De Gulden Passer. Jaargang 74
(1996)– [tijdschrift] Gulden Passer, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 371]
| |
Titelblad als brief: Jan Paets aan Jan Moretus, 1600
| |
[pagina 372]
| |
(col. 711-762), Ammonius De similibus & differentibus Graecae linguae vocabulis libellus (col. 763-804) en Collectio vocum (col. 804-826). Daarnaast had hij, in voorbereiding op zijn eigen woordenboek, andere lexica bewerkt of gecorrigeerd, zoals het Onomasticon van Julius Pollux dat in 1502 door Aldus Manutius was uitgegeven en in 1541/42 door Rodolphus Gualtherus was vertaald en bij Robert Winter te Bazel was verschenen. De Thesaurus was nauwelijks gedrukt of Vulcanius was al weer op jacht naar andere lexicografische handschriften om zijn eigen werk te verbeteren.Ga naar voetnoot2 Zijn vroege werk had Vulcanius bij Henri Estienne te Genève (Arrianus, 1575), bij Petrus Perna te Bazel (Isidorus, 1577) en bij Christoffel Plantijn (Callimachus, 1584; Batavia, 1586) uitgegeven. Vanaf 1588 liet hij zijn werk bij Franciscus Raphelengius te Leiden verschijnen, alles samen acht edities tot 1597, het overlijdensjaar van de drukker. Voor zijn Opera van Apuleius (1600) wendde hij zich tot Franciscus' oudste zoon, Christoffel, die einde 1600 vroegtijdig overleed. De Thesaurus werd uitgegeven bij Jan Jacobsz. Paets, die toen zowat achtenvijftig jaar was, al vóór 1564 als boekbinder in het boekenvak was begonnen en, nadat in 1587 een eerste aanzoek negatief was uitgevallen, in 1596 de fel begeerde post van universiteitsdrukker voor de thesissen had bekomen. Zijn atelier stond in de Breestraat met als huismerk ‘In den vergulden Enghel’. Om de kostenlast voor de studenten te verlichten, had de Raad van Curatoren van de universiteit besloten het drukken van thesissen voor eigen rekening te nemen, een maatregel die evenwel in 1605 weer werd ingetrokken.Ga naar voetnoot3 In 1602 werd Paets, in opvolging van Christoffel Raphelengius, tot gezworen universiteitsdrukker aangesteld. In 1620 werd hij van zijn verplichtingen ontslagen en hij | |
[pagina 373]
| |
[pagina 374]
| |
[pagina 375]
| |
[pagina 376]
| |
overleed twee jaar later, zowat tachtig jaar.4 Een titelblad van de Thesaurus werd aan Jan Moretus gestuurd als brief: Aenden Eersaemen enden vromen Jan Moerentorf boecvercoper woonende inde Camerstraet tot Antwerpen. loont den brenger.5 Dit is een interessante getuigenis van het rondsturen aan collega's van titelbladen als aankondiging van en publiciteit voor recent verschenen werken. In 1570 had Egidius Beys, Plantins agent in Parijs, nog naar Antwerpen geschreven om titelpagina's en voorwerk van nieuwe publicaties toe te sturen pour affiger, car cela faict bien vendre les livres davantage.6 |
|