |
[dinsdag] 5 september 1747 |
|
titel |
plautianus | intimus | severo | romanorum caesari xxi. | tragoedia |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
stof |
Ita Dio testis oculatus in Severo, & Herodianus lib. 3, teste Baronio ad annum 206. num. 1. |
|
opbouw |
3 bedrijven |
|
bezetting |
17 (met vermelding van acteurs)
met een tussenspel in vijf delen |
|
titel |
Subdola centoculos juvenum fraus decipit Argos. |
|
bezetting |
18 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 72 |
datum |
[dinsdag] 7 februari 1747 |
|
titel |
sennacherib | rex assyriorum | a deo punitus | tragoedia |
|
drukker |
antverpiae, | Typis alexandri everaerts, sub signo S. Ignatii. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
gelegenheid |
ludis bacchanalibus |
|
stof |
4. Reg. cap. 19 v. 36. 37. |
|
opbouw |
proloog, 4 bedrijven, epiloog |
|
bezetting |
19 (met vermelding van acteurs)
met een tussenspel in drie delen |
|
titel |
Res, de quâ dua laborant, saepe tertio cedir. |
|
bezetting |
9 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 73 |
datum |
[vrijdag] 9 september 1746 |
|
titel |
fides | getae, | et | perfidia | antonini | fratrum | in | severum | pium patrem | romanorum imperatorem | tragi-comoedia |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
stof |
Ita Baronius Saeculo tertio, & alii. |
|
opbouw |
3 bedrijven |
|
bezetting |
10 (met vermelding van acteurs)
met een tussenspel in vijf delen |
| |
| |
|
titel |
... Quod displicet ausu, | Perplacet eventu... |
|
bezetting |
14 (met vermelding van acteurs) |
|
commentaar |
‘Pultiphagi quatuor saltatores’ |
|
nr. 74 |
datum |
[vrijdag] 18 februari 1746 |
|
titel |
romanus | diogenes | utriusque fortunae | synopsis |
|
drukker |
antverpiae, | Apud Alexandrum Everaerts, sub signo S. Ignatii. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
gelegenheid |
ludis bacchanalibus |
|
stof |
baronius, mathias, chefneux aliique circa annum Christi 1068, & seq. |
|
opbouw |
3 bedrijven, epiloog |
|
bezetting |
23, legati (met vermelding van acteurs)
met een tussenspel in drie delen |
|
titel |
Fortunatus Sosia. |
|
bezetting |
13 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 75 |
datum |
[maandag] 6 september 1745 |
|
titel |
richardae | in | conjugem suum | robertum | pia fidelitas, | ab | othone iii. | per necem imperatricis | mariae | coronata, |
|
drukker |
antverpiae, Apud alexandrum everaerts. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
stof |
Baron. ad ann. 998. num. 12., & Alii. |
|
opbouw |
3 bedrijven |
|
bezetting |
15 (met vermelding van acteurs)
met een tussenspel in vijf delen |
|
titel |
Quod dolus evincit, juvenis dementia tollit. |
|
bezetting |
11 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 76 |
datum |
[dinsdag] 23 februari 1745 |
|
titel |
parricidium | fato punitum | in m. bruto et c. cassio | julii caesaris | patrae patris interfectoribus |
|
drukker |
antverpiae, | Apud alexandrum everaerts, sub signo S. Ignatii. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
stof |
Diod. Cass. in Hist. rom. plutar. in. vit. |
|
opbouw |
4 bedrijven |
|
bezetting |
23 (met vermelding van acteurs)
met een tussenspel in drie delen |
|
titel |
Fide inexpertâ hominibus credere, semper temerarium est. |
|
bezetting |
18 (met vermelding van acteurs) |
| |
| |
nr. 77 |
datum |
[woensdag] [2] [september] 1744 |
|
titel |
't lichtveerdig oordeel | door | adolphus | Duytschen Graeve onrechtveerdigh uyt- | gevoert tegen sijne Gemaelinne | rosimunda, | ende vrindt | placidus, | rechtveerdigh herstelt door den | h. udalricus | bisschop van augspurgh | bly-eyndigh treur-spel, | als oock het bly-spel op desen sin: | Eydel is het waght te stellen,, En te breken liefdens handt: | Hoe meer kraght, hoe meerder quellen,, Want den list heeft d'overhandt. |
|
drukker |
t' ANTWERPEN, | By Alexander Everaerts, op de Minderbroeders ruy in S. Ignatius. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opbouw |
3 bedrijven en 2 vertogen
met een tussenspel in vijf delen |
|
motto |
Eydel is het waght te stellen,, En te breken liefdens bandt: | Hoe meer kraght, hoe meerder quellen,, Want den list heeft d'overhandt. |
|
commentaar |
met twee ‘Vertogen’, waarschijnlijk tableaux vivants |
|
nr. 78 |
datum |
[donderdag] 3 september 1744 |
|
titel |
judicium temerarium | sive | adolphus | teutonum comes | tragi-comoedia |
|
drukker |
antverpiae apud Alexandrum Everaerts sub signo S. Ignatii. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
stof |
Georg. Steng. de divino judicio tom. 3. Cap. 34. §. 2. &c |
|
opbouw |
3 bedrijven |
|
bezetting |
17 (met vermelding van acteurs)
met een tussenspel in vijf delen |
|
titel |
In amore stabili vana sit Custodia: | Obesse quo vult gravius, hoc prodest magis. |
|
bezetting |
9 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 79 |
datum |
[zaterdag] [15] februari 1744 |
|
titel |
individuus amor | ansbertae | liberantis maritum suum | é | dirâ saracenorum captivitate |
|
drukker |
antverpiae, | Apud alexandrum everaerts, sub signo S. Ignatii. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
stof |
Biderm. 1. 2. acroa. 2 |
|
opbouw |
proloog, 3 bedrijven |
|
bezetting |
17 (met vermelding van acteurs)
met een tussenspel in drie delen |
|
bezetting |
21 (met vermelding van acteurs) |
| |
| |
nr. 80 |
datum |
[vrijdag] 6 september 1743 |
|
titel |
gratia triumphans | in | eugenia | philippum & claudiam | parentes suos, | totamque familiam | ad fidem orthodoxam mirabiliter | convertente, |
|
drukker |
antverpiae, | Apud alexandrum everaerts, sub signo S. Ignatii. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
stof |
Baron. A. 188. Sur. Tom. 6. Lippeloo Tom. 4. Mor. Dict. Hist. &c. |
|
opbouw |
3 bedrijven |
|
bezetting |
19 (met vermelding van acteurs)
met een tussenspel in vijf delen |
|
titel |
Stultitia languido remedium est optimum. |
|
bezetting |
19 (met vermelding van acteurs) |
|
commentaar |
bij het tussenspel: ‘Mauri saltatores duo, & vigiles quatuor.’; men hield de dag ervoor een generale repetitie van dit stuk, vgl. nr. 81 |
|
nr. 81 |
datum |
[donderdag] 5 september 1743 |
|
titel |
Triúmpherende Gratie | in | Eúgenia | Philippúm en Claúdiam | haere oúders | met geheel de Familie | tot het waer geloof | bekeerende. handschrift, 203 × 157 mm, 2 ongen. ff. |
|
opbouw |
3 bedrijven met een tussenspel in vijf delen |
|
titel |
Morio |
|
commentaar |
op het titelblad staat o.a.: ‘proefgewijs voor de vrouwen gespeelt’, vgl. nr. 80 |
|
nr. 82 |
datum |
[maandag] 3 september 1742 |
|
titel |
nabuchodonosor | rex | babylonis | é sublimi, submissus |
|
drukker |
antverpiae, Apud Martinum Verdussen. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
stof |
Dan, Cap. 1 |
|
opbouw |
5 bedrijven, repraesentationes |
|
bezetting |
19 (met vermelding van acteurs)
met een tussenspel in vier delen |
|
titel |
Mopsus Jupiter Imaginarius. |
|
bezetting |
12 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 83 |
datum |
[maandag] 4 seprember 1741 |
|
titel |
samson |
|
drukker |
antverpiae Apud Martinum Verdussen, in Foro Calceo- | rum sub signo Aviarij. |
| |
| |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
stof |
Jud., 15-16 |
|
opbouw |
proloog, 4 bedrijven, 6 repraesentationes, epiloog |
|
bezetting |
22, turba militum (met vermelding van acteurs) met een tussenspel in vier delen |
|
titel |
Modernus Filius prodigus. |
|
bezetting |
14 (met vermelding van acteurs) |
|
commentaar |
met zes ‘repraesentationes’, waarschijnlijk ‘vertogen’ (tableaux vivants) |
|
nr. 84 |
datum |
[woensdag] 31 januari 1742 |
|
titel |
inconstans | c. marii | fortuna |
|
drukker |
antverpiae, Apud Martinum Verdussen. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
stof |
Plutarch. flor. Beyerlinck & alii |
|
opbouw |
4 bedrijven |
|
bezetting |
20, en Tribuni Pleb. nuntii (met vermelding van acteurs)
met een tussenspel in drie delen (met argumentum) |
|
bezetting |
12 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 85 |
datum |
[woensdag] 8 februari 1741 |
|
titel |
absalom | patri davidi | rebellis |
|
drukker |
antvfrpiae, Apud Martinum Verdussen. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opbouw |
3 bedrijven |
|
bezetting |
14 (met vermelding van acteurs)
met een tussenspel in drie delen (met argumentum) |
|
bezetting |
13 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 86 |
datum |
[maandag] 5 september 1740 |
|
titel |
esther | sub | rege assuero | judaeorum | protectrix |
|
drukker |
antverpiae, Apud Martinum Verdussen. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
stof |
Rom. 8 v. 28 |
|
opbouw |
5 bedrijven |
|
bezetting |
23 (met vermelding van acteurs)
met een tussenspel in vier delen |
|
titel |
Mascarillus Medicus. |
|
bezetting |
12 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 87 |
datum |
[vrijdag] 26 februari 1740 |
|
titel |
superbia | fraudulenter | vindicata |
|
drukker |
antverpiae, Apud Martinum Verdussen. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
| |
| |
|
gelegenheid |
ludis bacchanalibus |
|
opbouw |
3 bedrijven |
|
bezetting |
15 (met vermelding van acteurs)
met een tussenspel in twee delen |
|
motto |
Mens fallax, sublata fides, perjuria furta | laudantur: Modus est hic mihi mundus ait. |
|
bezetting |
9 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 88 |
datum |
[donderdag] 3 september 1739 |
|
titel |
justinianus | imperator | belisarium | de | cabade | triumphantem | excaecans |
|
drukker |
antverpiae, Apud Martinum Verdussen. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
stof |
Baronius, Spondanus &c. |
|
opbouw |
5 bedrijven |
|
bezetting |
21 (met vermelding van acteurs)
met een tussenspel in vier delen |
|
titel |
Civis nobilitatem affectans. |
|
bezetting |
15, famulus sartoris (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 89 |
datum |
[vrijdag] 6 februari 1739 |
|
titel |
ambitio fraudulenta | sive | demetrius | griska | tragoedia |
|
drukker |
antverpiae Apud Viduam Petri Grange' |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
gelegenheid |
ludis bacchanalibus |
|
stof |
Olearius in itinere Moscoviae, ad Ann. 1606. |
|
opbouw |
4 bedrijven |
|
bezetting |
17 (met vermelding van acteurs)
met een tussenspel in drie delen |
|
titel |
Decipitur crebro, faciles qui commodat aures. |
|
bezetting |
8 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 90 |
datum |
[vrijdag] 5 september 1738 |
|
titel |
fides, et amor | sive | themistocles | ex | amore in patriam | ac | fide in hostem | gloriose occumbens |
|
drukker |
antverpiae Apud Viduam Petri Grangé. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
stof |
Valerius Max. lib. 5 Cap. 6 Plutarchus in suo Themistocle, & alii. |
|
opbouw |
proloog, 4 bedrijven, epiloog |
|
bezetting |
25 (met vermelding van acteurs)
met een tussenspel in drie delen |
|
titel |
Pellitur è media sapientia, vi geritur res. |
|
bezetting |
10 (met vermelding van acteurs) |
| |
| |
nr. 91 |
datum |
[vrijdag] 14 februari 1738 |
|
titel |
humfredus | nobilis | angliae | tragoedia |
|
drukker |
antverpiae Apud Viduam Petri Grange', Typographi | in Foro Ovorum. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
gelegenheid |
ludis bacchanalibus |
|
opbouw |
4 bedrijven |
|
bezetting |
15 (met vermelding van acteurs)
met een tussenspel in drie delen (met argumentum) |
|
bezetting |
20 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 92 |
datum |
[donderdag] 5 september 1737 |
|
titel |
carolus vii. | franciae rex | per | joannam | darciam | de | angelis | triumphans, |
|
drukker |
antverpiae Apud Viduam Petri Grange', Typographi | in Foro Ovorum. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
stof |
Ita Cabass. in Notit. Eccles. ad saecul. XV, Byerlinck tom. 1. & alii. |
|
opbouw |
5 bedrijven |
|
bezetting |
27 (met vermelding van acteurs)
met een tussenspel in vier delen (met argumentum) |
|
bezetting |
27 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 93 |
datum |
[woensdag] 27 februari 1737 |
|
titel |
magnus | athanasius |
|
drukker |
antverpiae | Ex Typographia Viduae Petri Grange', Typographi in | Foro Ovorum. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
gelegenheid |
ludis bacchanalibus |
|
stof |
Ita Cabassut. in Notit. Ecclesiast. |
|
opbouw |
3 bedrijven |
|
bezetting |
23 (met vermelding van acteurs)
met een tussenspel in drie delen (met argumentum) |
|
bezetting |
29 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 94 |
datum |
[donderdag] 6 september 1736 |
|
titel |
joseph | in | fratres pius |
|
drukker |
antverpiae Ex Typographia Viduae Petri Grange’, Ty- | pographi in Foro Ovorum. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
stof |
Gen. 43. 4. 5. |
|
opbouw |
5 bedrijven |
|
bezetting |
19 (met vermelding van acteurs)
met een tussenspel in vier delen (met argumentum) |
|
stof |
Terentius |
|
bezetting |
10 (met vermelding van acteurs) |
| |
| |
Afb. 6: Humfredus, 1738, gedrukt door de weduwe van Petrus Grangé (nr. 91)
| |
| |
nr. 95 |
datum |
[dinsdag] 7 februari 1736 |
|
titel |
ingratitudo | bruti | in patrem | severianum | punita |
|
drukker |
antverpiae Ex Typographia Viduae Petri Grange', Ty- | pographi in Foro Ovorum. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
gelegenheid |
ludis bacchanalibus |
|
opbouw |
3 bedrijven |
|
bezetting |
15 (met vermelding van arteurs)
met een tussenspel in drie delen (met argumentum) |
|
bezetting |
17 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 96 |
datum |
[dinsdag] 6 september 1735 |
|
titel |
thomas | morus | angliae | cancellarius |
|
drukker |
antverpiae Ex Typographia Viduae Petri Grange', Ty- | pographi in Foro Ovorum |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
stof |
Vide Nicol, Sanderum l. de orig. ac progressu schism Anglic. Pallavic. & alios. |
|
opbouw |
proloog, 5 bedrijven, epiloog |
|
bezetting |
22 (met vermelding van acteurs)
met een tussenspel in vier delen (met argumentum) |
|
bezetting |
14, ficti mortui (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 97 |
datum |
[vrijdag] 18 februari 1735 |
|
titel |
sedecias | tragoedia sacra, |
|
drukker |
antverpiae | Ex Typographia Viduae Petri Grange', Typographi in Foro | Ovorum. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
gelegenheid |
ludis bacchanalibus |
|
stof |
Lib. 4. Reg. Cap. 25. |
|
opbouw |
3 bedrijven |
|
bezetting |
18 (met vermelding van acteurs)
met een tussenspel in drie delen (met argumentum) |
|
bezetting |
17 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 98 |
datum |
[vrijdag] 3 september 1734 |
|
titel |
ecclesiae immunitas | sive | thomas | cantuariensis |
|
drukker |
antverpiae Apud Petrum Grange', Typographum in | Foro Ovorum sub signo trium Monachorum. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
gelegenheid |
ludis autumnalibus |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
stof |
Brev. Rom. Stapl. & alii. |
|
opbouw |
5 bedrijven |
|
bezetting |
21 (met vermelding van acteurs)
met een tussenspel in vier delen |
| |
| |
|
titel |
Xantippus humiliatus. |
|
bezetting |
14 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 99 |
datum |
[vrijdag] 5 maart 1734 |
|
titel |
invicta pietas | sive | ezechias | rex juda |
|
drukker |
antverpiae | Apud Petrum Grange', Typographum in Foro Ovorum | sub signo trium Monachorum. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
gelegenheid |
ludis bacchanalibus |
|
stof |
Ex Lib. 4. Reg. cap. 18. & 19. |
|
opbouw |
3 bedrijven |
|
bezetting |
13 (met vermelding van acteurs)
met een tussenspel in drie delen (met argumentum) |
|
stof |
Cicero lib. 3. de natura Deorum. |
|
bezetting |
12 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 100 |
datum |
[vrijdag] 4 september 1733 |
|
titel |
inconstans | vitae | theatrum | sive | clerobolus | tragoedia |
|
drukker |
antverpiae. | Apud Petrum Grange' Typographum in Foro Ovorum sub | signo trium Monachorum. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
opbouw |
3 bedrijven |
|
bezetting |
24 (met vermelding van acteurs)
met een tussenspel in vier delen (met argumentum) |
|
bezetting |
14, pharmacopolae, milites, medici en daemones (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 101 |
datum |
[vrijdag] 13 februari 1733 |
|
titel |
ecclesia | ab haereticis | oppressa, | per m.p.n. | augustinum | sublevata, |
|
drukker |
antverpiae | Apud Petrum Grange', Typographum in Foro Ovorum | sub signo trium Monachorum. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
gelegenheid |
ludis bacchanalibus |
|
stof |
Baronius ad annum 397 & 410 |
|
opbouw |
proloog, 3 bedrijven, epiloog |
|
bezetting |
20 (met vermelding van acteurs)
met een tussenspel in drie delen (met argumentum) |
|
bezetting |
16 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 102 |
datum |
[vrijdag] 5 september 1732 |
|
titel |
austriae | pietas | in | carolo v. | triumphans |
|
drukker |
antverpiae | Apud Petrum Grange', Typographum in foro Ovorum | sub signo trium Monachorum. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
| |
| |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
stof |
Ita Just. Lips. Pont. Heuter. Haraeus, Thuanus, & alii |
|
opbouw |
5 bedrijven |
|
bezetting |
27 (met vermelding van acteurs)
met een tussenspel in vier delen |
|
motto |
Nobilis esse volens vario deluditur astu. |
|
bezetting |
13 (met vermelding van acteurs) |
|
commentaar |
titelblad: ‘per aquilae symbola de scena exhibebitur’ |
|
nr. 103 |
datum |
[woensdag] 20 februari 1732 |
|
titel |
sanctus | hermenegildus | per | feralem patris sui | levigildi | saevitiam | martyrii laureâ redimitus, |
|
drukker |
antverpiae, | Apud Petrum Grange' Typographum in Foro Ovorum sub | signo trium Monachorum. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
gelegenheid |
ludis bacchanalibus |
|
stof |
S. Greg. Lib. 3. Dial. Cap. 31. |
|
opbouw |
4 bedrijven |
|
bezetting |
13 (met vermelding van acteurs)
met een tussenspel in drie delen |
|
motto |
Si nubere foret novitiatus, totus mundus esset caelibatus. |
|
bezetting |
17 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 104 |
datum |
[vrijdag] 7 september 1731 |
|
titel |
constantia | s. martyris | joannis | nepomuceni |
|
drukker |
antverpiae. | Apud Petrum Grange'; Typographum in Foro Ovorum sub | signo trium Monachorum. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
stof |
Vira S. Joannis Nepomuceni. |
|
opbouw |
4 bedrijven, epiloog |
|
bezetting |
32 (met vermelding van acteurs)
met een gelieerd tussenspel in vier delen (met argumentum) |
|
bezetting |
14 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 105 |
datum |
[woensdag] 31 januari 1731 |
|
titel |
tori conjugalis amor | inter | julium sabinum, | et | eponinam, |
|
drukker |
antverpiae. | Apud Petrum Grange';, Typographum in foro | Ovorum sub signo trium Monachorum. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
gelegenheid |
ludis bacchanalibus |
|
opbouw |
3 bedrijven |
|
bezetting |
13 (met vermelding van acteurs)
met een tussenspel in drie delen (met argumentum) |
|
bezetting |
8 (met vermelding van acteurs) |
| |
| |
nr. 106 |
datum |
[donderdag] 7 september 1730 |
|
titel |
exaltatio | sanctae crucis |
|
drukker |
antverpiae. | Apud Petrum Grange';, Typographum in foro | Ovorum sub signo trium Monachorum. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
stof |
Ita Breviarium Romanum |
|
opbouw |
3 bedrijven, repraesentationes, epiloog |
|
bezetting |
27 (met vermelding van acteurs)
met een tussenspel in drie delen (met argumentum) |
|
bezetting |
18 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 107 |
datum |
[woensdag] 26 juli 1730 |
|
titel |
manasses | rex | judae perfidus, | punitus, et correctus |
|
drukker |
antverpiae. | Apud Petrum Grange', Typographum in foro | Ovorum sub signo trium Monachorum. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgevoerd door |
de figura en de grammatica |
|
stof |
Deus. Lib. 2. paralip: cap. 33. v. 1. 2. 3. 10. 11. 12. & 13. |
|
opbouw |
3 bedrijven |
|
bezetting |
18 (met vermelding van acteurs)
met een tussenspel in twee delen |
|
titel |
Grave curiositas est vitium. |
|
bezetting |
10 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 108 |
datum |
[vrijdag] 17 februari 1730 |
|
titel |
sortis et amoris | inconstans favor, | sive | origenon | cum dafrosa | tragoedia |
|
drukker |
antverpiae. | Apud Petrum Grange', Typographum in foro | Ovorum sub signo trium Monachorum. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgevoerd door |
de poesis en de retorica |
|
opbouw |
5 bedrijven |
|
bezetting |
8 (met vermelding van acteurs)
met een tussenspel in vier delen (met argumentum) |
|
titel |
Nequita Hypocritae Sanctitatis fuco larvata. |
|
bezetting |
9 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 109 |
datum |
[dinsdag] 6 september 1729 |
|
titel |
diogenes | romanus | tragoedia |
|
drukker |
antverpiae. | Apud Petrum Grange', Typographum in foro | Ovorum sub signo trium Monachorum. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Anrwerpen |
|
stof |
Baronius & alii circa annum Christi 1068. |
|
opbouw |
5 bedrijven |
| |
| |
|
bezetting |
22 (met vermelding van acteurs)
met een tussenspel in vier delen |
|
titel |
Fraus fraude punita. |
|
bezetting |
8 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 110 |
datum |
[woensdag] 13 juli 1729 |
|
titel |
ludovicus | imperator | á filius suis orbatus imperio, | & | restitutus |
|
drukker |
antverpiae. | Apud Petrum Grange', Typographum in foro | Ovorum sub signo trium Monachorum. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgevoerd door |
de figura en de grammatica |
|
stof |
Ita Baron. Variis locis Tom. 9. |
|
opbouw |
3 bedrijven |
|
bezetting |
14 (met vermelding van acteurs)
mer een tussenspel in drie delen (met argumentum) |
|
bezetting |
12 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 111 |
datum |
[vrijdag] 25 februari 1729 |
|
titel |
ioannes | baptista, | ab | herode | galilaeae tetrarcha, | capite minutus |
|
drukker |
antverpiae, | Apud Petrum Grange', Typographum in foro | Ovorum sub signo trium Monachorum. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
stof |
Marci 6. |
|
opbouw |
3 bedrijven |
|
bezetting |
11 (met vermelding van acteurs)
met een tussenspel in drie delen |
|
titel |
Fallitur is crebro, faciles qui commodat aures. |
|
bezetting |
8 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 112 |
datum |
[maandag] 6 september 1728 |
|
titel |
blasphemia punita, | sive | leontius, |
|
drukker |
antverpiae, | Apud Petrum Grange', Typhographum in foro Ovorum | sub signo trium Monachorum 1728. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
stof |
Ex variis. |
|
opbouw |
3 bedrijven |
|
met een tussenspel in drie delen |
|
titel |
Fide, sed cui, Vide. |
|
nr. 113 |
datum |
[vrijdag] 2 juli 1728 |
|
titel |
rodericus | rex, | et | julianus | comes, | tragoedia |
|
drukker |
antverpiae. | Apud Petrum Grange', Typhographum in foro Ovorum sub signo trium Monachorum. |
| |
| |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgevoerd door |
de figura |
|
stof |
Byerlinck tom. 2. c. fol. 575. Rodericus archiep. tolet. l. 4. cap. 4 |
|
opbouw |
4 bedrijven |
|
bezetting |
12 (met vermelding van acteurs) |
|
met een tussenspel in drie delen |
|
titel |
Ludiones. |
|
bezetting |
7 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 114 |
datum |
[dinsdag] [2] september 1727 |
|
titel |
vindicta divina | sive | balthassar | tragoedia |
|
drukker |
Antverpiae, Typis petri jouret, Typographi Civitatis in | Foro Lactis sub signo Cancellorum Aureorum. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
stof |
Daniel, 5, v. 1. & Seq. |
|
opbouw |
5 bedrijven |
|
bezetting |
17 (met vermelding van acteurs) |
|
met een tussenspel in vier delen |
|
titel |
Epicurus amans lunae, deluditur astu. |
|
bezetting |
13 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 115 |
datum |
[vrijdag] 11 juli 1727 |
|
titel |
paternum | consilium | in | aechino | xenophanis | filio | demonstratum | tragi-comoedia |
|
drukker |
antverpiae. | Apud jacobum bernardum jouret Typhographum in foro Ovorum | sub signo Stellae. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgevoerd door |
de rudimenta en de grammatica |
|
opbouw |
4 bedrijven |
|
bezetting |
15 (met vermelding van acreurs) |
|
met een tussenspel in drie delen |
|
titel |
Decipitur crebro, faciles qui commodat aures. |
|
bezetting |
17 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 116 |
datum |
[vrijdag] 28 februari 1727 |
|
titel |
praesumptio | humana | divinitus punita | sive | nabucho- | donosor | rex babyloniae |
|
drukker |
antverpiae. | Apud Jacobum Bernardum Jouret Typhographum in foro Ovorum | sub signo Stellae. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
gelegenheid |
ludis Bacchanalibus |
|
opbouw |
3 bedrijven |
|
bezetting |
12 (met vermelding van acreurs) |
|
met een tussenspel in drie delen |
|
titel |
Delirus totus tandem sibi redditur astu. |
|
bezetting |
11, rustici duo (met vermelding van acteurs) |
| |
| |
nr. 117 |
datum |
[vrijdag] 1 maart 1726 |
|
titel |
ingratitudo | bruti | in patrem | severianum | punita. |
|
drukker |
antverpiae. | Apud Jacobum Bernardum Jouret Typhographum in foro Ovorum | sub signo Stellae. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgevoerd door |
de poesis en de retorica |
|
gelegenheid |
ludis bacchanalibus |
|
opbouw |
3 bedrijven |
|
bezetting |
12 (met vermelding van acteurs) |
|
met een tussenspel in drie delen (met argumentum) |
|
bezetting |
9 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 118 |
datum |
[donderdag] 6 september 1725 |
|
titel |
boetius | tragoedia |
|
drukker |
Antverpiae Typis petri jouret. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
stof |
Eusebius. Greg. dialog. l. 4. c. 30. Baron, ad an. Christi 526. aliiq. |
|
opbouw |
5 bedrijven |
|
bezetting |
16, turba daemonum (met vermelding van acteurs) |
|
met een tussenspel in vier delen (met argumentum) |
|
bezetting |
12 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 119 |
datum |
[woensdag] 7 februari 1725 |
|
titel |
eudocia | et | romanus | diogenes | imperatores | tragoedia |
|
drukker |
Antverpiae, typis petri jouret |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
gelegenheid |
ludis bacchanalibus |
|
stof |
Joes Cuspinianus. Beyerlinck M. |
|
opbouw |
3 bedrijven |
|
bezetting |
14 (met vermelding van acteurs) |
|
met een tussenspel in drie delen |
|
titel |
Fide, sed cui, vide |
|
bezetting |
8 (me vermelding van acteurs) |
|
nr. 120 |
datum |
[donderdag] 7 september 1724 |
|
titel |
richardae | in | conjugem suum | robertum | pia fidelitas | ab | othone iii. | per necem imperatricis | mariae | coronata |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
stof |
Baron, ad Ann. 998. |
|
opbouw |
5 bedrijven |
|
bezetting |
15 (met vermelding van acteurs) |
|
met een tussenspel in vier delen (met argumentum) |
|
bezetting |
13 (met vermelding van acteurs) |
| |
| |
nr. 121 |
datum |
[vrijdag] 4 augustus 1724 |
|
titel |
invidiae ultor, | sive | basilius | macedonum imperator, |
|
drukker |
Antverpiae, Typis petri jouret, Typographi Civitatis, ac | Illustrissimi Domini, in foro Lactis sub signo Can- | cellorum Aureorum. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgevoerd door |
de rudimenta |
|
stof |
Ita Sonaras apud Baronium ad an: 879. & 886. |
|
opbouw |
3 bedrijven |
|
bezetting |
12 (met vermelding van acteurs) |
|
met een tussenspel in drie delen (met argumentum) |
|
bezetting |
10 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 122 |
datum |
[woensdag] 5 juli 1724 |
|
titel |
joseph | Per invidiam à Fratribus venditus, | et | per dispositionem divinam | aegypti pro-rex creatus |
|
drukker |
Antverpiae, Typis petri jouret, Typographi Civitatis, ac | Illustrissimi Domini, in Foro Lactis sub signo Can- | cellorum Aureorum. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgevoerd door |
de figura |
|
stof |
Genesis cap. 37. & sequentibus |
|
opbouw |
3 bedrijven |
|
bezetting |
16, mercatores (met vermelding van acteurs) |
|
met een tussenspel in drie delen (met argumentum) |
|
bezetting |
9 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 123 |
datum |
[vrijdag] 9 juni 1724 |
|
titel |
alexander | magnus | in | hermolaum | caeterosque conjuratos | animadvertens |
|
drukker |
antverpiae, | Typis petri jouret, Typographi Civitatis, ac Illustrissimi | Domini, in Foro Lactis sub signo Cancellorum Aureorum. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgevoerd door |
de grammatica |
|
stof |
Q. Curt. lib. 8. cap. 6. usque ad. 9. |
|
opbouw |
3 bedrijven |
|
bezetting |
17 (met vermelding van acteurs) |
|
met een tussenspel in drie delen (met argumentum) |
|
bezetting |
10 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 124 |
datum |
[woensdag] 10 mei 1724 |
|
titel |
crudelis | ultio | sive | boaldus | tobali filii sui necem | vindicans |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgevoerd door |
de syntaxis |
| |
| |
|
opbouw |
3 bedrijven |
|
bezetting |
14 (met vermelding van acteurs) |
|
met een tussenspel in drie delen (met argumentum) |
|
bezetting |
17, satelles (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 125 |
datum |
[woensdag] 23 februari 1724 |
|
titel |
dolus | a | phenenna | conceptus, | ab | almigerino | punitus | tragoedia, |
|
drukker |
antverpiae. | Typis Joannis Pauli Robyns. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgevoerd door |
de poesis |
|
gelegenheid |
ludis bacchanalibus |
|
opbouw |
3 bedrijven |
|
bezetting |
8 (met vermelding van acteurs) |
|
met een tussenspel in drie delen (met argumentum) |
|
bezetting |
18 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 126 |
datum |
[dinsdag] 7 september 1723 |
|
titel |
judicium temerarium, | sive | adolphus | teutonum comes | tragi-comoedia |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
stof |
Georg. Steng. de Div. Judicio tom. 3. cap. 34. 2. § &c. |
|
opbouw |
3 bedrijven |
|
bezetting |
16 (met vermelding van acteurs) |
|
met een tussenspel in vijf delen |
|
titel |
Stultitia languido remedium est optimum. |
|
bezetting |
13 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 127 |
datum |
[woensdag] 28 juli 1723 |
|
titel |
martyrium, | sive | procopius, |
|
drukker |
antverpiae, | Typis Joannis Pauli Robyns. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgevoerd door |
de rudimenta |
|
stof |
Surius Chart. vol. 4.8. Julii de S. Procopio. |
|
opbouw |
3 bedrijven |
|
bezetting |
15 (met vermelding van acteurs) |
|
met een tussenspel in twee delen (met argumentum) |
|
bezetting |
9 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 128 |
datum |
[vrijdag] 2 juli 1723 |
|
titel |
vis invidiae | sive | belisarius | per virtutem ad alta evectus, | per invidiam ad ima dejectus, |
|
drukker |
antverpiae, | Typis Joannis Pauli Robyns. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgevoerd door |
de figura |
|
stof |
Ita Crinitus & Volater. |
| |
| |
|
opbouw |
3 bedrijven |
|
bezetting |
11 (met vermelding van acteurs) |
|
met een tussenspel in drie delen |
|
bezetting |
8 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 129 |
datum |
[vrijdag] 21 mei 1723 |
|
titel |
divus martyr | canutus | tragoedia |
|
drukker |
antverpiae, | Typis Joannis Pauli Robyns. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgevoerd door |
de grammatica |
|
stof |
Ita consult. D. Jac. de Richebourcq. J.U.L. apud Barr. tom. 11 fol. 555. |
|
opbouw |
3 bedrijven |
|
bezetting |
12 (met vermelding van acteurs) |
|
met een tussenspel in drie delen |
|
titel |
Ducitur astutiis, vinclisque superbia frugi. |
|
bezetting |
12 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 130 |
datum |
[vrijdag] 30 april 1723 |
|
titel |
Superbia Vindicata, | sive | ugolinus | fatalis | tragoedia |
|
drukker |
antverpiae, | Typis Joannis Pauli Robyns. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgevoerd door |
de syntaxis |
|
opbouw |
3 bedrijven |
|
bezetting |
9 (met vermelding van acteurs) |
|
met een tussenspel in drie delen |
|
titel |
Scaramouche medicus. |
|
bezetting |
19 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 131 |
datum |
[woensdag] 17 februari 1723 |
|
titel |
avaritia, | sive | avarbolus | comoedia | sub regula | Avarus ipse miseria causa est suae; |
|
drukker |
antverpiae, | Typis Joannis Pauli Robyns. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgevoerd door |
de poesis en de retorica |
|
opbouw |
5 bedrijven |
|
bezetting |
11 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 132 |
datum |
[zaterdag] 5 september 1722 |
|
titel |
crudelitas, | sive | peria | in sangui-sugam fratrem | ismael | saeviens, per fratrem | hodabendam | punita |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
stof |
Ex Hist. Eccl. vol. 4. de Persia P.I. c. 4. mihi fol. 312 |
|
opbouw |
5 bedrijven |
| |
| |
|
bezetting |
23, fratres regum (met vermelding van acteurs) |
|
met een tussenspel in vier delen |
|
titel |
Sequitur superbos ultor à tergo Deus. Sen. act. 2. Herc. Fur. [v. 385] |
|
bezetting |
14 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 133 |
datum |
[woensdag] 29 juli 1722 |
|
titel |
ingratitudo | in | parentes, | sive | lucianus |
|
drukker |
antverpiae, | Typis Joannis Pauli Robyns. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgevoerd door |
de rudimenta |
|
opbouw |
3 bedrijven |
|
bezetting |
11 (met vermelding van acteurs) |
|
met een tussenspel in drie delen |
|
bezetting |
14 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 134 |
datum |
[vrijdag] 26 juni 1722 |
|
titel |
athenais | per | theodosium | imperatorem | In Throi, Tronique sociam affectuosè | assumpta, per eundem in exilium | suspiciosè relegata, |
|
drukker |
antverpiae, | Typis Joannis Pauli Robyns. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgevoerd door |
de figura |
|
stof |
Justus Lipsius in Exemp. Polit. Baronius ad Annum Christi 420. & 450. |
|
opbouw |
3 bedrijven |
|
bezetting |
8 (met vermelding van acteurs) |
|
met een tussenspel in drie delen |
|
bezetting |
6 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 135 |
datum |
[vrijdag] 22 mei 1722 |
|
titel |
arlequinus | cartouche | comoedia |
|
drukker |
antverpiae, | Typis Joannis Pauli Robyns. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgevoerd door |
de grammatica |
|
opbouw |
3 bedrijven |
|
bezetting |
26 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 136 |
datum |
[woensdag] 29 april 1722 |
|
titel |
ingratitudo | filialis | sive | severus | in parentem | benignianum | ingratus. |
|
drukker |
antverpiae, | Typis Joannis Pauli Robyns. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgevoerd door |
de syntaxis |
|
stof |
Ita Varii. |
|
opbouw |
3 bedrijven |
|
bezetting |
7 (met vermelding van acteurs) |
|
met een tussenspel in drie delen |
| |
| |
|
titel |
Ignotos caveas, ne sis miser omnibus horis. |
|
bezetting |
17 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 137 |
datum |
[vrijdag] 20 februari 1722 |
|
titel |
pseudo- | balduinus, | tragoedia. |
|
drukker |
antverpiae, | Typis Joannis Pauli Robyns. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgevoerd door |
de poesis en de retorica |
|
stof |
Beyerlinck verbo astutia |
|
opbouw |
5 bedrijven |
|
bezetting |
12 (met vermelding van acteurs) |
|
met een tussenspel in vier delen |
|
motto |
Quo semel est imbuta recens servabit odorem | Testa diu. [Horatius, 1 Epistulae 2, vers 69] |
|
bezetting |
9 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 138 |
datum |
[vrijdag] 5 september 1721 |
|
titel |
sanctus | hermenegildus | per | feralem patris sui | levigildi | saevitiam | Martyrii laureâ redimitus, |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
stof |
S. Greg. lib. 3. Dial. cap. 31. |
|
opbouw |
5 bedrijven |
|
bezetting |
14 (met vermelding van acreurs) |
|
met een tussenspel in vier delen |
|
titel |
Crebro larva nocet, prodest quoque larva frequenter. |
|
bezetting |
17 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 139 |
datum |
[woensdag] 30 april 1721 |
|
titel |
crudelitas punita | sive | saevus fengo | per | astutiam | amlethi |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgevoerd door |
de syntaxis |
|
stof |
Saxo Hist. Danicâ lib. 3 Beyerlinck verbo prudentia |
|
opbouw |
3 bedrijven |
|
bezetting |
17 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 140 |
datum |
[vrijdag] 13 september 1720 |
|
titel |
fides christiana | a | varane | persarum rege | oppugnata, | per | audam episcopum | in | hormisda, | et | suene | persiae primatibus | plantata, probata, coronata, |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
stof |
Baron. ad annum Christi 420. Nicephor. histor. Eccl lib. 14. |
|
opbouw |
proloog, 5 bedrijven, epiloog |
| |
| |
|
bezetting |
13 (met vermelding van acteurs) |
|
met een tussenspel in vier delen |
|
bezetting |
10 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 141 |
datum |
[donderdag] 7 september 1719 |
|
titel |
rebellio punita | sive | alexius | petri | Russorum Monarchae Filius | tragoedia. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
opbouw |
5 bedrijven |
|
bezetting |
16 (met vermelding van acteurs) |
|
met een tussenspel in vier delen |
|
titel |
Fide; sed cui vide. |
|
bezetting |
10 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 142 |
datum |
[vrijdag] 26 mei 1719 |
|
titel |
ulferus | merciorum rex | tragoedia, |
|
drukker |
antverpiae, | Typis Joannis Pauli Robyns, in plateâ vulgo dicta | de Wolstraet, sub signo S. Josephi. |
|
formaat |
8o, 2 ongen. ff. |
|
opgevoerd door |
de grammatica |
|
opbouw |
3 bedrijven |
|
met een tussenspel in drie delen |
|
nr. 143 |
datum |
[dinsdag] 2 mei 1719 |
|
titel |
vindictae | furor | in | aran, tito | et | thamera |
|
drukker |
antverpiae, typis Joannis Pauli Robyns. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgevoerd door |
de ‘latinitatis studiosis’ |
|
opbouw |
proloog, 3 bedrijven |
|
bezetting |
15, Romani (met vermelding van acteurs) |
|
met een tussenspel in drie delen |
|
bezetting |
15 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 144 |
datum |
[vrijdag] 17 februari 1719 |
|
titel |
Sub impio Turearum | imperatore | frechreddi | tragoedia |
|
drukker |
antverpiae, Typis Joannis Pauli Robyns. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgevoerd door |
de poesis en de retorica |
|
opbouw |
3 bedrijven |
|
met een tussenspel in twee delen |
|
nr. 145 |
datum |
[dinsdag] 6 september 1718 |
|
titel |
ambitio punita, | sive | amalaberga | & | hermofredus | tragoedia, |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
| |
| |
|
stof |
Vide Paul. Aemil. Rob. Gaguinum. Joan. Til. &c. |
|
opbouw |
proloog, 5 bedrijven |
|
bezetting |
26 (met vermelding van acteurs) |
|
met een tussenspel in vier delen |
|
titel |
... si vis ludere, lude pari. |
|
bezetting |
9 (met vermelding van acteurs) |
|
commentaar |
met een prologus musicus |
|
nr. 146 |
datum |
[vrijdag] 20 mei 1718 |
|
titel |
felicitas | septem filiorum | mater, | tragoedia, |
|
drukker |
antverpiae, | Typis Joannis Pauli Robyns, in plateâ vulgò | de Wolstraet, sub signo S. Josephi 1718. |
|
formaat |
8o, 2 ongen. ff. |
|
opgevoerd door |
de grammatica |
|
opbouw |
3 bedrijven |
|
met een tussenspel in drie delen |
|
nr. 147 |
datum |
[woensdag] 7 juli 1717 |
|
titel |
lucta | religionis, et superstitionis | in machabaeis, et antiocho | Rege Asiae |
|
drukker |
antverpiae, | Typis Joannis Pauli Robyns, in Area Templi | Societatis jesu, sub Signo S. Josephi. |
|
formaat |
8o, 2 ongen. ff. |
|
opgevoerd door |
de rudimenta en de grammatica |
|
opbouw |
3 bedrijven |
|
met een tussenspel in drie delen |
|
nr. 148 |
datum |
[vrijdag] 28 februari 1716 |
|
titel |
jonathas | tragoedia |
|
drukker |
antverpiae, | Typis Joannis Pauli Robyns. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgevoerd door |
de ‘artis oratoriae alumni’ |
|
auteurs |
Ab Actoribus & Authoribus artis oratoriae alumnis |
|
stof |
Lib. 1. Reg c. 13. & 14. |
|
opbouw |
3 bedrijven, 2 scenae musicae |
|
bezetting |
7 (met vermelding van acteurs) |
|
commentaar |
met twee scenae musicae en een applausus musicus |
|
nr. 149 |
datum |
[vrijdag] 24 april 1716 |
|
titel |
triumphus | ss. crucis, | sub | heraclio | imperatore |
|
drukker |
antverpiae, | Typis Joannis Pauli Robyns in areâ Domûs Professae | Societatis jesu, sub Signo S. Josephi. 1716. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgevoerd door |
de syntaxis |
|
opbouw |
3 bedrijven |
|
bezetting |
15 (met vermelding van acteurs) |
|
met een tussenspel in drie delen |
| |
| |
nr. 150 |
datum |
[zaterdag] 5 september 1716 |
|
titel |
zelus | ioiadae | pontificis | pro gloria dei, | Et legirimo Davidis haerede | joa, | contra tyrannidem l athaliae | servato et sublimato, |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van antwerpen |
|
stof |
lib. 4. reg. cap. II |
|
opbouw |
5 bedrijven |
|
bezetting |
18, turba procerum (met vermelding van acteurs) |
|
met een tussenspel in vier delen |
|
bezetting |
16 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 151 |
datum |
[vrijdag] 6 september 1715 |
|
titel |
impii facinoris | vindex victoriosus | carolus v. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
stof |
Ex Natali Com Ponto Heut. Haraeo, Thuano, Alphonso de Ulloa, Justo Lipsio, Masenio, & aliis ad ann. 1547. |
|
opbouw |
5 bedrijven |
|
bezetting |
23, turba nobilium (met vermelding van acteurs) |
|
met een tussenspel in vier delen |
|
bezetting |
16 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 152 |
datum |
[donderdag] 6 september 1714 |
|
titel |
supernae | gratiae | triumphus, | in admirabili | augustini | conversione, |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
opbouw |
5 bedrijven |
|
bezetting |
16, turba Manichaeorum en turba nobilium (met vermelding van acteurs) |
|
met een tussenspel in vier delen |
|
bezetting |
15 (met vermelding van acteurs) |
|
nr. 153 |
datum |
[vrijdag] 6 september 1709 |
|
titel |
acolin | et | rubaea | tragoedia |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van antwerpen |
|
stof |
Cheureau in suo fortunae indic. cap. 12. num. 3 |
|
opbouw |
3 bedrijven |
|
met een tussenspel in drie delen (met argumentum) |
|
nr. 154 |
datum |
[donderdag] 6 september 1708 |
|
titel |
mancipium fidele, | sive | mahomet | paricidam | ibrahim | puniens. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
| |
| |
|
stof |
Georg. Steng, ex Lud. Rom. in 1. Hodaeporico de Persiae. 2. & 3. |
|
opbouw |
3 bedrijven |
|
met een tussenspel in drie delen (mee argumentum) |
|
nr. 155 |
datum |
[woensdag] 7 september 1707 |
|
titel |
ingratitudo | hominis redempti | per | elenahan | in | belisa | rebelli | DAMNATA |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
stof |
Jac. Lobbet: viâ vitae ac mort. l.1.c.5.§.6. |
|
opbouw |
3 bedrijven |
|
met een tussenspel in twee delen (met argumentum) |
|
nr. 156 |
datum |
[zaterdag] 6 september 1704 |
|
titel |
subacta impietas, | sive | clodoaldus, | everso crono | per | carolum magnum, | ad veram fidem | conversus, |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
stof |
Nicolaus Caussin. |
|
opbouw |
3 bedrijven |
|
met een tussenspel in twee delen (met argumentum) |
|
commentaar |
gedrukt bij plantijn, cfr. de bespreking van de drukkers, blz. 253-256 (zie afbeelding 7) |
|
nr. 157 |
datum |
[vrijdag] 11 september 1693 |
|
titel |
Ortus in Occasu, | sive | semiramidis | Ad Solium Assyriae | per | Interitum | nini | ascensus, |
|
drukker |
Antverpiae, Typis Jacobi Mesens, sub Bibliis aureis. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
stof |
Ex Diodoro Sic., Sabellio, Anton. Mureto, aliisque |
|
opbouw |
5 bedrijven |
|
met een tussenspel in vier delen |
|
titel |
Lingua... universitas inquitatis. |
|
nr. 158 |
datum |
[vrijdag] 12 september 1692 |
|
titel |
campana | arragonica, | seu | petrvs | Arragoniae Rex, | perduellionis | vindex ivstissimvs, |
|
drukker |
Antverpiae, Typis Iacobi Mesens, sub Biblijs aureis. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
stof |
Ex Annalibus Arragoniae |
|
opbouw |
5 bedrijven |
|
met een tussenspel in vier delen |
| |
| |
nr. 159 |
datum |
[donderdag] 13 seprember 1691 |
|
titel |
Amarum Amare | in | sthenoboea: | Elati animi Inconstantia | in | bellerophonte |
|
drukker |
antverpiae, | Typis Jacobi Mesens, viâ vulgò dictò Lombaerde-vest | sub Biblijs aureis. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
stof |
Ambros. Calepinus vocabulo Bellerophontes. |
|
opbouw |
proloog, 3 bedrijven, epiloog |
|
met een tussenspel in drie delen |
|
nr. 160 |
datum |
[maandag] 12 en [dinsdag] 13 september 1689 |
|
titel |
weder-strydt | tvsschen | Het Doorluchtighste Huys van | oostenryck | Bestiert door de Goddelijcke | voorsichtigheydt, | ende | Het rampsaligh Huys van | otthoman | Opghehitst door de Ongheloovigheydt, | Helsche Furien &c. |
|
drukker |
t'Antwerpen, by Jacob Mesens, op de Lombaerdevest. 1689. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
gelegenheid |
prijsuitreiking |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
stof |
Opmerus ende ander Schrijvers vanden staet van Turckijen, Bohemen, Hungarien &c. |
|
opbouw |
proloog, 2 delen, epiloog |
|
nr. 161 |
datum |
[woensdag] 11 en [donderdag] 12 september 1686 |
|
titel |
de | Al-verblijdende | victorie, | Becomen door de wapenen | der | christene | princen | teghen den | Al-ghemeynen Vyandt | mahomet den iv. | Turckschen Keyser, |
|
drukker |
Ghedruckt t'Antwerpen, by Jacob Mesens, op de Lombaerde-Vest inden Bijbel. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
opbouw |
proloog, 3 bedrijven, epiloog |
|
nr. 162 |
datum |
[maandag] 13 en [dinsdag] 14 september 1683 |
|
titel |
susanna | belgica | Bly-eyndigh Treur-spel |
|
drukker |
t'Antverpen, by Iacob Mesens, op de Lombaerde-vest, inden Bijbel. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
stof |
Ex Molano in Natalibus SS. Belgij. Erici Puteani Iconismo &c. |
|
opbouw |
3 bedrijven |
| |
| |
nr. 163 |
datum |
[woensdag] [4] en [donderdag] [5] juli 1674 |
|
titel |
Ghedempte Goddeloosheydt | ofte | clodoaldvs |
|
drukker |
t'Antwerpen, by Iacob Mesens, inden gulden Bijbel. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgevoerd door |
de vijfde school |
|
stof |
Nicolaus Caussin. Thom. 5. |
|
opbouw |
3 bedrijven |
|
met een tussenspel in twee delen (met argumentum) |
|
nr. 164 |
datum |
[woensdag] 9 en [vrijdag] 11 september 1671 |
|
titel |
triumphe | Vande Vier Cardinaele | Deughden, | Speel-vvijs verthoont in vier diversche | Historien, |
|
drukker |
t'Antwerpen, By Iacob Mesens, inden gulden Bijbel. |
|
formaat |
4o, 2 ongen. ff. |
|
opgedragen aan |
de burgemeesters en schepenen van Antwerpen |
|
stof |
(1) Uyt Surius inde Maent Ianuarius. (2) Uyt Petrus d'Outeremannus Societ. Iesu. (3) Uyt Marcus de Varnewijck in sijn Historien van Nederlandt. (4) genes. 37. & 45. |
|
opbouw |
4 bedrijven, epiloog |
| |
III. Registers
Drukkers
De augustijnen hebben het drukken van de programma's in de loop der jaren telkens aan dezelfde drukkers toevertrouwd. Omdat ze daar, voor zover het om toneelprogramma's gaat, tamelijk consequent in waren, kan voor de anonieme stukken een drukker worden voorgesteld.
Tot 1693 zochten de paters Jacobus Mesens aan voor het drukken van de periochen. Het ongesigneerde nr. 156 (1704, zie afbeelding) is volgens het drukkersmerk op de persen van Plantijn gedrukt.Ga naar voetnoot61 Voor de niet gesigneerde nummers 151 tot en met 155 (1707-1715) zijn er maar weinig aanwijzingen. Ze zijn waar-
| |
| |
Afb. 7: Nr. 156 werd gedrukt op de persen van de Officina Plantiniana.
| |
| |
schijnlijk niet door Peter Jacobs of (vanaf 1708) door zijn weduwe gedrukt. Die drukkerij mag in die periode op het gebied van de periochen erg actief zijn geweest, voor deze programma's komt ze vermoedelijk niet in aanmerking, want voor zover mij bekend is, drukte dit huis deze boekjes alleen voor de jezuïeten.
Voor de programma's uit de periode 1716-1724 (nrs. 150, 145, 141, 140, 138, 139, 138, 132, 126 en 124) is waarschijnlijk Joannes Paulus Robyns verantwoordelijk geweest. Het programma nr. 124 uit mei 1724 zou evenwel ook bij Petrus Jouret gezet kunnen zijn. Vanaf juni 1724 (of mei misschien?) neemt hij immers de fakkel van J.P. Robyns over. Beide drukkers hebben, onder het reeds genoemde voorbehoud, geen werk voor de jezuïeten geleverd. Die paters lieten zoals gezegd hun programma's door (de weduwe van) Petrus Jacobs bezorgen.
Tot 1742 is de situatie duidelijk. Na de familie Jouret (vanaf 1724) neemt de drukkerij van Petrus Grangé het drukken van de programma's over (vanaf 1735 zijn weduwe). In 1739 komen ze in handen van de Verdussens.
De nummers 71, 73 en 81 (1743-1747) zijn misschien bij Alexander Everaerts van de persen gerold, zoals de andere programma's in die periode. Hij is de enige drukker die de beide kloosterorden heeft bediend. Vanaf september 1748 (nr. 69) drukt de familie De Roveroy de programmaboekjes voor de augustijnen: tot in augustus 1767 Joannes Franciscus, vanaf het einde van die maand (nr. 31) Joannes Godefridus Josephus. Hij zal, op twee nummers na die bij Hubertus Bincken het licht zagen (nr. 8 en 9), de rest van de stukken in de bundel bezorgen.
| |
Register
Bincken, Hubertus, 8, 9 |
Everaerts, Alexander, 70, 72, 74, 75, 76, 77, 78, 79, 80 |
Grangé, Petrus, 98, 99, 100, 101, 102, 103, 104, 105, 106, 107, 108, 109, 110, 111, 112, 113 |
Grangé, Petrus, bij de weduwe, 89, 90, 91, 92, 93, 94, 95, 96, 97 |
Jouret, Jacobus Bernardus, 115, 116, 117 |
Jouret, Petrus, 114, 118, 119, 121, 122, 123 |
Mesens, Jacobus, 157, 158, 159, 160, 161, 162, 163, 164 |
| |
| |
Officina PlantinianaGa naar voetnoot62, 156 |
Robyns, Joannes Paulus, 125, 127, 128, 129, 130, 131, 133, 134, 135, 136, 137, 142, 143, 144, 146, 147, 148, 149 |
Roveroy, Joannes Franciscus de, 32, 33, 34, 35, 36, 37, 38, 39, 40, 41, 42, 43, 44, 45, 46, 47, 48, 49, 50, 51, 52, 53, 54, 55, 56, 57, 58, 59, 60, 61, 62, 63, 64, 65, 66, 67, 68, 69 |
Roveroy, Joannes Godefridus Josephus de, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 10, 11, 12, 13, 14, 15, 17, 18, 19, 20, 21, 22, 23, 24, 25, 26, 27, 28, 29, 30, 31 |
Verdussen, Hieronymus, 82 |
Verdussen, Martinus, 83, 84, 85, 86, 87, 88 |
| |
Acteurs
Toelichting
Dit register bevat vier soorten informatie. De lijst wordt alfabetisch ontsloten volgens de naam van de leerlingen. Ik volgde hierbij het systeem van de omzetting. Carolus van Hurck vindt men onder Hurck, en Petrus De Ridder onder Ridder. Minder voorkomende varianten van dezelfde naam staan tussen haakjes. Vervolgens vermeld ik het jaartal dat aan het programma werd ontleend, gevolgd door de klas die het toneelstuk vertoonde (rudimenta, figura, grammatica etc.). Wanneer de perioche het niveau van de leerling bij iedere naam apart heeft vermeld, vindt men die informatie eveneens na het jaartal terug. In het tweede geval is de informatie uiteraard betrouwbaarder dan in het eerste geval. Ten derde verwijs ik met vet naar het betrokken programma. Men kan in de lijst van de programmabeschrijvingen nagaan in welke maand het stuk werd opgevoerd, en of het een septembervoorstelling was of niet. Tenslotte geef ik tussen haakjes aan hoeveel rollen de betrokken leerling in dat stuk vertolkte, en of het om rollen in het tussenspel gaat of niet. Dat wordt aangeduid met ‘ts.’, en indien het om meerdere rollen ging, geef ik dat eveneens tussen haakjes aan. Nota bene: de aanduiding ‘1762, nr. 43, ts.’ wil zeggen: slechts één rol in het programma nr. 43, met name in het
| |
| |
tussenspel. De aanduiding ‘1776, nr. 18 (1), ts. (1)’ wil zeggen: in het programma nr. 18 één rol in de tragedie en één in de komedie.
Het is niet altijd duidelijk of het om één of meerdere personen gaat, en daarom was het meer dan eens puzzelen met achternamen, varianten van namen en tweede (derde) voornamen. Door de jaren en de programma's waarin ze worden vermeld te combineren met de belangrijke maar niet altijd vermelde aanduiding van het leerjaar was het vaak toch mogelijk de knopen te ontwarren. Sommige namen kwamen toen net zoals vandaag veelvuldig voor. In de school liepen wel vaker eens naamgenoten rond. Wanneer die in dezelfde klas zaten, kregen ze soms een distinctief mee, zoals bv. de beide Petrus Josephus de Greé resp. Minor en Major. In andere gevallen, zoals dat van Joannes Baptista Mertens niet. Die gegevens bv. heb ik bij twee naamgenoten ondergebracht. Het is namelijk weinig waarschijnlijk dat de eerste J.B. Mertens, in 1743 in de poesis, zes jaar later nog steeds niet is afgestudeerd. Daarom herneem ik dezelfde naam vanaf 1749.
Met het oog op de beknoptheid gebruikte ik volgende afkortingen:
rudimenta: |
ru. |
figura: |
f. |
grammatica: |
g. |
syntaxis: |
s. |
poesis: |
p. |
retorica: |
re. |
artis oratoriae alumnis: |
or. |
tussenspel: |
ts. |
|
Arnoldus: |
Arn. |
Augustinus: |
Aug. |
Balthazar/Balthasar: |
Balt. |
Baptista: |
Bapt. |
Bartholomaeus/Bartholomeus: |
Bart. |
Benedictus: |
Ben. |
Bernardus: |
Bern. |
Carolus: |
Car. |
Christianus: |
Christ. |
Christophorus: |
Christo. |
Claudius: |
Claud. |
Constantinus: |
Const. |
Cornelius: |
Corn. |
Daniël/Daniel: |
Dan. |
Deodatus: |
Deo. |
Dominicus: |
Dom. |
Eduardus: |
Ed. |
Edmundus: |
Edm. |
Emmanuël/Emmanuel: |
Em. |
Engelbertus: |
Eng. |
Eugenius: |
Eug. |
| |
| |
Felix: |
Fel. |
Ferdinandus: |
Ferd. |
Firminus: |
Firm. |
Franciscus: |
Franc. |
Fredericus: |
Fred. |
Gabriël: |
Gab. |
Gaspar/Gasper: |
Gasp. |
Gerardus: |
Ger. |
Gisbertus: |
Gisb. |
Gommarus/Gummarus: |
Gom. |
Guilielmus/Guil.: |
Guil. |
Henricus: |
Henr. |
Hermanus/Hermannus: |
Herm. |
Hieronymus: |
Hier. |
Hubertus: |
Hub. |
Hyacinthus: |
Hyac. |
Ignatius: |
Ign. |
Innocentius: |
Inn. |
Jacobus: |
Jac. |
Joannes: |
Joan. |
Josephus: |
Jos. |
Judocus: |
Jud. |
Lambertus: |
Lamb. |
Laurentius: |
Laur. |
Leonardus: |
Leo. |
Leopoldus: |
Leop. |
Libertus: |
Lib. |
Lucas: |
Luc. |
Ludovicus: |
Lud. |
Maria: |
Mar. |
Marcus: |
Marc. |
Martinus: |
Mart. |
Matthaeus: |
Ma. |
Matthias/Mathias: |
Mat. |
Maximilianus: |
Max. |
Melchior: |
Mel. |
Michaël/Michael: |
Mich. |
Nicasius: |
Nica. |
Nicolaus: |
Nico. |
Norbertus: |
Norb. |
Paulus: |
Paul. |
Petrus: |
Petr. |
Philippus: |
Phil. |
Richardus: |
Rich. |
Rogerius: |
Rog. |
Rudolphus: |
Rud. |
Rumoldus: |
Rum. |
Servatius: |
Ser. |
Sebastianus: |
Seb. |
Simon: |
Sim. |
Stephanus: |
Steph. |
Theodorus: |
Theo. |
Theresia: |
Ther. |
Thomas: |
Thom. |
Tilemannus: |
Til. |
Vincentius: |
Vin. |
Wauterus: |
Waut. |
Walterus/Waltherus: |
Walt. |
Wilhelmus: |
Wilh. |
Xaverius/Zaverius: |
Xav. |
| |
| |
| |
Register
Aa, vander, Abr., 1720, s., nr. 140, 1722, p./re., nr. 137 |
Aa De Randerode, Van Der (Vander), Gasp., 1752, nr. 61, 1753, nr. 60, 1753, nr. 59 |
Aa De Randerode, Van Der (Van der), Paul., 1752, nr. 61, 1753, nr. 60, 1753, nr. 59, ts. |
Acar, Car., 1731, ru., nr. 104 |
Adriaensens, Jac., 1742, nr. 84 |
Adriaensens, Petr. Jos., 1715, nr. 151, (1), ts. (1) |
Adriaenssens, Gasp., 1745, nr. 76, 1745, nr. 75, 1746, nr. 74, ts. |
Adriaenssens, Guil., 1752, nr. 62 |
Adriaenssens, Jac., 1742, nr. 82, 1744, nr. 79, 1745, nr. 76 |
Adriaenssens, Jac., 1759, nr. 48 |
Adriaenssens, Joan., 1744, nr. 79, ts., 1745, nr. 76 |
Aerts, Joan. Bapt., 1756, nr. 54, ts. |
Allaerts, Joan., 1727, ru./g., nr. 115, 1729, f./g., nr. 110, ts. |
Andrieu (Andrien), Aeg., 1719, g., nr. 141, 1721, s., nr. 139, 1721, s., nr. 138 |
Anthonissen, Henr., 1751, nr. 63, ts. (2) |
Anthonissen, Jos., 1753, nr. 60, ts. |
Anthonissen (Antonissen), Petr., 1750, nr. 65, ts., 1753, nr. 59, ts. (2) |
Anthony, Mich., 1756, nr. 53, 1759, nr. 48, ts. |
Anthony, Petr., 1753, nr. 60, ts. (2) |
Antony, Car., 1751, nr. 63, ts. |
Ardenne, d', Franc., 1768, f., nr. 29, 1769, g., nr. 27, ts., 1770, nr. 25 |
Ardenne, d', Henr., 1767, nr. 32, 1769, nr. 26, ts., 1769, nr. 26, ts. |
Art, Ben., 1754, nr. 58, ts. Art, Joan., 1755, nr. 56, ts., 1756, nr. 54, ts. |
Asbeck, Mart., 1775, f., nr. 19 |
Assche, van, Joan., 1716, or., nr. 148 |
Atrecht, van, Balt., 1783, ru., nr. 1 (2) |
Auvray, Aeg., 1745, nr. 76, 1745, nr. 75, 1746, nr. 73, 1748, nr. 69 (3), 1748, nr. 70 |
Auvray, Franc. (Aeg.), 1744, nr. 79, 1747, nr. 72 (2) |
Auvray, Mich., 1739, ru., nr. 88, 1741, nr. 83 |
Backer, de, Car., 1776, p., nr. 17, ts. (2) |
Backer, De, Franc., 1761, g., nr. 44, ts., 1762, s., nr. 42, ts. |
Backer, De, Mich., 1756, nr. 53, ts., 1757, nr. 51, ts. (2), 1758, nr. 50, ts. (2), 1761, nr. 45, ts., 1762, p., nr. 42, (1) ts. (1), 1762, nr. 43, ts. |
Baelemans, Petr., 1723, p./re., nr. 131 |
Bal, Joan. Ant., 1716, s., nr. 149 |
Bal, Petr., 1765, nr. 36, ts., 1772, s., nr. 22 |
Ballieu, Franc., 1752, nr. 61, ts. |
Ballieu, Joan., 1751, nr. 64, 1752, nr. 62 |
Ballieu, Jos., 1756, nr. 53, ts., 1757, nr. 52, ts. (3), 1757, nr. 51, ts., 1758, nr. 49, ts., 1759, nr. 48 (1) ts. (1), 1759, nr. 47, ts. |
Bals, Henr., 1779, g., nr. 4, 1783, s., nr. 1 |
Bals, Jos., 1783, g., nr. 1 |
Balsa, Jac., 1733, nr. 101, ts. (2) |
Balsa, Joan. Bapt., 1729, f./g., nr. 110, ts. |
Baltin, Franc., 1721, ru., nr. 138 |
Baltin, de, Franc. (Max.), 1722, f., nr. 134, 1722, f., nr. 132, 1723, g,, nr. 129, 1723, g., nr. 126, 1724, s., nr. 124, 1726, p./re., nr. 117 |
Baraux, Em., 1763, g., nr. 40, (2) |
Baronneau, Joan. Bapt., 1769, nr. 26, (2) |
Basquez, Petr. Jos., 1718, s., nr. 145, (1) ts. (1) |
Batkin, Ben., 1726, p./re., nr. 117 |
Battallie, Joan. Bapt., 1770, nr. 25, ts. (3) |
Bauduin, Bart., 1733, ru., nr. 100, (2), 1734, nr. 98, 1735, f., nr. 96, 1736, g., nr. 94, 1737, nr. 93, ts., 1737, s., nr. 92, 1738, s., nr. 90 |
Bauduin, Car., 1723, f., nr. 128, 1724, g., nr. 123, (1) ts. (1) |
Bauduin, Franc., 1734, ru., nr. 98, ts. (2), 1735, ru., nr. 96, ts., 1737, nr. 93, ts., 1737, g., nr. 92, ts. (2) |
Bauduin, Joan., 1719, ru., nr. 141 |
Becker, Franc., 1723, s., nr. 130, ts., 1724, p., nr. 120, ts. |
Becker, Franc. Hub., 1724, p., nr. 125, ts. |
Beeck, van (Van), Henr., 1753, nr. 59, 1756,
|
| |
| |
nr. 54 |
Beeck, Van, Herm., 1758, nr. 49, 1759, nr. 48 (2), 1759, nr. 47 |
Beeckmans, Franc., (zie ook Beeckmans, Joan. Franc.), 1714, nr. 152, ts. |
Beeckmans, Joan., 1718, p., nr. 145, ts. |
Beeckmans, Joan., 1776, ru., nr. 17 |
Beeckmans, Joan. Bapt., 1777, ru., nr. 14 |
Beeckmans, Joan. Franc. (zie ook Beeckmans, Franc.), 1715, nr. 151, ts., 1716, nr. 150 |
Beghein, Aug., 1737, nr. 93 |
Beghein, Petr., 1737, s., nr. 92 |
Begin, van den, Franc., 1769, nr. 26 |
Behaigne, de, Claud., 1742, nr. 82, 1744, nr. 79, ts., 1745, nr. 76, ts., 1746, nr. 74, ts. |
Beke, Jac., 1739, ru., nr. 88, 1740, ru., nr. 86 |
Beke, Jac., 1774, nr. 20, ts. |
Beke, Joan. Bapt., 1775, p., nr. 19, ts. |
Belcier, Ant., 1742, nr. 84, ts. |
Beldens, Mich., 1767, nr. 32, ts., 1769, nr. 26, ts. |
Bellot, Joan. Bapt., 1724, ru., nr. 121, ts., 1724, p., nr. 125, ts., 1724, s., nr. 124, 1725, ru., nr. 118, ts., 1727, ru./g., nr. 115, ts. |
Bemde, van den, Balt., 1730, f./g., nr. 107 |
Bemde, Van den, Jac., 1777, ru., nr. 14 |
Bemden, van den, Jac., 1746, nr. 73 |
Berckelaer, van (-), Joan. Bapt., 1731, ru., nr. 104, 1732, nr. 102, 1735, nr. 97, ts., 1735, s., nr. 96, ts., 1736, nr. 95, ts., 1737, nr. 93, ts., 1737, p., nr. 92, ts. |
Berge, vanden. Al., 1749, nr. 68 |
Berge, vanden, Franc., 1746, nr. 73, 1749, nr. 68 |
Berge(n), vanden (van den), Phil., 1744, nr. 78, 1745, nr. 75, ts. |
Bergen, van, Petr., 1735, ru., nr. 96, 1737, f., nr. 92, ts. |
Bergen, vanden, Ant., 1743, ru., nr. 80 |
Bergh, Van den, Ferd., 1757, nr. 52 |
Bergh, Van den (van den), Petr. (Jos.), 1767, nr. 33, ts. (2), 1768, nr. 30, ts. (2), 1770, g., nr. 24, 1771, s., nr. 23, ts. (2) |
Bergh, vanden, Jac., 1747, nr. 72 |
Berghe, van den, Ant., 1783, ru., nr. 1 |
Berghe, van den, Franc., 1747, nr. 71, 1752, nr. 62 |
Berghe, van den, Franc. Xav., 1783, ru., nr. 1 |
Berghe, van den, Joan., 1776, nr. 18 (3) |
Berghe, Van den, Jos., 1766, f., nr. 34, ts. |
Berghe, van den, Phil., 1745, nr. 76 |
Berghe, Van den, Phil. Car., 1766, f., nr. 34 (2) |
Berghe De Lim., van den, Phil. Car., 1769, nr. 28, ts. |
Berghen, van, Petr., 1737, nr. 93, ts. |
Berkelaer, van, Joan. Bapt., 1736, s., nr. 94, ts. |
Bernaerts, Joan., 1760, ru., nr. 46, 1761, nr. 45, 1761, ru, nr. 44, 1762, f., nr. 42 (2), 1762, nr. 43, 1763, g., nr. 40, 1764, nr. 39, 1764, s., nr. 38, 1765, nr. 37, 1766, p., nr. 34 |
Bernaerts, Jos., 1762, s., nr. 42, ts., 1762, nr. 43, ts., 1763, s., nr. 40, ts., 1765, re., nr. 35, ts. |
Bernaerts, Thom., 1716, or., nr. 148 |
Bernard, (Car.) (Alex.), 1738, s., nr. 90, ts., 1739, nr. 89, ts., 1739, s., nr. 88, ts. |
Berthout van Mechelen, de, Car., 1731, ru., nr. 104, 1732, nr. 102, 1734, nr. 99, ts., 1734, g., nr. 98, ts. |
Berthout van Mechelen, de, Ed., 1750, nr. 65 |
Berthout van Mechelen, de, Joan. (Bapt.), 1741, nr. 83, ts., 1742, nr. 82, ts., 1742, nr. 84, ts. |
Bertina, Car., 1776, nr. 18, ts. |
Bertina, jonker Car. (Hier.), 1779, nr. 2, 1783, f., nr. 1 |
Bertine, And. (Jos.), 1721, ru., nr. 138, ts., 1722, f., nr. 134, ts., 1722, f., nr. 132, ts. |
Bertine, Joan., 1721, ru., nr. 138, ts., 1722, ru., nr. 132, 1723, f., nr. 128, ts., 1724, g., nr. 123, ts., 1725, s., nr. 118, 1727, nr. 116 |
Bertine, Joan. Mar., 1723, f., nr. 126, 1724, g., nr. 123, 1724, g., nr. 120, ts. |
Bertrijn, Firm., 1714, nr. 152, 1715, nr. 151, 1716, or., nr. 148, 1716, nr. 150 |
Bertrijn, Joan., 1719, nr. 143, ts. |
Beunie (Beunié, Beuniè), De, Joan., 1763, nr. 41 (1) ts. (1), 1767, nr. 33, 1768, f., nr. 29, ts., 1769, nr. 28, ts. |
Beunie, De, Joan. Bapt., 1771, ru., nr. 23 (3), 1773, g., nr. 21, ts., 1774, s., nr. 20, ts.,
|
| |
| |
1777, re., nr. 14, ts. |
Bex, Joan., 1749, nr. 68 (2) |
Bex, Leo., 1722, s., nr. 136, ts., 1723, s., nr. 130, ts. (2) |
Bex, Lud., 1722, g., nr. 135 (2), 1723, s., nr. 130, ts. (4) |
Biddaers, Bern. (Ben.), 1758, nr. 50, ts., 1762, nr. 43, ts. |
Biddelo, Dom., 1716, nr. 150, ts. |
Bie, De, Corn. (Joan.), 1758, nr. 50, ts., 1758, nr. 49, ts., 1759, nr. 47, ts. (2) |
Bië, De, Jos., 1762, ru., nr. 42 |
Bie, De, Petr., 1759, nr. 48, ts., 1761, nr. 45 (2) ts. (1) |
Bijl, Lamb., 1715, nr. 151, ts. |
Bilkin, Joan. Bapt., 1730, nr. 107 (1) ts. (2) |
Bincken, Petr. Hub., 1762, ru., nr. 42 |
Bischop (Bisschop), Joan. Corn., 1716, nr. 150, 1716, s., nr. 149 |
Bisschop, Petr., 1722, ru., nr. 133, ts. |
Bischop, Petr. Jac., 1722, p./re., nr. 137, ts. |
Biscop (Bischop), Petr., 1721, ru., nr. 138, ts., 1722, ru., nr. 132, ts., 1723, f., nr. 128, ts., 1723, f., nr. 126 (1) ts. (1), 1724, p., nr. 125, ts., 1724, g., nr. 123 (1) ts. (1), 1724, g., nr. 120, ts., 1725, nr. 119 (1) ts. (1), 1725, s., nr. 118, ts. |
Bist, de, Sim., 1778, ru., nr. 8 |
Blanckaert, Adam., 1715, nr. 151, ts. |
Blanckaert, Henr., 1729, f./g., nr. 110 |
Blanckers, Petr., 1724, g., nr. 123 (1) ts. (1) |
Blinckvliet, Corn., 1777, ru., nr. 14, ts. |
Blommen, Joan., 1763, ru., nr. 40 |
Bludts, Nico., 1774, f., nr. 20, ts., 1775, f., nr. 19, ts., 1783, nr. 1 |
Boeché, Joan. (Bapt.), 1764, ru., nr. 38 (2) |
Bock, de, Franc., 1742, nr. 84, ts., 1742, nr. 82, 1743, re., nr. 80 |
Bock, de, Petr., 1733, nr. 101 |
Bock, De, Petr., 1776, nr. 18, ts. |
Bodaer (Bodar), Franc., 1767, p., nr. 31, ts., 1767, nr. 33, 1768, nr. 30 |
Boen, Gom., 1738, g., nr. 90 (2) |
Boen, Gom., 1762, ru., nr. 42 |
Boey, Petr., 1783, ru., nr. 1 |
Bogaert, van den, Franc., 1747, nr. 71 |
Bogaert, van den, Joan., 1745, nr. 76, ts. |
Bogaert, Van Den, Joan., 1752, nr. 61, ts. |
Bogaert, Van den, Joan. Car., 1759, nr. 47, ts. |
Bogaert, van den, Joan. Mich., 1748, nr. 70, ts. |
Bogaert, Van Den, Petr., 1764, nr. 39 |
Bogaert, Vanden (Van den, Van Den), Car., 1759, nr. 48, ts., 1760, s., nr. 46 (1), ts. (1), 1761, p., nr. 44, ts., 1761, nr. 45 |
Bogaert, van den (Van den, vanden), Joan. Bapt., 1745, nr. 76, ts., 1746, nr. 73, 1747, nr. 71, ts., 1749, nr. 67 |
Bogaert, Van den, Joan. (Bapt.), 1752, nr. 62, 1753, nr. 59, 1754, nr. 57 (2), 1755, nr. 55, 1756, nr. 53, ts., 1757, nr. 52, ts. (2), 1757, nr. 51, ts., 1758, nr. 50, ts., 1758, nr. 50, ts., 1758, nr. 49, ts. |
Bogaerts, Joan., 1760, ru., nr. 46, 1761, ru., nr. 44, 1762, f., nr. 42 (2) |
Bogaerts, Joan., 1779, nr. 2, 1783, f., nr. 1 |
Boghe, Franc. (Jac.), 1722, ru., nr. 133, 1722, ru., nr. 132, 1724, f., nr. 122 (1) ts. (1), 1725, g., nr. 118, 1726, p./re., nr. 117 |
Bois, du, Amatus Jos., 1730, ru., nr. 106 |
Bois, du, Joan. Jos., 1716, nr. 150, ts. |
Bois, du, Jos. Lud., 1715, nr. 151 |
Bois, du, Lud. Jos., 1716, nr. 150 |
Bois, Du, Petr., 1764, nr. 39, ts., 1765, nr. 37, ts. (2), 1765, re., nr. 35, ts. |
Bolle, de (De), Phil., 1765, s., nr. 35, ts., 1766, s., nr. 34 (2), 1768, p., nr. 29, ts., 1768, nr. 30, ts., 1769, nr. 28, ts., 1769, re., nr. 27, ts. |
Bom, Joan., 1750, nr. 65, 1751, nr. 63, 1752, nr. 61, 1753, nr. 59, 1754, nr. 58, 1754, nr. 57 |
Bom, Joan. Bapt., 1720, f., nr. 140, ts., 1721, g., nr. 138, ts., 1722, s., nr. 136, ts., 1722, s., nr. 132, ts., 1723, s., nr. 130, ts., 1724, p., nr. 125, ts., 1724, p., nr. 120, ts., 1725, nr. 119, ts., 1725, re., nr. 118, ts. |
Bom, Norb. (Jos.), 1744, nr. 78, 1745, nr. 76, 1745, nr. 75, 1746, nr. 74 (2), 1746, nr. 73, ts. |
Bombergen (Bomberghen), van, Guil., 1731, ru., nr. 104, 1732, nr. 103, ts., 1732, nr. 102, 1733, nr. 101, 1733, g., nr. 100, 1734, s., nr. 98, 1734, nr. 99 |
Boogaerts, Car., 1752, nr. 61 |
| |
| |
Booghe, Franc., 1723, ru., nr. 127 |
Borckx, Petr., 1732, (76), nr. 102, 1734, nr. 99, ts., 1734, g., nr. 98, ts. |
Bordinckx, Guil., 1762, ru., nr. 42 |
Bordinckx, Joan., 1765, nr. 36 |
Bordinckx, Joan., 1768, f., nr. 29 (1), ts. (1), 1769, f., nr. 27 (1), ts. (1) |
Bordinckx, Joan. Bapt., 1719, g., nr. 141, ts. |
Bordinckx, Joan. Bapt., 1739, nr. 48, 1759, nr. 47, 1760, ru., nr. 46 (3) |
Borrekens, Ant., 1752, nr. 62, 1752, nr. 61, 1753, nr. 60, 1753, nr. 59 (3), 1754, nr. 58, 1754, nr. 57 (2), 1755, nr. 55, 1755, nr. 56 (2), 1756, nr. 54 (2), 1756, nr. 53, 1757, nr. 52 (2), 1757, nr. 51 |
Borrekens, Car., 1742, nr. 84, 1747, nr. 72 (2), 1750, nr. 66, ts. (2) |
Borrekens, Eng., 1737, ru., nr. 92, 1738, ru., nr. 90, 1739, nr. 89, 1739, f., nr. 88, 1740, nr. 87, 1740, g., nr. 86, 1741, nr. 85, 1741, nr. 83, 1742, nr. 84 |
Borrekens, Jac., 1748, nr. 70, 1750, nr. 65, 1751, nr. 64, 1752, nr. 62, 1753, nr. 59 (3), 1754, nr. 57, 1755, nr. 55 (1) ts. (1) |
Borrekens, Jac. Jos. (Hyac.), 1751, nr. 63, 1752, nr. 61 (2), 1753, nr. 60 (1) ts. (1), 1754, nr. 58, 1755, nr. 56, 1756, nr. 54 |
Borrekens, Jac. Lud., 1747, nr. 71, 1751, nr. 63, 1752, nr. 62, 1752, nr. 61 (1) ts. (1) |
Borrekens, Joan., 1743, ru., nr. 80, ts., 1744, nr. 79, ts., 1744, nr. 78, 1745, nr. 75 |
Borrekens, Joan. Car., 1741, nr. 83, ts., 1742, nr. 82, ts., 1745, nr. 76, 1746, nr. 74, 1747, nr. 71 |
Borrekens, Lud., 1748, nr. 69, 1750, nr. 66 |
Borrekens (Borekens), Petr., 1746, nr. 73, 1747, nr. 72, 1749, nr. 68, ts., 1749, nr. 67, ts. |
Borrekens, Petr. Car., 1748, nr. 70, ts. |
Borrewater, Corn., 1783, ru., nr. 1 |
Bosch, van den, Joan., 1737, nr. 93, ts. |
Bosch, vanden, Petr., 1723, g., nr. 129, ts. |
Boschaert, Jac., 1723, ru., nr. 127, ts. |
Bosmans, Joan. Bapt., 1728, f., nr. 113, ts. |
Bosschaert, Ant., 1763, nr. 41, ts. |
Bosschaert, Ant., 1765, ru., nr. 35 (2), 1766, ru., nr. 34, ts., 1767, f., nr. 31 |
Bossche, Van den, Franc., 1765, f., nr. 35, ts. |
Bossche, van den, Gasp., 1776, nr. 18, 1779, ru., nr. 2 |
Bossche, van den, Joan., 1739, nr. 89 |
Bossche, Van den, Joan. Bapt., 1762, nr. 43, ts. |
Bossche, van den, Jos., 1783, ru., nr. 1 |
Bossche, vanden, Gasp., 1776, nr. 18 |
Bossche, vanden, Petr., 1724, s., nr. 124 |
Bouwens, Phil., 1777, s., nr. 14 |
Bouyet, Franc., 1775, f., nr. 19, ts. |
Boxel, van, Hub., 1753, nr. 60, ts. |
Boymans, Aug., 1715, nr. 151 |
Brack, Joan., 1737, nr. 93 |
Brack, Petr., 1765, nr. 37, ts. |
Brants, Mich., 1756, nr. 53, ts. |
Braye, Joan., 1722, g., nr. 135 |
Brillemans, Petr., 1755, nr. 55, ts. |
Broeta, Joan., 1753, nr. 59 (3), 1754, nr. 57 (2) |
Broeta, Jos., 1753, nr. 59, ts., 1754, nr. 57, ts., 1755, nr. 56, ts., 1755, nr. 55, ts., 1756, nr. 53 (1), ts. (1), 1756, nr. 54, ts. (3), 1757, nr. 52 (1), ts. (1), 1757, nr. 51 (2) ts. (1), 1758, nr. 50, ts. |
Brouwers, Henr., 1727, ru./g., nr. 115, 1727, ru./f., nr. 114, ts., 1728, f., nr. 113, 1729, g., nr. 109, ts. |
Bruwier (Bruier, Bruweer), Car., 1730, f./g., nr. 107, 1731, nr. 105, 1734, nr. 99, ts., 1734, s., nr. 98, 1735, s., nr. 96, 1736, p., nr. 94, 1736, nr. 95, ts. |
Bruyn, de, Car., 1776, nr. 18 |
Bruyn, de, Franc., 1721, s., nr. 139, 1722, s., nr. 136, ts., 1723, p./re., nr. 131, 1723, p., nr. 126, 1724, re., nr. 120 |
Bruyn, de, Franc., 1751, nr. 64, ts. |
Bruyn, de, Franc. Jac., 1722, s., nr. 136, ts. |
Bruyn, de, Joan. Bapt., 1721, s., nr. 139 (2), 1721, s., nr. 138, 1722, p./re., nr. 137 |
Bruyn, de, Joan. Lud., 1729, f./g., nr. 110 |
Bruyn, de, Lud., 1727, ru./g., nr. 115, 1728, f., nr. 113 |
Bruyninckx, Joan., 1736, nr. 95, ts., 1737, nr. 93, ts., 1738, nr. 91, ts., 1739, nr. 89, ts. |
Bruyninckx, Joan. Bapt., 1739, p., nr. 88, ts. (2) |
Buck, De, Car., 1761, ru., nr. 44 (1), ts. (1),
|
| |
| |
1763, ru., nr. 40 (1), ts. (1), 1764, f., nr. 38 (1), ts., 1765, g., nr. 35 (1) es. (1) |
Buck, De, Franc., 1761, nr. 45 |
Buck, De (de), Guil., 1765, nr. 36, 1769, nr. 26, ts. |
Buck, de (De), Jac., 1749, nr. 67, 1751, nr. 64 (2), 1751, nr. 63, ts. |
Bunel, Car., 1720, f., nr. 140, ts., 1722, s., nr. 136, 1723, s., nr. 130, ts. (4) |
Bunel, Petr. (Jos.), 1727, ru./g., nr. 115, ts., 1728, f., nr. 113, 1729, f./g., nr. 110, 1730, p./re., nr. 108 |
Bury, Christ., 1757, nr. 51, ts. (2), 1759, nr. 48, ts. |
Buscop, Corn., 1715, nr. 151 |
Busdom, vanden, Dom., 1720, re., nr. 140 |
Busdom, vanden, Joan. Ant., 1714, nr. 152, ts. |
Busdom, vanden, Lud., 1716, s., nr. 149 |
Busdom, vanden, Mel., 1722, g., nr. 135 (2) |
Busselen, van, Corn., 1747, nr. 72 |
Buys, Petr., 1750, nr. 65, ts., 1751, nr. 63, ts., 1754, nr. 58 (1) ts. (1) |
Buys, Petr. Paul., 1751, nr. 63, ts., 1755, nr. 56 |
Bynen, Em., 1765, nr. 37, 1765, ru., nr. 35, 1766, ru., nr. 34, 1767, f., nr. 31, 1767, nr. 33, ts., 1768, nr. 30, ts. (2), 1768, g., nr. 29, 1769, nr. 28, ts., 1769, s., nr. 27 |
Bynen, Henr., 1767, nr. 33, ts. |
Bynen, Henr., 1771, ru., nr. 23 (3) |
Bynen, Phil., 1767, nr. 32 |
Cabes, Petr., 1750, nr. 65, ts. |
Cambier, Edm., 1770, ru., nr. 24, ts. |
Cambier, Joan. Ant., 1718, s., nr. 145, 1719, p., nr. 141, 1720, re., nr. 140 |
Cambier, Jos., 1773, ru., nr. 21, 1774, ru., nr. 20, 1776, g., nr. 17, 1776, s., nr. 15, 1778, p., nr. 11, 1779, re., nr. 7 |
Cambier, Mich., 1765, nr. 36, 1767, ru., nr. 31 (2), 1767, nr. 33 (2) ts. (2), 1768, ru., nr. 29 (1), 1769, nr. 28, 1769, f., nr. 27 (4) |
Cambier, Mich. Dom., 1714, nr. 152, ts. |
Cambier, Petr. Jos., 1716, nr. 150, ts. |
Camp, van, Franc., 1776, ru., nr. 17 (1) ts. (1) |
Camp, Van (van), Mat., 1766, s., nr. 34, ts., 1767, p., nr. 31, ts., 1767, nr. 33, ts., 1768, nr. 30, ts., 1768, re., nr. 29, ts. |
Campen, van (Van), Franc., 1767, ru., nr. 31 (1), ts. (1), 1769, f., nr. 27 (3), 1771, s., nr. 23, ts. (3) |
Campen, van, Petr., 1730, f./g., nr. 107, ts. |
Canfort, van, Walt., 1731, nr. 105, 1730, p., nr. 106 |
Cannaert, Franc., 1769, nr. 26 (1) ts. (1) |
Cannaert, van, Franc., 1776, f., nr. 17, 1779, s., nr. 5, 1783, p., nr. 1 |
Cano, de, Franc., 1739, ru., nr. 88 |
Cant, van, Petr., 1744, nr. 79, ts. (2) |
Cantfoort, van, Walt., 1730, p./re., nr. 108 |
Cantfort, (van) (-), Joan. (Jac.), 1733, nr. 101, 1733, s., nr. 100 |
Cantfort, van, Waut., 1724, ru., nr. 121, ts., 1724, p., nr. 125, ts., 1725, ru., nr. 118, ts., 1727, ru./g., nr. 115, ts. |
Capiët, Joan., 1761, ru., nr. 44 (2), 1762, ru., nr. 42 (2) |
Carlier, Steph., 1727, nr. 116, ts. |
Carolus, Joan., 1739, nr. 89, ts., 1739, f., nr. 88, ts. (2), 1740, nr. 87, ts., 1740, g., nr. 86, ts., 1741, nr. 85, ts., 1741, nr. 83, ts. |
Carolus, Theo., 1769, f., nr. 27, ts. |
Casteels, Franc., 1744, nr. 79, ts., 1745, nr. 76, ts., 1746, nr. 74, ts., 1747, nr. 72 (2), 1747, nr. 71, ts. |
Caudeliers, Joan., 1748, nr. 70 |
Caulier, Gasp., 1751, nr. 63 |
Cauwenberghe, van, Lud., 1721, s., nr. 139 |
Celen, Franc., 1749, nr. 68, ts., 1749, nr. 67, ts. (2) |
Cels, Mart., 1767, nr. 32, 1769, nr. 26 (2) |
Cels, Mart., 1770, ru., nr. 24, 1773, g., nr. 21, 1776, p., nr. 17, 1776, re., nr. 15 (2), 1777, re., nr. 14 |
Cels, Petr., 1744, nr. 79, ts. |
Celst, van (Van), Ant., 1762, s., nr. 42, 1764, p., nr. 38, 1765, nr. 37, 1765, re., nr. 35 |
Ceulemans, And., 1778, s., nr. 11, 1779, p., nr. 6 |
Ceulemans, Nico., 1721, s., nr. 139, 1723, p./re., nr. 131 |
Ceulemans, Petr., 1723, ru., nr. 127, 1724, f., nr. 122 (1) ts. (1), 1724, f., nr. 120, ts., 1725, nr. 119 (2), 1730, p./re., nr. 108, 1730, p., nr. 106, ts. |
| |
| |
Ceurvorst, Balt., 1757, nr. 51 |
Chantraine, Joan. Bapt., 1772, s., ts., nr. 22 |
Charlè (Charlé), Paul. (Thom.), 1721, s., nr. 139, 1721, s., nr. 138, 1722, s., nr. 136, 1722, s., nr. 132, 1723, p./re., nr. 131 |
Charlè, Petr., 1725, ru., nr. 118 |
Charlè, Thom. Paul., 1723, p., nr. 126 |
Cina, van, Henr., 1733, re., nr. 100, ts. (2) |
Claesens, And., 1722, g., nr. 135 (2) |
Claesens, Joan., 1724, f., nr. 122 |
Claesens, Joan. Bapt., 1731, g., nr. 104 |
Claessens, And., 1726, p./re., nr. 117, ts. |
Claessens, And., 1758, nr. 49, ts., 1759, nr. 48 (2), 1760, f., nr. 46 (1), ts. (1), 1761, g., nr. 44 (1), ts. (1), 1761, nr. 45, ts., 1762, s., nr. 42 (1), ts. (1), 1762, nr. 43, ts., 1763, s., nr. 40 (1), ts. (1) |
Claessens, Car., 1755, nr. 56, ts., 1755, nr. 55, ts., 1756, nr. 53, ts., 1756, nr. 54, ts., 1757, nr. 52, ts. (2), 1757, nr. 51, ts. |
Claessens, Jac., 1716, s., nr. 149 |
Claessens, Joan., 1727, nr. 116 |
Claessens, Joan. Bapt., 1730, f., nr. 106, 1732, nr. 103, 1732, nr. 102 (1), ts. (1), 1733, nr. 101 (2) |
Claessens, Jos., 1745, nr. 76, ts. |
Claukens, Guil., 1742, nr. 84 |
Cleré, Paul., 1735, ru., nr. 96 |
Clerin, Paul., 1741, nr. 85, ts., 1741, nr. 83, ts. |
Clest, Van, Ant., 1760, f., nr. 46 |
Cleyn, de, Joan., 1769, nr. 26 |
Cleyn, De, Laur., 1773, f., nr. 21, ts., 1778, re., nr. 13 |
Cleynejans, Joan. Vin., 1727, f., nr. 114 |
Cleynjans, Joan., 1727, nr. 116, ts. |
Clyn, De, Petr., 1767, nr. 32, ts. |
Cnaepkens, Franc. (Laur.), 1757, nr. 52, 1757, nr. 51, 1758, nr. 50, ts., 1758, nr. 49, ts. (2) |
Cockelet, Joan., 1762, g., nr. 42, ts. |
Cockelet, Joan. Phil., 1764, nr. 39, ts. |
Cockx, Joan., 1767, nr. 32, ts., 1769, nr. 26, ts., 1771, ru., nr. 23 (1) ts. (1) |
Cockx, Theo., 1783, s., nr. 1 |
Cocqueel, Franc., 1763, nr. 41 (2) |
Coelman, Jac., 1760, ru., nr. 46 |
Coen, de, Petr. Jos., 1723, ru., nr. 127 |
Coenen, Franc., 1733, nr. 101, ts. (2), 1733, s., nr. 100, 1734, nr. 99, ts., 1734, p., nr. 98 |
Coenen, Ger., 1731, nr. 105, ts., 1731, g., nr. 104 (2), 1732, nr. 103, ts. (2) |
Coenen, Ign., 1733, nr. 101, ts., 1733, g., nr. 100, ts., 1734, s., nr. 98, ts., 1735, nr. 97, ts., 1735, s., nr. 96, ts., 1736, nr. 95, ts., 1737, nr. 93, ts., 1737, re., nr. 92, ts. |
Coens, Joan., 1733, nr. 101 (2) |
Cogels, Joan. Bapt., 1726, p./re., nr. 117, ts., 1727, nr. 116, ts., 1727, p., nr. 114, ts. |
Colbeir, Henr., 1758, nr. 50, ts. |
Colins, Georg., 1733, ru., nr. 100, 1734, nr. 99, ts., 1737, nr. 93, ts., 1738, nr. 91, ts., 1738, p., nr. 90, ts. |
Coninck, de, Car., 1723, g., nr. 129, ts. |
Coninck, de, Franc., 1716, nr. 150, ts. |
Coninck, de, Joan., 1720, ru., nr. 140, 1724, s., nr. 124 |
Coninck, de, Joan. Henr., 1722, ru., nr. 133, ts |
Coninck, de, Joan. Henr., 1722, f., nr. 134 (1), ts. (1), 1723, g., nr. 129 (1) ts. (1)., 1723, ru., nr. 127, 1724, f., nr. 122, 1727, nr. 116 |
Coninck, De (de), Phil., 1729, ru./f., nr. 109, 1730, f./g., nr. 107, 1731, f., nr. 104, 1732, nr. 102 (1) ts. (1) |
Coolput, Henr. P., 1756, nr. 54, ts. |
Cooppal, Joan., 1762, f., nr. 42 (2), 1763, g., nr. 40, 1764, s., nr. 38, 1765, nr. 37, 1765, s., nr. 35 |
Cooppal, Joan. Seb., 1760, ru., nr. 46, 1761, ru., nr. 44, 1761, nr. 45, 1763, g., nr. 40 |
Cooppal, Jos., 1778, s., nr. 11, 1779, p., nr. 6 |
Cooppal, Petr., 1778, g., nr. 10, 1783, s., nr. 1 |
Coppens, Balt., 1723, ru., nr. 127, ts., 1723, ru., nr. 126, 1724, ru., nr. 121, ts., 1725, nr. 119, ts., 1725, g., nr. 118, ts., 1726, p./re., nr. 117, ts. |
Coppens, Balt., 1729, nr. 111, ts., 1729, f/g., nr. 110, ts., 1729, g., nr. 109, ts., 1730, p./re., nr. 108, ts. |
Cornelissen, Jac., 1755, nr. 56 |
Cornelissens, Dom., 1765, nr. 36, ts. |
Cornelissens, Jac., 1718, ru., nr. 145, 1721, s., nr. 139 |
| |
| |
Cornelissens, Jac., 1769, nr. 26, ts. |
Cornet, Joan. (Jos.), 1727, ru./g., nr. 115, ts., 1727, ru., nr. 114 (1) ts. (1), 1728, f., nr. 113, ts. |
Corpus, Franc., 1748, nr. 70 |
Corput, van den (vanden), Franc., 1748, nr. 69 (3), 1749, nr. 68 (2) |
Corput, Van den, Joan., 1751, nr. 64, ts. |
Corput, van den (Vanden), Joan. Bapt., 1750, nr. 66, ts., 1750, nr. 65, ts., 1751, nr. 64, ts., 1752, nr. 62, ts., 1753, nr. 59, ts. |
Corput, vanden, Joan., 1750, nr. 66, ts. |
Cort, de, Alex., 1776, nr. 18 (3) |
Cort, de, Bern. (Norb.), 1723, s., nr. 130, 1724, p., nr. 125, 1725, nr. 119 |
Corthals, Jac., 1768, g., nr. 29, ts., 1769, s., nr. 27, ts. |
Corvers, Alex., 1751, nr. 63, ts. |
Costermans, Arn., 1765, nr. 36, 1767, nr. 32 |
Costermans, Arn., 1768, ru., nr. 29, 1771, g., nr. 23, 1772, s., nr. 22, 1773, s., nr. 21, 1774, p., nr. 20, 1775, re., nr. 19 |
Costermans, Mich., 1763, nr. 41, ts. |
Costermans, Petr. (Jac.), 1763, nr. 41 (2), 1765, nr. 36 |
Cousyns, Phil., 1756, nr. 53, ts., 1757, nr. 52, ts. (3), 1757, nr. 51, ts. |
Couwenberghe, van, Lud. Jos., 1722, s., nr. 132, ts. |
Craen, Franc., 1744, nr. 78, 1745, nr. 75, 1746, nr. 73, 1747, nr. 72 (2), 1747, nr. 71, ts., 1748, nr. 69, ts. |
Craen, Joan. Bapt., 1724, ru., nr. 121, ts. |
Craen, Joan. Car., 1747, nr. 72, ts. |
Craen, Petr., 1737, nr. 93, 1738, f., nr. 90, 1763, nr. 41 (2), 1765, nr. 36 |
Craen, de, Franc., 1750, nr. 66 |
Craen, De, Joan., 1756, nr. 54 |
Craen, de, Joan. Alex., 1757, nr. 52 |
Craen, de, Joan. Car., 1722, f., nr. 134, ts. |
Craen, de, Petr., 1748, nr. 69 |
Craesbeeck, Ign., 1716, nr. 150, 1718, p., nr. 145, 1718, p., nr. 145, ts. |
Cramp, Mel., [[1779]], nr. 3 |
Cremers, Jac., 1769, s., nr. 27, ts., 1770, s., nr. 24, ts. (2), 1770, nr. 25, ts., 1771, p., nr. 23, ts., 1772, re., nr. 22, ts. |
Cremers, Jac. Jos., 1766, ru., nr. 34, ts., 1767, f., nr. 31, ts., 1768, g., nr. 29, ts., 1769, nr. 28, ts. |
Cremers, Jos., 1765, nr. 37, ts. |
Croesen, Henr., 1777, re., nr. 14, ts. |
Crols, Joan. Bapt., 1778, ru., nr. 8, [[1779]], nr. 3, 1783, g., nr. 1 |
Crosiers, Joan., 1746, nr. 73, ts. |
Cruydt-Plant, de, Franc., 1726, p./re., nr. 117 |
Cruysmans, Henr., 1778, nr. 9, 1779, g., nr. 4, 1783, s., nr. 1 |
Cruysmans, Noë, 1765, nr. 36, ts. |
Cruyt plant, de, Franc., 1724, s., nr. 124 |
Cuvelier, Bern., 1735, nr. 97, ts. |
Cuylen, Petr., 1731, ru., nr. 104, 1732, nr. 103, 1732, nr. 102, 1733, nr. 101, 1734, nr. 99 (2), 1734, g., nr. 98, 1735, nr. 97, 1735, s., nr. 96, 1737, nr. 93, ts., 1737, p., nr. 92, ts. |
Dael, van, Corn., 1732, (76), nr. 102 |
Dael, van, Jud., 1721, f., nr. 138, ts. |
Daemen, Gasp., 1737, nr. 93, ts. |
Dale, van, Jud., 1722, p./re., nr. 137, 1722, g., nr. 135 |
Dale, van, Lud., 1722, g., nr. 132 |
Damen, Gasp., 1736, nr. 95, ts., 1737, s., nr. 92, ts., 1738, s., nr. 90, ts., 1739, nr. 89, ts., 1739, p., nr. 88, ts. Damiens, And. Ger., 1718, f., nr. 145, 1721, s., nr. 139, 1723, re., nr. 126 |
Danco, Joan., 1756, nr. 53, ts., 1756, nr. 54, ts. |
Danco, Lud., 1755, nr. 56, nr. 56, 1756, nr. 54 |
Daniels, Joan., 1776, nr. 18 |
Dapel, Van, Joan. Bapt., 1765, re., nr. 35, ts. |
Deckers, Joan., 1724, s., nr. 124, ts. |
Deckers, Phil., 1730, p./re., nr. 108, ts. |
Delens, Petr., 1723, ru., nr. 127 |
Delessart, Lud., 1755, nr. 55 |
Delft, Van, Jac., 1756, nr. 53, 1756, nr. 54, 1757, nr. 52, 1757, nr. 51, 1758, nr. 50, 1758, nr. 49 (2), 1759, nr. 48, 1759, nr. 47 |
Delft, Van, Joan., 1757, nr. 51, 1760, s., nr. 46 (2), 1760, s., nr. 46, 1761, s., nr. 44 |
Delft, van, Joan. Bapt. (Jos.), 1720, f., nr. 140 (2), 1722, s., nr. 136, 1724, p., nr. 125,
|
| |
| |
1724, p., nr. 120, 1725, nr. 119 |
Delft, Van, Joan. Bapt., 1757, nr. 52, 1758, nr. 50 (2), 1758, nr. 49, 1759, nr. 48, 1759, nr. 47, 1761, s., nr. 44, 1761, nr. 45 |
Delft, van, Jos., 1753, nr. 60, 1753, nr. 59, 1754, nr. 58 (2), 1754, nr. 57 (2), 1755, nr. 56, 1755, nr. 55, 1756, nr. 53, 1756, nr. 54, 1757, nr. 52, 1757, nr. 51 |
Delvaulx, Laur. (Jac.), 1729, nr. 111, 1729, s., nr. 109 (2) |
Delvaux, Guil., 1733, nr. 101 |
Dens, Joan., 1718, re., nr. 145, ts. |
Dens, Theo. Em., 1723, g., nr. 129 |
Derton, van, Car., 1725, ru., nr. 118, ts. |
Deurm, van, Joan., 1742, nr. 82 |
Deurme, van, Franc., 1770, p., nr. 24, ts., 1770, nr. 25, ts. (2), 1771, re., nr. 23, ts. |
Deventer, van, Joan. Bapt., 1746, nr. 73, 1747, nr. 71, 1748, nr. 70 (2) |
Devloo, Henr., 1734, nr. 99, ts. |
Devoys, Petr., 1758, nr. 50, ts. (2) |
Dierckx, Joan., 1746, nr. 74, ts. |
Diercxsens (Diricxsens), (Joan.) Franc., 1718, s., nr. 145 (1), ts. (1), 1719, p., nr. 141, ts., 1720, re., nr. 140, ts. |
Diericksens (Dirickxsens, Dirrixsens), Franc., 1742, nr. 82, 1743, ru., nr. 80, 1745, nr. 76 |
Dierickx, Joan., 1769, nr. 28, ts. |
Dillemans, Joan., 1763, nr. 41 |
Dillis, Corn., 1761, nr. 45, ts. |
Dillis, Henr., 1763, nr. 41 |
Dirix, Ant., 1730, s., nr. 106 (2) ts. (1), 1731, p., nr. 104, ts. |
Dirix, Ant., 1754, nr. 58 (2), 1754, nr. 57 (2) |
Dom, Joan., 1745, nr. 76 |
Donck, Franc., 1724, ru., nr. 121 |
Doncker, de, Petr., 1778, re., nr. 13 |
Dongen (Donghen), van (Van), Guil., 1746, nr. 74, 1747, nr. 71, 1748, nr. 70, 1748, nr. 69, 1742, nr. 82, ts., 1747, nr. 72, 1749, nr. 68 |
Dooren, van, Jud., 1730, f., nr. 106, 1734, nr. 99, ts., 1735, nr. 97 |
Doorne, van, Jac., 1740, nr. 87 |
D'olislagers (D'olislaegers, D'olislager), Dom., 1737, nr. 93, ts., 1736, nr. 95, ts., 1736, ru., nr. 94, ts., 1737, f., nr. 92, ts., 1738, nr. 91 (1) ts. (1), 1738, ru., nr. 90, ts. |
D'or (D'Or, Dor), Lud., 1752, nr. 61 (1) ts. (1), 1753, nr. 60, ts., 1754, nr. 57 (2), |
D'or, Lud., 1776, nr. 18 |
D'or, Lud., 1778, ru., nr. 8, 1779, f., nr. 2, [[1779]], nr. 3, 1783, g., nr. 1 |
Doren, Van, Eng., 1760, ru., nr. 46 |
Doren, van, Jac., 1740, ru., nr. 86 |
Doren, van, Jud., 1728, f., nr. 113, 1731, g., nr. 104, 1733, s., nr. 100, ts., 1734, p., nr. 98, ts. |
Dorp, vanden, Jac., 1719, nr. 143 |
Dries, Van den, Bern., 1752, nr. 62, ts. |
Dries, Van den (van den), Henr., 1747, nr. 71, 1751, nr. 64, 1751, nr. 63 (2), 1751, nr. 63, 1752, nr. 62, ts., 1753, nr. 60, ts. |
Dries, Vanden, Petr., 1773, s., nr. 21 |
Driesen (Driessen), Petr. Ser., 1765, f., nr. 35 (1) ts (1), 1770, re., nr. 24, 1770, nr. 25 |
Dueren, van, Corn., 1769, f., nr. 27, ts. |
Dueren, Van, Corn. Mar., 1765, nr. 36 |
Dunnegem, van, Guil., 1727, ru./g., nr. 115, ts., 1727, g., nr. 114, ts. |
Durant, Petr., 1714, nr. 152, 1716, nr. 150 |
Dyck, van (Van), Petr., 1724, f., nr. 122, 1727, nr. 116(2), 1729, re., nr. 109, ts. |
Dyck, van (Van), Petr. Jos., 1765, nr. 37, ts., 1765, s., nr. 35, rs. |
Dyck, van, Petr. Laur., 1729, nr. 111, ts. |
Ectors, Mart., 1760, s., nr. 46, 1761, nr. 45 (2) |
Ectors, Petr., 1758, nr. 50 |
Eechoven (Eeckhoven, Eeck-hoven), van (-), Petr., 1722, ru., nr. 133, 1723, f., nr. 128 (2), 1724, g., nr. 123 (2), 1727, p., nr. 114 |
Eeckhoven, van (-), Jac., 1715, nr. 151, 1716, nr. 150, 1716, g., nr. 149, 1718, p., nr. 145, 1719, re., nr. 141 |
Eeckhoven, Petr., 1722, p./re., nr. 137 |
Eeckhoven, Van, Jac., 1765, nr. 36, ts., 1766, f, nr. 34, ts., 1 767, g., nr. 31 (2) |
Eede, vanden, Joan. Bapt., 1722, g., nr. 135 (3) |
Eerden, van, Aug., 1730, f./g., nr. 107 |
Eersten, van den (vanden), Sim., 1748, nr. 69 (2), 1749, nr. 67 (2), 1749, nr. 68 (2), 1750, nr. 66(1), ts. (1), 1751, nr. 64 |
| |
| |
Elinck, Joan., 1747, nr. 71, ts. |
Elsen, van, Mich. And., 1724, p., nr. 125, ts. |
Elst, Vander (Van Der), Joan., 1755, nr. 56, ts., 1755, nr. 55, ts., 1756, nr. 54, ts., 1757, nr. 52, ts. (2) |
Elst, Vander (Van Der), Joan., 1761, nr. 45, ts., 1761, s., nr. 44 (1), ts. (1), 1762, s., nr. 42, ts., 1762, nr. 43, ts., 1763, p., nr. 40, ts., 1764, nr. 39, ts., 1764, re., nr. 38, ts. |
Emmerechts, Jac., 1736, f., nr. 94, ts., 1737, nr. 93, ts., 1737, g., nr. 92, ts. |
Esbroeck, van, Franc., 1776, nr. 18, ts., [[1779]], nr. 3 |
Eupen, van, Franc., 1779, nr. 2, 1783, f., nr. 1 |
Everaerts, Alex., 1743, E, nr. 80, 1744, nr. 79, ts. |
Everaerts, Franc., 1750, nr. 65, ts. |
Everaerts, Hub., 1760, f., nr. 46, ts., 1762, s., nr. 42, (1) ts. (1), 1762, nr. 43, ts. |
Everaes, Franc., 1722, g., nr. 135 |
Everard (Everaert), Car., 1722, g., nr. 135 (2), 1722, g., nr. 132, 1723, s., nr. 130,1724, s., nr. 124, 1724, s., nr. 120 |
Everard, Joan., 1723, s., nr. 126 |
Eykens, Petr., 1753, nr. 60 |
Eynde, vanden, Joan., 1770, ru., nr. 24, ts. |
Faes, Petr., 1724, p., nr. 125, ts., 1729, nr. 111, ts., 1729, p., nr. 109, ts. |
Fagardo, Franc., 1764, nr. 39, ts., 1765, nr. 37, ts., 1766, p., nr. 34, ts., 1767, re., nr. 31, ts., 1767, nr. 33, ts. |
Faille, della, Em., 1739, ru., nr. 88 |
Farvacques, de, Franc., 1749, nr. 68 |
Farvacques, De, Jac., 1739, nr. 89 |
Farvacques (Fervacques), de, Jos., 1735, ru., nr. 96, 1736, nr. 95, 1736, ru., nr. 94, 1737, nr. 93, 1737, f., nr. 92 (2) |
Farvacques, de, Norb., 1743, ru., nr. 80, 1744, nr. 79, 1748, nr. 69, ts. (2), 1749, nr. 68, 1749, nr. 67, ts., 1750, nr. 66, ts. |
Felbier, Car. (Jos.), 1722, f., nr. 134, rs., 1723, g., nr. 129, ts., 1724, s., nr. 124, 1725, nr. 119 |
Ferret, Joan. Franc., 1748, nr. 70, ts. |
Fierens, Jac., 1722, s., nr. 136, ts., 1724, re., nr. 120 |
Fierens, Jos., 1722, s., nr. 136, 1722, s., nr. 132(2), 1723, s., nr. 130 |
Fierens, Petr., 1749, nr. 68, ts., 1749, nr. 67, ts., 1750, nr. 65, ts. |
Fierens, Petr. Jos., 1751, nr. 63, ts., 1752, nr. 62, ts., 1752, nr. 61, ts., 1753, nr. 60 (1) ts. (1), 1753, nr. 59, 1754, nr. 58 (1) ts. (1), 1754, nr. 57 (2) ts. (1) |
Fierens, Theo., 1755, nr. 55, ts., 1757, nr. 52 |
Fladderack, van (-), Jos., 1722, ru., nr. 133, 1723, E, nr. 128, 1724, g., nr. 123(1), ts. (1) |
Follet, Ign., 1758, nr. 50, 1758, nr. 49 |
Force, la, Petr., 1743, E, nr. 80 |
Francisquin, Joan. Bapt., 1751, nr. 63 |
Franck, Car., 1770, nr. 24, ts. (2), 1770, nr. 25, ts. |
Francot, (Joan.?), 1755, nr. 56 |
Francot, Phil., 1729, nr. 111, 1729, f./g., nr. 110, 1729, g., nr. 109 |
Francq, Jac., 1714, nr. 152, ts. |
Frans, Joan., 1760, f., nr. 46, ts. |
Fransen, Jos., 1735, nr. 97 |
Fransen, Petr., 1734, s., nr. 98, ts., 1735, nr. 97, 1735, s., nr. 96, ts. |
Franssens, Joan., 1747, nr. 72, ts., 1748, nr. 69, ts. |
Fret, Jos., 1719, nr. 143, 1720, p., nr. 140, ts. |
Frou, Jac., 1775, ru., nr. 19 |
Frou, Joan., 1738, nr. 91, ts. |
Frou, Jos., 1751, nr. 64, ts., 1751, nr. 63, ts., 1752, nr. 62, ts. (2) |
Frou, Petr., 1751, nr. 63, ts. |
Gand, de, Ant. Franc., 1724, g., nr. 123 |
Geenrudts, Petr., 1765, nr. 37, 1765, ru., nr. 35 |
Geens, Car., 1750, nr. 66, 1750, nr. 65, 1751, nr. 64, 1751, nr. 63, ts. |
Geens, Corn., 1744, nr. 78, ts. |
Geens, Joan., 1752, nr. 61, ts. |
Geeraers, Ant., 1755, nr. 55 |
Geeraerts, Aug., 1716, s., nr. 149 |
Geeraerts, Joan., 1776, p., nr. 17, ts. (2) |
Geeraerts, Joan. Petr., 1714, nr. 152, ts., 1715, nr. 151, es., 1716, nr. 150, ts. |
Geeraerts, Paul., 1750, nr. 66, 1752, nr. 61, ts. |
Geeraerts, Petr., 1715, nr. 151 |
Geertruyen (Geetruyen), Van, Jud., 1756,
|
| |
| |
nr. 54, ts., 1756, nr. 53, 1759, nr. 48, ts. |
Geerts, Guil., 1743, re., nr. 80 |
Gelder, de, Petr., [[1779]], nr. 3, 1783, g., nr. 1 |
Geley, Dom., 1745, nr. 76, 1745, nr. 75, 1746, nr. 74, 1746, nr. 73, 1747, nr. 72, 1748, nr. 69, 1749, nr. 68, ts., 1749, nr. 67, 1750, nr. 66, 1750, nr. 65 |
Geley, Petr., 1746, nr. 74, ts., 1747, nr. 71, ts., 1748, nr. 70 |
Gellaerts, Henr., 1735, nr. 97, ts., 1736, nr. 95, 1736, f., nr. 94, 1741, nr. 85, ts., 1741, nr. 85, ts. |
Geloude, Ben., 1732, nr. 103 |
Gendarme, le, Joan. Bapt., 1723, s., nr. 130, ts. |
Genoels, Balt., 1774, g., nr. 20, ts., 1775, s., nr. 19, ts. |
Gerardi, Franc., 1761, nr. 45, 1764, s., nr. 38, ts., 1768, nr. 30, ts. |
Ghyon, Hier., 1714, nr. 152, ts. |
Ghysbrechts (Ghijsbrechts), Jud., 1722, f., nr. 134, Jud., 1723, g., nr. 129 (2) ts. (1), Jud., 1723, g., nr. 126, ts. Jud., 1724, s., nr. 124 Jud., 1727, nr. 116, ts. |
Ghysbrechts, Petr., 1742, nr. 82 |
Gilbert, Ant., 1722, ru., nr. 133, 1723, ru., nr. 127, 1724, f., nr. 122 |
Gilbert, (Thom.) Petr., 1723, s., nr. 130, 1724, p., nr. 125 |
Gillis, Joan., 1723, ru., nr. 126, 1724, ru., nr. 120, 1725, nr. 119 (1) ts. (1), 1725, f., nr. 118 |
Gillis, Joan. (Norb.), 1759, nr. 47, 1760, f., nr. 46 |
Gillis, Joan. Mich., 1724, ru., nr. 121, 1727, s., nr. 114, 1729, nr. 111 |
Gillis, Jos., 1732, nr. 103, 1732, nr. 102, 1733, ru., nr. 100 (2), 1734, nr. 99, 1734, f., nr. 98, 1735, nr. 97, 1736, nr. 95 |
Gillis, Lud., 1730, f./g., nr. 107, |
Gillis, M., 1729, p., nr. 109 |
Gils, van, Joan. Bapt., 1770, ru., nr. 24, 1772, g., nr. 22 |
Gobaerts Joan., 1749, nr. 68 |
Gobbaerts (Gobbarts), Joan., 1722, ru., nr. 133, ts., 1723, ru., nr. 127, ts., 1724, ru., nr. 121, ts., 1729, nr. 111, ts. |
Gobbaerts Joan. Henr., 1727, nr. 116, rs, |
Goetsbloet (Goetbloets), praen. Petr., 1776, ru., nr. 15, 1777, ru., nr. 14, 1778, ru., nr. 8 |
Goevaerts zie Govaerts |
Goffin Joan., 1738, nr. 91, ts. |
Coffin Jos., 1736, nr. 95, ts., 1739, nr. 89, ts. |
Gomez, Bern., 1756, nr. 53 |
Goorlaecken, Van, Jac., 1760, f., nr. 46, 1762, nr. 43, ts. |
Goossens, Guil., 1737, nr. 93, 1737, ru., nr. 92, ts. |
Goris, (Joan.) Car., 1749, nr. 67, 1750, nr. 65, ts. |
Gossy, Ant., 1755, nr. 56, ts., 1755, nr. 55, ts., 1756, nr. 53, ts., 1756, nr. 54, ts. |
Govaers, Corn., 1771, p., nr. 23, ts., 1772, re., nr. 22, rs. |
Govaerts (Goevaerts), Joan., 1728, f., nr. 113, 1729, nr. 111, 1729, f./g, nr. 110, 1732, nr. 103, 1734, re., nr. 98 |
Grangé, Henr. (Petr. Jos.), 1728, f., nr. 113, 1729, f./g., nr. 110, ts., 1730, p./re., nr. 108, ts., 1730, f./g., nr. 107, ts., 1730, f, nr. 106, ts., 1731, g., nr. 104 (1) ts. (1), 1732, nr. 103, ts. (2), 1733, s., nr. 100, 1734, p., nr. 98, 1735, re., nr. 96 |
Grangé, Joan. (Petr.), 1737, nr. 93, 1737, s., nr. 92, 1738. nr. 91, ts., 1738, p., nr. 90, ts. |
Grangé Joan., 1766, ru., nr. 34 |
Grangé Jos., 1737, nr. 93 |
Grée, De, Petr. Jos., 1764, g., nr. 38, ts., 1765, s., nr. 35, ts., 1766, p., nr. 34, ts. |
Greé [Major], De, Petr, Jos., 1765, nr. 37, ts. |
Greé [Minor], De, Petr. Jos., 1765, nr. 37, ts. |
Gregoir, Mat., 1776, ru., nr. 17, ts., 1777, f, nr. 14, ts. |
Grelle, Le, G er., 1759, nr. 47 (2), 1760, ru., nr. 46 (2), 1762, nr. 43, 1764, s., nr. 38, ts., 1765, nr. 37, ts. (2) |
Grelle, Le, Guil.. 1762, nr. 43, 1763, ru., |
nr. 40 (2), 1764, nr. 39, 1764, f., nr. 38 (2), 1765, g., nr. 35, 1766, s., nr. 34, 1767, s., nr. 31, 1768, p., nr. 29 |
Grelle, Le (le), Henr., 1763, nr. 41 (2), 1766,
|
| |
| |
ru., nr. 34, es., 1767, nr. 33, es., 1768, nr. 30, es. (2), 1768, g., nr. 29 (1) ts. (1) |
Grelle, Le, Joan., 1776, nr. 18 |
Greveraet, Bart., 1722, ru., nr. 133, 1723, f., nr. 128(2) |
Grigis, Joan. (Steph.), 1728, f., nr. 113, 1729, f./g., nr. 110, 1729, f., nr. 109, 1730, f./g., nr. 107, 1730, g., nr. 106(1)ts. (1) |
Grigis, Nico., 1736, ru., nr. 94, 1737, nr. 93, 1737, ru., nr. 92, 1738, f., nr. 90 (2), 1739, g., nr. 88 |
Grigis, Steph., 1731, nr. 105, 1731, s., nr. 104, 1732, nr. 102, 1734, nr. 99 |
Grimbergen, van (Van), Petr., 1768, g., nr. 29, ts., 1769, s., nr. 27, ts., 1770, s., nr. 24, ts., 1770, nr. 25, ts., 1772, p., nr. 22, ts. |
Grisoor (Grysoir), Franc., 1731, nr. 105, 1733, nr. 101, ts., 1733, g., nr. 100, ts., 1735, nr. 97, ts., 1735, s., nr. 96, ts. |
Groenewout, in't, Joan. Bapt., 1769, nr. 28 |
Grove, De (de), Balt., 1752, nr. 62, ts., 1753, |
nr. 60, ts., 1753, nr. 59, ts., 1754, nr. 58, ts., 1755, nr. 56, ts., 1756, nr. 53, ts., 1756, nr. 54, ts. |
Grove, de, Ferd., 1735, nr. 97 |
Grove, de, Joan., 1749, nr. 68, ts. |
Gruels, de, Joan. Bapt., 1759, nr. 48 |
Grulst, de, Lud., 1719, nr. 143 |
Gruytters, de, Joan., 1776, nr. 18(1), ts. (1) |
Gysbrecht, Petr., 1776, nr. 18 |
Gysbrechts, Jac., 1718, p., nr. 145 (1) ts. (1) |
Gysbrechts, Jud., 1725, nr. 119, ts., 1726, p./re., nr. 117, ts. |
Gysels, Jac., 1722, ru., nr. 133, ts., 1723, ru., nr. 127, ts., 1724, f., nr. 122 |
Haegen Deesbeecke (Haghen d'Eesbeke), vander (Vander), Joan., 1746, nr. 74, 1748, nr. 69, ts., 1749, nr. 67, ts., 1751, nr. 64, ts., 1751, nr. 63 |
Haen, De (de), Car., 1753, nr. 60, ts., 1753, nr. 59, ts., 1754, nr. 58, ts., 1754, nr. 57, ts., 1755, nr. 56, ts., 1755, nr. 55, ts., 1756, nr. 54, ts., 1757, nr. 52, ts., 1757, nr. 51, ts., 1758, nr. 50, ts., 1758, nr. 49, ts., 1759, nr. 48, ts., 1759, nr. 47, ts. |
Haen, de, Car., 1776, nr. 18 (1), ts. (1) |
Haen, de, Franc., 1727, nr. 116 (2) |
Haenegraeff, Joan. (Corn.), 1770, nr. 25, ts. (3), 1773, p., nr. 21, ts. |
Haenegraefs, Bernardinus, 1778, nr. 9 |
Haerschot, van, Theo., 1724, ru., nr. 121 |
Haes, De, Joan. (Nico.), 1767, nr. 32, ts., 1769, nr. 28, ts. (2) |
Hagen, vander, Joan., 1747, nr. 71, ts. |
Ham, van, Corn., 1778, ru., nr. 8 |
Ham, van, Henr. (Franc.), 1772, f., nr. 22, 1778, re., nr. 13, 1778, re., nr. 11 |
Hasselt, van, Mart., 1776, nr. 18 (2) |
Hauten, van, Til., 1714, nr. 152, 1716, nr. 150 |
Hayoit, Jos., 1783, s., nr. 1 |
Hebrant, Jac. (Jos.), 1757, nr. 51, 1758, nr. 50, ts. |
Hecke, van, Christ., 1747, nr. 72, ts. |
Hecke, van den. And., 1726, p./re., nr. 117, ts. |
Hecke, vanden, Car., 1726, p./re., nr. 117 |
Heldt, de. Car., 1735, nr. 97, ts. |
Helinck, Joan. Aug., 1746, nr. 74 |
Hellaert, Ferd., 1769, nr. 28, ts. (2), 1773, s., nr. 21, 1774, s., nr. 20, 1775, p., nr. 19 (2) |
Helsel, Car., 1765, nr. 36 |
Helsel, Jos., 1766, s., nr. 34, ts., 1767, s., nr. 31, ts., 1768, nr. 30, ts. |
Helst, vander, Ambr., 1744, nr. 79, ts. |
Hencxthoven, van, Em., 1776, s., nr. 17, es. (2) |
Hencxthoven, van (Van), Joan., 1774, f., nr. 20, ts., 1775, g., nr. 19, ts. |
Hencxthoven, (Henxthoven) Van, Mich. (And.), 1759, nr. 47, ts. (2), 1760, f., nr. 46, ts., 1761, nr. 45, ts., 1761, g., nr. 44 (1), ts. (1), 1762, s., nr. 42, ts., 1763, s., nr. 40, ts., 1764, nr. 39, ts., 1764, p., nr. 38, ts. |
Herboriom (Herbariom), Aeg., 1722, ru., nr. 133, ts., 1724, ru., nr. 121 |
Hermans, Ben., 1758, nr. 50 (2) |
Hermans, Car., 1721, g., nr. 138, ts., 1722, s., nr. 136, ts., 1722, s., nr. 132, ts., 1723, s., nr. 130, ts., 1724, p., nr. 125, ts., 1724, p., nr. 120, ts., 1725, nr. 119, ts., 1725, re., nr. 118, ts. |
Hermans, Car., 1776, nr. 18, ts. |
Hermans, Jac., 1718, ru., nr. 145 |
Hermans, Jac., 1735, nr. 97, 1741, nr. 85, ts., 1741, nr. 83 (3) |
| |
| |
Hermans, Joan., 1741, nr. 83, ts., 1745, nr. 75 |
Hermans, Joan., [[1779]], nr. 3, 1783, g., nr. 1 |
Hermans, Jos., 1760, s., nr. 46 (1), ts. (1), 1761, nr. 45, ts. |
Hermans, Lud., 1776, g., nr. 17, 1777, s., nr. 14, 1778, s., nr. 11, 1779, p., nr. 6, 1783, re., nr. 1 |
Herry, jonker Joan., 1783, ru., nr. 1 |
Herry, (praen.) Jac., 1778, p, nr. 12, 1779, re., nr. 7 |
Herry, praen. Jos., 1776, p.. nr. 15 (2) |
Hert, van den (vanden), Joan., 1741, nr. 83, ts., 1712, nr. 84, ts., 1743, g., nr. 80, 1744, nr. 79, 1744, nr. 78, ts., 1745, nr. 76, 1745, nr. 75, ts. |
Hertoghs, Jos., 1770, nr. 25, 1771, f., nr. 23, ts. |
Hese, de, Car., 1734, nr. 98 |
Heurck, van, Alb., 1740, s., nr. 86, ts., 1741, nr. 85, ts., 1741, nr. 83, ts., 1742, nr. 84, ts., 1742, nr. 82 (1) ts. (1) |
Heurck, van, Balt., 1732, nr. 102, 1734, nr. 99, 1737, nr. 93, ts., 1738, nr. 91 |
Heurck (Heurk), van, (Joan.) Car., 1721, s., nr. 139 (2), 1721, s., nr. 138, 1722, s., nr. 136, ts., 1723, p., nr. 126 |
Heurck, van, Jos., 1724, ru., nr. 121, 1727, ru./g., nr. 115, 1729, s., nr. 109, 1730, p./re., nr. 108 |
Heuvel de Swyndrecht, De, Lud., 1771, f., nr. 23 (2) |
Hey, vander, Petr., 1746, nr. 74, ts., 1746, nr. 73, ts. |
Heybreghts, Joan., 1777, ru., nr. 14, ts. |
Heyden, Vander (Van Der), Corn., 1753, nr. 59, ts., 1754, nr. 57, ts., 1755, nr. 56, ts., 1755, nr. 55, ts., 1756, nr. 54, 1756, nr. 53 |
Heyliger, Jos., 1769, nr. 26, 1773, f., nr. 21, 1774, nr. 20, 1775, s., nr. 19, 1776, p., nr. 17, ts., 1776, re., nr. 15 |
Heyliger, Thom., (Jos.) 1778, ru., nr. 8, 1779, nr. 2, 1783, f., nr. 1 |
Heymans, Eng., 1779, s., nr. 5 |
Heymans, Paul., 1731, b, nr. 104 |
Heysewyck, Van, Franc., 1756, nr. 53, ts., 1756, nr. 54 |
Heze, de. Car., 1735, nr. 97 |
Hock, Herm., 1732, ts., nr. 102, 1732, nr. 103, ts., 1732, nr. 103, ts., 1732. (76), ts., nr. 102, 1733, s., nr. 100, ts. |
Hoeck, van den, Gasp., 1783, b, nr. 1 |
Honsem, van, Gasp., 1743, s., nr. 80, ts. |
Hunsem, van, Petr., 1730, f./g., nr. 107, ts., 1730, f., nr. 106, ts., 1731. nr. 105, ts., 1732, nr. 102, ts., 1733, nr. 101, ts. (2), 1733, s., nr. 100, ts., 1734, nr. 99, ts., 1734, p., nr. 98, ts., 1735, nr. 97, ts. |
Honsem, van. Set., 1738, nr. 91, ts., 1740, g., nr. 86, ts., 1743, p., nr. 80, ts., 1744, nr. 79, 1744, nr. 78, ts. |
Hoof, van, Joan. Bapt., 1775, ru., nr. 19 (1), ts. (1) |
Hoogh, d' Jac., 1722, s., nr. 136, ts. |
Hoorebeecke, Van, Jac., 1767, nr. 32 |
Hoorenbeeck (Hoorenbeke, Horebeke), Ferd., 1727, ru./g., nr. 115, ts., 1727, ru., nr. 114, ts., 1733, p., nr. 100, ts. |
Horen, van, Franc., 1775, g., nr. 19, 1776, s., nr. 15, 1776, s., nr. 17, 1777, s., nr. 14 |
Horenbeeck, van, Georg. (Jos.), 1722, ru., nr. 132, 1722, ru., nr. 133, ts., 1723, ru., nr. 127 |
Horenbeek (Horenbeeck), van, Joan., (Franc.) 1719, nr. 143, 1720, s., nr. 140, ts. |
Horenbeke (Horenbecke), van, Jac., 1729, f./g., nr. 110, ts., 1730, f./g., nr. 107, ts., 1730, g., nr. 106, ts., 1731, nr. 105, ts., 1732, nr. 103, ts. (2), 1732, nr. 102, ts., 1733, nr. 101, ts., |
Hornes, De, Franc., 1767, nr. 32, Franc., 1773, s., nr. 21, ts. |
Hornes, de, Lamb., 1775, g., nr. 19, ts. |
Houssiere, Joan., 1776, p., nr. 17 |
Houten, van den, Til., 1715, nr. 151 |
Hove, van, Sim. (Balt.), 1714, nr. 152 (1), ts. (1), 1715, nr. 151 (1) ts. (1) |
Hoymans, Petr., 1746, nr. 74 |
Hubens, Henr., 1776, nr. 18 (2) |
Hubert, Vin., 1776, ru., nr. 17 |
Hullegarde (Hullegaerde), van, Joan., (Car.) 1725, ru., nr. 118, ts., 1726, p./re., nr. 117, 1727 ru./g., nr. 115 |
Hullegarde, Van (-), Franc., 1750, nr. 65, ts., 1754, nr. 58 (1) ts. (1) |
| |
| |
Hulst, d', Joan., 1775, s., nr. 19 (1), ts. (1) |
Hurck, van, Alb., 1739, g., nr. 88, ts. |
Hurck, van, Car., 1718, ru., nr. 145 |
Hurck, van, Joan. Car., 1720, g., nr. 140, ts. |
Huybrechts, Joan., 1756, nr. 53 |
Huygens, Gasp., 1745, nr. 76, ts., 1746, nr. 74, ts. |
Huykens (Huyckens), Car., 1714, nr. 152, ts., 1715, nr. 151, ts., 1716, nr. 150, ts. |
Hyder, De, Car., 1783, f., nr. 1 |
Immens, Franc., 1721, s., nr. 139 |
Immersed, van, (Jos.) Petr., 1748, nr. 70 (2), 1748, nr. 69 |
Invijlle, vanden, Jac., 1721, re., nr. 138, ts. |
Iven, Franc., 1756, nr. 53, 1756, nr. 54 |
Iven, Joan., 1756, nr. 53, 1757, nr. 52 (2), 1757, nr. 51 (1) ts. (2) |
Jacobs, Franc., 1738, f., nr. 90, 1745, nr. 76, ts., 1746, nr. 74, 1746, nr. 73 |
Jacobs, Guil., 1755, nr. 55, ts., 1764, g., nr. 38, ts. |
Jaen, van, Laur. Jos., 1764, ru., nr. 38 (2) |
Jaen, van, Joan., (Ser.) 1724, ru., nr. 121, ts., 1724, p., nr. 125, ts. |
Jaerens, Ant. (Ign.), 1722, f., nr. 132, 1724, s., nr. 124, 1727, nr. 116, 1727, re., nr. 114 |
Jaerens (Jarens), Car., 1721, ru., nr. 138, ts., 1722, ru., nr. 133, ts., 1722, ru., nr. 132, ts., 1723, f., nr. 128, 1723, f., nr. 126, ts., 1724, g., nr. 123 (2), 1725, s., nr. 118 |
Jaerens (Jaarens, Jarens), Ign., 1722, f., nr. 134, 1721, ru., nr. 138, 1723, g., nr. 129 (1), ts. (1), 1723, g., nr. 126, 1724, s., nr. 120, 1725, nr. 119, 1725, s., nr. 118, 1726, p./re., nr. 117 |
Jaerens, Petr. (Franc.), 1724, ru., nr. 121, 1727, ru./g., nr. 115, (1) ts. (1), 1727, g., nr. 114, ts., 1730, p., nr. 106, 1731, nr. 105, 1731, re., nr. 104 |
Jansens, Joan., 1742, nr. 84 |
Jansens, Joan. Bapt., 1727, ru./g., nr. 115, ts., 1728, f., nr. 113, ts., 1729, g., nr. 109, ts., 1730, p./re., nr. 108, ts. |
Jansens, Petr. Joan. Bapt., 1727, ru./f., nr. 114, ts. |
Janssens, Franc., 1761, ru., nr. 44, 1762, nr. 43, ts. |
Janssens, Franc., 1767, nr. 32, 1769, nr. 26 |
Janssens, Franc., 1775, ru., nr. 19 (1), ts. (1) |
Janssens, Henr., 1722, g., nr. 135 |
Janssens, Henr., 1765, nr. 36, ts. |
Janssens, Joan., 1740, nr. 87, 1743, s., nr. 80, 1744, nr. 78, ts., 1745, nr. 76, ts. (2), 1745, nr. 75, ts. |
Janssens, Joan., 1765, nr. 36 |
Janssens, Joan., 1776, nr. 18, ts. |
Janssens, Joan. Bapt., 1729, nr. 111, ts., 1729, f./g., nr. 110, ts., 1730, s., nr. 106, ts. (2) |
Janssens, Joan. Bapt., 1741, nr. 85 |
Janssens, Joan. Bapt., 1768, nr. 30, ts., 1769, nr. 28, ts. |
Janssens, Jos., 1745, nr. 76, ts. |
Janssens, Jos., 1762, ru., nr. 42, 1762, ru., nr. 42, 1762, nr. 43, ts., 1763, ru., nr. 40 (1), ts. (1), 1764, nr. 39, 1764, f., nr. 38 (2), 1767, nr. 33 (2) |
Janssens, Paul., 1747, nr. 71, 1750, nr. 65 |
Janssens, Petr., 1768, nr. 30, ts., 1770, nr. 25, ts. (2), 1783, s., nr. 1 |
Janssens, Phil., 1714, nr. 152, 1715, nr. 151 |
Jardain, du, Joan., 1734, nr. 99, ts. |
Jardain (Dujardain), du (Du), Joan. Bapt., 1727, ru./g., nr. 115, 1727, ru., nr. 114, 1728, f., nr. 113, 1729, nr. 111, 1729, f. /g., nr. 110, 1729, g., nr. 109 |
Jardain (Dujardin), du, Jos., 1734, ru., nr. 98, ts., 1735, nr. 97, ts., 1735, f., nr. 96, ts. (2), 1736, nr. 95, ts., 1736, g., nr. 94, ts., 1737, nr. 93, ts. |
Jarens zie Jaerens |
Jean, Van, Joan., 1762, ru., nr. 42 |
Jean, Van, Laur. (Jos.), 1764, nr. 39, ts., 1765, nr. 37, ts., 1765, f., nr. 35 (2), ts. (1), 1766, g., nr. 34, ts., 1767, nr. 33, 1770, re., nr. 24 |
Jean, van, Lud., 1729, s., nr. 109, ts. |
Jeught, Vander, Joan., 1751, nr. 64, ts. |
Jeught, vander, Lamb., 1770, ru., nr. 24, ts. |
Joly, Joan., 1777, ru., nr. 14, ts. |
Juchters (Jughters), Petr., 1728, f., nr. 113, ts. |
Juchters, Petr., 1729, f./g., nr. 110, ts., 1729, g., nr. 109, ts., 1730, p./re., nr. 108, ts., 1730, s., nr. 106, ts., 1731, nr. 105, ts., 1731, s., nr. 104, ts., 1732, nr. 103, ts., 1732, nr. 102, ts., 1733, nr. 101, ts., 1733, re., nr. 100, ts. |
| |
| |
Kannekens, Petr. Jos., 1723, g., nr. 129, ts. |
Keghels, Leo., 1759, nr. 48, ts., 1759, nr. 47, ts. |
Kerckhoven, Franc., 1740, nr. 87 |
Kerckhoven, (van den), Henr., 1740, ru., nr. 86, 1741, nr. 83 |
Kessel, van, Joan., (Jos.), 1726, p./re., nr. 117, ts., 1727, ru./g., nr. 115, ts., 1727, ru./f., nr. 114 (1) ts. (1) |
Kessel, van, Lud., 1736, ru., nr. 94, 1737, nr. 93, 1737, ru., nr. 92 (2), 1739, g., nr. 88, 1741, nr. 85 |
Kessel, van, Petr., 1724, ru., nr. 121, 1724, ru., nr. 120, 1725, nr. 119, 1725, ru., nr. 118, 1726, p./re., nr. 117, 1727, ru./g., nr. 115, 1727, g., nr. 114, 1729, nr. 111, 1729, s., nr. 109 |
Keulemans, Petr., 1726, p./re., nr. 117, 1730, p., nr. 106 |
Keyser, de, Joan. Bapt., 1776, p., nr. 17 (1), ts. (1), 1777, re., nr. 14, ts. |
Kieldonck, van, Jac. Em., 1768, ru., nr. 29 |
Kieldonck, van, Joan. Phil., 1768, ru., nr. 29 |
Kint (Kindt), 't, Jac., 1729, f./g., nr. 110, 1730, p./re., nr. 108, ts., 1730, f./g., nr. 107, (2), 1730, ru., nr. 106 |
Kints, Mart., 1715, nr. 151 (1) ts. (1) |
Kints, Steph., 1723, p./re., nr. 131 |
Kistemaeckers (Kistemaekers), God., 1765, nr. 36, 1767, nr. 32 |
Kistemaekers, Joan., 1765, nr. 36 |
Klerck, de, Franc., 1735, ru., nr. 96 |
Klerck, de, Gab., 1742, nr. 82, ts., 1745, nr. 75, ts., 1746, nr. 74 |
Klincko, Arn., 1768, s., nr. 29 (1), ts. (1), 1769, nr. 28, ts., 1769, p., nr. 27 (1), ts. (1), 1770, nr. 25, ts., 1770, re., nr. 24, ts. |
Kluyskens, Guil., 1748, nr. 70, 1751, nr. 64 |
Kluyskens, Joan., 1748, nr. 70 |
Knaepkens zie Cnaepkens |
Knudden, Joan., 1763, ru., nr. 40 |
Knudden, Joan. Mel., 1758, nr. 50, ts. |
Knuddens, Lib., 1754, nr. 57, ts. |
Kockx, Balt., 1764, g., nr. 38, ts. |
Kockx, (Kock), Joan., 1763, nr. 41, ts., 1765, nr. 36, ts. (2), 1777, s., nr. 14 |
Koninck, De, Arn., 1763, ru., nr. 40, ts., 1764, f., nr. 38, ts. |
Koninck, de, Franc., 1715, nr. 151, ts. |
Koninck, De, Guil., 1759, nr. 47, 1763, p., nr. 40 (1), ts. (1) |
Koninck, De, Jac., 1761, f., nr. 44, 1762, g., nr. 42 (2) |
Koninck, de, Phil., 1730, f./g., nr. 107 |
Kraecker, de, Joan. Bapt., 1769, nr. 26 |
Kramp, Mel., 1783, g., nr. 1 |
Kraymans, Franc., 1776, s., nr. 17 |
Kroesen, Henr., 1775, s., nr. 19 |
Krols, Joan. Bapt., 1777, ru., nr. 14, ts. |
Kun, vander, Rich., 1722, ru., nr. 133, 1723, ru., nr. 127 |
Kuys, Petr., 1749, nr. 67, ts. |
L'engellez, Henr., 1772, re., ts., nr. 22 |
Laekens (Laeckens), Guil., 1722, ru., nr. 133, ts., 1723, ru., nr. 127, 1724, f., nr. 122, ts., 1727, s., nr. 114, ts. |
Laer, van, Joan., 1714, nr. 152, ts., 1715, nr. 151 (1) ts. (1), 1716, s., nr. 149, 1716, nr. 150, ts. |
Laer, van, Joan., 1740, nr. 87, ts. |
Laer, van, Joan. Bapt., 1743, re., nr. 80, ts. |
Laet, de, Corn., 1716, nr. 150, ts. |
Laet, de, Jac., 1743, f., nr. 80, ts., 1744, nr. 79, ts. |
Laet, de, Jos., 1749, nr. 68 |
Laet, de, Ma., 1746, nr. 74, 1747, nr. 71, 1749, nr. 68, 1750, nr. 65, ts. |
Lambrecht (Lambrechts), Franc., 1770, ru., nr. 24, ts., 1770, nr. 25, 1771, ru., nr. 23, ts. (2) |
Lambreghts, Jos., 1774, ru., nr. 20, ts. |
Lamoen, van. Car., 1723, f., nr. 126, ts. |
Lancker, Van, Franc., 1755, nr. 56, ts., 1756, nr. 54, ts. (2), 1758, nr. 50 |
Lancker, Van, Petr. (Franc.), 1752, nr. 61, ts., 1754, nr. 57, 1754, nr. 57, 1755, nr. 55, 1758, nr. 49, 1759, nr. 48, 1759, nr. 47 |
Landtschoot (Landtschot) (van), Gasp., 1734, nr. 98, 1735, f., nr. 96, 1735, nr. 97 |
Lanoy, Corn., 1723, ru., nr. 127, ts. |
Lanschot, van, Gasp., 1736, nr. 95, 1736, f., nr. 94, 1737, nr. 93, 1738, nr. 91, 1739, s., nr. 88, ts. 1740, nr. 87, ts., 1740, p., nr. 86, ts. |
Laruelle, de, Franc., 1750, nr. 65, ts. |
Lathouwer, Alex., 1737, nr. 93, ts. |
| |
| |
Laudaens, Georg., 1724, p., nr. 125, ts. |
Laudaens, Joan., 1766, ru., nr. 34, 1767, ru., nr. 31, 1768, nr. 30, ts., 1769, nr. 28, ts., 1769, g., nr. 27, ts. |
Laudaens, Joan. Bapt., 1770, nr. 25 |
Laudaens [Minor], Joan. Bapt., 1768, f., nr. 29 |
Laukens, Jac., 1723, f., nr. 128, ts. (2) |
Lauryrens (Lauryssens), Franc., 1745, nr. 76, 1745, nr. 75 |
Laurys, Balt., 1725, ru., nr. 118, 1727, f., nr. 114 |
Laurys (Laureys), Dom., 1722, s., nr. 136, 1723, s., nr. 126, 1725, re., nr. 118 |
Lauwers, Ferd., 1758, nr. 49, 1759, nr. 48, ts. |
Lauwers, Franc., 1752, nr. 62, 1753, nr. 59, ts. |
Lauwers, Joan. Franc., 1768, g., nr. 29 |
Lauwers, Petr., 1767, f., nr. 31 (1), ts. (1) |
Lebot, Joan., 1753, nr. 59 |
Leemans, Jac., 1764, s., nr. 38, ts., 1766, p., nr. 34, ts., 1767, re., nr. 31, ts. |
Leemans, Phil. Jac., 1767, nr. 33, ts. (2) |
Leemput, van (Van), Petr., 1768, nr. 30, ts., 1769, g., nr. 27, ts., 1770, s., nr. 24, ts., 1770, nr. 25 (1) ts. (3), 1771, s., nr. 23, ts. (3), 1773, re., nr. 21, ts., 1774, re., nr. 20, ts. |
Leemputten, van, Joan., 1747, nr. 71 |
Leenheer, De, Joan. Bapt., 1776, nr. 18, ts. |
Leeuw, de, Bruno, 1783, s., nr. 1 |
Leeuw, de, Corn. (Joan.), 1719, g., nr. 141, ts., 1720, s., nr. 140, ts., 1721, s., nr. 139, 1723, p./re., nr. 131, 1723, re., nr. 126, ts. |
Leeuw, de, Em., 1724, ru., nr. 121, ts. |
Leeuw, De, Franc., 1755, nr. 55, ts. |
Leeuw, de, Guil., 1779, g., nr. 4 |
Leeuw, De, Jac., 1744, nr. 79, ts., 1748, nr. 70, ts. |
Leeuw, de, Joan., 1724, f., nr. 120, ts. |
Leeuw, De (de), Joan., 1744, nr. 79, 1746, nr. 74, ts., 1747, nr. 72 (2) |
Leeuwerk (Leewerck), Joan., 1768, ru., nr. 29 (2), 1769, ru., nr. 27 (4) |
Lelie, de, Corn., 1737, nr. 93, ts., 1737, g., nr. 92, ts., 1739, s., nr. 88, ts. (2), 1740, re., nr. 86, ts. |
Lemens, van, Joan., 1736, nr. 95, ts., 1737, nr. 93, ts. |
Lemens, van (Van), Joan. (Petr.), 1768, nr. 30, ts., 1768, nr. 29 (1), ts. (1), 1769, nr. 28 (1) ts. (1) |
Lens, Ferd., 1772, s., nr. 22 |
Lerius, van, Jud., 1723, g., nr. 129 (1) ts. (1) |
Leys, Joan., 1772, ru., nr. 22, 1773, f., nr. 21, 1774, g., nr. 20 |
Leyssens, Franc., 1757, nr. 51 |
Leyssens, Jac., 1747, nr. 71, ts., 1750, nr. 66, ts. (2), 1751, nr. 64, ts. |
Leyssens, Joan., 1757, nr. 52 (2) |
Liebens, Jos. (Ma.) 1767, nr. 33, ts. (2) |
Liedendael, van, Franc., 1734, nr. 99, ts. |
Lier, van, Joan., (Bapt.) 1783, ru., nr. 1 |
Lievendael, van, Franc., 1732, nr. 102, 1734, g., nr. 98, ts., 1737, nr. 93, ts., 1738, nr. 915, ts. |
Lievendael, van, Joan., 1770, nr. 25, ts. (2) |
Lievendael, van, Jos., 1776, nr. 18 (2) |
Lievens, Balt., 1758, nr. 50, ts., 1761, nr. 45, ts. |
Lievens, Franc., 1714, nr. 152, ts. |
Lievens, Joan. Franc., 1758, nr. 50, ts. |
Lievens, Jos., 1758, nr. 49, ts., 1760, p., nr. 46 |
Lievens, Petr., 1778, nr. 9, 1779, g., nr. 4, 1783, s., nr. 1 |
Lievens, Sim. (Franc.), 1759, nr. 48 (2), 1761, g., nr. 44, 1761, nr. 45, 1762, nr. 43, 1765, re., nr. 35 |
Lincé, Franc., 1729, nr. 111, ts. |
Lincé, Hub., 1719, nr. 143, ts. |
Lincé, de, Adr., 1748, nr. 69, 1751, nr. 64 (2), 1751, nr. 63, ts., 1752, nr. 61, ts., 1753, nr. 60 |
Lince, de, Car., 1724, p., nr. 125, ts., 1727, ru./g., nr. 115, ts. |
Lince, de, Franc., 1724, ru., nr. 121, ts. |
Lince, de, Franc., 1738, p., nr. 90 (1), ts. (1) |
Lincé, de, Lud., 1746, nr. 73, ts. |
Lincé, de, Petr., 1718, p., nr. 145 |
Lincé, de (De), Petr., 1743, ru., nr. 80, ts., 1745, nr. 76, ts. |
Lincé, de, Petr., 1775, f., nr. 19 (1), ts. (1), 1776, s., nr. 15 (2), 1776, g., nr. 17, ts. (2), 1778, s., nr. 11, 1783, re., nr. 1 |
Lincé De, Petr. (Joan.), 1767, nr. 33, ts., 1767, nr. 32 (1), ts. (1), 1769, nr. 28, ts. |
Lincé De (de), Petr. Jos., 1768, nr. 29, ts.,
|
| |
| |
1769, nr. 26, ts. |
Lincé, de, Phil (Lud.), 1746, nr. 73 (1), ts. (1), 1747, nr. 72, ts. |
Linden, Van der, Joan. (Phil.), 1771, p., nr. 23, 1772, re., nr. 22 |
Lins, Petr., (Jos.), 1760, ru., nr. 46, 1761, f., nr. 44, 1762, nr. 43, 1762, g., nr. 42, 1763, s., nr. 40 (3) |
Linthout, van, Jac., 1729, nr. 111, ts. |
Lippeloo, Franc., 1730, ru., nr. 106 |
Lis, Joan. Lud., 1764, nr. 39, 1764, f., nr. 38 (2), 1765, f., nr. 35, 1766, g., nr. 34, 1768, p., nr. 29, 1769, nr. 28, 1769, re., nr. 27 |
Lis, Lud., 1765, f., nr. 35, 1766, g., nr. 34 |
Lissens, Norb., 1731, nr. 105, ts. |
Loemans, Joan., 1740, ru., nr. 86 |
Londerzeele (Londerseel), Van, Petr., 1757, nr. 52, 1760, g., nr. 46, ts. |
Loudaens, Joan., 1769, g., nr. 27 |
Lunden, Alb., 1749, nr. 68, ts., 1743, ru., nr. 80 |
Lunden, Arn., 1738, f., nr. 90 |
Lunden, Jac., 1744, nr. 79 |
Lunden, Joan., 1740, nr. 87 |
Lunden, Jos., 1723, f., nr. 128, 1724, g., nr. 123 |
Lunden, Jos., 1743, ru., nr. 80, 1744, nr. 79 (2), 1744, nr. 78, 1745, nr. 76, 1745, nr. 75, 1746, nr. 73, 1747, nr. 72, 1748, nr. 70, 1748, nr. 69, ts., 1749, nr. 68, 1749, nr. 67 (1) ts. (1), 1750, nr. 66, ts. |
Lunden, Jos. Alb., 1747, nr. 71 |
Lunden, Lud., 1748, nr. 70, 1748, nr. 69 (3) |
Lyssens, Jac., 1750, nr. 65, ts. |
Mael, van, Franc. Jac., 1722, p./re., nr. 137 |
Maes, Abr., 1737, nr. 93, ts., 1738, nr. 91, ts. |
Maes, Corn., 1721, f., nr. 138, ts. (2), 1722, g., nr. 135, 1722, g., nr. 132, ts., 1723, s., nr. 126, ts., 1724, s., nr. 124, ts., 1724, s., nr. 120, ts., 1725, nr. 119, ts., 1725, p., nr. 118, ts. |
Maes, Franc., 1739, nr. 89, 1739, ru., nr. 88, 1741, nr. 83, ts., 1742, nr. 84, 1742, nr. 82, ts., 1743, s., nr. 80, 1744, nr. 78, 1745, nr. 76, 1745, nr. 75 |
Maesmans, Franc., 1783, ru., nr. 1 |
Maesmans, Petr., 1729, f./g., nr. 110, ts. |
Malengreaux, Bart., 1749, nr. 68, ts., 1750, nr. 65, ts., 1751, nr. 63, 1752, nr. 61 |
Mangelaer (Mangeler), Petr., (Jos.) 1729, ru./f., nr. 109, 1729, f./g., nr. 110, 1730, f./g., nr. 107, ts., 1730, f., nr. 106, 1732, nr. 103, 1732, nr. 102 |
Mannekens, Franc., 1724, g., nr. 123 (2) |
Mans, Joan. (Jos.), 1742, nr. 84, 1742, nr. 82, 1743, s., nr. 80, 1744, nr. 79, ts., 1744, nr. 78, ts., 1745, nr. 76 |
Marcelis, Petr. (Jos.), 1763, nr. 41, 1768, nr. 30, ts. |
Mareé, de, Joan., 1737, nr. 93, ts. |
Marée, De (de), Petr., 1739, nr. 89, 1742, nr. 84 |
Marteau, de, Phil., 1783, ru., nr. 1 |
Martens, Petr., 1715, nr. 151, 1719, nr. 143 |
Martin, Joan. Jos., 1761, ru., nr. 44, 1763, ru., nr. 40 |
Martini, Asc., 1719, s., nr. 141 |
Martini, Jos., 1719, nr. 141 |
Masil, Rog. (Fel.), 1723, s., nr. 130, 1723, s., nr. 126 |
Masquar, Phil., 1757, nr. 52, ts. (2) |
Matijsens, Claud, 1721, p., nr. 138, ts. |
Matthey, Corn., 1722, s., nr. 136, 1722, s., nr. 132, 1723, s., nr. 130, 1724, p., nr. 125, 1724, p., nr. 120 |
Matthey (Matthei), Lud., 1722, ru., nr. 133, 1723, f., nr. 128, 1723, f., nr. 126, ts., 1724, g., nr. 123 |
Mechelen, van. Ant., 1738, nr. 91, 1738, s., nr. 90, ts. |
Mechelen, van, Ed., 1747, nr. 71, ts. |
Mechelen, van (Van), Joan., 1765, nr. 36, 1767, nr. 32, 1769, nr. 26 (1), ts. (1), 1769, 1775, g., nr. 19 (1), ts. (1), 1776, s., nr. 17, ts. |
Mechelen, Van (van), Joan. Bapt., 1772, ru., nr. 22, ts., 1773, ru., nr. 21, ts., 1774, f., nr. 20, ts., 1776, nr. 17, ts. |
Mechelen, van, Jos., 1747, nr. 71, ts. |
Medes, De, Petr.. 1763, nr. 41, 1765, nr. 36, ts. |
Medes, de (De), Petr., 1768, ru., nr. 29, 1773, s., nr. 21, ts. |
Medicis, de (De), Petr., 1770, nr. 25, ts. (3), 1772, g., nr. 22 |
| |
| |
Meeus, Franc., 1763, nr. 41 |
Meeussen (Meeussens), Joan., 1768, f., nr. 29 (2), 1769, nr. 28, 1769, g., nr. 27 (5) |
Meeuwissen, Gisb., 1723, f., nr. 128, ts. |
Meir, van de (van den, van der, vander), Joan., 1743, ru., nr. 80, ts., 1744, nr. 78, 1744, nr. 79, ts., 1745, nr. 76, ts., 1745, nr. 75, ts., 1746, nr. 73, ts. |
Meir, vander (van der), Car., 1744, nr. 78, 1745, nr. 76, ts. |
Meir, vander, Paul., 1738, ru., nr. 90, 1739, f., nr. 88, 1740, g., nr. 86, 1741, nr. 85, 1741, nr. 83, 1742, nr. 84, 1742, nr. 82, 1744, nr. 78 |
Melijn, Dan. (Ger.), 1722, ru., nr. 132, 1722, ru., nr. 133, 1723, p./re., nr. 131 |
Melijn, Joan. Mich., 1716, nr. 150, 1720, s., nr. 140, 1721, s., nr. 139, 1721, s., nr. 138, 1722, p., nr. 132, 1723, p./re., nr. 131 |
Melijn, Jos., 1721, s., nr. 139, 1722, p./re., nr. 137 |
Mellaert, Petr., 1747, nr. 71, ts. |
Melyn, Joan. Car., 1719, g., nr. 141 |
Melyn. Joan. Mich., 1718, f., nr. 145 |
Mendiëta, De, Ant., 1765, ru., nr. 35, 1766, ru., nr. 34, 1767, f., nr. 31 |
Mendiëta, De (de). Car., 1763, nr. 41, ts., 1767, nr. 33, ts., 1767, nr. 32, ts. |
Mendiëta, de, Car., 1769, ru., nr. 27, 1770, ru., nr. 24, ts., 1771, ru., nr. 23, ts., 1772, f., nr. 22, ts., 1773, g., nr. 21, ts. |
Mendiëta, De, Franc., 1763, nr. 41, 1765, nr. 36 (2) ts. (1) |
Mendiëta, De (de), Franc., 1766, ru., nr. 34 (2), 1767, ru., nr. 31 (2), 1768, f., nr. 29, 1769, nr. 28, 1770, s., nr. 24 |
Mendiëta, De, Petr. Ant., 1768, g., nr. 29 |
Mennens, Joan. Bapt., 1732, nr. 102, 1733, nr. 101, 1735, nr. 97, 1737, s., nr. 92, ts., 1738, nr. 91, ts. |
Mens, Corn., 1765, nr. 37, 1765, ru., nr. 35, 1766, ru., nr. 34, 1767, nr. 33 |
Menuens, Joan. Bapt., 1738, p., nr. 90, ts. |
Mercelis, Petr., 1724, f., nr. 122 |
Merckelbagh, Em., 1722, ru., nr. 133, 1723, ru., nr. 127, 1724, f., nr. 122, 1725, g., nr. 118, 1727, nr. 116, ts. |
Merckx, Christo., 1726, p./re., nr. 117 |
Merlen, van, Jos. (Theo.), 1744, nr. 79, 1745, nr. 75, 1747, nr. 71, 1748, nr. 70, ts., 1748, nr. 69, ts., 1750, nr. 66 (1) ts. (1), 1750, nr. 65, ts. |
Merlen, van, Petr., (Em.) 1747, nr. 72, rs., 1748, nr. 70, ts., 1752, nr. 61, ts., 1753, nr. 60, ts., 1753, nr. 59, ts. |
Merlen, van, Theo., 1748, nr. 70, ts. |
Mertens, And., 1740, nr. 87, 1740, re., nr. 86 |
Mertens, Em., 1760, ru., nr. 46 (2), 1761, ru., nr. 44 (2), 1761, nr. 45 (2), 1762, f., nr. 42 (3), 1762, nr. 43, 1763, g., nr. 40 (1), ts. (1), 1764, nr. 39, ts., 1764, s., nr. 38 |
Mertens, Franc., 1767, nr. 32 |
Mertens, Jac., 1739, nr. 89, ts. |
Mertens, Joan., 1741, nr. 85, ts., 1744, nr. 78, ts. |
Mertens, Joan., 1748, nr. 69, 1749, nr. 67, 1750, nr. 65, ts., 1751, nr. 64, ts., 1754, nr. 58, ts. |
Mertens, Joan. Bapt., 1740, nr. 86, ts., 1743, p., nr. 80, ts., 1744, nr. 79, ts. |
Mertens, Joan. Bapt., 1749, nr. 68 (2), 1749, nr. 67 |
Mertens, Joan. (Bapt.), 1765, ru., nr. 35, 1766, ru., nr. 34, 1767, f., nr. 31 (2), 1768, f., nr. 29, 1769, g., nr. 27 |
Mercens, Jos., 1763, nr. 41 (2), 1765, nr. 37 |
Mercens, Jos. Rud., 1765, f., nr. 35 |
Mertens, Nico. (Steph.), 1746, nr. 74, 1747, nr. 72, 1747, nr. 71 |
Mertens, Paul., 1761, ru., nr. 44 (2), 1762, nr. 43, 1763, f., nr. 40 (1), ts. (1), 1764, nr. 39 (1), 1764, g., nr. 38, 1765, g., nr. 35, 1766, s., nr. 34, 1767, s., nr. 31 (2), 1768, p., nr. 29 |
Meulder, de, Franc., 1749, nr. 67, ts. |
Meulder, de, Franc., 1778, g., nr. 10, 1779, s., nr. 5, 1783, p., nr. 1 |
Meulenaer, Petr., 1740, ru., nr. 86, 1741, nr. 85, 1741, nr. 83 |
Meulenaer, Theo., 1743, ru., nr. 80, ts., 1744, nr. 79, ts., 1744, nr. 78, 1745, nr. 75, ts., 1746, nr. 74 (2) |
Meurs, Van (van), Balt., 1767, nr. 32, ts., 1769, nr. 26 |
| |
| |
Meusens, Joan., 1724, g., nr. 123 (1) ts. (1) |
Mewis, Herm., 1745, nr. 76, ts., 1745, nr. 75, ts., 1746, nr. 74 |
Meyer, De, Corn., 1767, nr. 33, ts. |
Meyer, de, Jac. (Thom.), 1721, f., nr. 138, ts. (2), 1722, g., nr. 132, ts. |
Meyer, de, Thom., 1722, g., nr. 135, 1723, s., nr. 130, ts., 1723, p./re., nr. 131, 1723, s., nr. 126, ts. |
Meyers, Joan., 1742, nr. 82 |
Meyers, Jos., 1720, s., nr. 140 |
Meyers, Jos., 1737, ru., nr. 92, 1738, nr. 91, 1738, ru., nr. 90, 1739, nr. 89, 1739, f., nr. 88, 1740, nr. 87, 1740, g., nr. 86, 1741, nr. 85, 1741, nr. 83, 1742, nr. 84, 1742, nr. 82 |
Meyers, Petr., 1740, ru., nr. 86, ts., 1741, nr. 85, ts., 1741, nr. 83, ts., 1742, nr. 84, ts. (2), 1742, nr. 82, ts., 1743, g., nr. 80, ts., 1744, nr. 79, ts., 1744, nr. 78, ts. |
Mez, du, Petr., 1719, g., nr. 141, ts. |
Michiels, Petr., 1753, nr. 59, ts., 1754, nr. 57, ts., 1755, nr. 55, ts., 1756, nr. 53, ts. |
Michiels, Petr. Jos., 1754, nr. 58, ts. |
Michielsen, Franc., 1719, nr. 143 |
Michielsens, Franc., 1725, ru., nr. 118, 1727, ru./g., nr. 115, ts. |
Michielsens, Henr., 1730, f./g., nr. 107, 1730, ru., nr. 106, 1731, f., nr. 104 (2), 1732, nr. 102 (2) |
Michielsens, Joan., 1719, g., nr. 141, 1722, p./re., nr. 137, ts. |
Michielsens, Joan. Franc., 1716, nr. 150, 1718, g., nr. 145 |
Michielsens, Joan. Lud., 1722, p./re., nr. 137, 1723, re., nr. 126, ts. |
Mier, le, Car., 1730, ru., nr. 106 |
Mies, Corn., 1767, nr. 32 |
Mies, Corn., 1771, ru., nr. 23 (2) Mies, Joan. Petr., 1766, ru., nr. 34, 1767, ru., nr. 31, 1768, nr. 30, 1768, f., nr. 29, 1772, re., nr. 22, ts. |
Milpas, Joan., 1724, f., nr. 122 |
Milpas, Joan. Bapt., 1724, ru., nr. 121 |
Minderhout, van, Ed., 1774, g., nr. 20, 1775, s., nr. 19 (1), ts, (1), 1776, nr. 17, ts., 1776, p., nr. 17, ts. |
Minderhout, van, Guil., 1737, nr. 93, ts., 1737, g., nr. 92, ts. |
Missoorten, Corn., 1745, nr. 76, ts. |
Moens, Ign., 1730, f./g., nr. 107, ts., 1730, g., nr. 106, ts. |
Moerenhout, Joan., 1730, ru., nr. 106, 1731, f., nr. 104, 1732, nr. 102, ts. (2) |
Moerinckx, Joan. Bapt., 1763, nr. 41 |
Moerincx (Moerinckx), Joan. (Bapt.), 1765, ru., nr. 35, 1767, f., nr. 31 (1), ts. (1), 1768, g., nr. 29 (1), ts. (1), 1769, nr. 28, 1772, re., nr. 22, ts. |
Moerincx, Jos., 1767, nr. 32, 1769, nr. 26 |
Moerinx, Jos., 1778, p., nr. 12 |
Moescops, Franc., 1733, g., nr. 100, 1735, nr. 97, ts., 1736, nr. 95, ts., 1736, p., nr. 94, ts., 1737, nr. 93 |
Moescops, Joan., 1733, nr. 101 |
Mols, Ang., 1737, ru., nr. 92 |
Mols, Ang., 1740, f., nr. 86, ts., 1741, nr. 85, ts., 1742, nr. 82 (1) ts. (1) |
Mols, Franc., 1733, ru., nr. 100, 1734, nr. 98, 1735, nr. 97, 1736, g., nr. 94, 1737, nr. 93, 1737, s., nr. 92 |
Mols, Franc., 1776, nr. 18 |
Mols, Joan., 1738, f., nr. 90, ts. |
Mols, Mich. Ang., 1738, ru., nr. 90, 1739, ru., nr. 88, 1740, nr. 87, ts., 1741, nr. 83, ts. |
Molyn, Joan. Bapt., 1764, nr. 39, 1765, nr. 37, ts., 1765, s., nr. 35 (2), 1766, s., nr. 34, 1767, p., nr. 31, 1767, nr. 33, 1768, nr. 30. 1768, re., nr. 29 |
Molyn, Jos., 1765, nr. 37, ts., 1766, g., nr. 34, ts. |
Molyn, Paul., 1756, nr. 53 |
Montenaecken (Montenaken), van, Paul., 1776, nr. 18, ts., 1777, ru., nr. 14 (2), 1778, nr. 9 |
Moons, Car., 1783, ru., nr. 1 |
Moons, Franc., 1776, nr. 18 (4), 1778, ru., nr. 8, [[1779]], nr. 3 |
Moons, Ign., 1727, ru./g., nr. 115 (1) ts. (1), 1727, f., nr. 114, ts., 1729, f./g., nr. 110, ts. |
Moons, Joan., 1756, nr. 53, ts., 1758, nr. 49, ts., 1760, s., nr. 46, ts., 1762, nr. 43 |
Moons, Petr., 1719, nr. 143, 1721, p., nr. 138, ts. |
Moons, Petr. (Jos.), 1778, p., nr. 12, 1779, re.,
|
| |
| |
nr. 7 |
Moor, de (De), Ant., 1776, ru., nr. 17, 1777, f., nr. 14, ts. |
Moor, de, Car., 1736, f., nr. 94, ts. |
Moor, De, Petr., 1774, f., nr. 20, 1776, s., nr. 17, ts. (2) |
Moorenhoudt, Joan., 1731, nr. 105 |
Moretus, Balt., 1719, f., nr. 141, ts. |
Moretus, praen. adol. Henr., 1776, ru., nr. 15 (2), 1777, ru., nr. 14, 1779, g., nr. 4, 1783, s., nr. 1 |
Moretus, Lud., 1765, nr. 36, 1767, nr. 32 |
Moretus, Paul., 1732, nr. 102, 1733, nr. 101, 1733, f., nr. 100, 1734, g., nr. 98, 1735, nr. 97, 1735, s., nr. 96 (2), 1736, s., nr. 94 |
Moron, Henr., 1740, nr. 87 (2) |
Nackens, Ant., 1719, nr. 143, 1722, p./re., nr. 137 (1) ts. (2) |
Nackens, Car., 1714, nr. 152, 1715, nr. 151, ts. |
Nagels, Car., 1766, ru., nr. 34 |
Nagels, Corn., 1767, nr. 32, 1769, nr. 26, ts. |
Nagels, Corn., 1773, ru., nr. 21 |
Nagels, Dom., 1736, nr. 95, ts. |
Nanteuil, Const., 1774, s., nr. 20, ts. |
Nanteuil (Nanteüil), Nic., 1720, g., nr. 140, ts., 1721, s., nr. 139, 1721, s., nr. 138, ts., 1722, s., nr. 136, ts., 1722, s., nr. 132, ts., 1723, p./re., nr. 131, 1723, p., nr. 126, ts. |
Naulaerts, Car., 1773, ru., nr. 21, ts. |
Naulaerts, Joan., 1774, ru., nr. 20, 1775, ru., nr. 19 |
Neel (Neél), Car., 1747, nr. 71, 1748, nr. 69 (2), 1749, nr. 67, ts., 1751, nr. 64, 1751, nr. 63, ts. (2), 1752, nr. 62 |
Neêl, Joan., 1755, nr. 55, 1758, nr. 50, ts., 1761, re., nr. 44 |
Neêl (Neél, Neël), Mich., 1745, nr. 76, 1745, nr. 75, 1746, nr. 74, ts. |
Nêel (Néel), Petr., 1750, nr. 66, 1750, nr. 65, 1753, nr. 60, ts. |
Nees, Phil., 1749, nr. 68, ts., 1751, nr. 64, 1752, nr. 61, 1753, nr. 60 |
Neirinckx, Bart., 1724, p., nr. 125, ts. |
Nest, Van den, Joan. Bapt., 1754, nr. 57, ts. |
Nest, Van den, Jud., 1761, ru., nr. 44, ts. |
Nest, Vanden, Luc. (Joan.), 1758, nr. 50, ts., 1759, nr. 48, ts. |
Netser, Joan. (Bapt.), 1744, nr. 79, 1744, nr. 78, 1746, nr. 73, ts., 1747, nr. 72 |
Nielens (Nieles), Jos., 1775, s., nr. 19 (2), ts. (1) |
Nieles, Ant., 1775, ru., nr. 19 (1), ts. (1) |
Nieuwenhuysen, Van, Joan. Ferd., 1716, nr. 150 |
Nieuwenhuysen (Nieuwenhuyse), vanden (van den), Corn., 1728, f., nr. 113, 1729, f./g., nr. 110, 1729, ru./f., nr. 109, 1730, f./g., nr. 107, ts., 1730, f., nr. 106, 1731, g., nr. 104 (2), 1733, nr. 101, 1733, s., nr. 100, 1734, p., nr. 98 (2), 1735, nr. 97 |
Nieuwenhuysen, vanden, Joan., 1716, s., nr. 149 |
Nieuwenhuysen, vanden, Phil., 1714, nr. 152 |
Nijs, Joan., 1722, ru., nr. 133, ts. |
Nijs, Petr., 1723, f., nr. 128, ts. |
Nos, van, Ger., 1715, nr. 151, ts. |
Noten, Van, Joan., 1763, p., nr. 40, ts. |
Nys, Guil., 1727, ru./g., nr. 115, ts. |
Nys, Petr., 1724, g., nr. 123 |
Ophals, And., 1716, or., nr. 148 |
Oppervelt, Van, Norb., 1758, nr. 50, ts., 1761, nr. 45, ts. |
Oppy, Van (van). Franc., 1767, nr. 32, ts., 1767, nr. 33, ts., 1769, nr. 26 |
Oppy, van, Jac., 1742, nr. 84 |
Oppy, Van (van), Jac., 1763, nr. 41, ts., 1765, nr. 36, ts., 1769, nr. 26, ts. |
Oppy, Van, Jac. Mich., 1767, nr. 32, ts. |
Oppy, Van, Joan., 1763, nr. 41, ts., 1765, nr. 36, ts. |
Oppy, Van, Joan. Jac., 1767, nr. 32, ts. |
Opstal, van, Joan., 1776, nr. 18 |
Orlemans, Joan. Bapt., 1765, nr. 37, ts., 1766, s., nr. 34, ts., 1767, p., nr. 31, ts., 1767, nr. 33, ts., 1768, re., nr. 29, ts. |
Orsig (Orsigh), van (Van), Bern., 1767, nr. 32, ts., 1769, nr. 26 |
Otgens, Mich. Jos., 1728, f., nr. 113 |
Overstraeten, van, Petr., 1722, f., nr. 132, 1724, s., nr. 124 |
Overstraten (Overstraeten), van. Franc., 1719, g., nr. 141, 1720, s., nr. 140, 1721, p., nr. 138 |
| |
| |
Paep, de, Jos., 1731, s., nr. 104 (2), ts. (1) |
Paesschen, van, Franc., 1722, g., nr. 135 (2), 1724, s., nr. 124, ts. |
Paesschen, van, Franc. Jac., 1722, g., nr. 132 |
Paesschen, van, Jac., 1764, ru., nr. 38 |
Painie (Pannie), Phil., 1723, ru., nr. 127, ts., 1724, f., nr. 122 (1) ts. (1) |
Pamelen, van, Franc., 1757, nr. 52 |
Parasiers, Joan., 1755, nr. 55, 1757, nr. 51, 1758, nr. 50, ts. |
Parrin, Jac., 1755, nr. 55, ts., 1756, nr. 54, ts. (2) |
Parrin, Joan., 1755, nr. 56 |
Patiny, Alexius, 1714, nr. 152 (1), ts. (1) |
Pauwels, And., 1714, nr. 152, ts., 1716, nr. 150, ts. |
Pauwels, Franc., 1763, nr. 41 (2), 1765, nr. 36 |
Pauwels, Henr., 1716, or., nr. 148 |
Pauwels, Jos., 1779, ru., nr. 2, 1783, ru., nr. 1 |
Pauwels, Waut., 1722, g., nr. 135 (2) |
Pauwens, Jac., 1719, s., nr. 141, 1719, nr. 143, ts. |
Pavert, Van De (van de), Joan., 1774, re., nr. 20, ts., 1775, re., nr. 19, ts. |
Pector, Guil., 1771, ru., nr. 23 (2) |
Pector, Joan. Bapt., 1778, ru., nr. 8, 1779, nr. 2, 1783, f., nr. 1 |
Peerde, Petr., 1722, g., nr. 135 |
Peeters, Franc., 1723, g., nr. 129 |
Peeters, Joan., 1732, nr. 103, ts. |
Peeters, Joan., 1763, nr. 41, 1769, s., nr. 27, ts. |
Peeters, Joan., 1776, nr. 18, ts. (2) |
Peeters, Joan. Bapt., 1747, nr. 71, ts., 1748, nr. 70, ts., 1749, nr. 68, ts., 1750, nr. 66, ts. |
Peeters, Joan. Bapt., 1783, p., nr. 1 |
Peeters, Joan. Nico., 1769, nr. 28, ts., 1769, nr. 26 (2) |
Peeters, Joan. Petr., 1769, nr. 28, ts. |
Peeters, Norb., 1776, nr. 18, ts. |
Peeters, Petr., 1742, nr. 84 |
Peeters, Phil., 1777, s., nr. 14, ts. |
Pelenders, Henr., 1767, re., nr. 31 |
Penninckx, Aeg., 1763, nr. 41, 1764, ru., nr. 38, 1765, f., nr. 35, 1766, g., nr. 34 (3), 1767, s., nr. 31, 1767, nr. 33, 1768, nr. 30, 1769, nr. 28, 1769, p., nr. 27 |
Penningen, met de, Car., 1769, nr. 26, ts. |
Penningen, met de, Car., 1775, nr. 19 (1), ts. (1), 1778, p., nr. 12 |
Penningen, met de, Joan., 1733, nr. 101, ts., Joan., 1733, f., nr. 100, ts. |
Penningen (Penninghen), met de, Norb., 1734, ru., nr. 98, ts., 1735, nr. 97, ts., 1735, ru., nr. 96, ts., 1736, nr. 95, ts., 1736, f., nr. 94, ts., 1737, nr. 93, ts., 1737, g., nr. 92, ts. (2), 1741, nr. 85, ts., 1741, nr. 83, ts. |
Persoons, Herm. (Jos.), 1728, f., nr. 113, ts., 1729, f./g., nr. 110, ts. (2), 1730, p./re., nr. 108, 1730, s., nr. 106 (1), ts. (1), 1731, nr. 105, 1731, s., nr. 104, 1732, nr. 103, 1732, nr. 102, 1733, nr. 101 |
Persoons, Joan., 1731, ru., nr. 104 |
Pest, De (de), Alb., 1766, ru., nr. 34, 1769, nr. 28, ts. |
Pester, de, Joan., 1734, nr. 98, 1735, nr. 97, 1736, nr. 95, 1737, nr. 93, ts., 1738, nr. 91, 1739, nr. 89, ts. |
Pester, de, Petr., 1716, s., nr. 149, 1718, p., nr. 145, 1719, re., nr. 141 |
Peytier, Joan. And., 1716, nr. 150, 1718, g., nr. 145, 1719, nr. 143, 1719, s., nr. 141, 1720, s., nr. 140, 1722, p./re., nr. 137, ts. |
Peytier, Norb. (Eug.), 1724, ru., nr. 120, 1725, nr. 119, 1725, ru., nr. 118, 1727, f., nr. 114, 1729, nr. 111 |
Pick, Joan., 1735, nr. 97, ts., |
Pick, Joan., 1769, nr. 26 (2), 1774, s., nr. 20, ts. (2), 1775, p., nr. 19, ts. |
Pick, Petr., 1769, nr. 26 |
Pick, Petr., 1775, g., nr. 19, ts., 1776, s., nr. 17, ts. |
Pinxen, van, Joan., 1778, re., nr. 13 |
Pliegers, Mel., 1724, s., nr. 124 |
Pluck, Joan., 1777, s., nr. 14, ts., 1779, re., nr. 7 |
Pont, du, Car. (Jos.), 1714, nr. 152, 1715, nr. 151 |
Postel, Van (van), Henr., 1752, nr. 61, ts., 1753, nr. 60, ts. (2), 1754, nr. 58, ts., 1754, nr. 57, ts., 1755, nr. 55, ts. |
Praet, Jos., 1765, nr. 36, 1769, nr. 26 |
Praet, van, Ant., 1733, ru., nr. 100 (2), 1734, nr. 99 (2), 1734, ru., nr. 98, 1735,
|
| |
| |
nr. 97, 1735, f., nr. 96, 1736, g., nr. 94, 1737, nr. 93, s., 1737, nr. 92 |
Praet, van, Ant., 1738, g., nr. 90 |
Praet, van, Henr., 1735, ru., nr. 96, 1736, ru., nr. 94, 1737, f., nr. 92, 1738, g., nr. 90, 1739, s., nr. 88 |
Praet, van, Jac. (Ign.), 1730, f./g., nr. 107, 1730, g., nr. 106, 1731, nr. 105 |
Praet, van, Joan. (Bapt.), 1724, ru., nr. 120, 1725, ru., nr. 118, 1727, ru./g., nr. 115, 1727, g., nr. 114, 1729, s., nr. 109 |
Proli, (Joan. Jac.) Petr., 1716, nr. 150, 1718, f., nr. 145, 1719, g., nr. 141 |
Provo, Franc., 1723, g., nr. 129, ts. |
Provost, Herm., 1747, nr. 71, ts. |
Provost, Joan., 1740, nr. 87, ts., 1742, nr. 84, ts. |
Pruyssen, van, Ferd., 1723, f., nr. 128, 1724, g., nr. 123, ts. |
Put, Van Der, Joan., 1762, ru., nr. 42 Puttemans, Arn., 1776, nr. 18, ts., 1776, nr. 18 (1), ts. (1) |
Puttemans, Dan., 1769, nr. 26 (2) |
Puttemans, Joan., 1763, nr. 41, 1765, nr. 36, ts., 1767, nr. 32 |
Puttemans, Joan., 1769, nr. 28 (2), 1769, ru., nr. 27 (4), 1770, f., nr. 24, 1770, nr. 25 (2), 1771, g., nr. 23, ts. (2), 1772, s., nr. 22 |
Raey, Vander, Jac., 1764, nr. 39, ts. |
Ranst, van, Joan., 1721, p., nr. 138 |
Ravestyn, Van, Joan., 1762, ru., nr. 42 (2) |
Rayck, Deo., 1718, g., nr. 145, 1719, nr. 143, ts. (2) |
Regemortel, van, Marc., 1750, nr. 66, ts. (2) |
Renaux, Joan., 1737, f., nr. 92, 1738, nr. 91, ts., 1741, nr. 85, ts., 1742, nr. 84 |
Renaux, Joan. Bapt., 1739, nr. 89, 1740, s., nr. 86, ts. |
Renders, Jos., 1735, ru., nr. 96 |
Rens, Jac., 1745, nr. 75 |
Rens, Joan., 1737, f., nr. 92, ts., 1738, nr. 91, ts. |
Rens, Joan., 1762, nr. 43, ts. |
Reus, Petr., 1747, nr. 71, ts., 1749, nr. 68, ts. |
Reymers, Petr., 1750, nr. 65 |
Reyns, Corn., 1724, s., nr. 120, ts. |
Reynwit, Henr., 1770, ru., nr. 24, ts., 1771, f., nr. 23, ts., 1772, g., nr. 22, ts., 1773, s., nr. 21, ts. |
Rickstal, Jac., 1723, f., nr. 128, ts., 1724, g., nr. 123, ts. |
Ridder, De, Ant., 1773, ru., nr. 21, 1774, f., nr. 20 |
Ridder, De, Petr., 1766, g., nr. 34, ts. |
Roddaert, Dan., 1767, nr. 33, ts., 1768, re., nr. 29, ts., 1769, re., nr. 26, ts. |
Roeck, de (De), Petr., 1750, nr. 66, ts., 1750, nr. 65, ts., 1751, nr. 63, ts., 1752, nr. 61, ts., 1753, nr. 60, ts., 1753, nr. 59, ts. (2), 1754, nr. 57, ts. |
Roefs, Corn., 1769, f., nr. 27 |
Roefs, Joan. Corn., 1768, ru., nr. 29 |
Roettiers (Roëttiers), Franc. Mar. Ther., 1759, nr. 47, 1761, f., nr. 44, ts. |
Rom, Mart., 1765, nr. 37 |
Roosens, Ger., 1715, nr. 151 (1) ts. (1), 1716, nr. 150, ts. |
Roosens, Leop., 1783, ru., nr. 1 |
Rosa, God., 1736, nr. 95, 1736, f., nr. 94, 1737, nr. 93, 1737, nr. 92, 1738, nr. 91, 1740, nr. 87, ts., 1740, p., nr. 86 |
Rudder, de, Car., 1771, p., nr. 23, ts. |
Ruiz Pinazo, Hier., 1757, nr. 52, ts. |
Ruts, Gasp., 1762, ru., nr. 42, 1762, nr. 43, ts. |
Ruys, Joan. Bapt., 1778, g., nr. 10, 1779, s., nr. 5 |
Ruysser, de, Petr. Jac., 1748, nr. 70, ts. Rymers, Guil., 1746, nr. 74, 1747, nr. 72, 1748, nr. 69, ts. |
Rymers, Petr., 1751, nr. 64 |
Rymers, Phil., 1750, nr. 66, 1750, nr. 65, ts. |
Saeken, Vander, Jos., 1774, re., nr. 20, ts. |
Salicati, Bruno, 1742, nr. 84, 1742, nr. 82, 1744, nr. 79 (2) |
Sammels, Ger., 1715, nr. 151 (1) ts. (1), 1716, s., nr. 149, 1716, nr. 150, 1718, re., nr. 145 |
Sammels, Guil., 1722, ru., nr. 133 |
Sammels, Henr., 1716, nr. 150, ts. |
Sande (zie ook Zande, Zanden), Van Den, Joan., 1763, s., nr. 40 (1), ts. (1) |
Sanen, Guil., 1724, p., nr. 125 |
Schaepkens, Joan. Bapt., 1765, nr. 36 |
Schaerenborgh, van, Georg., 1769, nr. 26 |
| |
| |
Schaerenborgh (Scharenborg, Schaerenborg, Scharenborgh), van (-), David, 1723, ru., nr. 127, 1724, f., nr. 122, ts., 1724, f., nr. 120, ts., 1723, nr. 119, ts., 1725, g., nr. 118, ts., 1726, p./re., nr. 117, ts., 1727, nr. 116, ts., 1727, s., nr. 114, ts., 1729, f./g., nr. 110, 1729, nr. 109 |
Scharenborg, Van, Mich., 1777, ru., nr. 14 |
Scheerelinckx, And., 1742, nr. 82, ts. |
Scheers, Henr., 1714, nr. 152, 1715, nr. 151, 1716, or., nr. 148 |
Schieter, De (de), Christ., 1756, nr. 54, ts., 1757, nr. 51 (2), 1758, nr. 50, ts., 1758, nr. 49, 1759, nr. 47, 1760, s., nr. 46, ts., 1761, p., nr. 44 (2) ts. (1), 1761, nr. 45 |
Schilders, Paul. Franc., 1714, nr. 152 |
Schockaert, Joan. Dan., 1714, nr. 152, 1715, nr. 151, 1716, or., nr. 148 |
Schooten, van, Hub., 1731, nr. 105, ts., 1731, nr. 104 (1) ts. (1), 1732, nr. 103, ts., 1732, nr. 102, ts. (2), 1733, nr. 101, ts. (2), 1733, re., nr. 100, ts. |
Schouvorst, Ant., 1732, nr. 102 |
Schouvorst, Jos., 1722, ru., nr. 133, rs., 1727, nr. 116 |
Schroots, Joan., (Franc.) 1756, nr. 53, ts., 1757, nr. 52, ts. (3), 1758, nr. 50, ts. (3), 1759, nr. 47, ts. |
Schryvers, Corn. Aug., 1764, nr. 39, ts., 1764, s., nr. 38, 1765, nr. 37, ts., 1765, s., nr. 35, ts. |
Schutter, de, Jac., 1722, g., nr. 135 |
Schuyff, Franc., 1748, nr. 69 (2), 1750, nr. 65 |
Scouvorts, Joan., 1724, f., nr. 122 |
Segers, Ant., 1737, f., nr. 92, ts., 1738, nr. 91, ts., 1738, g., nr. 90, 1739, nr. 89, ts., 1739, s., nr. 88, ts., 1740, nr. 87, ts., 1740, p., nr. 86, ts. |
Segers, Joan., 1759. nr. 48 (2) |
Segers, Petr., 1773, nr. 21, ts., 1774, s., nr. 20, 1775, s., nr. 19, 1776, re., nr. 15, 1776, p., nr. 17, 1777, re., nr. 14 |
Sels, Franc., 1778, ru., nr. 8 |
Sema, Car., 1722, p./re., nr. 137, ts. |
Semal, Joan. Car., 1722, p./re., nr. 137 |
Senepart, Jac., 1736, nr. 95, ts., 1737, nr. 93, ts. |
Severdonck, van (Van), Corn., 1746, nr. 74, 1750, nr. 66, 1750, nr. 65, 1751, nr. 64 |
Siboons, Georg., 1778, nr. 11 |
Simeons, Joan., 1719, nr. 143, ts. |
Simons, Joan. Bapt., 1724, p., nr. 125, ts., 1727, ru./g., nr. 115, ts. |
Sina, van, Henr., 1724, p., nr. 125, ts. |
Slootmans (Sloodtmans), Franc., 1734, nr. 99, 1734, nr. 99, ts., 1734, f., nr. 98, ts., 1735, nr. 97, ts., 1735, g., nr. 96, ts. |
Sluyter, Everardus, 1763, nr. 41, ts. |
Smekens, Joan. Bapt., 1759, nr. 48, ts., 1759, nr. 47, ts. |
Smet, de (De), Henr., 1736, nr. 95, 1737, nr. 93, 1737, f., nr. 92, 1738, nr. 91 (1), ts. (1), 1738, g., nr. 90 (2), 1739, nr. 89 (2) |
Smeyers, Petr., 1774, ru., nr. 20, ts. |
Smits, Christo., 1745, nr. 76, ts. (2) |
Smits, Jos., 1741, nr. 83, ts., 1742, nr. 84, ts., 1743, nr. 80, 1744, nr. 78 |
Smolders, Joan., 1738, nr. 91 |
Snellaerts, Hub., 1730, s., nr. 106, ts. |
Snellaerts, Joan. Aeg., 1730, g., nr. 106, ts. |
Snoeyens, Ferd., 1734, f., nr. 98, 1737, nr. 93 |
Snoeyens, Jac., 1737, s., nr. 92 |
Snoeyens (Snoyens), Joan., 1732, nr. 102, 1733, ru., nr. 100, 1735, g., nr. 96, 1736, s., nr. 94, 1737, s., nr. 92, 1738, p., nr. 90, 1739, nr. 89 |
Snyers, Jos. God., 1745, nr. 76 |
Soest, van, Joan., 1734, nr. 98, 1735, nr. 97, 1736, nr. 95, 1737, nr. 93, 1739, s., nr. 88 |
Soest, Van, Lud., 1754, nr. 58 (2), 1754, nr. 57, ts., 1756, nr. 53 (2) ts. (1), 1756, nr. 54 (2), 1757. nr. 52, ts., 1759, nr. 48, ts. (2), 1759, nr. 47, ts. (3) |
Solveyns, Franc., 1740, nr. 87 |
Solvyns, Balt., 1748, nr. 70, ts., 1750, nr. 65, ts., 1751, nr. 64, ts., 1751, nr. 63, ts., 1752, nr. 62, ts., 1752, nr. 61, ts., 1753, nr. 60, ts., 1753, nr. 59, ts. |
Solvyns, Em., 1777, f., nr. 14, 1778, g., nr. 10, 1779, s., nr. 5 |
Solvyns, Franc., 1738, ru., nr. 90, 1739, ru., nr. 88, 1740, f., nr. 86 |
Solvyns, Laur., 1744, nr. 78, 1745, nr. 75, ts., 1746, nr. 74, 1746, nr. 73, cs., 1747,
|
| |
| |
nr. 72, ts., 1747, nr. 71, ts., 1748, nr. 70, ts. |
Solvyns, Lud., 1783, ru., nr. 1 |
Somers, Joan. (Bapt.), 1767, nr. 33, 1770, nr. 25 |
Sons, van, Ger., 1730, ru., nr. 106, 1735, nr. 97, 1735, s., nr. 96, 1736, nr. 95, 1736, p., nr. 94, 1737, nr. 93, 1737, re., nr. 92 |
Sons, van, Joan., 1724, ru., nr. 121, ts., 1724, ru., nr. 120, 1725, ru., nr. 118, 1729, s., nr. 118, 1730, p., nr. 106 (1) ts. (1) |
Sons, van, Joan. Ant., 1729, nr. 111 |
Sons, van, Joan. Bapt., 1730, p./re., nr. 108 |
Sottiau, Jos., 1714, nr. 152, ts. |
Spicket, Jac., 1719, nr. 143, ts., 1721, p., nr. 138, ts. |
Spiessens, Petr. (Jos.), 1758, nr. 50, ts., 1761, s., nr. 44, 1761, nr. 45, 1762, nr. 43 |
Spycket (Spijcket), Jac., 1719, s., nr. 141, ts., 1720, s., nr. 140, ts., 1722, re., nr. 132, ts., 1722, p./re., nr. 137, ts. |
Spoormans, And., 1774, re., nr. 20, ts. |
Stallen, vander, Henr., 1722, ru., nr. 133, ts. |
Steen, vande, Corn., 1715, nr. 151, ts. |
Steen, vanden, Ed., 1723, s., nr. 130 (2) |
Steen, vanden, Henr., 1724, f., nr. 122 |
Steene, Van Der (Van der, Vander), Gasp., 1762, ru., nr. 42 (2), 1762, nr. 43, 1763, ru., nr. 40 (2), 1765, g., nr. 35 |
Steene, Van der, Max., 1763, nr. 41 |
Steene, vanden (van den), Ed., 1722, g., nr. 135 (2), 1724, s., nr. 124, 1724, s., nr. 120, 1725, nr. 119 |
Steene, vanden (van den), Henr., (Lamb.) 1724, f., nr. 120, 1727, nr. 116, 1727, s., nr. 114, 1729, nr. 111 |
Steenot, Franc., 1756, nr. 53, 1757, nr. 51 (2), 1758, nr. 49, ts. (2), 1759, nr. 47, ts. (2), 1762, nr. 43, ts., 1763, p., nr. 40 (1), ts. (1) |
Steenot, Petr., 1751, nr. 63, 1752, nr. 61, 1753, nr. 60, ts. |
Steens, Joan., 1734, nr. 99 |
Sterck, Joan., 1747, nr. 71, ts., 1748, nr. 69, ts. (2), 1749, nr. 68, ts., 1750, nr. 66, ts. (2), 1750, nr. 65, ts., 1751, nr. 64, ts., 1752, nr. 62, ts. |
Sterck, Joan. Ferd., 1748, nr. 70, ts. |
Sterck, Jos., 1750, nr. 66, ts. |
Sterckx, Joan., 1745, nr. 75, ts. |
Stevens, Mich., 1761, ru., nr. 44 (1), ts. (2) |
Steynen, Petr., 1783, p., nr. 1 |
Stockelinck, Adr., 1724, p., nr. 125 (1), ts. (1) |
Stoopen, Joan. (Bapt.), 1745, nr. 76, 1745, nr. 75, ts., 1746, nr. 74 |
Strick, Franc., 1769, s., nr. 27 (2) |
Strijp, van, Inn., 1716, s., nr. 149 |
Stynen, Petr., 1779, s., nr. 5 |
Suetens (Sutens), 1723, ru., nr. 127, Joan., 1724, f., nr. 122, ts. |
Tack (Tak), Jac., 1776, nr. 18, 1776, ru., nr. 17, 1777, f., nr. 14 (2) |
Tassaert, Jac., 1753, nr. 59, ts. |
Tassaert, Petr., 1714, nr. 152, ts. |
Taymans, Petr., 1749, nr. 68, 1750, nr. 65 |
Thilborgh, Van, Theo., 1766, ru., nr. 34, ts., 1767, f., nr. 31, ts. |
Thomas, Car., 1737, nr. 93 |
Thomas, God., 1769, re., nr. 27 |
Thomàs, Joan. Bapt., 1718, g., nr. 145, ts., 1719, nr. 143 (1), ts. (2), 1719, s., nr. 141, ts., 1720, p., nr. 140, ts., 1721, re., nr. 138 (1), ts. (1) |
Thomas, Mich., 1716, s., nr. 149 |
Thomas, Petr., 1723, f., nr. 128, 1724, g., nr. 123 (1), ts. (1) |
Thureau, Car. (Henr.), 1715, nr. 151, 1722, p./re., nr. 137, 1722, re., nr. 132 |
Thys, Joan., 1746, nr. 73, ts. |
Tibé (Tibè, Tibée, Tybè), Corn., 1730, f./g., nr. 107, ts., 1731, nr. 105, 1731, ru., nr. 104, 1732, nr. 103, 1732, nr. 102, 1733, nr. 101, 1733, g., nr. 100, 1734, nr. 99, ts., 1734, s., nr. 98, cs., 1735, nr. 97, ts., 1735, s., nr. 96, ts., 1736, nr. 95, ts., 1736, p., nr. 94, ts., 1737, nr. 93, 1737, re., nr. 92 (4) |
Tilborgh, van, Henr., 1775, s., nr. 19, ts. |
Tilborgh, van, Joan., 1775, s., nr. 19, ts. t'Kint zie Kint |
Torfs, Lud., 1760, f., nr. 46 (2), 1761, g., nr. 44 (3), 1762, s., nr. 42 (2), 1764, nr. 39 |
Torfs, Rum., 1750, nr. 66, 1750, nr. 65, 1751, nr. 63 (2), 1752, nr. 61, 1753,
|
| |
| |
nr. 59, 1754, nr. 58 |
Trachez, Balt., 1766, ru., nr. 34, 1767, f., nr. 31, 1767, nr. 33, 1768, nr. 30, ts. (2), 1768, g., nr. 29, ts. (2) |
Trimborgh, Joan., 1727, nr. 116, ts. |
Tybos, Joan. (Bapt.), 1744, nr. 79, ts. (2), 1745, nr. 76 |
Ullens, Car., 1763, ru., nr. 40 (2), 1764, ru., nr. 38 |
Ullens, Franc., 1718, ru., nr. 145 |
Ullens, Joan. (Bapt.), 1752, nr. 62, 1752, nr. 61, ts., 1753, nr. 60, ts. (2), 1753, nr. 59, ts., 1754, nr. 58 (2), 1755, nr. 56, 1755, nr. 55 (2), 1756, nr. 53, 1756, nr. 54 |
Ullens, Jos., 1752, nr. 61, ts., 1753, nr. 60, 1753, nr. 59, ts., 1754, nr. 58 (2), 1755, nr. 56 |
Uyttersprot, Corn., 1755, nr. 56, ts. (3) |
Vaast, St., de (De), peril. Alar., 1774, ru., nr. 20, 1775, f., nr. 19 (1), ts. (1), 1776, s., nr. 15 (2) |
Vaerendonck, Ant., 1723, g., nr. 129, ts., 1723, g., nr. 126, ts. |
Valckeneer, Paul., 1736, nr. 95, ts. |
Vale, Alb., 1760, ru., nr. 46 (2), 1761, ru., nr. 44 (1), ts. (1 ), 1761, nr. 45, ts. |
Valé, Franc., 1768, nr. 30, 1768, g., nr. 29, 1769, s., nr. 27, ts. |
Valé, Joan., 1757, nr. 51, ts. |
Valenteyns, Petr., 1761, f., nr. 44, ts., 1762, g., nr. 42, ts., 1762, nr. 43, ts., 1764, nr. 39, ts., 1764, s., nr. 38, ts. |
Valerius, Jud., 1722, f., nr. 134 |
Vanderhey, Petr, Lamb., 1747, nr. 72, ts. |
Vanlerius, Joan., 1763, nr. 41, ts. |
Vannes, Joan., 1749, nr. 68 |
Varendonck, Ant., 1722, f., nr. 134, ts., 1724, s., nr. 124, ts. |
Vassel, Joan., 1738, f., nr. 90 |
Vaux, de, Guil., 1719, g., nr. 141, ts. |
Vecquemans, Ferd., 1731, ru., nr. 104, 1732, nr. 103, 1732, nr. 102, 1733, nr. 101, 1736, nr. 95, ts. |
Vecquemans, Joan. (Jos ), 1738, ru., nr. 90, 1739, nr. 89, 1739, f., nr. 88., 1740, nr. 87, 1741, nr. 85, 1741, nr. 83, 1742, nr. 84 |
Vecquemans, Jos., 1740, g., nr. 86 |
Vecquemans de la Verre, Car., 1730, f., nr. 106, 1731, g., nr. 104, 1732, nr. 102, 1733, nr. 101 |
Velde, van de, Petr., 1776, nr. 18 (2) |
Velde, vande, Dom., 1727, ru./g., nr. 115 |
Velde, vande. Franc. Jos., 1729, nr. 111 |
Velde, vande (van de), Theo., 1736, nr. 95, ts., 1736, p., nr. 94, ts., 1737, nr. 93, ts., |
1737, re., nr. 92, ts. |
Velde, vander, Petr, 1736, ru., nr. 94 |
Ven, van de, Ign., 1743, ru., nr. 80 |
Venne, van de (vande), Joan. Bapt., 1729, nr. 111, ts., 1729, p., nr. 109, ts., 1730, p./re., nr. 108, 1730, re., nr. 106 |
Venne, van de, Petr., 1768, ru., nr. 29, ts. |
Venne, van de (vande), Walt., 1730, p./re., nr. 108, ts., 1731, nr. 105, ts., 1734, nr. 99 (2), 1735, nr. 97, 1735, p., nr. 96, 1736, nr. 95 |
Venne, Van den, Petr., 1752, nr. 62, ts., 1755, nr. 56, ts. |
Venter, van de, Joan. Bapt., 1746, nr. 74 |
Venus, Petr., [[1779]], nr. 3 |
Verachter, Car. (Franc.), 1746, nr. 74, ts., 1746, nr. 73 (1), ts. (1), 1747, nr. 71, ts., 1748, nr. 70, ts. |
Verachter, Franc., 1746, nr. 73, ts., 1748, nr. 70, ts. |
Verachter, Guil., 1740, ru., nr. 86, 1741, nr. 85, 1741, nr. 83, 1742, nr. 82, 1743, g., nr. 80, 1746, nr. 74 |
Verachter, Jos., 1776, nr. 18 (1), ts. (1) |
Verachtert, Bcrnardinus, 1771, re., nr. 23 |
Verachtert, Bern., 1764, nr. 38 (3), ts. (1) |
Verachtert, Bern., 1762, ru., nr. 42, 1765, nr. 37, 1765, f., nr. 35 (2), 1766, g., nr. 34 |
Verachtert, Christ., 1770, nr. 25 |
Verachtert, Petr., 1766, ru., nr. 34, ts. |
Verbeeck, Aeg., 1765, nr. 36, ts. |
Verbeeck, Aug., 1719, g., nr. 141, ts. |
Verbeeck, Joan., 1769, nr. 26 |
Verbert, Franc., 1748, nr. 69, 1749, nr. 68, 1749, nr. 67, 1750, nr. 66, 1750, nr. 65, 1751, nr. 63, ts. |
Verbert, Petr., 1749, nr. 68 |
Verbessemt, Joan. Bapt., 1716, nr. 150, ts. |
| |
| |
Verbiest, Norb., 1738, nr. 91, 1739, f., nr. 88, ts., ts., 1739, f., nr. 88, ts., 1740, nr. 87, ts., 1740, g., nr. 86, ts., 1742, nr. 82 (1), ts. (1), 1743, p., nr. 80, ts. |
Verbraken, Joan., 1783, f., nr. 1 |
Verbruggen, Car., 1738, nr. 91 |
Verbruggen (Verbrugghen), Car., 1746, nr. 73, ts., 1747, nr. 72, ts. |
Verbruggen, Henr., 1731, f., nr. 104 (2) ts. (1), 1732, nr. 103, ts. (2), 1732, nr. 102, ts., 1733, nr. 101, ts. (3), 1735, p., nr. 96 |
Verbruggen (Verbrugghen), Joan. Bapt., 1730, f./g., nr. 107, (2), 1736, nr. 95 |
Verdonck, Jac., 1716, s., nr. 149 |
Verdussen, Corn., 1718, ru., nr. 145 |
Verdussen, Corn., 1746, nr. 74, ts., 1746, nr. 73, ts., 1747, nr. 72, ts., 1747, nr. 71, ts., 1748, nr. 70, ts., 1749, nr. 67, 1751, nr. 64 (2) |
Verdussen, Corn. Franc., 1745, nr. 76 |
Verdussen, Franc., 1716, nr. 150, ts., 1718, g., nr. 145, 1719, nr. 143, 1719, s., nr. 141, 1722, p./re., nr. 137 |
Verdussen, Franc., 1751, nr. 64 |
Verdussen, Guil., 1740, g., nr. 86 |
Verdussen, Hier., 1751, nr. 64, ts. |
Verdussen, Joan., 1736, ru., nr. 94, 1737, nr. 93, 1738, f., nr. 90 |
Verdussen, Joan., 1741, nr. 85, 1741, nr. 83, 1742, nr. 82, 1746, nr. 73, 1748, nr. 70, ts., 1749, nr. 67 |
Verdussen, Joan. Bapt., 1714, nr. 152, 1715, nr. 151, 1716, nr. 150 |
Verdussen, Joan. Bapt., 1738, nr. 91 |
Verdussen, Joan. Bapt., 1750, nr. 65, ts., 1751, nr. 64, ts. |
Verdussen, Joan. Hier., 1739, g., nr. 88 |
Verdussen, Petr., 1752, nr. 61 |
Verdussens, Joan., 1742, nr. 84 |
Vereeken, Aeg., 1750, nr. 65, ts. |
Vereeken, Joan. Bapt., 1774, f., nr. 20 |
Vergelo, Phil., 1733, ru., nr. 100 (1), rs. (1) |
Vergelo, van, Arn., 1738, nr. 91, ts. |
Vergleo, van, Phil., 1735, nr. 97, ts. |
Verheyden, (Joan.) Franc., 1722, f., nr. 134, 1723, g., nr. 129 |
Verheyden, Jos., 1739, nr. 89 |
Verheylewegen (Verheylenwegen), Abr. (Franc.), 1722, f., nr. 134, 1723, g., nr. 129, 1724, s., nr. 124 |
Verhulst, Franc., 1736, nr. 95, 1736, f., nr. 94, 1737, g., nr. 92, 1738, nr. 91, 1739, nr. 89, 1739, p., nr. 88 |
Verhulst, Franc., 1760, ru., nr. 46 |
Verhulst, Jos., 1742, nr. 84, ts., 1744, nr. 79, 1746, nr. 74 |
Verhyden, Ign., 1727, ru./g., nr. 115, ts. |
Verleyen, Joan. Bapt., 1735, nr. 97, ts. |
Verlinden, Jac., 1732, nr. 103, ts., 1735, nr. 97, ts. (2), 1735, p., nr. 96, ts. (3), 1736, nr. 95 |
Verlyen, Joan. Bapt., 1736, nr. 95 |
Verlyen, Jos. Bapt., 1727, ru./g., nr. 115, ts. |
Vermanden, Dom., 1715, nr. 151, 1716, nr. 150, 1719, nr. 143 |
Vermeeren, Jos., 1745, nr. 76, 1750, nr. 66 |
Vermeeren, Thom., 1747, nr. 71, 1748, nr. 69 |
Vermeiren, Jos., 1749, nr. 67, ts. |
Vermeiren, Petr., 1715, nr. 151, ts. |
Vermeulen, Ed., 1770, g., nr. 24, ts., 1770, nr. 25 |
Vermoelen, Christ., 1729, f./g., nr. 110, 1729, ru., nr. 109 |
Vermoelen, Franc., 1762, ru., nr. 42 |
Vermoelen, Joan., 1734, nr. 98, 1735, ru., nr. 96, 1736, f., nr. 94, ts., 1737, nr. 93, ts., 1737, g., nr. 92, ts. (2) |
Vermoelen, Joan. (Franc.), 1762, ru., nr. 42, 1763, ru., nr. 40 (2), 1764, nr. 39 (2) |
Vermoelen, Lud., 1726, p./re., nr. 117, 1727, nr. 116, ts., 1729, s., nr. 109, 1730, s., nr. 106 (2), 1731, nr. 105, 1731, p., nr. 104, 1732, nr. 103, 1732, nr. 102 |
Vermoelen, Lud. Jos., 1727, f., nr. 114 |
Vermoeien, Phil., 1723, ru., nr. 127, 1723, ru., nr. 126, 1724, p., nr. 125 |
Vermoelen, Phil., 1724, ru., nr. 120, 1725, f., nr. 118, 1727, nr. 116 |
Vermoelen, Phil., 1775, s., nr. 19 (2), 1776, p., nr. 17 (2) |
Vermoelen, Phil. Em., 1724, ru., nr. 121 |
Vermoelen, praen. Phil., 1776, re., nr. 15 (4), 1777, re., nr. 14 |
Vermout, Jac., 1721, f., nr. 138 |
Vermout, Phil., 1722, g., nr. 135, 1723, s., nr. 130 |
| |
| |
Vermout, Phil. Jac., 1722, g., nr. 132 |
Vermuye, Joan. Bapt., 1738, nr. 91 |
Verpoorten, Henr., 1749, nr. 68, ts. |
Verresen, Joan., 1770, nr. 25, ts. |
Verret, Joan. Francisca, 1747, nr. 71 |
Verrydt (Verreydt, Verreijdt, Verreyt), Isaac, 1723, ru., nr. 127, 1724, f., nr. 122 (1), ts. (1), 1729, nr. 111, 1729, p., nr. 109 |
Verrydt, Jac., 1776, nr. 18 (2) |
Versanrvoirt, Car., 1723, ru., nr. 127, ts., 1723, ru., nr. 126, ts., 1724, f., nr. 122 (2) ts. (1), 1725, g., nr. 118, ts., 1726, p./re., nr. 117, ts., 1727, nr. 116, ts., 1727, s., nr. 114, ts. |
Versantvort (Versantvoirt, Versantvoort), Aeg., 1727, nr. 116, ts., 1730, p./re., nr. 108, ts., 1730, f./g., nr. 107, ts., 1731, f., nr. 104, ts. |
Versantvort, Joan., 1722, ru., nr. 133, ts. |
Verschilden, Paul., 1723, ru., nr. 127, ts. (2) |
Verschuylen, Jac., 1741, nr. 83 (3), 1742, nr. 84, 1742, nr. 82, ts. |
Verschuylen, Joan., 1742, nr. 84, 1742, nr. 82 |
Verschuylen, Jos., 1714, nr. 152 (1), ts. (1), 1716, nr. 150 |
Verschuylen, Mart., 1716, s., nr. 149, 1716, nr. 150, ts. |
Verschylen, Joan. Jos., 1716, s., nr. 149 |
Versmissen, Joan., 1739, f., nr. 88, 1744, nr. 78 |
Verstappen, Ant., 1758, nr. 49 |
Verscraelen, A., 1783, g., nr. 1 |
Verstralen, Ant., [[1779]], nr. 3 |
Vervecken, Petr., 1755, nr. 55 |
Vervrangen, Alph., 1760, ru., nr. 46, 1761, nr. 45 (2) ts. (1) |
Vervrangen, Nica., 1768, ru., nr. 29, ts., 1773, s., nr. 21, ts. |
Verwilt, Joan., 1736, nr. 95, 1737, f., nr. 92 |
Verzantfort, Aeg., 1730, f., nr. 106, ts. |
Vet, de, Jac. Franc., 1723, g., nr. 129, ts. |
Vets, Alex., 1733, ru., nr. 100 |
Vets, Joan., 1750, nr. 65, ts. |
Vets, Joan. Bapt., 1741, nr. 83, ts. |
Vets, Xav., 1747, nr. 71, ts. |
Vierendeels, Joan., 1729, f./g., nr. 110, ts., 1731, nr. 105 |
Vignron, Hugo, 1751, nr. 63, 1752, nr. 62 |
Vinck, Car. (Franc.), 1723, g., nr. 129, 1724, s., nr. 124 |
Vinck, Joan., 1724, p., nr. 125, ts. |
Vinck, Petr. Jac., 1770, re., nr. 24, ts. |
Virrendeels, Joan., 1763, nr. 41 (2), 1765, nr. 36, 1766, ru., nr. 34, 1766, f., nr. 34, 1767, nr. 33, ts., 1768, f., nr. 29 |
Virrendeels, Joan. Ger., 1730, f./g., nr. 107 |
Virrendeels, Paul., 1767, nr. 32, ts., 1769, nr. 26, ts. |
Virrendeels, Petr., 1757, nr. 52 (2), 1757, nr. 51, 1758, nr. 49, ts. (2), 1759, nr. 47, ts. (2), 1760, s., nr. 46 (1), ts. (1), 1761, s., nr. 44 (1), ts. (1), 1761, nr. 45, ts. |
Visschers, Joan., 1734, ru., nr. 98, ts., 1735, ru., nr. 96, 1738, nr. 91, 1739, nr. 89 |
Visser, de, Joan., 1724, f., nr. 122 |
Visser, de, Joan., 1742, nr. 84, ts. |
Vlasselaer, van, Franc., 1744, nr. 79, ts. |
Vleeschouwer, Jos., 1776. nr. 18 |
Vleeshouwers, Franc., 1727, ru./g., nr. 115 |
Vleeshouwers, Joan., 1727, ru./f., nr. 114, ts. |
Vleminx (Vlemincx) (zie ook Vlyminckx), Jac., 1743, ru., nr. 80, ts., 1744, nr. 78, ts. |
Vleugels (Vleughels), Franc., 1727, ru., nr. 114, 1729, ru./f., nr. 109, 1730, f./g., nr. 107, (2), 1730, f., nr. 106, 1732, nr. 103, 1732, nr. 102 (1), ts. (1), 1733, nr. 101, 1733, s., nr. 100 |
Vleugels, Joan. (Hapt.), 1755, nr. 56, 1755, nr. 55, 1756, nr. 54, 1758, nr. 50 (1), 1758, nr. 49 |
Vloet, vander, Gasp., 1735, ru., nr. 96 |
Vloo, de, Henr., 1728, f., nr. 113, 1730, f., nr. 106, 1731, g., nr. 104, 1732, nr. 103, 1734, p., nr. 98 (2) |
Vloo, de, Petr., (Jos.) 1722, f., nr. 134, ts., 1723, g., nr. 129, ts., 1726, p./re., nr. 117, ts. |
Vlyminckx (zie ook Vleminx), Jac., 1742, nr. 82 |
Volkerick, And., 1719, nr. 143, ts. (2) |
Vollesom, Van, Joan. (Jos.), 1767, nr. 33, ts., 1768, nr. 30, ts., 1768, re., nr. 29, ts. |
Vos, De, Petr., 1768, f., nr. 29, ts., 1771, s., nr. 23 (2) |
Vos, de, Petr. Laur., 1770, s., nr. 24 |
Voys, De, Petr., 1757, nr. 51, ts., 1759,
|
| |
| |
nr. 48, ts., 1760, g., nr. 46 (1), ts. (1), 1761, s., nr. 44 (1), ts. (1) |
Vrancken, Joan. Bapt., 1769, nr. 28 |
Vroom, And., 1718, f., nr. 145, 1719, g., nr. 141, 1720, s., nr. 140 |
Vroom, Corn. (Jos.), 1727, ru., nr. 114, 1728, f., nr. 113, ts. |
Vroom, Guil., 1714, nr. 152, 1715, nr. 151, 1716, nr. 150, 1718, s., nr. 145 |
Wachter, De, Joan., 1763, re., nr. 40 |
Wachters, Joan. (Bapt.), 1776, s., nr. 15, 1778, s., nr. 11, 1779, p., nr. 6, 1783, re., nr. 1 |
Wael, de, Car., 1776, nr. 18 |
Wael, de, Corn., 1749, nr. 68, 1749, nr. 67, 1750, nr. 66, 1750, nr. 65, 1751, nr. 64, ts., 1752, nr. 62, ts. |
Wael, de, Joan., 1776, nr. 18 |
Wael, de, Joan., 1783, ru., nr. 1 |
Wamel, van, Aeg., 1776, nr. 18 (2) |
Wamel, van, Ign., 1720, re., nr. 140 |
Wamel, van, Ign., 1744, nr. 78, 1745, nr. 76, 1745, nr. 75, 1746, nr. 74, ts., 1747, nr. 71 |
Wamel, Van, Joan., 1751, nr. 63, 1754, nr. 58, ts. |
Wangen, van, Ger., 1733, ru., nr. 100 (2) |
Wangen, Van, Ger., 1763, nr. 41, ts., 1766, ru., nr. 34 (1) ts. (2) |
Wangen, van, Petr., 1732, nr. 102, 1733, nr. 101 |
Wangen, van, Petr., 1741, nr. 83 (3) |
Wanghen, Van, Ger., 1765, ru., nr. 35 (1), ts. (1), 1767, f., nr. 31 (1), ts. (1) |
Wassenbergh, van, Car., 1719, nr. 143 (1), ts. (1) |
Waumans, Jos., 1714, nr. 152, 1715, nr. 151, 1716, nr. 150, 1719, p., nr. 141 |
Wauters, Aeg., 1783, ru., nr. 1 |
Welhuysen, van (Van), Joan. Bapt., 1750, nr. 65, 1751, nr. 63, 1754, nr. 58 (2) |
Well, Van, Jac. Sanders (Sanderz), 1762, ru., nr. 42, 1764, g., nr. 38 (1), ts. (1), 1767, nr. 33, ts. |
Well, Van, Wilh. Sanders (Sanderz), 1763, nr. 41, 1764, ru., nr. 38, 1765, f., nr. 35, ts. (2) |
Wellens, Ant. (Ger.), 1721, g., nr. 138, 1722, s., nr. 136, 1722, s., nr. 132 |
Wellens, Ant., 1741, nr. 83 (3), 1742, nr. 84, 1742, nr. 82, 1743, f., nr. 80, 1744, nr. 79, 1744, nr. 78, 1745, nr. 76, 1745, nr. 75, 1746, nr. 74, 1746, nr. 73 |
Wellens, Jac., 1736, ru., nr. 94, 1737, nr. 93, 1737, ru., nr. 92, 1738, nr. 91, 1738, f., nr. 90, 1739, nr. 89, 1739, g., nr. 88, 1740, nr. 87, 1740, s., nr. 86, 1741, nr. 85, 1741, nr. 83 |
Wellens, Lud., 1741, nr. 85 (1), ts. (1), 1741, nr. 83, ts., 1742, nr. 84, ts., 1742, nr. 82, ts., 1743, f., nr. 80, 1744, nr. 79, ts., 1744, nr. 78, ts., 1745, nr. 76, ts., 1745, nr. 75, ts., 1746, nr. 74, ts., 1746, nr. 73, ts. |
Werbrouck, Petr., 1765, nr. 36 |
Wersier, De, Joan., 1757, nr. 51, ts. |
Werve, van de (vande), Car. (Fred.), 1724, ru., nr. 120, 1724, ru., nr. 121, 1725, ru., nr. 118, ts., 1727, ru./g., nr. 115, ts., 1729, s., nr. 109, 1730, p./re., nr. 108, ts., 1730, p., nr. 106, ts., 1731, nr. 105, ts., 1731, re., nr. 104, ts. |
Werve, Van de, Jac., 1763, nr. 41 |
Wets, Joan., 1748, nr. 69, 1750, nr. 65, ts. |
Wien, vander, Joan., 1718, p., nr. 145 (1), ts. (1) |
Wierckx, Petr., 1741, nr. 85, ts. |
Wijns, Joan. Bapt., 1724, p., nr. 125, ts. |
Wilde, de, Aug., 1751, nr. 64, ts., 1752, nr. 62, ts. |
Wilde, de, Car., 1735, ru., nr. 96, ts., 1737, nr. 93, ts., 1739, s., nr. 88, ts., 1740, nr. 86, ts. |
Wilde, de, Dan. (Aug.), 1750, nr. 66, 1750, nr. 65, 1751, nr. 63, ts. |
Wilde, de, Joan., 1722, ru., nr. 133 |
Wilde, de, Jos., 1762, g., nr. 42 |
Wilde, de (De), Thom., 1751, nr. 63, ts., 1752, nr. 62 |
Wilder, van, Guil., 1738, nr. 91, ts. |
Willaert, Balt., 1722, ru., nr. 133, ts., 1724, ru., nr. 121, ts. |
Willaert, Balt., 1759, nr. 48, 1759, nr. 47, 1760, ru., nr. 46 |
Willaert, Franc., 1763, nr. 41, ts., 1767, f., nr. 31, 1768, nr. 30 |
| |
| |
Willaert, Laur. Balt., 1762, g., nr. 42, 1762, nr. 43 (2) |
Willaert, Petr., 1761, ru., nr. 44, 1762, nr. 43, ts., 1764, nr. 39, ts. |
Willaert, Petr. Jos., 1761, nr. 45 |
Willems, God., 1724, s., nr. 124, 1725, nr. 119 |
Willems, Nico., 1724, p., nr. 125, 1725, nr. 119 |
Willemsens, Guil., 1722, ru., nr. 133, ts., 1723, f., nr. 128, ts., 1724, g., nr. 123 |
Willemsens, Guil., 1740, nr. 87 |
Willemsens, Joan., 1733, ru., nr. 100, 1737, nr. 93, ts., 1738, nr. 91, ts. |
Willemsens, Joan. Bapt., 1724, p., nr. 125, ts. |
Willemsens, Joan. Bapt., 1735, ru., nr. 96 (2), 1736, nr. 94, 1737, g., nr. 92 |
Willemsens, Mich., 1719, nr. 143 |
Willemsens, Nico., 1723, s., nr. 130, ts. (4), 1723, s., nr. 126, ts. |
Winghen, van, Joan., 1776, ru., nr. 15 |
Winter, de. Corn. (Jos.), 1727, ru./g., nr. 115, 1727, nr. 114, 1728, f., nr. 113, ts. |
Winter, De (de), Joan. (Bapt.), 1739, nr. 89, 1743, s., nr. 80, ts., 1744, nr. 79, ts. |
Winter, De, Paul., 1769, nr. 28 |
Winter, de, Petr., 1719, g., nr. 141, ts. |
Witte, de, jonker Joan., 1783, ru., nr. 1 |
Wittebol, Ign., 1723, ru., nr. 127, 1723, ru., nr. 126, 1724, ru., nr. 121 |
Wolf, De, Car., 1761, nr. 45, ts. |
Wolf, de, Joan., (Bapt.) 1739, ru., nr. 88, 1740, nr. 87, 1740, ru., nr. 86, 1741, nr. 85 |
Wolf, de, Petr., 1732, nr. 103, ts. (2) |
Wolf, De, Petr., 1760, ru., nr. 46 |
Wouters, Aeg., 1755, nr. 55, ts., 1756, nr. 53, ts. (2), 1756, nr. 54, ts., 1757, nr. 52, ts. (2), 1757, nr. 51, ts., 1758, nr. 49, ts., 1759, nr. 48, 1759, nr. 47, 1760, s., nr. 46 (1), ts. (1) |
Wouters, Aeg. Franc., 1776, nr. 18 |
Wouters, Ant., 1769, ru., nr. 27 |
Wouters, Henr., 1739, f., nr. 88, 1740, nr. 87 |
Wouters, Joan., 1738, nr. 91, 1738, ru., nr. 90, 1739, nr. 89, 1741, nr. 85, 1742, nr. 84, 1743, p., nr. 80, 1744, nr. 78 |
Wouters, Joan., 1751, nr. 63 |
Wouters, Joan. Bapt., 1769, nr. 28, ts. |
Wouters, Joan. Franc., 1772, ru., nr. 22 |
Wouters, Lud., 1740, s., nr. 86 (2), 1741, nr. 85 |
Wouters, Nico., 1730, p., nr. 106, ts. |
Wouters, Nico., 1759, nr. 48, ts. |
Wouters, Petr., (Jos.) 1764, nr. 39, 1764, ru., nr. 38 (2), 1765, f., nr. 35, 1766, g., nr. 34 |
Wouwer, van de, Mart., 1729, f./g., nr. 110 |
Wouwermans, Jud., 1771, p., nr. 23, ts. |
Wouwermans, Wilh., 1772, ru., nr. 22, 1776, f., nr. 17, ts. |
Wuchters, Joan. Bapt., 1737, nr. 93, 1737, f., nr. 92, ts. |
Wuchters, Joan. Bapt., 1737, ru., nr. 92, ts., 1738, nr. 91, ts., 1738, f., nr. 90, ts. |
Wuchters, Joan. Car., 1772, ru., nr. 22 |
Wuyts, Joan, Bapt., 1770, ru., nr. 24, ts. |
Wyck, van, Jac. 1737, nr. 93, ts., 1737, g., nr. 92, ts., 1739, s., nr. 88, ts., 1740, nr. 87, ts. |
Wygaert, Van de, Joan., 1762, nr. 43 (2) |
Wynans, Petr. (Jos.), 1769, s., nr. 27, 1770, p., nr. 24 (2), 1770, nr. 25, 1771, re., nr. 23 (2) |
Wyngaerden, vanden, Joan., 1718, re., nr. 145 (1), ts. (1) |
Wyngaert, Van Den, Joan., 1774, f., nr. 20, ts. |
Wyngaert, Van den, Leon, 1777, ru., nr. 14, ts. |
Wyns, Joan., 1724, ru., nr. 121 |
Zande (Zanden, Sande), van de (vande, vanden, vander), Adr., 1721, ru., nr. 138, 1722, p./re., nr. 137, 1722, f., nr. 134, 1722, f., nr. 132, 1723, g., nr. 129, 1723, g., nr. 126, 1724, s., nr. 124, 1725, nr. 119, 1725, s., nr. 118, 1726, p./re., nr. 117 |
Zande (Sande), van de (vande, vander), Franc. (Xav.), 1727, nr. 116, 1727, ru./g., nr. 115 (2), 1727, ru., nr. 114, 1728, f., nr. 113, 1729, f./g., nr. 110, 1729, g., nr. 109 (3), 1730, p./re., nr. 108, 1730, s., nr. 106, 1731, nr. 105, 1731, s., nr. 104, 1733, nr. 101 |
Zande, (Zanden, Sande), van de (Vander), Jos.,
|
| |
| |
1730, f./g., nr. 107, 1730, ru., nr. 106, ts., 1731, nr. 105, 1732, nr. 103, 1732, nr. 102, 1733, s., nr. 100, 1734, nr. 99 |
Zanden, vande, (van de, vander) Joan. Bapt., 1718, f., nr. 145, 1720, s., nr. 140, 1721, s., nr. 139, 1721, s., nr. 138 |
Zanden, vande, Corn., 1716, nr. 150, ts. |
Zanden, vande, Jos., 1722, p./re., nr. 137, ts. |
Zanden (Sanden), Vander, Jac., 1753, nr. 59, ts., 1755, nr. 56, ts., 1756, nr. 53, ts. |
Zergers (Zeghers), Jac., 1722, p./re., nr. 137, ts., 1722, re., nr. 132 |
| |
Auteurs
Toelichting
De auteurs die in de programma's worden genoemd, staan hier in alfabetische volgorde. De notities in handschrift waaraan deze informatie werd ontleend delen meestal ook mee welke functie de betrokken pater op dat ogenblik vervulde. Achter iedere naam vindt men dan ook de vermelding van die functie (dikwijls prefect of leraar van een bepaalde klas), het nummer van het programma en de datum tussen haakjes. Behalve anders vermeld gaat het steeds om een functie in het Antwerpse college. De aanduiding ‘ts.’ wil zeggen dat de auteur expliciet bij het tussenspel werd vermeld, en bijgevolg niet voor de tragedie verantwoordelijk was.
Voor de schrijfwijze van de namen volgde ik het repertorium van Verkerken en Grootaers 1996. Geen enkel gegeven in deze lijst bleek in tegenspraak met dat repertorium, vele van de hier gepresenteerde gegevens vullen het wel aan. Enkele namen vond ik er niet in terug, m.n. Guilielmus Clercka, Joannes Fleming (of Vleming?), Antonius Fowies, Joannes Matthijs en Joannes Page. De gegevens vanaf 1773 stemmen overeen met die in de lijst van Leyder 1996.Ga naar voetnoot63
| |
| |
| |
Register
Aertgeerts, Fulgentius (1735-1799), syntaxis: nr. 43, ts. (1762) America, Joannes (1739-1801), syntaxis: nr. 39, ts. (1764) en nr. 37, ts. (1765); retorica: nr. 33 (1767) |
Biddelo, Thomas (1689-1758), prefect: nr. 126 (1723), nr. 120 (1724), nr. 81 (1743) nr. 80 (1743), nr. 77 (1744), nr. 78 (1744), nr. 75 (1745), nr. 73 (1746) en nr. 71 (1747) |
Bogaert, van den, Carolus (1743-1801), retorica: nr. 18 (1776) |
Caudeliers, Dominicus (1731-1776), lector van de grammatica: nr. 56, ts. (1755); syntaxis: nr. 54, ts. (1756); prefect: nr. 46 (1760), nr. 44 (1761) en nr. 42 (1762); geen funtie vermeld: nr. 41 (1763); prefect: nr. 40 (1763), nr. 38 (1764), nr. 36 (1765), nr. 35 (1765), nr. 34 (1766), nr. 31 (1767), nr. 32 (1767) en nr. 29 (1768); prior: nr. 26 (1769) |
Clercka, Guilielmus, retorica en poësis (Hasselt): nr. 58 (1754) |
Cock, Angelus (1690-1769), prefect en secretaris: nr. 98 (1734) en nr. 96 (1735); difinitor en prefect: nr. 86 (1740); prefect: nr. 92 (1737) |
Coenen, Ignatius (1719-1771), poësis: nr. 76, ts., (1745); retorica: nr. 74 (1746); prefect: nr. 27 (1769), nr. 24 (1770) en nr. 23 (1771) |
Fleming (Vleming), Joannes (uit Ierland?), retorica: nr. 95 (1736), nr. 93 (1737) en nr. 91 (1738) |
Fowies, Antonius, retorica (Gent): nr. 846 (1742) |
Hebbelynck, Petrus (1708-1741), prefect: nr. 90 (1738) |
Jacobs, Franciscus (1726-1789), syntaxis: nr. 58, ts. (1754); retorica en poësis: nr. 56 (1755) en nr. 54 (1756); prefect: nr. 51 (1757), nr. 49 (1758) en nr. 47 (1759) |
Keghels, Leo (1739-1792), poësis: nr. 30, ts. (1768) en nr. 28, ts. (1769) |
Lancker, Van, Angelus (1741-1775), nr. 28 (1769); retorica: nr. 25 (1770) |
Laurijs, Dominicus (1706-1771), retorica: nr. 99 (1734) en nr. 97 (1735) |
Lespesse, Antonius, retorica: nr. 60 (1753) |
Maes, Joannes (1735-1772), syntaxis (Gent): nr. 45, ts. (1761) |
Matthijs, Joannes, poësis (Hasselt): nr. 72, ts. (1747) en nr. 70 (1748) |
| |
| |
Page, Joannes, prefect: nr. 83 (1741), nr. 82 (1742), nr. 65 (1750), nr. 59 (1753) en nr. 55 (1755); geen functie vermeld: nr. 53 (1756); prefect: nr. 57 (1754) |
Poele, vande, Nicolaus (1668-1753), exprior van Diest, prefect: nr. 100 (1733); prefect: nr. 106 (1730), nr. 104 (1731) en nr. 102 (1732) |
Rief, Carolus (1682-1741), prefect: nr. 94 (1736) |
Schaeck, Josephus (†1764), poësis (Roeselare): nr. 79, ts. (1744); retorica: nr. 76 (1745) |
Sterck, Joannes (1735-1792), syntaxis: nr. 48, ts. (1759); prefect: nr. 19 (1775) en nr. 17 (1776) |
Venne, Van de, Joannes Baptista (1712-1772), retorica: nr. 79 (1744); prefect: nr. 69 (1748) en nr. 67 (1749) |
Wael, De, Cornelius (1733-1775), retorica: nr. 45 (1761) en nr. 43 (1762) |
Wael, De, Jacobus Joannes (1737-1808), retorica: nr. 39 (1764), nr. 37 (1765) en nr. 30 (1768); prefect: nr. 22 (1772), nr. 21 (1773) en nr. 20 (1774) |
| |
Onderwerpen
Dit register verwijst naar de persoonsnamen die in de citels van de programmas voorkomen.
Absalon |
nr. 85 |
Achab |
nr. 38 |
Acolin |
nr. 153 |
Adiatorix |
nr. 30 |
Adolphus |
nr. 17, nr. 77, nr. 78, nr. 126 |
Aechinus |
nr. 115 |
Alexander de Grote |
nr. 123 |
Alexander |
nr. 61 |
Alexius |
nr. 68, nr. 141 |
Almigerinus |
nr. 60, nr. 125 |
Alphonsus |
nr. 37 |
Amalaberga |
nr. 145 |
Amlethus |
nr. 139 |
Ansberta |
nr. 79 |
Antiochus |
nr. 26, nr. 147 |
Antoninus |
nr. 73 |
Arc, d', Jeanne |
nr. 92 |
Aran |
nr. 14.3 |
Arienna |
nr. 66 |
Assuerus |
nr. 86 |
Astyages |
nr. 66 |
Athalia |
nr. 150 |
Athanasius |
nr. 93 |
Athenais |
nr. 134 |
Audas |
nr. 43, nr. 140 |
Augustinus |
nr. 64, nr. 101, nr. 152 |
Avarbolus |
nr. 131 |
Balbus, Michaël |
nr. 39 |
| |
| |
Baltassar |
nr. 47, nr. 114 |
Basilius |
nr. 121 |
Belisa |
nr. 175 |
Belisarius |
nr. 33, nr. 88, nr. 128 |
Bellerophontes |
nr. 159 |
Benignianus |
nr. 136 |
Bessus |
nr. 61 |
Boaldus |
nr. 124 |
Boëtius |
nr. 62, nr. 118 |
Brutus |
nr. 95, nr. 117 |
Brutus, M. |
nr. 76 |
Cabades |
nr. 88 |
Caesar, Julius |
nr. 76 |
Canutus |
nr. 129 |
Carolus Audax |
nr. 67 |
Carolus Magnus |
nr. 156 |
Carolus V |
nr. 102, nr. 151 |
Carolus VII |
nr. 92 |
Cartouche |
nr. 135 |
Cassius, C. |
nr. 76 |
Cha-Abas |
nr. 44 |
Claudia |
nr. 80, nr. 81 |
Cleomenes |
nr. 49 |
Clerobolus |
nr. 100 |
Clodoaldus |
nr. 156, nr. 163 |
Constantinus |
nr. 32 |
Cosrhoes |
nr. 40 |
Crodus |
nr. 156 |
Cyaxares |
nr. 66 |
Cyrus |
nr. 47, nr. 66 |
D' or, Ludovicus |
nr. 8 |
Dafrosa |
nr. 108 |
Daniël |
nr. 47, nr. 50, nr. 54 |
Darius |
nr. 47, nr. 61 |
David |
nr. 85, nr. 150 |
Demetrius Griska |
nr. 89 |
Duringus |
nr. 48 |
Eleazarus |
nr. 26 |
Elenahan |
nr. 155 |
Eponina |
nr. 105 |
Ester |
nr. 14, nr. 42, nr. 86 |
Eudocia |
nr. 119 |
Eugenia |
nr. 80, nr. 81 |
Eugenius |
nr. 69 |
Ezechias |
nr. 99 |
Felicitas |
nr. 65, nr. 146 |
Fengo |
nr. 139 |
Frechreddus |
nr. 144 |
Geta |
nr. 73 |
Gilimer |
nr. 33 |
Grezomilaus |
nr. 48 |
Groenewout, in't, F.J. |
nr. 2 |
Heraclius |
nr. 149 |
Hermenegildus |
nr. 103, nr. 138 |
Hermofxedus |
nr. 145 |
Hermolaus |
nr. 123 |
Herodes |
nr. 111 |
Hobenda |
nr. 132 |
Hormisda |
nr. 43, nr. 140 |
Humfredus |
nr. 91 |
Ibrahim |
nr. 154 |
Irene |
nr. 52 |
Isacius |
nr. 68 |
Isamael |
nr. 132 |
Jephte |
nr. 46 |
Joannes Baptista, h. |
nr. 111 |
Joannes Nepomucenus |
nr. 104 |
Joiada |
nr. 150 |
Jonathan Machabeus |
nr. 70 |
Jonathas |
nr. 148 |
Joseph |
nr. 18, nr. 29, nr. 41, nr. 94, nr. 122 |
Julianus |
nr. 56, nr. 113 |
Julius Sabinus |
nr. 105 |
Justinianus |
nr. 33, nr. 88 |
Leo |
nr. 39 |
Leontius |
nr. 112 |
Levigildus |
nr. 103, nr. 138 |
Lucianus |
nr. 133 |
Ludovicus |
nr. 110 |
Maccabeeën |
nr. 147 |
Mahomet IV |
nr. 161 |
Mahomet |
nr. 154 |
Manasses |
nr. 107, nr. 36 |
Maria |
nr. 19, nr. 75, nr. 120 |
Marius, C. |
nr. 84 |
Mauritius |
nr. 58 |
Maximianus |
nr. 32 |
Mithridates |
nr. 63 |
Nabuchodonosor |
nr. 54, nr. 82, nr. 116 |
| |
| |
Neanias |
nr. 25 |
Ninus |
nr. 157 |
Orignenon |
nr. 108 |
Otthoman |
nr. 160 |
Otto III |
nr. 19, nr. 75, nr. 120 |
Peria |
nr. 132 |
Petrus |
nr. 141, nr. 158 |
Petrus I |
nr. 21 |
Phaeton |
nr. 57 |
Phenenna |
nr. 60, nr. 125 |
Philippus |
nr. 80, nr. 81 |
Philo |
nr. 45 |
Phricodemus |
nr. 45 |
Placidus |
nr. 77 |
Plautianus |
nr. 71 |
Procopius |
nr. 25, nr. 127 |
Pseudo-Balduinus |
nr. 137 |
Pyreneus |
nr. 55 |
Richarda |
nr. 19, nr. 75, nr. 120 |
Robertus |
nr. 75, nr. 120 |
Rodericus |
nr. 56, nr. 113 |
Romanus Diogenes |
nr. 27, nr. 74, nr. 109, nr. 119 |
Rosimunda |
nr. 77 |
Rubaea |
nr. 153 |
Salomona |
nr. 26 |
Samson |
nr. 59, nr. 83 |
Sanctius |
nr. 20 |
Saul |
nr. 34 |
Sedecias |
nr. 51, nr. 97 |
Semiramidis |
nr. 157 |
Semiramis |
nr. 24 |
Sennacherib |
nr. 35, nr. 5.3, nr. 72 |
Severianus |
nr. 95, nr. 117 |
Severus |
nr. 71, nr. 73, nr. 136 |
Simon |
nr. 70 |
Sthenoboea |
nr. 159 |
Stratagema |
nr. 49 |
Suenes |
nr. 43, nr. 140 |
Susanna Belgica |
nr. 162 |
Thamera |
nr. 143 |
Themiso |
nr. 45 |
Themistocles |
nr. 2.3, nr. 90 |
Theodoricus |
nr. 62 |
Theodosius |
nr. 69, nr. 134 |
Theophane |
nr. 22 |
Thomas Morus |
nr. 96 |
Thomas van Canterbury |
nr. 98 |
Timocrates |
nr. 49 |
Titus |
nr. 143 |
Tobalus |
nr. 124 |
Udalricus |
nr. 77 |
Ugolinus |
nr. 130 |
Ulferus |
nr. 28, nr. 142 |
Varanes |
nr. 140 |
Verepaeus |
nr. 3, nr. 8, nr. 9 |
Wambanus |
nr. 31 |
Wellens, J.T.J. |
nr. 15, nr. 16 |
Xenophanes |
nr. 115 |
| |
IV. Geciteerde werken
Adams, H.M., Catalogue of Books Printed on the Continent of Europe, 1501-1600 in Cambridge Libraries, Cambridge, 1967 (2 delen). |
Baronius, Caesar, Annales Ecclesiastici, ex officina Plantiniana, Antverpiae, 1589-1609, fo (12 delen). |
Béthune, Baron de, ‘Contribution à l'histoire du Théâtre dans les anciens collèges de Belgique, spécialement à Courtrai’, in Handelingen van den Geschied- en Oudheidkundigen Kring, te Kortrijk. Deel III, blz. 1-98, [1910]. |
| |
| |
Bibliotheca Belgica. Bibliographie générale des Pays-Bas. IV, M-R, Bruxelles, 1979. |
Biderman, Jakob, Acroamatvm academicorum. Libri tres, editio secvnda, Antverpiae, Apud viduam I. Cnobbari, 1646. |
Biographie Nationale, Brussel, 1866-1986. |
Boogerd, Leonardus van den, Het jezuïetendrama in de Nederlanden, Groningen, 1961. |
Claeys, Prosper, Histoire du théâtre à Gand, Gent, 1892 (3 delen). |
Clarys, Geertrui, Inventaris en interpretatie van het achttiende-euwse Nederlandstalig toneelrepertoire aan de band van de Bibliographie gantoise van Ferdinand Vanderhaeghen, Leuven, 1985 (onuitgegeven licentiaatsverhandeling). |
Generalis collectionis, omnium operum illustrissimi ac reverendissimi domini, domini Jacobi Thomae Josephi Wellens; episcopi Antverpiensis. Der algemeyne verzaemelinge, van de werken van syne doorlugtigste hoogweerdigheydt, Jacobus Thomas Josephus Wellens; bisschop van Antwerpen, C.M. Spanoghe, Antwerpen, 1784 (2 delen). |
Ghistelink, Frans en Maurits Sabbe, Early Sixteenth Century Printed Books 1501-1340 in the Library of the Leuven Faculty of Theology, Leuven, 1994. |
Groote, Henry L.V. de, Vijftig jaar Boekdrukkunst te Antwerpen 1764-1814, Antwerpen, 1961. |
Havre, G. van, Marques typographiques des imprimeurs et libraires anversois, Antwerpen, Gent, 1883-1884 (2 delen). |
IJsewijn, Jozef, ‘Annales theatri Belgo-Latini. Inventaris van het Latijns toneel uit de Nederlanden’, in Veremans, Jozef, Liber amicorum Prof. Dr. G. Degroote, Brussel, 1980, blz. 41-55. |
IJsewijn, Jozef, ‘Theatrum Belgo-Latinum, Het Neolatijns toneel in de Nederlanden’, in Mededelingen van de Koninklijke Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België, Klasse der Letteren, 43 (1981), nr. 1, blz. 70-114. |
Landwehr, John, Emblem and fable books printed in the Low Countries 1542-1813, Utrecht, 19883. |
Leyder, Dirk, De augustijnen te Antwerpen (1608-1797). Dagelijks leven in het klooster en op het college, Leuven-Heverlee, 1996. |
Leyder, Dirk, Monasticon Augustinianum Belgicum, Brussel, 1998. |
Moehlig, Marianne, Het jezuïetencollege te Antwerpen in de 17de en 18de eeuw, Leuven, 1988 (onuitgegeven licentiaatsverhandeling).
|
| |
| |
Nationaal biografisch woordenboek, deel 12, Brussel, 1987. |
OlThoff, Frans, De boekdrukkers, boekverkoopers en uitgevers in Antwerpen, Antwerpen, 1891. |
Passchyn, Dirk, Het episcopaat in de Spaanse en Oostenrijkse Nederlanden (1559-1801). Een vergelijkende studie naar de afkomst, sociale status, studies en pre-episcopale loopbaan, Leuven, 1998 (onuitgegeven licentiaatsverhandeling, 2 delen). |
Poncelet, Alfred, Histoire de la Compagnie de Jésus dans les anciens Pays-Bas. Établissement de la Compagnie de Jésus en Belgique et ses développements jusqu'à la fin du règne d'Albert et d'Isabelle, Bruxelles, 1927 (2 delen). |
Poncelet, Alfred, s.j., Nécrologe des jésuites de la province Flandro-Belge, Wetteren, 1931. |
Prick, W.J.H., Corneille-François de Nelis, 18e et dernier évêque d'Anvers (1785-1798). Un évêque humaniste et homme d'action à la fin de l'ancien régime, Leuven, s.d. |
Prims, Floris, ‘Het Vlaamsch tooneel der Antwerpsche augustijnen,’ in Verslagen en Mededeelingen der Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde, (1936), blz. 237-249. |
Prims, Floris, Geschiedenis van Antwerpen. VIII. - Met Spanje (1555-1715). 4e boek - Letteren, wetenschappen en kunsten, Antwerpen, 1946. |
Proot, Goran, ‘Toneelprogramma's in het Jezuïetenhuis te Heverlee’, in Archief- en Bibliotheekwezen in België, 58 (1997), nr. 1-4, blz. 313-355. |
Proot, Goran, ‘Contribution au théâtre des jésuites flamands. Les pièces perdues, les titres retrouvés’, in Archief- en Bibliotheekwezen in België, 59 (1998), nr. 1-4. |
Put, Eddy, Onrust in de zielzorg. J.T.J. Wellens, 17de bisschop van Antwerpen, en zijn pastoraal beleid ( 1776-1784), Verhandelingen van de Koninklijke Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België, Klasse der Letteren, 45 (1983), nr. 107. |
Ronde, Theo de, Het Tooneelleven in Vlaanderen door de eeuwen heen, Leuven, 1930. |
Sabbe, Maurice, ‘La typographie anversoise au XVIIe et au XVIIIe siècle’, in Histoire du livre et de l'imprimerie en Belgique des origines à nos jours, Bruxelles, 1925-1926 (deel 4). |
| |
| |
Teeuwen, Norbertus, ‘Toneelrepertorium van het augustijnencollege te Gent,’ in Augustiniana Neerlandica, Bijdragen tot de geschiedenis van de augustijnenorde in de Nederlanden, 1 (1950), biz. 1-34. |
Thieme, Ulrich en Felix Becker, Allgemeines Lexikon der bildenden Künstler von der Antike bis zur Gegenwart, Leipzig, [1907-1950] (37 delen). |
Vanderhaeghen, Ferd(inand), Bibliographie Gantoise. Recherches sur la vie et les travaux des imprimeurs de Gand, Gent, 1858-1869 (7 delen). |
Verkerken, Daniël en Werner Grootaers, Repertorium Ordinis Fratrum Sancti Augustini Provincia Coloniae-Provincia Belgica 1252-1995, Leuven-Heverlee, 1996. |
Vinckier, Steven, Het droeve lot van een voortvarende keizer. Een vergelijkend onderzoek van de toneelbewerkingen van de Mauritius-stof in het Europese en inzonderheid het Vlaamse jezuïetentheater, Leuven, 1997 (onuitgegeven licentiaatsverhandeling). |
Wendland, Henning, Signete. Deutsche Drucker- und Verlegerzeichen 1457-1600, Hannover, 1984. |
|
-
voetnoot1
- Cfr. Prims 1936. De voornaamste literatuur over het toneel bij de augustijnen: Claeys 1892, I, blz. 32-39, T. de Ronde 1930, Prims 1936, Prims 1946, blz. 60-61, Teeuwen 1950 en Leyder 1996, blz. 112-115. Op blz. 291-294 vindt men de volledige titels waarnaar ik hier beknopt verwijs.
-
voetnoot3
- In tegenstelling tot andere verzamelingen toneelprogramma's zijn alle stukken van één instelling afkomstig. Gewoonlijk treft men in verzamelingen van die omvang ook stukken van andere gezelschappen of scholen aan.
-
voetnoot4
- Ik baseer me voor dit gedeelte op Leyder 1996 en Leyder 1998.
-
voetnoot5
- Dit is een algemene beschrijving, bedoeld als inleiding in de materie. Gemakshalve noem ik de op het titelblad aangekondige titel ‘tragedie’ en het tussenspel ‘komedie’. Niet alle stukken zijn tragedies (er zijn ook tragikomedies etc.), en ook enkele programma's kondigen alleen een komedie aan.
-
voetnoot6
- De afsluitende spreuk varieerde wel eens en vermeldde regelmatig de patroon(s) van het convent. In het programma nr. 76 gebruiken de paters de spreuk die de jezuïeten op hun publicaties vermeldden (‘Ad maiorem Dei
gloriam’).
-
voetnoot7
- Op 30 sept. 1608. De eerste opvoering vond zes weken later al plaats. Hier en daar vindt men nog aanwijzingen voor een snelle productie van spektakels, bv. bij de Brusselse jezuïeten (Gedeon moralizé, 1628, cfr. Proot 1998, nr. 58) of bij de Brusselse augustijnen (cfr. Brussel KB L.P. 732: Teli-Lvdivm..., 1651).
-
voetnoot8
- Zoals dat gebruikelijk was aan het eind van het schooljaar. Deze gegevens onttrok ik aan het Diarium Augustinianum, in quo describitur Ingressus et Progressus Ordinis FF. Eremitarum S.P. Augustini in Urbe Antverpiensi ab Anno 1607. Collectore F. Franc. Bellot anno 1760, zoals geciteerd door Teeuwen 1950, blz. 9.
-
voetnoot9
- Gewoonlijk deed de stad een gift voor de aankoop van de prijzen. Soms vroegen de paters geld voor buitengewone kosten die ze door het toneel hadden opgelopen, cfr. Claeys 1892, I, blz. 36 en Teeuwen 1950, blz. 5.
-
voetnoot12
- De nummers verwijzen naar het tweede onderdeel van dit artikel (II., vanaf blz. 202), waar een gedetailleerde lijst van de programma's is te vinden.
-
voetnoot13
- Op vrijdag 26 februari, zie nr. 87. De perioche van het jezuïetenstuk bevindt zich in Antwerpen, Museum Plantin-Moretus (A 4157 3).
-
voetnoot14
- Van andere jaren zijn meestal niet meer dan twee of drie programma's gevonden. Dat wil niet zeggen dat de leerlingen voor of na deze periode minder hebben opgetreden; we hebben er alleen geen bewijzen voor.
-
voetnoot15
- De grammatica werd ook etymologia of grammatica superiora genoemd. De figura werd ook met figura maiora, de rudimenta met figura minora aangeduid.
-
voetnoot16
- Een ander voorbeeld: tussen 1699 en 1701 verzorgden de jezuïeten van Aalst 21 verschillende stukken. Dit cijfer kwam slechts tot stand door de gelukkige ontdekking van een bundel toneelprogramma's door Steven Vinckier (cfr. Proot 1997). Er zijn nog andere uitschieters onder de jezuïetencollege's bekend, men sla er de lijsten in Boogerd 1961, blz. 222vv. maar op na.
-
voetnoot17
- De opdrachten of dedicaties op jezuïetenprogramma's zijn doorgaans minder duidelijk en voor meerdere interpretaties vatbaar. De jezuïeten stuurden vaak programma's naar andere colleges op. De pater die ze verzond, groette de geadresseerde(n) doorgaans met een standaardformule en ondertekende met zijn naam vooraan op de perioche. Dat de pater die de programma's opstuurde de stukken ook schreef staat niet vast, al wordt daar in de literatuur gewoonlijk wel van uitgegaan.
-
voetnoot18
- In de bijlage (blz. 287-289) vindt de lezer een lijst terug van de auteurs en de functies die ze op dat ogenblik bekleedden. Deze lijst is van groot belang voor de bestudering van het college van Antwerpen, omdat veel gegevens erin uniek zijn, vgl. Leyder 1996, blz. 85.
-
voetnoot20
- Het programma nr. 28 sluit inhoudelijk zeer dicht aan bij nr. 142. De titel wijkt enigszins af.
-
voetnoot21
- De Brusselse programma's waarnaar ik verwijs zitten in de Gentse Universiteitsbibliotheek.
-
voetnoot22
- Het nr. 155 werd in 1711 in Gent geprogrammeerd, en het nr. 145 in 1731 (cfr. Clarys 1985, blz. 21, nr. 14, en blz. 56, nr. 90; Vanderhaeghen 1858-1869, II, blz. 233, nr. 1524 en 1525, en III, blz. 221, nr. 2912). Ik ben hier op de titels moeten afgaan omdat ik de programma's niet kon consulteren.
-
voetnoot23
- Hier volgt slechts een greep uit een geheel dat ik niet systematisch heb onderzocht.
-
voetnoot24
- Men vergelijke ook de tussenspelen van nrs. 19 en 22; nrs. 62, 89, 111 en 115; nrs. 45 en 69; nrs. 31 en 75; nrs. 29 en 63; etc.
-
voetnoot25
- Kortrijk, Stedelijke Openbare Bibliotheek, fonds Goethals-Vercruysse, GV 7832.
-
voetnoot26
- Deze programma's bevinden zich resp. in Antwerpen UFSIA CRD Ren Dra nr. 217, Kortrijk, S.O.B., GV 7866 en Antwerpen UFSIA CRD Ren Dra nr. 95 (tweede exemplaar in Kortrijk, S.O.B., GV 9554).
-
voetnoot28
- Over deze Antwerpse boekdrukkers, cfr. Groote 1961.
-
voetnoot29
- Cfr. R. Baetens in het Nationaal biografisch woordenboek, deel 12, kol. 784v.
-
voetnoot30
- Dat blijkt uit enkele gevallen waar de leden van zo'n groep afzonderlijk worden opgesomd.
-
voetnoot31
- In de periode 1773-1797 liepen er gemiddeld 152 leerlingen school bij de augustijnen (cfr. Leyder 1996, blz. 185).
-
voetnoot32
- Daar zijn beslist voorbeelden van terug te vinden. Jacobus Wellens ging bv. in 1762 van de augustijnen over naar de jezuïeten, cfr. noot 53.
-
voetnoot33
- Zie bv. in de acteurslijst onder Josephus Bals, Ludovicus D'or, Franciscus van Eupen, Ludovicus Hermans, Thomas Heyliger, Petrus Lievens, Franciscus de Meulder, Henricus Moretus, Josephus Pauwels, Joannes Baptista Pector en Joannes Baptista Wachters.
-
voetnoot34
- Laurentius Beyerlinck (1578-1627) auteur van o.a. de posthuum uitgegeven Magnum Theatrum Vitae Humanae..., Keulen, 1631 (cfr. IJsewijn in het Nationaal Biografisch Woordenboek, deel 12, kol. 59vv.).
-
voetnoot35
- Zie de nrs. 15, 27, 29, 34, 35, 38, 40, 42, 44 en 46.
-
voetnoot36
- Cfr. Teeuwen 1950, blz. 3: De studenten van de Latijnse colleges voerden toneelstukken op, ‘[...] meestal in de Latijnse taal volgens het doel en de geest van deze onderwijsinrichtingen.’
-
voetnoot38
- Cfr. Leyder 1996, blz. 106. Het algemeen schoolreglement voor de augustijnen-college's in de Provincia Flandro-Belgica, de Leges scholarum augustinianarum, dat de auteur bespreekt (blz. 102-104), bevestigt dit. Regel 6 van het reglement luidt: ‘[...] Vulgaris sermo sit latinus, honestus, & parcus.’ (Leyder 1996, bijlage VII, blz. 217.)
-
voetnoot39
- Vgl. noot 36. Op blz. 4 gaat Teeuwen 1950 tot de bewering over dat men met het oog op het publiek en om propagandistische redenen ‘[...] dikwijls dezelfde stukken op verschillende dagen in het Latijn en in het Nederlands [werden] vertoond. Enige vertoningen waren zelfs uitsluitend in de landstaal.’ Teeuwen baseert zich voor deze bewering uitsluitend op de taal waarin de programma's werden opgemaakt. De taal van de programma's is echter geenszins ondubbelzinnig interpreteerbaar. Bovendien is deze hypothese strijdig met alle andere aanwijzingen hieromtrent.
-
voetnoot40
- Vele programma's uit de periode 1760-1777 zijn in twee talen opgemaakt, Latijn en Nederlands naast elkaar.
-
voetnoot41
- Zie het titelblad bovenaan: ‘Per Rdum P: Dom: Caudeliers Praefectum versibus Flandricis ex antiquo manuscripto latino translata, et prae-ac-postludio au[...]’ (de rest is van het blad gevallen).
-
voetnoot42
- Deze situatie stemt overeen met het catechesetoneel van de Vlaamse jezuïeten.
-
voetnoot43
- Bv. expliciet in nr. 54, waar de komedie als volgt wordt aangekondigd: ‘Quos dedit in Tragicis Daniël per somnia Ludos; Comicus hos ponet Rusticus Astrologus.’ Zie ook nr. 104, waar het tussenspel als volgt wordt samengevat: ‘Actio dat Sanctum verum, Comoedia fictum.’
-
voetnoot44
- Het manuscript met Latijnse tragedies van de Gentse augustijnen (1650-1660) waar baron de Béthune in een voetnoot naar verwijst (Béthune [1910], blz. 1, noot 1), is helaas nog niet opnieuw opgedoken. De gedrukte uitgaven van volledige toneelstukken door augustijnenpaters die Teeuwen 1950 (blz. 11-13), IJsewijn 1980 en IJsewijn 1981 vermelden zijn allemaal in het Latijn. Ik consulteerde de meeste van de door Teeuwen 1950 geciteerde werken. De
tussenspelen werden in deze tekstedities gewoonlijk niet opgenomen.
-
voetnoot45
- Cfr. Put 1983, blz. 26. Het Theresiaans college is op zijn beurt afgeschaft in 1794 (cfr. Leyder 1998, blz, 76).
-
voetnoot46
- Cfr. C. de Clercq in Bibliographie Nationale, XXVII (1938), blz. 164 en Put 1983, blz. 39.
-
voetnoot47
- De feestelijkheden, die echter in tragische omstandigheden werden beëindigd, werden uitvoerig verslagen, cfr. Generalis collectionis... 1784, II, blz. 2-45, en de noten bij Put 1983, blz. 39.
-
voetnoot48
- Cfr. Generalis collectionis... 1784, II, blz. 45.
-
voetnoot49
- Cfr. Put 1983, blz. 28. Zie ook de acteurslijst onder Wellens, en het nr. 16 in het convoluut.
-
voetnoot50
- Het aanbieden van een embleemboek aan de kersverse bisschop was gebruikelijk. Meesral maakten de teksten en afbeeldingen erin toespeling op resp. de wapenspreuk en het wapenschild van de betrokken promovent. In veel gevallen treft men achteraan in deze specifieke gelegenheidsboeken de korte inhoud van een toneelspel aan.
-
voetnoot53
- Zie de acteurslijst onder Wellens, Tussen 1736 -hij was toen 10 jaar- en 1741 trad hij 11 keer op, onder meer als princeps, Belisarius, Esther, Dilila en David. Jacobus Wellens rondde zijn humaniora af bij de jezuïeten in Mons, waar hij naar alle waarschijnlijkheid eveneens een aantal keer moest optreden.
-
voetnoot54
- Cfr. Teeuwen 1950, blz. 5, Leyder 1996, blz. 111 en Leyder 1998, blz. 77.
-
voetnoot55
- Vgl. Leyder 1996, blz. 94-96. Van voor 1773 beschikken we nauwelijks over andere gegevens van leerlingen dan die uit het bijgaande acteursregister.
-
voetnoot57
-
Prims 1936, blz. 237v. De bibliotheek van H.P. Verdussen werd van 21 VI - 3 VII 1858 geveild. De Koninklijke Bibliotheek verwierf de bundel echter op de eerste veiling (19-23 XI 1872) van de befaamde bibliotheek van C.-P. Serrure (nr. 942: 65 Fr.)
-
voetnoot58
- Lodewyck Joseph Fruytiers (Mechelen 1713-Antwerpen 1782), cfr. Thieme-Becker [1907-1950], XII, blz. 539. Het embleemboekje staat niet in Landwehr 1988.
-
voetnoot59
- Resp. te Antwerpen, Museum Plantin-Moretus A 2939, R 37.4 (72) en R 37.4 (76), en te Kortrijk, S.O.B., GV 9505.
-
voetnoot60
- Ik maakte voor dit deel gebruik van Havre 1883-1884, Olthoff 1891, Sabbe 1925-1926 en Bibliotheca Belgica 1979, IV, en vele gegevens die ik verzamelde voor de inventarisatie van de jezuïetenprogramma's.
-
voetnoot61
- Vgl. het drukkersmerk op de laatste bladzijde met nr. 144 in Bibliotheca Belgica 1979, IV, blz. 122.
-
voetnoot62
- Cfr. supra bij de bespreking van de drukkers.
|