De Gulden Passer. Jaargang 76-77
(1998-1999)– [tijdschrift] Gulden Passer, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 127]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Lettergieter Franchois II Guyot (1545 - c. 1612) en muzieknoten voor Bogardus- en Phalesiusdrukken
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 128]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vlietGa naar voetnoot3 en zijn Sixteenth century printing types of the Low Countries, kennen wij Franchois I Guyot (overleden te Antwerpen in 1570), als lettergieter en lettersnijder voor Christoffel Plantin van 1558 tot 1570. Hij werkte ook in 1568 te Londen bij de drukker John Day, die zijn lettertypen overnam. Zelf had hij zich al vanaf 1534 in Antwerpen gevestigdGa naar voetnoot4. Dat is vijf jaar vroeger dan men dacht, toen men zich nog foutief enkel steunde op 1539, datum van zijn inschrijving als poorter van de Scheldestad. In 1536 was hij dan ook reeds twee jaar ingewerkt om na de dood van de Antwerpse lettersnijder De Keyser volwaardig de opvolging te nemen en zijn Franse origine als bijdrage te stellen tot de ontplooiing van het letterbeeld voor de drukkerswereld in de Nederlanden. In navolging van A.F. JohnsonGa naar voetnoot5 en H. Carter, hebben H.D.L. Vervliet en H. Parker, na doorgedreven wetenschappelijk onderzoek in het Museum Plantin Moretus het zesvoudig lettervoorbeeld c. 1565-1568 met Vlaamse bijschriften uit de Folger Shakespeare Library Washington definitief aan Franchois I Guyot toegewezen. Voortaan staan zes of zeven alfabetten (T 34?, R 7, R 17, R 27, It 2, It 9, It 10)Ga naar voetnoot6 op naam van de Antwerpse lettergieter / lettersnijder Franchois I Guyot, en ook enkele toeschrijvingen, maar geen muzieknoten. Zijn zoon Franchois II Guyot zette het atelier lettergieten voort in de Scheldestad. Zijn dochter Jeanne Guyot huwde daar met boekdrukker Anthonis I Coppens Van Diest. Twee andere kinderen met name de lettergieter / boekdrukker Gabriel Guyot en de letterzetter / boekdrukker Christoffel Guyot, | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 129]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vestigden zich respectievelijk in Middelburg & Rotterdam en in Leiden. Zij werden bestudeerd door J. BrielsGa naar voetnoot7, die zich hiervoor in hoofdzaak steunde op onderzoek in de Noord-Nederlandse archieven. In het voetspoor van wijlen Dr. Lode Van den Branden hebben wij driekwart eeuw Antwerps Stadsarchief opnieuw doorgenomen om de genealogie Guyot op te maken en de familiale verwevenheid met de Antwerpse drukkerswereld aan te wijzen, tot ver over de grenzen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
A. Stamboom van lettergieter Franchois II GuyotVolgens de Antwerpse costuimen aangaande de Weesmeesterskamer moesten de momboiren van minderjarige kinderen alle transacties van beheerde goederen per officiële acte verlijden vóór notaris of stadsschepenen. Het merendeel van onze meer dan tweehonderd archiefvermeldingen Guyot komt voort uit zulke vier verplichtingen.
A. De erfenis in 1567 van cremer Jan Lievens, de echtgenoot van Elisabeth Alleyns (+ vóór 1572), met vruchtgebruik aan zijn dochter Anna Lievens, de eerste vrouw van Franchois II Guoyt, en met volle erfenis later voor haar kinderen. Elisabeth Guyot (o1566) was daar de oudste van. Zij overleefde haar twee zusters, maar is amper twintig jaar oud in 1586 gestorvenGa naar voetnoot8. B. Jan Lievens bedacht ook zijn overleden schoonzus Cornelia Alleyns (+ 1547) bij monde van haar weduwnaar, de boekdrukker Jan I Gymnicus (c. 1502-1568)Ga naar voetnoot9. Blijkbaar vreesde hij voor het on- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 130]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
middellijk verbrassen van de gelden door de drie kinderen Jan II, Severijn I en Henrick Gymnicus, die zijn neven waren. Dat vruchtgebruik werd daarom aan eigen dochter Anna Lievens (+ c. 1574) en haar man Franchois II Guoyt toevertrouwd. Alzo zouden pas de achter-kleinkinderen Gymnicus in het volle bezit van de erfenis worden gesteldGa naar voetnoot10. Dat werden Cornelia Gymnicus (+ 1578), later de derde vrouw van Franchois II Guyot zelf, en Hansken III Gymnicus (1563-1582), schildersleerjongen bij Merten Alleyns, Aertszoon. C. Het overlijden van lettersnijder Franchois I Guyot in 1570 zorgde op zijn beurt voor archiefdocumenten aangaande eigen minderjarige kinderen Christoffel (o 1559), Andries (o 1562) en Anne Guyot (o 1568). Samen met moeder Anna De Groote (+ 1579), traden hun broers Franchois II Guyot en Gabriel I Guyot als momboir op, samen met hun zus Jeanne I Guyot, die geflankeerd werd door haar man Anthonis I Coppens van Diest. Als mede-momboir voor zijn minderjarige broers en zuster gaf genoemde Gabriel meestal een officieel geschreven procuratie, omwille van zijn verblijf in het buitenlandGa naar voetnoot11. D. Franchois II Guyot was ook momboir van de zoon van zijn schoonbroer Anthonis I van DiestGa naar voetnoot12. Door het veelvuldig optreden van Franchois II Guyot in deze louter administratieve archiefdocumenten en citaten in de parochieregisters, werd het speuren naar gegevens over het drukkersbedrijf zelf zo moeilijk.
Bovendien mogen Antwerpse lettergieters Franchois Guyot niet worden verward met volgende naamgenoten. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 131]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 132]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 133]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ga naar voetnoot23Ga naar voetnoot24Ga naar voetnoot25Ga naar voetnoot26Ga naar voetnoot27Ga naar voetnoot28Ga naar voetnoot29Ga naar voetnoot30Ga naar voetnoot31Ga naar voetnoot32Ga naar voetnoot33Ga naar voetnoot34Ga naar voetnoot35Ga naar voetnoot36Ga naar voetnoot37Ga naar voetnoot38Ga naar voetnoot39Ga naar voetnoot40Ga naar voetnoot41Ga naar voetnoot42Ga naar voetnoot43Ga naar voetnoot44Ga naar voetnoot45Ga naar voetnoot46Ga naar voetnoot47 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 136]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
B. Over letterstempels van Franchois I GuyotOp 12 januari 1579, bij de dood van de stammoeder Anna de Groote weduwe van Franchois I Guyot, die zelf jarenlang (1558-1570) lettergieter voor Plantin was geweest, wordt ten behoeve van het nog minderjarig kind Andries Gyuot (o 1562), ten gunste van de Weesmeesterskamer op 5 juni 1579 drukkersalaam uit het oudershuis officiëel verkocht. Als lettermateriaal worden in de afrekening hiervan door gezworen oud-kleerkoper Roelant Willemsen enkel de lettermatrijzen vermeld en de gietflessen, waarin en waarmee de loden letters gegoten worden. ... Item aangaande de matryssen ende letteren metten instrumenten daer toe dienende, zyn inschelycx byden voirseyden (gezworen oudcleercoopere deser stadt) Roelant Willemssen vercocht, bedragende luyt den vercoopboecke daer aff zynde 145 £ 10 s. 10 grGa naar voetnoot49. Het meest precieuse alaam bestaat echter uit de stalen letterstempels of poinsoenen. Hiermee kon de lettersnijder in het warme koper lettermatrijzen slaan. In reeksen van hetzelfde lettertype werden deze dan aan lettergieters of aan welvarende boekdrukkers vrij duur verkocht. Deze laatsten verkozen uit eigen matrijzen hun loden letters te gieten of te laten gieten omdat dit op termijn kostenbesparend was. Om de kwaliteit nog meer te garanderen leverden zijzelf daarvoor soms lood van eigen legering. De autografe brief aan Plantin door Franchois I Guyot, juist vóór zijn dood, bevat een rekening voor het gieten van (gregoriaans of) simpel-sanck in dubbeldruk, met de zwarte muzieknoten en met de rode muzieklijnen afzonderlijk. Hiervoor lijken eerder de matrijzen van Plantin zelf te zijn gebruikt, dan wel die van Franchois I Guyot. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 137]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
1570 den 7ten dach Julius. Voor myn compeer Christoffel Plantijn. Ten eersten gelevert simpel sanck 200 £ ende een 1/2. Vermits in het sterfhuis van de weduwe van Franchois I Guyot geen typestempels worden vermeld, ligt het voor de hand te onderstellen dat zijn oudste zoon Franchois II, als meesterszoon lettergieter sinds 1577 zijn opvolger in Antwerpen, deze reeds in bezit had. Wel staat vast dat Franchois II Guyot op 23 januari 1580, door lening van 396 gulden, zijn broer Gabriel Guyot in staat stelt zich volledig te equiperen als lettergieter en drukker van Middelburg. In de schepenbrief wordt weerom geen woord gerept over stalen letterstempels om matrijzen mee te slaan, maar worden enkel Gabriels matrijzen en gietflessen, instrumenten, drukpersen en letters vermeld: sekere gereetschap van druckeryen, alle ende yegelen syne matryssen ende instrumenten, mitsgaders syn gereetschap van de druckerye soo perssen, letteren als anderssins...Ga naar voetnoot51. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 138]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dat wordt bevestigd bij het overlopen van de inventaris uit 1610 van het sterfhuis van dezelfde Gabriel Guyot, nu te RotterdamGa naar voetnoot52. Niet de letterstempels, maar wel de reeksen lettermatrijzen van niet minder dan negenentwintig verschillende types worden opgesomd, waaronder Groot musyck, Cleyn noten, Middelbaer musyck. Het geïnventariseerde alaam wijst veeleer op de werkplaats van een lettergieter, waar men loden letters kan kopen of laten gieten, dan wel op die van een lettersnijderGa naar voetnoot53. Toch citeert Abraham Ortelius hem in een brief uit 1586 als typoglaphus, lettersteker vulgoGa naar voetnoot54. Het is bekend dat Dirk Franz. de lettergieterij verder zette en huwde met de dochter des huizesGa naar voetnoot55. De andere broer Christoffel Guyot (Antwerpen 1559 - Leiden 1605) was eerst letterzetter bij Plantin, dan lettergieter te Leiden - waar hij ondermeer werkt voor Raphelengius - om in 1598 boekdrukker te worden in deze stad. De antwoordbrief met datum van 1 oktober 1592 van Raphelengius aan Jan Moretus die op zoek is naar een bekwaam lettergieter, is zeer expliciet. Lettergieter Christoffel verkoopt zelf geen gietmatrijzen. Dit sluit in dat ook hij geen letterstempels had. Tot slot wordt vermeld dat lettergieter Franchois III Guyot 1578-1633), zoon van Franchois II, matrijzen in bezit had, zoals blijkt uit zijn klacht tegen Joachim Trognesius, wegens het bedriegelijk aankopen ervan bij zijn minderjarige zoon Franchois IV in 1611Ga naar voetnoot56. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 139]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
C. Muzieknoten-typen voor Robert I Maudhuy te Atrecht en Johannes I Bogardus te Leuven door Franchois II Guyot in 1597-1599De getuigenis van Franchois II Guyot dat hij in het voorjaar 1597 aan Robert I Maudhuy uit Arras meedeelde voor Johannes I Bogardus te Leuven muziekdrukmateriaal te hebben aangemaakt is belangrijk voor de geschiedenis van de muziekdruk in de Nederlanden. Op 31 maart 1597 had Robert I Maudhuy, boekhandelaar en drukker te Arras, aan Franchois II Guyot prijs gevraagd voor sekere noten en linien. Die bedroeg evenveel gelyck Jan Van den Bogaerde boeckvercooper tot Loeven (hem) betaelt heeft. Maudhuy ging hier op in en stuurde 18 gulden voorschot. Samen met vermelding dat de opdracht meer werk vraagt dan voorzien, werd hem het monster opgestuurd. Na ontvangst en goedkeuring hiervan ging Maudhuy een jaar later per brief van 1 juli 1598 akkoord om 36 gulden te betalen. Deze werden door de vertegenwoordiger Gielis de Masières in Antwerpen voorgeschoten en gewoon aan Guyot betaald, maar zonder levering. Blijkbaar ging Maudhuy niet akkoord met de prijsverhoging en weigerde het voorgeschoten geld aan zijn vertegenwoordiger terug te betalen. Daarom legde Guyot tien maanden later op 6 mei 1599 certificatie af. Hierin verklaart hij het geld te hebben ontvangen en overhandigt officieel de autografe bestelbrieven aan Gielis de Masières. Ook blijft hij bereid tot oplevering mits eindbetalingGa naar voetnoot57. De Atrechtse uitgeverij Maudhuy Au nom de Jesu bezorgde van 1592 tot 1619 drie en zeventig werken. Robert I Maudhuy, die het bedrijf erfde van zijn oom Claude de Buyens werd, allicht bij overlijden, rond 1600 opgevolgd door zijn zoon Robert II Maudhuy (+ 19 juli 1632)Ga naar voetnoot58. De boeken werden dikwijls gedrukt op de persen van Willem Rivius. In 1548 geboren te Caen, woonde Rivius in Antwerpen waar hij vanaf 1569 drukker was bij Christoffel Plantin. Hij huwde Marie Moulyn en werd meester van de | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 140]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Sint-Lucasgilde in 1576. Pas in 1591 vestigde deze Guillaume Rivière zich als boekhandelaar en drukker te Arras, waar hij 1627 à 1634 stierf. Met als vertrekdatum de Antwerpse certificatie door Franchois II Guyot werden na 1599 zomin mensurale als gregoriaanse muziekdrukken in de bibliografie van Mauduy en die van Rivius teruggevonden. Wel vermelden wij hier twee uitgaven uit 1592, gedrukt in zwart en rood, en een heruitgave uit 1602 waarbij noten zouden kunnen passen indien men alleen voortgaat op de titels ervan. psalmi davidis / vvlgata editione / Mendis innumeris repurgati / et distinctionibus ad usum / Ecclesie insigniti. / Quibus accesserunt Hymni totius anni ab / Ecclesia recepti / ET / Commendationes defunctorum cum Indice / Psalmorum qui singulis ferijs solem- / nioribus festis in Ecclesia legi solent. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 141]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Muziekdruk in dubbeldruk met zwarte noten en rode notenbalken komt ook bij Bogardus niet voor. Al de muziekdrukken van Johannes I Bogardus, Jean II Bogard en van Pierre Bogard in Douai van 1575 tot 1633 zijn allen in enkeldruk in hetzelfde lettertype van muziek middelbaar canon gedruktGa naar voetnoot61. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
D. Guyot-muziekmatrijzen van het Museum Plantin-Moretus of ‘Nocte de Lovain à longue queue’Uit voorgaande uiteenzetting leiden we af dat Franchois II Guyot letterstempels van zijn vader Franchois I bezat. Wij passen dit toe op de muziek-lettersoort Musyck Middelbaer Canon. Deze is wereldbekend gebleven door de talloze muziekdrukken van Phalesius. Het Museum Plantin-Moretus bewaart hiervan een onvolledige set matrijzen. Guyot-muziekmatrijzen MA 101 b Onvolledige set met negentien roodkoperen Guyot-muziek-matrijzen. Museum Plantin-Moretus (MA 101 b), (Vervliet, Printing types, M 14). Bestemd voor enkeldruk, is elke noot op een stukje notenbalk geplaatst om alzo de notenbalken als één stippellijn tot notenbeeld samen te voegen en de muziek in één drukgang te kunnen drukken. Deze matrijzen hebben aflopende zijranden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 142]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Fig. 1: Monster afgenomen van de matrijzen van Guyot's Musyck Middelbaer Canon. De uitvergroting toont duidelijk aan dat de notenstokken niet gelijnd zijn. De in makelij afwijkende semifusa en de misslag staan afgezonderd. Antwerpen, Museum Plantin-Moretus, MA 101b.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 143]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Fig. 2: Roodkoperen matrijzen met hun proef-afgeut in lood van Guyot's Musyck Middelbaer Canon. Antwerpen, Museum Plantin-Moretus, MA 101b.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 144]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Fig. 3: Vroege en Late Phalesius-muziekdruk naast elkaar geplaatst, toont het verschil tussen de achtste muzieknoot ‘fusa’ met open haak, en die met ronde gesloten haak. Links: Liber quartus cantionum sacrarum., Leuven, P. Phalesius, 1557. Rechts: E. Adriaenssen, Pratum musicum, Antwerpen, P. II Phalesius, 1600.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 145]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Dit matrijzenstel omvat: 1. Notenbalk: zeer smal fragment van vijflijnige notenbalk, geschikt om te voegen tussen de notentekens zelf. 2.-3. Rustteken: dubbel brevis, brevis. 4.-18. Noot: (elke afzonderlijke noot - met haar waarde - wordt gelezen als in de solsleutel; de inkeping voor de haak van de gietfles is naar boven gekeerd): 4.-9. Minima: si1 do2 re2 mi2 fa2 sol2. 10.-11. Semiminima: mi2 en si1. (Onder deze si1 - waarvan de matrijs weinig gebruikt overkomt - staat de trioolaanduiding 3.). 12.-17. Fusa: re1 mi1 fa1 sol1 la1 si1. 18. Semifusa: re1. (De tekening van het letterbeeld sluit perfect aan bij die van de fusae. Op de keerzijde zijn in het koperblok nog sporen merkbaar van een ineengedrukte misslag van een soortgelijke muzieknoot. Het lijf van deze semifusa-matrijs is van afwijkende makelij: de vorm hiervan verschilt van de regelmatige lange balkvorm bij de andere matrijzen. Het veel kortere grondvlak versmalt hier naar onder. Bovenaan wordt het uiteinde naar binnen gebogen. Dit alles komt stuntelig over. Waar de andere matrijzen, onderaan genoemde balk, alleen maar hoekbraampjes hebben om het valkoordje te beletten af te glijden, is bij deze semifusa-matrijs hiervoor een inkeping volledig rondom ingevijld. 19. Maatstreep. Afmeting van de muziektypen zelf: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
BesluitAuteurschapHet verschil tussen het muziekdrukmateriaal Middelbaer Canon (Middelbaer Musyck) van de vroege Phalesiusdrukken (1552 tot 1574) en de latere Phalesiusdrukken (1574 tot 1673) ligt enkel en alleen in de vorm van de fusa of achtste noot. In de vroege drukken heeft de fusa een rechte haak, die als het ware afgeknakt is en schuin wegloopt van de stok. De latere drukken | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 146]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
moderniseren enkel de fusa, door de haak rond ce buigen en terug tegen de stok te laten aansluiten. Ook is bekend dat de noten-typen van de vroege Phalesiusboeken en die van de Bogardusdrukkerij van 1573 tot 1623 identiek zijn. Hierbij dient vermeld dat reeds in de letterinventaris van Godefroy Beringer van 1556 dit muziektype benoemd werd als zijnde specifiek voor de Leuvense drukken van Phalesius: Nocte de Lovain à longue queue. Vermits Robert I Maudhuy en Johannes I Bogardus rond 1597 hetzelfde muziekdrukmateriaal hebben gekocht bij Franchoys II Guyot en de latere Phalesiusboeken datzelfde materiaal blijven gebruiken met uitzondering van de gemoderniseerde fusa, kan men onderstellen dat vader Guyot rond 1552 de typen heeft gesneden en dat zijn zoon in 1574 enkel de fusa heeft bijgemaakt. Alzo kan Franchois I Guyot (+ 1570) de lettersnijder zijn van de Musyck Middelbaer Canon, 2-line Great Primer Moyen Canon, of Middelbaer Musyck die is gebruikt in de vroegere Phalesiusdrukken en in de Bogardus/Bogard-uitgaven. Na zijn dood behield Franchois II (1545-c. 1612) er de stempels van en sneed er enkel de gemoderniseerde fusa als supplement bij. Zulke versie werd aangewend in latere Phalesiuspublicaties en is identiek met de onvolledige set matrijzen MA. 101b uit het Museum Plantin-Moretus. Op typografisch vlak vertoont dit lettermateriaal een vakkundige eigenheid. De notenstok heeft voor alle typen niet rigoureus dezelfde hellingshoek ten overstaan van de notenbalklijntjes. Bij vergelijking van de uitvergrote minima of halve noot mi2, met de semiminima of vierde noot mi2, en met de fusa of achtste noot re1, stellen wij vast dat de eerste naar rechts, de tweede pal recht en de derde naar links is gekeerd. Voeg daarbij dat voor het gieten dezelfde matrijs geldt voor noten met hun stok naar boven zowel als naar beneden (re1 kan ook sol2 worden, enz.). Alzo is meteen verklaard waarom het notenbeeld van een Phalesiusdruk vrij onrustig is. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
VerspreidingDeze Musyck Middelbaer Canon van Guyot verspreidde zich in de Nederlanden, Lyon en het Rijnland. Voor het opmaken van de lijst van de drukkers die zulke muzieksoort hebben gebruikt steu- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 147]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
nen wij op de studies van H. Van Hulst, L. Guillo en D.W. KrummelGa naar voetnoot62.
De Antwerpse lettergietersfamilie Guyot heeft inderdaad de brede spreiding van het muziekrepertorium uit binnen- en buitenland in de 16de maar ook in 17de eeuw in Europa materieel mee mogelijk gemaakt. In de Nederlanden hebben vooral de uitgevers Phalesius, vanuit Leuven en Antwerpen; maar hebben ook de muziekdrukkers Bogardus/Bogard vanuit Douai hun stempel | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 148]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gedrukt op de humanistische cultuur van hun tijd, door de verfijning van deze levensstijl dankzij de muziek breeduit aan te bieden. Katholieke Universiteit Leuven Afdeling Musicologie Blijde Inkomststraat 21, B 3000 Leuven. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
BijlagenBijlage 19-16 juli 1552. Lettergieter Franchois I Guyot op de lijst van Franse inwijkelingen te Antwerpen, in uitvoering van stadsordonnantie Antwerpen 8 juli 1552. SAA, Pk 1502, nr. 96. Cfr. A. Thijs, De Fransen te Antwerpen in 1552. Bronnen voor de studie van de migratie, 1, Vlaamse Stam, 4, 1968, 82-96. Franchois Guiot Janssone van bij Parijs, letterghieter, verclaert binnen dese stadt gehouden te zijne ende alhier gewoont te hebbene omtrent xviij jaeren ende alnoch te woonen met wijf ende kinderen opt Schelleken in de Maecht van Ghendt aldaer ende seegt poirter deser stadt geworden te zijne omtrent xiii, sed non patuit {? esse civem per litteris}... | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bijlage 27 juni 1579. Rekeningen vóór de Weesmeesterskamer na de dood op 12 januari 1579 van Anna De Groote, weduwe van lettergieter Franchois I Guoyt en moeder van de minderjarige Andries Guyot. (Uittreksel). SAA, WK 11 / 7.
- Item aangaende de matryssen ende letteren metten instrumenten daer toe dienende zyn inschelycx byden voorseyden Roelant Willemssen {gesworen oudecleercoopere deser stadt} vercocht bedragende luyt den vercoopboecke daer af zynde een hondert vyenveertig ponden thien schellingen thien grooten den munten brabants. Compt in guldenen de somme van vclxxxij gulden iij st. j d. iij s. - Item gegeven Isaack vander Roeren notaris {o Antwerpen 1549 en geadmitteerd in 1573, volgens SAA, PK 1510} van den huselycken goeden te inventariseren de some van 3 g. 8 st.... | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bijlage 331 juli 1579. Franchois II, Gabriel, Christoffel, Jehanne, Anne en Andries Guyot, kinderen van wijlen Franchois I Guyot en Anna De Groote verkopen het (sinds 1561) oudershuis Den Gulden Voet op de Lombaardenvest, in erfgift aan (plaatsnijder) Baptista Vrients echtgenoot | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 149]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van Marie Van Parijs. SAA, SR 356 / 39-40, 31 juli 1579.
Franchois Guyhot franchoissone wylen pro se, Jehanne Guyot syn sustere weduwe wylen Anthonis Van Diest cum tutore ende Anne Guyot hen suster met Jacques Van Wyck eius marito et tutore beyde et pro se. De voors. Franchois Guiot inden name ende als volcomelyck gemechticht van Christoffel Guiot synen broeder, wesende de selve Christoffel by Borgemeesteren en Schepenen deser Stadt volcomelyck geautoriseert omme tgene des nabescreven is te mogen doene, breeder blyckende by eender procuratien gepasseert voor Schepenen deser Stadt van daten des xjen daechs van meye lestleden. Jan Van Horick creemer inden name ende als volcomelyck gemechticht van Gabriel Guyot voor hem selven ende als momboir metten rechte gelevert van Andries Guyot synen broeder {doorschrapt: omme tgene des nabescreven is te mogen doen breeder} blyckende by eender procuratie insgelycx gepasseert voor scepenen deser stadt van date des ijen daechs van meye lestleden. Byde welcke procuratien vidimus ende daer aff den teneur int protocolle achter dese contracte geinsereert staat. Ende de vrs. Franchois Goyhot {doorschrapt: ende Jan Van Horick in de qualiteyt als voore} inden name ende als momboer metten rechte gelevert van de vrs. Andries Guyhot synen broeder, ende vrs. Jan Van Horick inden name ende als gemechtigt als voer quem respective susceperunt by consente vande weesmeesteren deser stadt. Gaven terve ende in erflicken rechte Baptista Vrients ende Marien Van Parys eius uxor, een huys metten plaetsen, borneputte, regenbacke, achtercueckene, fundo et pertinentiis den Gulden Voet, gestaen ende gelegen opde Lombaerde veste alhier tusschen thuys genaemt Sint Hubrecht ex uno ende thuys genaemt Sint Anthonis ex altera. Gelyck ende in alle der manieren den vrs. erfgeveren inder qualiteyt als voere tvs. huys cum pertinentiis predictis toecomen bleven ende verstorven is midts der doot ende aflivicheyt vande vrs. wylen Franchoise Guyhot ende Anna De Groote heulen vader ende moeder op alsulcke conditien ende servituten van lichtscheppingen als de selve hen vadere ende moeder dat opden xxijen dach decembris anno xvc ende lxj gecregen ende terve genomen hebben jegens joncker Jacobe van Loyerhagen cum suis. Ende gelyck voorts de vrs. erfgeveren inder qualiteyt als voore dat tot diverse vrijdagen ter vruyer vrydachs merct deser stadt openbaer hebben doen vuytroepen ende veylen te coope eenen yegelyck enen naerby Peteren Engels gesworen outcleercoper der selver stadt, den xxiiijen dach april lestleden... (voor de som van 25 L. iij st. 1 d. brabants erflyck, boven 20 car. g. 16 st. 1 gr. brabants erflyck afgelost). Ult. Julij 1579. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bijlage 423 jan 1580. Gabriel Guyot, lettergieter en boekdrukker van Middelburg leent 396 gulden van lettergieter Franchoys II Guyot voor drukkerij-equipement. SAA, SR 360 / 1, 23 jan 1580.
-Sub sigullo expediturum - Pape / De Voocht 23 januarij 1580 - Kiefelt - Gabriel Guyhot Franchoissone wylen, lettergieter ende boeckdrucker der Stede van Middelborch in Zeelant, debet Franchoise Guyhot oick lettergieter de somme van drye hondert sessentnegentich carolus gulden eens tot xx st. tstuck toecomende van geleenden gelde by hem tsynen contentemente vanden voors. Franchois Guyhot gehadt ende ontfangen ende by hem comparant besteet ende geemployeert aen sekere gereetschap van druckeryen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 150]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
welcke voors. somme van iijc xcvj car. guld. de voors. comparant geloeft heeft ende geloeffde mits desen te betaelene en te voldoene den voirs. Franchoise Guyot aut harum latere binnen vier jaren naestcomende ende dat inder manieren naervolgende... Verbindende de voer al tselve ende stellende in handen van voors. Franchois Guyhot harum latere als patet metten minnen gegeven alle ende ijegelen syne matryssen ende instrumenten, mitsgaders syn gereetschap vande druckerye soo perssen letteren als anderssins. Et ulterius se et sua ende dit al op hewlicke relle ende parate executie ende opt vonnisse ende al oft by vonnisse alsoe gedoempt en gecondempneert ende gelyck wy hem tsynen ernstigen versuecke alsoe daer inne gedoempt ende gecondempneert hebben, doemende ende condempnerende midts desen, xxiija Janrij 1580. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bijlage 52 jul 1584. Andries Guiot, op 22 jaar volwassen verklaard, kwijt hij contract zijn momboiren. SAA, SR 379 / 449-430, 2 jul 1584.
Andries Guiot Francoyssone wylen, oudt berth van xxij jaren, alvoor dat gene nabescreven staat behorelyck consent hebbende ende geauthoriseert wezende by myne E. heeren Borgemeesteren Schepenen ende raedt deser stadt, nader blyckende byder appostillen op de marche van sekere requeste gestelt byden vrs. Andries aen mynen E. heeren vrs. gepresenteert van date des xiijen ende xxj junij anno lxxxiiij lestleden ondertekend respective Van Uffelen ende Baccart, quem vidimus. Ten byzyne oeck van Franchoysen Guiot zynen momboir ende dezelve Franchois oock als gemechtiche van Gabriel Guiot zynen medemomboir, die hem gemechticht heeft omme te compareren voor wethouderen oft weesmeesters deser stadt ende aldaerden vrs. Andries vuyt mombarden te doen ende zyn eygen man te maken gelyck tzelve al nader ende breder blyckende by eender openbaer procuratien in franchyne gescreven ende gepasseert voor Paulus Hypoots als openbaar notaris in presentien van seker getuighen tot Londen in Engelant residerende van date des iijn mey lestleden quem solvendum vidimus. Vercocht inder vsc. qualiteyt ende lieten affquyten Baptista Vrients figuersnyder tweelff carolus gulden v st. ende xviij m. brabants erffelyck. Daeraff noch dry carolus guide erffelyck van te voren afgequeten waren de vrs. Andries Guyot gecompeteert hebbene inde xxv carolus gulden tjaers erffelycken renten, ende ommen welcke vrs. geheele erffrent de vrs. Franchoys Guihot cum vrs. opden lesten july anno xvc lxxix terve gegeven hebben den vrs. Baptista Vrients ende Marie Van Parys eius uxor / Een huys metten plaetsen, borneput, regenback, fundo et omnibus pertinentiis genaempt den gulden voet gestaen ende gelegen opde Lombaerde veste alhier, tusschen thuys genaemd Sint Huybrecht aen deen zyde ende thuys genaempt Sint Anthonis ex altera, verschynende jaerlycks opden xxiiijen aprilis als prout litteris, droegh oppe te waerne van alle commer ende verlaetingen. Secunda july anno 1584. De voors. Andries Guiot utque in precedenti contractu bekende ende verclaerde hem volcomelyck daer al verneucht gepaeyt gecontenteert ende wel voldaen te zyne van Franchoyse Guyot ende Gabriel Guyot die zyne momboirs geweest zyn... | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 151]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bijlage 66 mei 1599. Lettergieter Franchois II Guyot deponeert de autografe bestelbrieven door Robert Maudhuy boekverkoper te Atrecht voor sekere noten ende linien. Hij certifieert ook hiervoor voorschotten te hebben ontvangen van courier Gielis de Masieres. SAA, Cert. 60 / 53-54, 6 mei 1599. SAA, SR 432 / 16-17, 29 apr à 19 mei, waarschijnlijk ook 6 mei 1599.
Ten versuecke van Gielis de Masieres, omtrent Atrecht gewoont hebbende. Franchois Guyot, lettergieter, oppidanus, out 54 jaeren, juravit ierst ende warachtich te syn dat Robrecht Maudhuy, boeckvercoopere, woonende tot Atrecht vs. tot diverse reysen aen hem, deponent, gescreven heeft gehadt om te hebben sekere noten ende linien ende wat de selve souden gelden oft bedragen, daer op hy, deponent, hem antwoorde gescreven heeft dat hy soude geven ende betalen gelijck Jan Van den Bogaerde, boeckvercooper tot Loeven, betaelt heeft. Welcke volgende heeft de voers. Robert aen hem deponent gescreven om den monster ende metten vs. Gielis de Masieres gesonden gehadt achtien car. gul. die hy deponent bekende ontfangen te hebben, maer alsoe de voers. deponent mette voers. cleyne somme nyet te vreden en was, midts dien dat het werck te swaer was, ende tselve aen den vs. Robert scryvende ende hem syndende den monster, soe heeft de voors. Robert aen hem gescreven dat hy den monster ontfangen hadde ende noch hadt gegeven, gelyck den vs. brieff was inhoudende, te tellen den vs. Gielis lxxxvj car. gul. (sic; niet: xxxvj) die hy deponent bekent van den vs. Gielis ontfangen te hebben, des is omtrent x maenden geleden. Ende alsoe de voors. Robert den voors. Gielis syn verschoten gelt nyet en wilde wedergeven, soe hy deponent verstaen hadde, soe is de vs. Gielis wederomme herwaerts gecomen ende aen hem, deponent, versocht om de vs. missive van hem te hebben ende den vs. Robert tselve met syn eygen handt te bewysen dat hy hem, Gielis, de vs. xxxvj {sic} guldens soude restitueren, gelyck hy hem de vs. xviij guldens gerestitueert hadde. Welcken volgende hy deponent hem de vs. missyfbrieff in handen gelevert heeft, hebbende daerenboven noch hy deponent den voers. Gielis alsnu mede overgegeven twee van des vs. Roberts missiffbrieven in date den eenen van den xxvijen dach Meerte anno xcc ende xcvj, ende den anderen van den ien dach July anno xcviij, ten eynde de vs. Gielis te beter aen syn verschoten gelt soude geraken, ende waervan hy deponent behoeden heeft copie autentick. Verclarende voorts hy deponent bereedt te sijn het voors. werck voorts op te maken, midts hebbende versekeringe van syne resterende penningen. Die vja maij 1599.
Franchois Guyot fondeur de lettres opidanus recognait et confesse par cestes avoir eu et recue de Gilles des Masières pour et au nom de Robert Maudhui libraire demourant a Arras, de somme de trente six florins carolus a xx pat. la pieche., delaquelle ledit comparant a donne sa libre missive {doorschrapt: quitante de sa main propre passe} environ neuf mois. Et ce a bon compte et en diminution de plus grande somme que ledit Robert doibt a luy comparant a cause de certaines notes que ledit comparant {doorschrapt: est tenue de} a fondue pour et {doorschrapt: au proffit} a l'instance dudit Robert Maudhuy suyvant la monstre audit Robert envoyé, comme appairait par la libre missive dudit Robert en date du premier jour de juillet l'an xvc xcviij escrite et adressee a luy comparant, laquelle ledit comparant a bailler oultre avec Gilles de Masieres. Quitant promectant etc. (Geen datum). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 152]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bijlage 710 nov 1610. Inventaris van letter- en muziekmatrijzen, en van lettergietersgereedschap, in het sterfhuis van Gabriel I Guyot lettergieter te Rotterdam (fragment). Gemeentearchief Rotterdam, Weeskamer 387 / 180-192. Cfr. J. Briels, Zuid-Nederlandse boekdrukkers in de Republiek der Verenigde Nederlanden omstreeks 1570-1630, Nieuwkoop 1974, 295-296.
Inventaris van alle de goederen roerende onroerende in ende vuytschulden die Gabriel Guiot lettergijeter metter doot heeft ontruijmpt ende naegelaeten. Over gelevert by Janneken Balth. Cremers dochter weduwe vande zelve Gabriel Guiot ter Weescamer der Stede Rotterdam. Present Jacobes Janssen van Wyck smit ende Reynier van Vlierden als geordineerde voochden over de voordochter vande voorm. Gabriel Guiot, geprocreert bij Janneken Busero zyn overleden huijsvrouwe, ende oick over het naekindt vande zelve Guiot daer moeder aff is de voorn. Janneken Balthen Cremers dochter. Actum voor G. Tromper ende Aeriaen Reymbrandtsz., Weesmeesteren, opden thynden Novembris Anno Sestijen-hondert thijen. ... Gereetschap dijenende tot het lettergieten, matrijsen ende anders
Eerst de matrijsen die altsamen voll zijn
Andere gereetschappen tot het lettergieten behoorende: Vyff ende vyftich instrumenten om letteren in te gieten... ... Ses pensioenen Een doosken met pensoenen ende een doos met (?) Een mediaen ongeiusteert diemen nyet ende weet oft vol is ofte nyet... | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bijlage 823 sep 1611. Franchois III Guyot klaagt Joachim Trognesius aan wegens oneerlijke aankoop van sekere matryse bij zijn minderjarige zoon. SAA, Pk 701 / 48-49, 23 sep 1611. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 153]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Verthoont Franchois Guiodt hoe dat eenen Joachim Trognesius hem heeft verwoordert van des suppliants minderjarige sone te coopen sekere matrysen den suppliant toebehoorende ende dat sonder weete, Jae in dabsentie des suppliants, voor de somme van hondert dertich guldens, daer nochtans deselve weert syn duysent guldens. Salvo justo iure ist soo dat den suppliant gerne de voors. Trognesius soude te rechte betrecken om te hebben restitutie vande voors. matrysen ende hoewel hy het selve soude vermogen te doen op extraordinarisse rolle aangesien dat het is effect in deze saeck van spolieren ende dat oick de voits. matrysen duysterrurende te zyn daermede dat de suppliant ad abundantionem tuchtel. geraedt sonder den rade daertoe te versuecken het consent van U.E. Biddende seer oitmoedelyck dat het U. Ew. U.heeren wille den suppl. te consenteren de voorgehaelde saecke te intenteren ende voorts totten eynde toe t'instrueren op dextraordinarisse rolle. Dwelck doende etc. 23 sept. 1611. Fiat ut petitur. Jacobin. |
|