De Gulden Passer. Jaargang 74
(1996)– [tijdschrift] Gulden Passer, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 215]
| |||||||||||||||||||||||||||||
De portretten van het drukkersgeslacht Moretus
| |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 216]
| |||||||||||||||||||||||||||||
De portretreeks van het drukkersgeslacht Moretus, wordt geopend met het Jan Moretus-epitaaf van de Antwerpse kathedraal, in 1611-12 geschilderd door Pieter Pauwel Rubens. Het Museum Plantin-Moretus bezit hiervan de kwitantie. In dit Jan Moretus-epitaaf behoudt P.P. Rubens nog de idee van het oude gedachtenis-drieluik voor overledenen en hun familieleden, door op het centrale paneel, geheel toepasselijk, Christus' Verrijzenis te schilderen. Maar in plaats van op de oude wijze op het linkerluik de stichter Jan I Moretus, en rechts de stichteres Martina Plantin met hun kinderen en biddend af te beelden, laat de Antwerpse barokmeester de toeschouwers meer participeren. Hij verruimt het thema naar de algemeenheid, door hun patroonheiligen uit te beelden. Sint-Jan de Doper links en de Heilige Martina van Rome op het rechter zijluik. Dit epitaaf werd geroofd, maar keerde gelukkiglijk na de Franse revolutie terug naar de Antwerpse Onze Lieve Vrouwe-kerk. Fr. Moretus en A. de Pret-Moretus zorgden bij de heroprichting in de Sint-Barbarakapel in 1819, voor een nieuwe bekroning met de twee engelen door beeldhouwer Jan Frans Van Geel (1756-1839). Deze flankeren het ovale portret van Jan I Moretus, dat werd geschilderd door Willem Jacob Herreyns (1743-1867), directeur van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten. Als schoonzoon van Christoffel Plantin en Jeanne Rivière heeft Jan I Moretus de Officina Plantiniana voorgezet en geleid vanaf 1596. Hijzelf was de zoon van de Antwerpse zijdekoopman uit Rijsel en van Adriana Gras. Ook de Grassi waren zijdekooplieden, uit Milaan. Hun rood wapenschild met zwarte, opengespreide adelaar, en wapenschildvoet met blauw en zilver dambord, werd door de familie Moretus overgenomen en uitgebreid met de gouden Moretus-ster. | |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 217]
| |||||||||||||||||||||||||||||
Afb. 2. Epitaaf van Jan I Moretus, door P.P. Rubens, 1612. Sint-Jan de Doper, Verrijzenis van Christus, H. Martina van Rome. Bekroning met 19de eeuws portret Jan I Moretus, door W. Herreyns, 1819. Antwerpen, O.L.V.-kathedraal.
| |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 218]
| |||||||||||||||||||||||||||||
Afb. 3. Jacob Moerentorf (-1558), vader van Jan I Moretus, door P.P. Rubens.
| |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 219]
| |||||||||||||||||||||||||||||
Afb. 4. Adriana Gras/Grassi (1514-1592), moeder van Jan I Moretus, door P.P. Rubens.
| |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 220]
| |||||||||||||||||||||||||||||
Afb. 5. Martina Plantin (1550-1616), vrouw van Jan I Moretus, door P.P. Rubens, 1630-1636, (detail).
| |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 221]
| |||||||||||||||||||||||||||||
Afb. 6. Jan I Moretus (1543-1610), opvolger van Christoffel Plantin, door P.P. Rubens, 1613-1616, (detail).
| |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 222]
| |||||||||||||||||||||||||||||
Afb. 7. Jan I Moretus Ex-libris, door Gerard Gaudaen, 1996. Speciaal ontworpen voor het Moretusboek. Houtsnede, eerste staar.
| |||||||||||||||||||||||||||||
Drukkerslijst van de Moretussen
| |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 223]
| |||||||||||||||||||||||||||||
Afb. 8. Wapen van de familie Gras/Grassi tussen de naamletters B(althasar) M(oretus). Kantschoteltje in plateel, c. 1645.
| |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 224]
| |||||||||||||||||||||||||||||
Bij het overlopen van de lijst, valt op hoe in het ancien régime de vrouwen in de Moretusfamilie, als echtgenote of als weduwe, belangrijk zijn geweest bij het leiden van het familiebedrijf en de drukkerij aan de Vrijdagmarkt te Antwerpen. Afb. 9. Balthasar I Moretus (1574-1641), door Artus I Quellin (1609-1668), 1642.
| |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 225]
| |||||||||||||||||||||||||||||
Afb. 10. Balthasar I Moretus, koperets door Cornelis II Galle (1615-1678), naar Erasmus Quellin (1607-1678).
| |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 226]
| |||||||||||||||||||||||||||||
Afb. 11. Jan II Moretus (1576-1618), door Artus I Quellin (1604-1668), 1644.
| |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 227]
| |||||||||||||||||||||||||||||
Afb. 12. Balthasar II Moretus (1615-1674), door Peter II Verbruggen (1640-1691), 1683.
| |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 228]
| |||||||||||||||||||||||||||||
Afb. 13. Balthasar II Moretus (1615-1674), door Peter II Verbruggen (1649-1691). Tekening, Inv. 225.
| |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 229]
| |||||||||||||||||||||||||||||
Afb. 14. Anna Goos (1627-1691), vrouw van Balthasar II Moretus, door Jacob Van Reesbroeck (1620-1704), 1659.
| |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 230]
| |||||||||||||||||||||||||||||
Het De Sweert/Moretus-diptiekHet De Sweert/Moretus-diptiek is geschilderd in de eerste helft van de zeventiende eeuw door een traditioneel doorsnee meester. Enkel de dubbelzijdige zijluiken bleven in privébezit bewaard, niet toegankelijk voor doorgedreven schildertechnisch onderzoek en doorlichting. Afb. 15. a. H. Willem van Aquitanië; b. H. Christina van Bolsena. Grisaille door anon., eerste helft 17de eeuw. Keerzijde van De Sweert/Moretus-diptiek.
| |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 231]
| |||||||||||||||||||||||||||||
Kledij en iconografieIn de kledij valt het verschil in kanten kraag opGa naar voetnoot2. Vader, geknield op een bidbank met opengeslagen gebedenboek, draagt de oude lage molensteenkraag en Moeder met twee dochters tooien zich met de gesloten hoge molensteenkraag. De zonen hebben reeds de doorschijnende, platte en brede kanten rondkraag. De jongste dochter - maar dit portret is overduidelijk over een vroegere figuur heen geschilderd - is gekleed met de latere vlakke kantkraag, die vierkant is gesneden en openstaat. De oudste zoon - met doodskruisje getekend - draagt het uniform. Wordt hier een miles christianus bedoeld? Op de keerzijde van de zijluiken staan in grisaille-schildering heiligen afgebeeld. De gehelmde krijgsman-monnik, in harnas en monnikspij, met boeteketen, paternoster en strijdbanier is Willem van Aquitanië. Als stichter van de order der Willemieten, houdt hij het boek met de regel van zijn kloosterorde. Op het rechter zijluik staat de Heilige Christina van Bolsena, die de foltering van opsluiting samen met giftige adders als christen strijdvaardig doorstond en werd verdronken met molensteen om de hals. Zij leest het gewijde boek, is gelauwerd en draagt de zegepalmtak van de martelaren. Zij is de patrones van de molenaars en watermalers/dijkenbouwers en ook van de specerijenkooplieden. | |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 232]
| |||||||||||||||||||||||||||||
Afb. 16/17. De Sweert/Moretus-diptiek, door anon., eerste helft 17de eeuw, in 1659 bijgewerkt door Jacob Van Reesbroeck (1620-1704)? Olie op paneel, privébezit. Foto Mw. Reynald Moretus. In numerieke volgorde: Balthasar II Moretus, Guilliam de Sweert, Nicolaus de Sweert en Nicolaas de Sweert op het linkerluik.
| |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 233]
| |||||||||||||||||||||||||||||
Maria de Sweert, Anna Goos, Elisabeth Janssens en Isabeau de Sweert op het rechterluik (zie afbeelding op volgende bladzijden).
| |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 234]
| |||||||||||||||||||||||||||||
Identificatie van de portrettenDe onderstelling wordt hier gemaakt dat dit familie-epitaaf (postuum) kan geschilderd zijn ter nagedachtenis van Nicolaas de Sweert en zijn vrouw Elisabeth Janssens van Bisthoven, de in 1594 en 1598 overleden grootouders van Balthasar II MoretusGa naar voetnoot3. Vader Nicolaas wordt samen met zijn twee zonen Nicolaas en Guilliam afgebeeld; en Moeder Elisabeth met haar drie dochters Isabeau, Maria en Catelijne. Een generatie later, in 1659, betaalt kleinzoon Balthasar II Moretus de kunstschilder Jacob van Reesbroeck voor ‘het veranderen van de pourtraicten van Grandper ende Grandmere de Sweert’Ga naar voetnoot4. Door deze betaling op dit familie-epitaaf te doen slaan, wordt dan als hypothese gesteld, dat in 1659 Balthasar II Moretus er zichzelf bijplaatste onder zijn Moretus-wapenschild. Ook liet hij er zijn vrouw Anna Goos bij-portretteren, door een van de dochterfiguren te laten overschilderen. Daar was inderdaad reden toe. Zijn tante, Catelijne de Sweert, een van de drie afgebeelde dochters van Elisabeth, was gehuwd met de drukker Jan Meursius. Deze laatste was van 1618 tot 1628 vennoot geweest samen met diens aangetrouwde schoonbroer Balthasar I Moretus en met Maria de Sweert, moeder van Balthasar II Moretus. Na een klinkende familieruzie werd Meursius gewoonweg buiten de Officina Plantiniana gezet en uit de familie gesloten. Kleinzoon Balthasar II | |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 235]
| |||||||||||||||||||||||||||||
noteert zelf ‘1628. In april scheydinge van Jan van Meurs. Welke scheydingen door grote rusien ende crakeelen ten laetste gheschiet in het beginsel van 1629 in maert’Ga naar voetnoot5. Het blijft moeilijk om personen te identificeren door geschilderde portretten te vergelijken. Toch sterkt de gelijkenis tussen de personen van het De Sweert/Moretus-diptiek en vijf familieportretten uit de collectie van het Museum Plantin-Moretus volgende mening. Het linkerluik stelt Nicolaas de Sweert voor, met zijn als kind gestorven eerstgeboren zoon Nicolaus, zijn zoon Guillaume de Sweert en kleinzoon Balthasar II Moretus, onder het Moretus-wapenschild. Op het rechter paneel is zijn vrouw Elisabeth Janssens van Bisthoven geconterfeit met haar dochters Isabeau de Sweert, Maria de Sweert (moeder van Balthasar II) en Anna Goos (echtgenote van Balthasar II), in overschildering van Catelijne de Sweert, de vrouw van Jan van Meurs. | |||||||||||||||||||||||||||||
WapenschildHet Moretus-wapenschild op dit diptiek is volledig en wordt alsvolgt omschreven. Schild van goud, waarop opengespreide Adelaar van sabel, met op de borst een schildje van keel, waarop een schaduw van de Zon in goud. De schildvoet in drie dambord-strekken is zilver en azuur geschakeerd. Gehelmd schild. De Helm van zilver, getralied en omzoomd van goud, is versierd met wrong en bladvormig helmkleed van goud, sabel en keel. Bovenop als helmtopsieraad een schaduw van de Zon in goud, temidden van een Vlucht, enerzijds van sabel en anderzijds van keelGa naar voetnoot6. | |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 236]
| |||||||||||||||||||||||||||||
Afb. 18. Balthasar II Moretus 23 jaar (1615-1674), door A. Palamedes (1610-1673)?, 1638.
Afb. 19. Nicolaas de Sweert (1551-1598), vader van Maria de Sweert, door anon.
| |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 237]
| |||||||||||||||||||||||||||||
Afb. 20. Anna Goos (1627-1691 ), vrouw van Balthasar II Moretus, door (?) Jacob Van Reesbroeck (1620-1704), 1659, Detail van De Sweert/Moretusdiptiek, toont duidelijk de overschildering.
Afb. 21. Maria de Sweert (1588-1655) vrouw van Jan II Moretus, door Jacob van Reesbroeck (1620-1704), 1659.
Afb. 22. Elisabeth Janssens van Bisthoven (1563-1594), vrouw van Nicolaas de Sweert, door anon.
| |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 238]
| |||||||||||||||||||||||||||||
Afb. 23. Balthasar III Moretus (1646-1696), door J. Cl. De Cock (1668-1738), 1700.
| |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 239]
| |||||||||||||||||||||||||||||
Afb. 24. Deurbekroning met portret van Balthasar III Moretus (1646-1696) op de binnenkoer van Museum Plantin-Moretus, door J. Cl. De Cock (1668-1738), 1700.
| |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 240]
| |||||||||||||||||||||||||||||
Familieverwantschap van Moretus & Goos met de Sweert & Janssens van Bisthoven | |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 241]
| |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 242]
| |||||||||||||||||||||||||||||
Afb. 25. Balthasar IV Moretus (1670-1730), door anon., 1730.
| |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 243]
| |||||||||||||||||||||||||||||
Afb. 26. Jan Jacob Moretus (1690-1757), door anon., 1757.
| |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 244]
| |||||||||||||||||||||||||||||
Afb. 27. Anna Maria de Neuf (1654-1714), vrouw van Balthasar III Moretus, door anon.
| |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 245]
| |||||||||||||||||||||||||||||
Afb. 28. Frans Jan Moretus (1717-1768), door P.J. Tassaert (1736-1803), 1762.
Afb. 29. Maria Theresia Borrekens (1728-1797), door P.J. Tassaert (1736-1803), 1762.
| |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 246]
| |||||||||||||||||||||||||||||
Afb. 30. Lodewijk Frans Moretus (1758-1820), door anon. Privébezit. Foto Mw. Reynald Moretus.
De medaille van Jonker Edward Moretus (1804-1880) werd geslagen bij vijftig jaar Museum Plantin-Moretus. Als laatste erfgenaam van de Officina Plantiniana heeft Edward Moretus in 1876 dit cultureel erfgoed van Europees formaat verkocht aan de Stad Antwerpen, die er het Museum Plantin-Moretus van maakte. Het keerzijde opschrift luidt: op twaalf juni 1926 / herdacht antwerpens / magistraat de vijftigste / verjaring van de inrichting / der plantynsche drukkerij / tot openbaar museum... | |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 247]
| |||||||||||||||||||||||||||||
Afb. 31 Jonker Edward Moretus (1804-1880), medaille door Arthur Dupon ( 1890-1972), 1926. Penningkabinet, Koninklijke Bibliotheek, Brussel.
Afb. 32. Jan I Moretus-Plantin (1543-1610), Belgische postzegel, mei 1944 (Portretten van beroemde mannen, ten bate van de krijgsgevangenen en hun gezinnen).
| |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 248]
| |||||||||||||||||||||||||||||
Katholieke Universiteit Leuven Faculteit Letteren Departement Archeologie, Kunstwetenschap en Musicologie Blijde-Inkomststraat 21 B-3000 Leuven |
|