| |
| |
| |
Joannes I Bogardus, Jean II Bogard en Pierre Bogard als muziekdrukkers te Douai van 1574 tot 1633 en hun betrekkingen met de Officina Plantiniana
Guido Persoons
1. Contacten met Antwerpen
De Officina Plantiniana onderhield een druk handelsverkeer met de drukker Bogardus/Bogard in Douai, ter voortzetting van tien jaar negotie (10 oktober 1564 - 24 januari 1574) met Joannes I Bogardus toen die nog in Leuven werkte.Ga naar voetnoot1 Zij nam zowat alle muziekdrukken van Bogard in haar boekhandel op. De boekenlijst, alias de Libri venales, tussen 1555 en 1648 (1670) en de Catalogus secundum regiones, tussen 1578 en 1634, vermelden liefst achtentwintig muziekuitgaven, waarvan zevenentwintig expliciet op naam.Ga naar voetnoot2 Tussen 1603 en 1612 heeft Moretus bij de nieuwste uitgaven uit de Nederlanden, die hij telkenjare mee naar de boekenbeurs van Frankfurt nam, zelf twaalf muziekdrukken van Jean II Bogard mede internationaal gepropageerd en verkocht.Ga naar voetnoot3
Joannes I Bogardus (o c. 1531) wordt ook vermeld bij het ontstaan van de mooiste muziekdrukletter in enkeldruk uit de 16de-eeuwse Nederlanden, met name de 22.5 mm hoge Grande Musique waarmee Plantin recht uit ar- | |
| |
1. Grande Musique, zes regelen mediaan, gesneden door Hendrik van den Keere de Jonge in 1577-1578 en besteld door Plantin voor een Koninklijk Antiphonarium. MPM, ST 68 en MA 91a, 22.5:20.
moede de missen van Georges De la Hèle en Philippus De Monte heeft gedrukt. Het papier van royaal formaat, de houtsnede-initialen en de muzieknoten zelf waren immers in oorsprong bestemd voor een door Filips II besteld Koninklijk Antiphonarium, dat een waardige tegenhanger moest worden van de Biblia Regia of Biblia polyglotta, maar nooit het licht zag omdat de beloofde koninklijke subsidie uitbleef. De Gentse lettersnijder Hendrik van den Keere de Jonge schrijft op 16 januari 1576 aan Plantin dat het ontwerp voor deze reeks dat hij ontving, van dezelfde hand is als het ontwerp dat hij aan Plantin van Bogaert uit toezond.
J'ai veu la monstre des notes, laquelle est de la mesme main que celle que je vous envoyoy de Bogaert. Et pour responce a icelle, il y faillent en tout environ 50. poincons.Ga naar voetnoot4
| |
| |
2. Philippus de Monte, Missa Benedicta es. Antwerpen, Plantin, 1579.
| |
| |
Indien deze identificatie juist blijkt, heeft Van den Keere dus ook met Joannes I Bogardus samengewerkt.
Jean II Bogard (o 1561) was een echte familievriend van Jan Moretus en Martine Plantin, vermits zij hun zoon Melchior Moretus tijdens zijn studietijd in Douai aan hem, en met volledig beslissingsrecht, hebben toevertrouwd. Dat blijkt uit twee brieven uit 1588 van Jan Moretus aan zijn zoon.Ga naar voetnoot5 Beide geschriften brengen de groeten over aan Jean II Bogard, maar ook aan diens jongere zuster. Dat is klaarblijkelijk Barbara van den Bogaerde die enkele weken later op 24 januari 1589 huwde met Balthasar I Bellerus, die zelf vanaf 1591 de roem van dit Antwerps drukkersgeslacht ook in Douai zal vestigen, door het uitbouwen van een grote uitgeverij.
Bij het afreizen van de vijftienjarige Melchior naar Douai in 1588 schreef zijn broer Balthasar I Moretus een klein gedichtje in hun gemeenschappelijk poëzie-zakboekje. Alle familieleden zijn treurig bij het vertrek en wensen een goede aankomst toe in Douai.Ga naar voetnoot6
Ook Melchior schrijft in dit poëzieboekje over zijn tevredenheid om zijn leraars en de nieuwe jonge kennissen op het college, en, op 10 september 1590, over de lichtzinnige Hugenotenvorst Hendrik IV die Parijs belegert. Blij met de vele lyriek die Balthasar hem toezendt, beproeft hij zelf ook een keer de Latijnse dichtkunst om Jesus' geboorte te bezingen.Ga naar voetnoot7
In het familiearchief bleef zelfs de autografe brief van 9 augustus 1590
| |
| |
3. Balthasar I Moretus, Afscheidsgedicht voor Melchior Moretus (1573-1634) die, vijftien jaar oud, op 4 september 1588 de Antwerpse familie verlaat om in Douai te gaan studeren. MPM, Arch. 202.
door Jean Bogart filz bewaard met een zesmaandelijkse onkostenrekening met betrekking tot kleine uitgaven voor Melchior Moretus, tijdens diens inwonen bij Bogard te Douai. Ga naar voetnoot8
Jean II Bogard zorgde ook voor personeel in de Antwerpse drukkerij, want door aanbeveling van Jean Bogart filz werd in 1592 Renatus Pauli door Moretus als corrector in de Officina aangeworven. Uit de warme aanbevelingsbrief leren wij dat Pauli wiskundeleraar is geweest in Douai en zich in Antwerpen zo mogelijk op het Hebreeuws wil gaan toeleggen.Ga naar voetnoot9
Vanaf augustus 1594 worden alle handelsbetrekkingen tussen de Officina Plantiniana en Douai gevoerd met Jean Bogard le jeune, alias Jean II Bogard.Ga naar voetnoot10 Het grootboek voor de boekhandelaars buiten Antwerpen geeft de bedragen van de omzet per jaar tussen beiden.Ga naar voetnoot11
| |
| |
1594 |
409 fl. |
13½ st. |
1601 |
431 12½ |
1606 |
476 0 |
1595-96 |
780 |
7½ |
1602-03 |
596 18 |
1607 |
221 2½ |
1596-99 |
1433 |
6½ |
1603-04 |
797 1½ |
1607-08 |
479 7½ |
1599 |
757 |
12½ |
1605 |
874 25 |
1609 |
351 15 |
1600-01 |
783 |
11½ |
1606 |
739 16 |
|
Van Plantins muziekdrukken heeft Bogardus enkel de Chansons van Andreas Pevernage (I, a 5 v. in 1589; II, a 5 v. en III, a 5 v. in 1590; IV, a 6, 7, 8 v. in 1591) druk verkocht. Volgens het Journal leverde de Officina van 1589 tot 1591 niet minder dan negenenveertig exemplaren van de eerste bundel, tweeënveertig exemplaren van de tweede, eenenvijftig van de derde en veertig van de vierde bundel. Van G. De la Hèle, Octo Missae, 1578 en J. De Brouck, Cantiones Sacrae, 1579 werden slechts een exemplaar in 1579 en twee in 1587 door Douai aangekocht.Ga naar voetnoot12
Bij het overlijden van Jean II Bogard in 1627 worden de contacten stilzwijgend overgedragen aan de erven en zijn zoon Pierre Bogard, die pas onder eigen naam wordt gerubriceerd in de boekhouding vanaf 21 mei 1633 tot 16 november 1637. Volgens het grootboek van de vreemde boekhandelaars werd ook handel gedreven met Martin Bogard, de andere zoon van Jean II Bogard, van 21 mei 1632 tot 10 oktober 1636. Op 7 juli 1637 wordt genoteerd dat de Dowaaise boekhandelaar Denis Hutsebaut gehuwd is met de weduwe Martin Bogard en loopt de rekening gewoon door tot 25 maart 1644.Ga naar voetnoot13
| |
| |
| |
2. Joannes Bogardus / Jean Bogard
vader en zoon met dezelfde naam
Het staat vast dat er twee boekdrukkers Joannes Bogardus alias Jean Bogard zijn geweest. Op hun persen werden meer dan honderd boeken te Leuven en zowat vijfhonderd werken te Douai gedrukt. Ter onderscheid benoemen wij de vader onder zijn Latijnse naam als Joannes I Bogardus (c. 1531-1616) en de zoon onder zijn Franse naam als Jean II Bogard (1561-1627), hoewel voor beiden de twee schrijfwijzen door elkaar worden gebruikt op de gedrukte titelbladzijden.
| |
Joannes I Bogardus
Vader Bogardus was eerst boekdrukker te Leuven en daarna te Douai Geboren te Leuven rond 1531 werd hij er boekverkoper en dan drukker Zijn broer was in de Dijlestad kanunnik van de Sint-Pieterskerk en wordt in 1587 even rector van de universiteit. Als eerste boek geeft Joannes I Bogardus in 1555 een werk van Vincentius Lerinensis uit (Pro catholica fidei antiquitate et veritate adversus prophanus omnium herseaum (sic) novatione, liber; BT 7118), maar dit werd nog gedrukt door Stephanus Valerius. De eigen drukpersen, met als gezel Geraerd van Boucle - later zelf drukker te LeuvenGa naar voetnoot14 - starten in 1562 met meer dan honderd Leuvense drukken tussen 1562 en 1598, meestal in klein formaat en in het Latijn, Frans of Nederlands, over theologie, religie, devotie, heiligenlevens en zelfs enkele romans, maar geen muziekdrukken.
Omwille van de nieuwe reglementeringen in de Nederlanden over de inschrijving en de rechtgelovigheid van de drukkers volstond de volmacht die de Leuvense universiteit hem klaarblijkelijk rond nieuwjaar 1567 had verleend niet meer. Aan de Staten van Brabant betaalt Jan Bogaerts daarom zegelrecht op 7 april 1571.
Den vijen van April (1571)
Van briefven van admissie om te mogen continueren dije conste van Jan Boogaerts gedateert vanden xxvijen van meerte xvclxx voir paesschen (= 1571). Geteeckent Langhe. Lj stuyvers.Ga naar voetnoot15
| |
| |
Dit octrooi (van 27 maart 1571) om de kunst en het ambacht van drukker te mogen voortzetten volgde op het certificaat dat aartsdrukker Christoffel Plantin hem op 20 juli 1570 had verleend.Ga naar voetnoot16
In de troebele tijd tussen 1574 en 1585 worden door Joannes I Bogardus te Leuven geen publikaties meer uitgegeven. Onze boekdrukker herneemt zijn activiteit in Leuven pas vanaf 1586 tot 1598. Tussen de geboorte van zijn achtste kind Anna te Leuven op 23 mei 1572 en van zijn negende kind Adrienne te Douai op 4 december 1574, was het gezin naar Douai verhuisd. De jonge universiteit van Douai had immers tussen oktober 1572 en 1573 met Bogardus een akkoord afgesloten om zich als drukker en boekhandelaar in de stad te komen vestigen ‘afin de la décorer par la renommée qu'il avait de son art d'imprimerie, et y amener toute sa librairie’. Op 23 oktober 1573 vraagt Bogardus aan tie magistraat van Douai een woning ‘pour être accomodé de résidence’ en bekomt in 1574 in de rue des écoles de residentie van de voormalige drukker der universiteit Jacques Boscart/Bosschaert, die zich bij de stichting van deze hogeschool evenzeer vanuit Leuven metterwoonst in Douai was komen vestigen. Aan Bogardus zal dit huis veertien jaar later, irt 1590, zelfs ten geschenke worden gegeven ‘à cause du long service faict à la ville et université’.Ga naar voetnoot17
Terwijl de boekproduktie in Leuven nog uitloopt tot 1598, drukt Joannes I Bogardus vanaf 1574 voortaan als Drukker van de Universiteit van Douai met hetzelfde devies als dat te Leuven: COR RECTUM INQUIRIT SCIENTIAM, en onder hetzelfde uithangbord In de gulden Bijbel / sub Bibliis aureis / à la Bible d'or.
| |
| |
4. Drukkersmerk van Joannes I Bogardus, zowel te Leuven als te Douai.
Ook als boekverkoper was Joannes I Bogardus belangrijk, maar of hij boekbinder is geweest lijkt onzeker omdat het drukkersmerk dat op sommige boekbanden rond zijn drukken wordt aangetroffen, wel te Leuven werd aangebracht maar niet in zijn drukkerij.Ga naar voetnoot18 Bij de nieuwe officiële drukker van de universiteit van Douai verschijnen van nu af honderden boeken, veelal schooluitgaven en pamfletten, maar ook devote lectuur, theologie, gewijde literatuur en muziek. De gezel in de drukkerij tussen zowat 1592 en 1608 was Charles Martin, die in 1610 een eigen uitgeverij zal beginnen te Doornik.Ga naar voetnoot19
| |
| |
Joannes I Bogardus had een talrijk gezin. Zijn vrouw Joanna Lottyns schonk hem tien kinderen. Zij overleed te Douai op 8 november 1607. In haar grafschrift worden de vier drukkers van de familie met ere vermeld: haar man Joannes I Bogardus en zoon Jean II Bogard, met haar twee schoonzonen Balthasar I Bellerus en Gerardus Rivius.Ga naar voetnoot20
DOM. |
AAN VROUWE |
ET MEMORIAE. |
EN IN HERINNERING AAN |
Joannae Lottyns |
Joanna Lottyns |
conjugis dum viveret |
echtgenote tijdens haar leven |
Joannis Bogardi |
van Joannes Bogaert |
hujus almae universitatis |
drukker van deze verheven |
typographi |
universiteit |
matris Joannis Bogardi |
moeder van Jean Bogard |
socrus Balthasaris Belleri |
schoonmoeder van |
et Gerardi Rivii, typp. |
Balthasar Bellerus |
hujus Lovaniensis, illorum |
en Gerardus Rivius, drukkers |
Duacensium, feminae prudentia |
- de laatste te Leuven, |
et religione spectatissimae Lovany |
de eersten te Douai - |
nate, Duaci denatae et sepultae |
een vrouw door omzichtigheid |
Ao CIƆ IƆ C VII VIII novemb. |
en godsvrucht allesvooruitziend, |
AETAT. LXXVI |
is te Leuven |
Cujus animae, ut velis tuae |
geboren, te Douai ontslapen en |
bene apprecare. |
begraven |
LECTOR. |
In het jaar 1607 op 8 november |
|
76 jaar oud |
|
Bidt evengoed voor deze ziel als gij |
|
zoudt willen voor de uwe |
|
LEZER. |
Rond 1608 gaat Joannes I Bogardus terug in Leuven wonen en hertrouwt daar nog op hoge leeftijd met Jeanne Dantin. Zes jaar later sterft hij in dezelfde stad op 17 februari 1616, zowat vijfentachtig jaar oud.
| |
| |
| |
Jean II Bogard
Geboren te Leuven op 29 maart 1561 als de oudste zoon van voorgaande werd Jean boekhandelaar en boekdrukker te Douai. Van zijn dertiende jaar af groeide hij op in Douai temidden van humanisten en geleerden. Zo treffen wij alleen nog maar bij de peters en meters van zijn broers en zusters, Petrus Zangrius en Henricus Gravius (boekdrukkers te Leuven), Cornelius Janssenius (de latere bisschop van Gent), de Leuvense hoogleraars Petrus Peckius (rechtsgeleerde) en Henricus Gravius jr. (theoloog en later bibliothecaris van het Vaticaan), alsook Anna van den Calstere aan, die in tweede huwelijk huwde met Justus Lipsius. Jean II Bogard dreef niet alleen boekhandel met, maar was ook een familievriend van Jan Moretus-Plantin, als succentor van diens zoon Melchior tijdens zijn studies te Douai. Gerardus Rivius, boekdrukker te Leuven was zijn schoonbroer, zoals ook Balthasar I Bellerus, de zoon van Jan Bellerus de muziekdrukker als vennoot van P. Phalesius. Pierre Trigault, overste van Saint-Ghilain, was de broer van zijn vrouw Françoise Trigault. Deze laatste schonk hem zes kinderen waarvan Pierre en Martin Bogard ook in Douai boekdrukkers zijn geworden.
De meer dan honderd publikaties die door Jean II Bogard alle in het ouderhuis De Gulden Bijbel te Douai werden gedrukt tot in 1627 omvatten boeken - meestal in het Frans of in het Latijn - over devotie, godgeleerdheid, klassieke auteurs en wetenschappen, naast muziekuitgaven. Na zijn dood in juli 1627 drukken de Erven Jean II Bogard tussen 1627 en 1634 nog zeventien werken.
PETRUS BOGARD (o Douai 22.3.1596, † Douai c. 1638), zijn zoon werd boekverkoper en drukker op 15 oktober 1627 Hij drukte van 1627/1628 evenzeer te Douai sub Bibliis aureis / à la Bible d'or, maar neemt als nieuw devies Exaltemus nomen Eius in idipsum. Wij kennen vijfentwintig publikaties, waaronder niet minder dan drie muziekuitgaven en een boek in samenwerking met zijn broer Martin.
MARTIN BOGARD (o Douai 31.8.1609, † (Douai) c. 1636), vestigt zich op 3 november 1629 ook als drukker in Douai, sub signo Parisiorum / aux Parisiens en verzorgt tussen 1629 en 1636 eenentwintig uitgaven, waaronder een in samenwerking met zijn broer Petrus. Hij was gehuwd met een dochter van de Dowaaise drukker Gerard Pinchon. Als weduwe Martin Bogard gaf zij in 1636 nog een boekwerk uit en hertrouwde nadien met de
| |
| |
boekhandelaar Denis Hutsebaut, die de boekhandel overnam en zelf nog een tweetal werken drukte in 1638-1640, maar geen muziekuitgaven vervorgde.Ga naar voetnoot21
5. Gezicht op Douai c. 1650. Fragment van de opgekleurde pentekening door Jan Peeters (o Antwerpen 1624, † na 1677), Amsterdam, privéverzameling.
Welke drukken Joannes I Bogardus ter perse heeft gelegd en welke zijn zoon Jean II Bogard uitvoerde is moeilijk uit te maken omdat het adres te Douai, de huisnaam, het devies en ook de uitvoeringstechniek van de druk door vader of zoon in globo dezelfde blijven van 1572 tot 1638.
Op zoek naar het jaar dat Jean II Bogard de successie krijgt van het ouderlijk bedrijf, treden uit de biografie volgende data, met hun argumenten, naar voor.
| |
1591-1593. Octrooi tot 1603 voor Joannes I Bogardus en klacht van de Geheime Raad.
Een belangrijk en zeer algemeen octrooi voor twaalf jaar, dat dus pas verstrijkt in 1603, wordt op 7 augustus 1591 verleend aan Jean Vanden
| |
| |
Boogaerde te Douai. Het betreft hier zeker Joannes I Bogardus, omdat hijzelf in zijn rekwest naar oudere privilegies verwijst.Ga naar voetnoot22 Ook de klacht door de Geheime Raad van 7 januari 1593 om zonder boekoctrooi te hebben gedrukt is gericht aan Joannes I Bogardus. Het betreft de uitgave van Boetius Epo, Heroicarum et ecclesiasticarum quaestionum libri VI. De iure sacro vel principiorum juris pontificalis libri III. Duaci, typis Ioannis Bogardi, 1588. Uit zijn verontschuldigingsbrief van 14 januari 1593, die hier in bijlage wordt gepubliceerd,Ga naar voetnoot23 leren wij dat Bogardus na de val van Antwerpen (1585) een tijdlang in Leuven resideerde, laissant mon filz a Douay. Jean
II Bogard heeft zelf de drukopdracht van Epo aanvaard en in 1588 geheel zelfstandig het boek gedrukt, terwijl zijn vader in Leuven woonde. Maar toch was deze laatste toen nog juridisch verantwoordelijk voor het familiebedrijf te Douai.
| |
1594. Overlijden van Barbara Bellerus-Bogard en huwelijk van Jean II Bogard, zaakvoerder.
Op 2 september 1594 sterft Barbara Bogard, dochter van Bogardus en echtgenote van de Dowaaise boekdrukker Balthasar Bellerus. De officina van Balthasar I Bellerus was de meest produktieve. Als drukker van de universiteit had Joannes I Bogardus samen met zijn schoonzoon de boekproduktie te Douai stevig in de hand. Dat familiemonopolie is door dit overlijden plots verbroken. Anderzijds was op 17 januari van datzelfde jaar Jean II Bogard in het huwelijk getreden met Françoise Trigault, wat een zelfstandig inkomen vereiste. Dat is hem vrijwel zeker toegekend voor de winkel in de gulden Bijbel te Douai, vermits de Officina Plantiniana vanaf augustus 1594, voor al haar verrichtingen, de handel voert met Jean Bogard le jeune à
| |
| |
Douai.Ga naar voetnoot24 Jean II Bogard werd dus in 1594 minstens boekverkoper én de zaakvoerder van de boekhandel sub Bibliis aureis te Douai.
| |
1597-1598. Joannes I Bogardus woont niet meer op het drukkerijadres te Leuven en boekoctrooihernieuwing niet meer op naam.
In 1597-1598 woont Joannes I Bogardus in Leuven niet meer in de gulden Bijbel, zijn winkel en drukkerij in de Proefstraat, maar wel in de Steenstrate metten zyne huysvrouwe (Joanna Lottyns) en twee dochters (Catharina
o 1565 en Anne II o 1579).Ga naar voetnoot25 Zijn laatste Leuvense druk is van 1598. Wij mogen onderstellen dat hij toen de Leuvense drukkerij overliet aan zijn schoonzoon Gerard Rivius. Deze was op 7 november 1597 boekverkoper te Leuven geworden. Rond die tijd moet hij met Jeanine Bogard zijn gehuwd, vermits hun eerste kind - de latere theoloog Joannes Rivius - op 11 juli 1599 werd geboren. Het verblijf van Joannes I Bogardus te Leuven is een argument te meer dat Jean II Bogard ook de drukkerij te Douai zelfstandig leidde. Maar omdat het belangrijk drukoctrooi van 7 augustus 1591 op naam van vader tot 1603 liep, lag het voor de hand de overname in rechte te Douai nog niet te laten doorgaan.
Bij de hernieuwing van het boekoctrooi aan de Leuvense Minderbroeders voor 't Leven van Sinte Clara vvtten Latyne overgheset door Cornelius Thielmannus, samengevoegd met dleven van Sint Franciscus op 24 september 1598, blijkt misschien ook dat die overname werd verwacht. Het rekwest vermeldt wel Jean Vanden Booghaerde als eerste uitgever, maar vraagt te mogen heruitgeven bij een drukker van eigen keuze, hoewel dezelfde drukkerij prompt de bundel opnieuw uitbrengt, niet meer te Leuven, maar wel te Douai.Ga naar voetnoot26
| |
1607-1611. Vermelding op het grafschrift van Joanna Bogardus-Lottyns en eerste boekoctrooi voor Jean II Bogard.
Op 8 november 1607 overlijdt stammoeder Joanna Lottyns te Douai. Zij was de echtgenote van Joannes I Bogardus, moeder van Jean, schoonmoeder van Balthasar I Bellerus en Gerardus Rivius. Op haar grafsteen wordt vermeld dat dezen alle vier drukkers zijn. Bovendien schrijft F. Decroix dat Bogardus in 1608 in Leuven resideerde en er acht jaar later is gestorven, vol- | |
| |
gens quelques feuilles détachés d'un livre de raison (Notes rédigées en latin par Balthazar (I) Bellère de Behault en 1632).Ga naar voetnoot27 Joannes I Bogardus was to reeds zevenenzeventig jaar. Ook zijn grijsaardshuwelijk twee jaar later Leuven duidt op een definitief afscheid van Douai en terugkeer naar de oude Dijlestad van zijn jeugd. Bij het verlenen van het boekoctrooi geduren zes jaar voor Praeceptorium Nider in decalogum en Les Meditations de Jean Buzeus sur les Evangiles des dimanches et festes de lannee op 31 augustus 1611, wordt Jean II Bogard vermeld als Jean Bogaert le jeusne imprimeur jure a Douai.Ga naar voetnoot28 Ook dat wijst er op dat de opvolging door de zoon de uitgeverij van vader niet zo lang geleden was gebeurd.
Het is dan ook vrijwel zeker dat Jean II Bogard minstens vanaf 1607 rechte de officiële boekdrukker was à la Bible d'or / sub Bibliis aureis van Universiteitsstad Douai.
| |
3. Stamboom
Bogardus/Bogard // Bogart/Boogaerdts/Vanden Boogaerde
Om deze stamboom overzichtelijk weer te geven wordt de tabel in haar geheel afgedrukt op de volgende pagina.
| |
4. De muziekdrukken
Bij dit onderzoek hebben wij uiteraard vruchtbaar gebruik gemaakt van de bibliografieën over de boekdrukkunst te Douai van H. Duthilloeul en Labarre. Anderzijds waren de muziekbibliografische werken van Becker, Eitner, A. Goovaerts en het Répertoire international des sources musicales (RISM) de onmisbare basiswerken, naast talloze selecte repertoria uit binnen- en buitenland. Maar deze lijst met muziekdrukken van het drukkersgeslacht Bogard uit Douai speurt niet alleen naar de bewaarde exemplaren; zij wil tevens de aanzet zijn tot identificatie van de vele geciteerde drukken in catalogi van tijdgenoten, en ook wel in de literatuur, maar vooral ook
| |
| |
Jerome
te Leuven
kanunnik St-Pieterskerk
1587 rector universiteit |
|
PETRUS BOGARD/BOGARDUS
* Douai 22.3.1593
X Douai c. 1638
Boekdrukker Douai
(1627) 1628-1638
x Barbe Hennel/Hoenel
(Barbe hertrouwt 1639) |
|
|
JEAN II
BOGARD/BOGARDUS
* Leuven 29.4.1561
X Douai vóór 30.7.1627 Boekverkoper Douai vanaf 1594
Boekdrukker Douai
(1594) 1608-1627 (erven Jean II Bogart: Douai 1627-1634)
x 17.1.1594 Douai
x Françoise Trigault
X Douai c. 1634 |
|
Louise-Rietrude |
JOANNES I
BOGARDUS/BOGARD
* Leuven c. 1531 X Leuven 17.2.1616
Boekdrukker Leuven
(1556) 1562-1573
en 1586-1598
Boekdrukker Douai (1574-1607 (of 1594)
Gezworen boekdrukker 7.4.1570
Woont te Leuven
1586-1588; 1597-1598; 1608-1616
1. x 23.4.1559 Leuven
x Joanna Lottyns
* Leuven 1531
X Douai 8.11.1607
2. x 19.5.1610
Jeanne Dantin
Leuven 1630 |
|
Jean |
|
|
MARTIN BOGARD/BOGARDUS
* Douai 31.8.1609
X (Douai) c. 1636
Boekdrukker Douai
1629-1636
(weduwe Martin Bogard: Douai 1636)
x Françoise Pinchon
(dochter Gerard Pinchon boekdrukker Douai 1609-1639)
Françoise hertrouwt c. 1637 Denis Hutsebaut boekhandelaar en boekdrukker
Douai 1638-1640 |
|
|
Adrienne |
|
Marie-Jeanne
x 1658
x Pierre Laurent
Boekdrukker
Cambrai |
|
Barbara Van den Bogaert
1563-1594
x in 1589
Balthasar / Bellerus
1564-1639, (zoon van Jan Bellerus muziekdrukker Antwerpen)
Boekdrukker Antwerpen 1589-1591
Gezworen boekdrukker Douai
(1590) 1593-1639
(weduwe Balthasar Bellerus: tot 1642)
(erven Balthasar Bellerus: tot 1649)
Balthasar hertrouwt 1594
met Anne de Behault |
|
|
Anselme
Hutsebaut
Boekdrukker
Arras
1628-1696 |
|
Ignace |
|
|
Georges |
|
Barbara |
|
|
Marie |
|
Catharina |
|
|
Joannes |
|
|
Pierre III Bellerus
1598-1659 (à 1672) boekdrukker Douai 1641-1659 |
|
|
Catharina
* (Leuven) 1565 |
Balthasar II Bellerus
1617-(1686)
boekdrukker Douai 1642-1685
(weduwe Balthasar II Bellerus: tot 1711)
x Antoinette Lemaire |
|
|
Cornelius
* (Leuven) 1568 |
|
|
Philippe
* (Leuven) 1568 |
|
|
Marie x Hubert Tossanus |
|
|
Jeanine 1569-1631
x Johannes Garardus Rivius (?-1634)
Boekdrukker Leuven
(1597) 1598-1614 |
|
|
Martin |
|
|
Elisabeth |
|
|
Marguerite |
|
|
Jerome * Leuven 1571 |
|
|
Magdelaine |
|
|
Anna I * Leuven 1572 |
|
|
Adrienne * Douai 1574 |
|
|
Anne II * Douai 1579 |
|
| |
| |
de archieven van de Officina Plantiniana zelf. Daarom werden de gegevens van J. Stellfeld en A. Wuyts herzien en in verband gebracht met een nieuwe archiefbron: de Catalogus secundum regiones c. 1578-1615 en 1616-1634 (MPM, Arch. 745 en 744).
Waar de Libri venales 1555-1648 (1670) (Arch. 795) ten behoeve van de winkel in hun muziekrubriek een internationale lijst geven van bestelbare muziekboeken, bij voorkeur op naam van de componist en dan pas per muziekgenre of titel, brengt de Catalogus secundum regiones een sectie Libri in Belgio editi & Antwerpienses, waar - weerom ten gerieve van de Plantijnse boekhandel - uit de Nederlanden alle soorten drukken bijeen worden geplaatst volgens hun titel. Beide vermelden nauwgezet de uitgever, het formaat en de prijs, met veelal ook het jaartal. Moretus' Frankfurter catalogen geven van 1597 tot 1618 dan nog eens per jaar, ook de belangrijkste nieuw verschenen muziekboeken op (Arch. 269). Dit alles werd gecollationeerd met het onderdeel Musici van de Dowaaise boekhandelscatalogus die Balthasar I Bellerus, schoonbroer van Jean II Bogard, als Thesaurus Bibliothecarius sive Cornucopiae Librariae Bellerianae uitgaf in 1603, met supplementen van jaar tot jaar tot 1633-36.Ga naar voetnoot29 Bellerus vermeldt alleen de titel en veelal ook de auteur. Daar de naam van de uitgever en de datum achterwege blijven, wordt het jaar van verschijnen van cataloog of supplement alleen maar tot richtdatum ad quem.
Ons onderzoek bestrijkt toevallig dezelfde periode (1574-1638). De vermeldingen van eenzelfde muziekdruk tot in soms vier verschillende contemporaine bronnen leidt hier tot nieuw inzicht. Gezien het belang van genoemde oorspronkelijke gegevens, worden deze in onderstaande lijst bij el- | |
| |
ke boektitel geciteerd als MPM 269, 743, 744 of 795 en als Bell 1603, 1605 enzovoort.Ga naar voetnoot30
| |
| |
De vorm van de jaartallen wijst op de betrouwbaarheid van toewijzing. Bijvoorbeeld:
*1578* |
jaartal in vetjes tussen twee asterisken, gevolgd door het RISM-nummer, betreft een bewaarde muziekdruk. |
1633 |
een gewoon jaartal staat voor een zekere toewijzing. |
(1600) |
het jaartal tussen ronde haakjes staat voor een vermoedelijke datering en/of uitgeversnaam. |
[1600 à 1612] |
geeft datering bij benadering, uitgaande van archiefbronnen. |
[1581?] |
jaartal met vraagteken, tussen vierkante haken, geeft datering bij benadering. |
-[1571]- |
niet-plausibele datering. |
-?[1552]- |
toeschrijving twijfelachtig. |
← |
vorige uitgave. |
→ |
latere uitgave. |
De bibliografie wordt beperkt tot de essentialia. Met opzet worden de artikels uit de muziekencyclopedieën maar bij uitzondering vermeld.
(6.)-?[1552]-
Magnificat secundum octo vulgares musicae modos a diversis musicis compositum quatuor et quinque vocum.
Duaci, s.ed., [1582?]. - In-4o oblong.
De datering door Goovaerts is onwaarschijnlijk vermits de allereerste druk te Douai volgens DuthilB in 1565 valt en omdat het muziekdrukken in Douai maar start met Joannes I Bogardus, die pas in 1574 begint uit te geven. 1552 kan een verschrijving zijn voor 1582.
Bibl. GoovT 45.
(13.)-?[1559]-
Jan VAN TURNHOUT
Madrigali a piu voci.
Douai, s.ed., [1589?]. - In-4o oblong.
De datering door Becker en Goovaerts is onwaarschijnlijk voor de biografie van J. van Turnhout en ook omdat de allereerste druk te Douai in 1565 valt. 1559 lijkt een verschrijving voot 1589, datum waarop een druk Madrigalen a 6 v. van deze componist, niet te Douai bij Bogardus, maar wel te Antwerpen bij P. Phalesius & J. Bellerus verschijnt.
| |
| |
Bron. MPM 742 f.24: Phalesius et J. Bell. Madrigali de Turnhout st 9.
Bell 1603: Madrigali à sey voci di Giovan Turnhout.
Bibl. BeckerT 196; GoovT 144.
(4.)-[1571]-
Jean DE CASTRO
Cantionum sacrarum cinque vocum, liber unus.
Duaci, Jean Bogard, [1581?]. - In-4o oblong.
→ 1588 (liber II)
De Novae cantiones van 1588 vermelden als indextitel op de muziekfolio's: LIBER II. De datering door De Coussemaker is onwaarschijnlijk omdat het muziekdrukken te Douai maar start met Joannes Bogardus, die pas in 1574 begint uit te geven. 1571 kan een verschrijving zijn voor 1581.
Bron. Bell 1603: Motetta 5 & 8 vocum Ioan. de Castro, in 4 (= Liber II van 1588?). Motteta 5 vocum solum Ioan. De Castro (= Liber I?).
De Coussemaker, 1843: Jean de Castro, Cantionum sacrorum (sic) 5 et 8 vocum liber unus 1571 in 4o, Duaci 1588.
Bibl. E. de Coussemaker, ‘Notices sur les collections musicales de la bibliothèque de Cambrai’, Mémoires de la société d'émulation de Cambrai, 18, 1843, p. 177.
1. | 1575
François REGNART
Cinquante chansons à quatre et cinq parties convenantes tant aux instruments qu'à la voix, mises en musique par François Regnard. A Douai, chez Jean Bogard, 1575. - In-4o oblong. → 1584
Herdrukt te Parijs? F. Regnard, Poésies de P. de Ronsard et autres poètes, mis en musique à quatre et cinq parties. Paris, A. Le Roy & R. Ballard, 1579. Een bundel chansons, 20 à 4; 27 à 5.
Bibl. DuthilB 39; Fétis BU 7/200; GoovT 242; EQ naar Fétis; Lab 16D 18; LesureR 234; A. Rombouts, De vijfstemmige chansons uit de bundel ‘Poésies de P. de Ronsard et autres poètes. Mis en musique à quatre et cinq parties’ van François Regnard (Parijs, 1579), Leuven 1987, 2 vol. (onuitgegeven licentiaatsverhandeling). |
2. | (1575)
Jacob REGNART
Motetae quinque et sex vocum concinendae. Duaci, apud Ioannem Bogardum, 1575. - In-4o oblong.
|
| |
| |
| Bibl. BeckerT 31; GoovT 243; LabD16 19. |
3. | *1578* RISM P1669
Andreas PEVERNAGE
Cantiones aliquot sacrae 6, 7, 8 v. |
| CANTIONES / ALIQVOT SACRAE, / SEX, SEPTEM ET OCTO VOCVM, QVIBVS / ADDITA SVNT ELOGIA NONNVLLA VERSIBVS LA- / tinis expressa, tum viua voce, quàm omnis generis in- / strumentis cantatu commodissimae. / AVCTORE, / ANDREA Peuernage Cortracēsi apud D. Virginis Phonasco. / TENOR. / (Fleuron) / DVACI. / Ex officina Ioannis Bogardi, Typogr. Iurat. Sub / Biblijs Aureis. ANNO. / 1578 // - In-4o oblong, 6 stemboeken: SUPERIUS 114, (6) f. CONTRATENOR 106, (4) f. TENOR 105, (5) f. BASSUS 109, (5) f. QUINTA VOX 116, (4) f. SEXTA VOX, (2) f.
Opdracht: D. Ludovico a Berlaimont, aartsbisschop en heer van Cambrai. Kortrijk, 2 mei 1577.
Motetten voor de feesten van het kerkelijk jaar 36 a 6; 2 a 7.
Elogia of gelegenheidscomposities 16 a 6, 1 a 7; 8 a 8.
A Wn(B) - D-brd Lüneburg, Rp (T, S) - GB Lbm - PL GD (S, ContraT, T, B,) Tu (ContraT, T, 6) - S Uu (kpl: S, ContraT, T, B, 5, 6) (nr. 166) - US AA (Fotokopie 6) Wc (5) - [B Br Mus Mic 855 = S Uu]
Herdruk. In 1602 bij Stein (voor Richter) te Frankfurt (RISM P1675), met 6 motetten minder.
|
| |
| |
|
Bron. 745 f.7: Douaij Bogard Cantiones sacre ou motette pevernagij 4o st 57½.
745 f.22: Douay Bogard Motette de pevernago 4o st. 57½ / fl. 3.
(Bell 1603: Motetta Andreae Peuuernagij 6.7. & octo vocum denuo recursa, in 4.)
Bibl. L. Willems, ‘A. Pevernage's cantiones sacrae’, Tijdschrift van het boek- en bibliotheekwezen, 9, 1911, p 2-18; R. Mitjana, Catalogue critique et descriptif des imprimés de musique des 16e et 17e siècles conservés à la Bibliothèque de l'Université Royale d'Upsala, Upsala 1911, I, col. 331-305 (nr. 166); J. Stellfeld, Andries Pevernage, Leuven 1943; Lab 16 SuppD 51. |
4. | Zie 1571 |
5. | -?[1582-
François REGNART
Missae tres, quatuor et quinque vocum, auctore Francisco Regnardo Sereniss. Principes Mathias Austrii, etc. Musicorum vice praefecto. Iam primum in lucem editae. Douai, Jean Bogard, 1582. - In-4o oblong.
Door F. Fétis (1864) aangeduid als Plantindruk, Antwerpen 1582, wat in tegenspraak is met de archieven MPM. Daarom suggereert J. Stellfeld hiervoor een Bogarddruk te Douai.
Bibl. FétisBU 7/199-200; StellB 231; VannesD 335. |
6. | Zie 1552. |
7. | *1583* RISM M52
Jean MACHGIELZ
Premier livre des chansons nouvelles à 4, 5, 6 p.
PREMIER LIVRE / DES CHANSONS / NOVVELLES A QVATRE, CINCQ ET SIX PARTIES / CONVENABLES TANT AVX INSTRUMENTS / COMME A LA VOIX, COMPOSEES PAR / M. IEAN MACHGIELZ. / TENOR. / (drukkersmerk) / A DOVAY, / De l'Imprimerie de Iean Bogard Imprimeur iuré, à la Bible d'or, / L'an M.D.LXXXIII. // - In-4o oblong, 39, (1) p.
→ 1600 D-brd (T, B, 5/6; ontbreekt S, A) - F-Pn (S)
Bibl. Lab16 122. |
8 | *1583* RISM P 1193
Jean PENNEQUIN
Chansons nouvelles a 4, 5, 8 p. |
| |
| |
CHANSONS / NOVVELLES A QVATRE ET CINCQ PARTIES, ET / VNE A HVICT, CONVENABLES TANT AVX INSTRVMENS / COMME A LA VOIX. / Composées par M. IEAN PENNEQVIN, n'agueres M. de la Chapelle de l'Eglise / Cathédrale nostre Dame à Arras, ores Chanoine de ladicte Eglise. / TENOR. / (drukkersmerk) / A |
| |
| |
| DOVAY, / De l'imprimerie de Iean Bogard Imprimeur iuré, à la Bible d'or. / L'an M.D.LXXXIII. // - In-4o oblong, 39, (1) pp.
Opdracht: Philippes van Ursel, Arras 1 Janvier 1583.
Ook inleidend hexasticon en sonnet aan de auteur door Charles d'Ydier.
Zesentwintig morele chansons 10 a 4 (waarvan 3 tweedelig en 1 driedelig): 14 a 5; 2 a 8. (les primices de mes labeurs)
F - Douai bibl. mun (T) (nr. d 1583/3) - [B Br Mus Mic 843(T)]
Bron. Bell 1603: Chansons à quatre & cincq parties par M. Iean Pennequin, en 4. (Bell 1603 citeert ook een blijkbaar verloren gegane bundel als) Motteta 4, 5 & 6 vocum Ioannis Pennequin, in 4.
Bibl. VannesD 312; MGG (Rubsamen); Lab16SuppD 125. |
9. | 1584
François REGNART
Poésies de P. Ronsard et autres poètes mises en musique à quatre et cinq parties. A Douai, chez Bogard, 1584. - In-4o oblong.
→ 1575
Bron. MPM 795 f.366: François Regnard, Poésies de Ronsard etc., a 4.5 voc., 4o, 1584, Bogard, 32 f., 16 st.
Bibl. WuytsM 265. |
10 | *1586* RISM G 165
Franciscus GALLETIUS
Hymni communes sanctorum 4, 5, 6 v.
HYMNI / COMMVNES SANCTO- /RVM, IVXTA VSVM ROMANVM, QVA- / TVOR, QVINQVE, ET SEX VOCVM, TAM IN- /STRVMENTORVM CVIVIS GENERI, QVAM / VIVAE VOCI APTISSIMI. / AVTHORE / FRANCISCO GALLETIO MONTENSI, QVONDAM INSI- / GNIS COLLEGII DIVI AMATI CHORI MVSICI PRAEFECTO. TENOR. / DVACI, / Excudebat Ioannes Bogardus Typographus iuratus sub Biblijs aureis. / ANNO M.D.LXXXVI. // - In-4o oblong, 5 stemboeken: CANTUS (1) 18 f. ALTUS (1) 17 (1) f. TENOR (2) 17 (1) f. BASSUS (1) 14 f. QUINTA ET SEXTA PARS (2) 15 (1) f.
Opdracht: Antonius Verman, premonstratenser abt van Vicogne, Douai, 29 januari 1586.
Heiligenhymnen 2 a 4; 5 a 5; 2 a 6; 1 a 7; 1 a 8. Korte Falsobordoni voor de intonaties van de mis 7 a 4; 1 a 5; 5 a 6.
... Ut nihil fractum, molli effeminatumque audiretur. |
| |
| |
| D-brd Mbs (kpl: C.A, T, B, 5, 6,) (nr. 4o Mus. pr. 94/2) - [B Br Mus Mic 652]
Bron. MPM 795 f.361o: Hymni communi sanctorum Fr. Galletii, 4o, Bogard, 4.5.6. voc., 1586. 23½ f., 10 st.
Bell 1603: Hymni communes sanctorum iuxta usum Romanum, 4.5. & 6. vocum Mathei (sic) Galetij, in 4.
Bibl. GoovT 289; WuytsM 101; Lab16D 156; K. Werbrouck, Franciscus Galletius en zijn bundel ‘Hymni communes sanctorum, iuxta usum romanum, quatuor, quinque, et sex vocum, tam instrumentorum cuivis generi, tam vivae voci aptissimi (1586)’, Leuven 1982, 2 vol. (onuitgegeven licentiaatsverhandeling). |
11. | *1586* RISM G 164
Franciscus GALLETIUS
Sacrae cantiones 5, 6, plurium v.
SACRAE / CANTIONES / QVINQVE, SEX ET PLV-/ RIVM VOCVM, TVM INSTRV- / MENTORVM CVIVIS GENERI, TVM / VIVAE VOCI APTISSIMAE. / AVTORE / FRANCISCO GALLETIO MONTENSI, QVONDAM INSIGNIS / COLLEGII DIVI AMATI, APVD DVACENSES, PHONASCO. / TENOR. / DVACI, / Ex officina Ioannis Bogardi Typographi iurati sub Biblijs aureis. / ANNO M.D.LXXXVI. // - In-4o oblong, 5 stemboeken: CANTUS (7) 32 (1) f. ALTUS (3) 33 f. TENOR (3) 29 (2) f. BASSUS (3) 28 (1) f. QUINTA ET SEXTA PARS (3) 37 f.
← 1600
Opdracht: Graaf Florent de Berlaimont, heer van Espinoy. Douai, 28 augustus 1586. Door L.D.B. ook lofdicht op auteur en rouwdicht op de markies van Roubaix.
|
| |
| |
| Motetten 19 a 5; 6 a 6; 2 a 8; waaronder Te Deum a 4, 5, 8. Over droefheid, rouw, laatste oordeel en godsvertrouwen. |
D-brd KNu (kpl: S, A, T, B, 5, 6) (nr. K 16a 7512), Mbs (nr. 4o Mus. pr. 93/4) -
S Uu (nr. 77) - B Br Mus Mic 652
Bibl: GoovT288; Lab16D 157; A.M. Noelmans, Franciscus Galletius, zijn bundel ‘Cantiones sacrae quinque, sex, et plurium vocum, tum instrumentorum cuivis generi tum vivae voci aptissimae’, gedrukt te Douai in 1586 door Johannes Bogardus, Leuven 1981, 3 vol. (onuitgegeven licentiaatsverhandeling). |
| |
| |
12. | *1588* RISM C1478
Jean DE CASTRO
Novae cantiones sacrae 5, 6, 8 v. (Liber II) |
| NOVAE / CANTIONES SACRAE / QUAE VVLGO MOTETTA / VOCANTVR, CVM QVINQVE, / SEX, ET OCTO VOCIBVS. / AVCTORE / IOANNE A CASTRO EBVRONE, SERENISSIMI IOANNIS GVILIELMI, IVLIAE, CLIVIAE, MONTIVM ETC. / DVCIS, MVSICES PRAEFECTO. TENOR. DVACI, / Ex officina Ioannis Bogardi, ANNO M.D.LXXXVIII. // - In-4o oblong, 5 stemboeken: CANTVS 28 f. ALTVS 27 f. TENOR 27 f. BASSVS 28 f. QVINTA ET SEXTA PARS 27 f.
Opdracht: Principiac Domino Ernesto (Bavariae) archiepiscopo Coloniensi. Ook lofdicht aan auteur door Johannes Politus, rechtsgeleerde te Luik.
← 1571 (Liber I)
27 Motetten 22 a 5; 3 a 6; 2 a 8. Hierbij 18 geestelijke motetten, waarvan 13 tijdeiger en 5 feesteigen; hierbij ook 9 wereldlijke motetten, waarvan 3 staatsmotetten, 3 lofmotetten, 2 huwelijksmotetten en 1 nieuwjaarsmotet.
D-brd As (kpl: S, A, T, B, 5/6), K Nu, Mbs (nr. 4o Mus pr. 93/5),
PA - PL Wn (B) - [B Br Mus Mic 1072]
Bron. MPM 745 f.22: Douay Bogaert Motette de castro 5, 6 et 8o vocibus. 88 f. 37½ st. 15.
MPM 795 f.358o: Joannis Castro Cantiones sacrae, motetta, 5. 6. 8 voc., 4o, 1588 Bogard, 35 f., 15 st.
|
| |
| |
| Bell 1603: Motetta 5. & 8. vocum Ioan. de Castro, in 4 (= Liber II?). Motetta 5 vocum solum Ioan. de Castro (= Liber I?).
Bibl. GoovT 293; WuytsM 27; Lab 16D 167; M. Vos, Een index van Johannes de Castro's Cantiones Sacrae en zijn bundel: ‘Novae Cantiones sacrae, quae vulgo motetta vocantur, cum quinque, sex et octo vocibus.’ (Duaci, 1588). Leuven 1981, 2 vol. (onuitgegeven licentiaatsverhandeling). |
13. | Zie 1559 |
14. | *1590* RISM R 729; 159010
François, Jacob, Pascasius & Carolus REGNART. Novae Cantiones sacrae, 4, 5 et 6v.
NOVAE / CANTIONES SACRAE / QVATVOR, QVINQVE ET SEX / VOCVM, TVM INSTRVMENTORVM CVI- / VIS GENERI, TVM VIVAE VOCI APTISSIMAE. / AVTHORIBVS / Francisco, Iacobo, Pascasio, Carolo Regnart fratribus germanis. TENOR. / DVACI, / Ex officina Ioannis Bogardi typographi iurati, sub biblijs aureis. / Anno M.D.XC. // - In-4o oblong, 6 stemboeken: SUPERIUS, (4), 99, (1) p.
Opdracht: Maximiliano Manare, collegiatae sancti Petri Insulensis (= Lille) praeposito, door August Regnart.
Voor elke stem ook eigen gedicht door A. Regnart ad librum (S), aan Laurentius De Bay moderator S. Pietersschool Lille (CT), over de gebroeders Regnart (T); door Philippus de Broide aan de vier broers Regnart (B); aan Maximiliaan Manare (5); door Johannes Bonifacius aan Maximiliaan Manare (6).
Motetten van François Regnart (24); Jacob Regnart (9); Pascasius Regnart (3); Carolus Regnart (3).
B Gu (S, 6) (nr. R108) - D-Bds Tü - D-brd B (kpl: S, A, T, B, 5, 6) (nr. Musik R 245) - F BO (A, B,) (nr. Rés M 641) - [B B Mus Mic 1013]
Bron. MPM 745 f.7: Douaij Bogard Cantiones sacrae paschasij 4o 90 f. 65½ st 27½ 6 voll 4o.
MPM 795 f.395o: Cantiones sacrae Franc., Jac., Pasch., Car. Regnart fratrum, 4o, 1590, Bogard, 4.5.6. voc., 28½ st.
Bell 1603: Motetta 4.5. & 6. vocum, quatuor Renarts Fabribus (sic) authoribus, in 4o.
Bell 1605a: Motetta quatuor fratrum, Renarts, 4.5.6. vocum, in 4o.
Bell 1611-12: Motetta quatuor fratrum, Renarts, 4.5.6. vocum, in 4o.
Bibl. GoovT 302; WuytsM 58; Lab16D 209; W. Pass, Thematischer Katalog sëmtlicher Werke Jacob Regnarts (Tabulae musicae Austriae. - Kataloge Oesterreichischer Musiküberlieferung, 5), Wien 1969, nr. 1509a; J. Machiels, Catalogus van de boeken gedrukt vóór 1600 aanwezig op de centrale bibliotheek van de Rijksuniversiteit Gent, Gent 1979, 2 vol., nr. R1O8; H. Vlassak, François Regnart (ca. 1540 - ca. 1600) en zijn motetten in de verzamelbundel Novae Cantiones sacrae quatuor, quinque et sex vo- |
| |
| |
| cum..., Duaci, 1590. Leuven 1981, 2 vol. (onuitgegeven licentiaatsverhandeling). I. Bossuyt, ‘De gebroeders Regnart uit Dowaai, een familie van componisten uit de tweede helft van de 16de eeuw’, De Franse Nederlanden, 11, 1986, p. 124-139. |
15. | *1592* RISM C 1485
Jean DE CASTRO.
Trois odes a 4 p.
TROIS ODES / CONTENANT CHASCVNE / D'ELLES DOVZE PARTIES, L'VNE SVYVANT / L'AVTRE. EN LA PREMIERE, LA MERE SE COM-/ PLAINCT DE SON FILS A ELLE DESOBEISSANT: EN / LA SECONDE, LE FILS VIENT A RECOIGNOISTRE SA FAVTE / COMMISE ENVERS SA MERE, LUY DEMANDANT GRACE ET PAR- / don: en la troisiesme il deteste & abhorre l'amour impudique, rendant graces au Tout-puissant / de l'avoir delivré de la rage amoureuse. / Le tout mis en Musicque à quatre parties, pat IEAN DE CASTRO. / BASSVS / (fleuron) / A DOVAY, / De l'imprimerie de Iean Bogart, l'an M.D.XCII. / - In-4o oblong, 33 (= 36) p.
Opdracht: Herman & Iean de Bourgogne frères. Heren van Somerdick & Falaix. Keulen, 1 januari 1592.
Drie oden of chansons van 12 partes a 4: Bon Dieu - De laisser mes esbats - Le Dieu lascif (slechts 9 partes bewaard) (De enige 12-delige chansons van de 16de eeuw).
D-ddr LEm (B onvolledig) (nr. II 4) - [B Br Mus Mic 1026]
Bron. MPM 745 f.7: Douay Bogard J. Castro. trois Odes a 4.v 4o 92 st 8.
MPM 745 f.27: Douay Bogard Odes de Castro st 8.
MPM f.359: Joannis Castro Trois odes a 4 voc., 4o, 1592, Bogard, 20 f., 8 st.
|
| |
| |
| Bell 1603: Odes de Castro, a quatre parties, en 4.
Bibl. GoovT 317; WuytsM 34; Lab16D 222; Brunet, Manuel du libraire, suppl (1878), p. 218. |
16. | 1593
Jean DE CASTRO.
Sonets du Seigneur Pierre de la Meschinière mis en musique à trois parties. Douai, Jean Bogard, 1593. - In-4o oblong.
→ 1600, 1604, 1611.
Bron. Arch 745 f.7: Douay Bogard J. Castro Sonets 3v 4o 93 st 5 ao 1604 st 6 |
17. | *1594* RISM T1436
Jan VAN TURNHOUT
Sacrarum cantionum 5, 6 et 8v.
SACRARVM / CANTIONVM QVINQVE, / SEX ET OCTO VOCVM / IOANNIS TVRNHOVT, REGII IN BELGIA PHONASCI, / LIBER PRIMVS. / TENOR. / (Wapenschild van Spanje) / DVACI / Ex officina Ioannis Bogardi Typ. iurat. sub Biblijs aureis. / M.D.XCIIII. / - In-4o oblong, 6 stemboeken: CANTVS 26 p. (?) ALTVS 34 p. TENOR 32 p. BASSVS 32 p. QVINTA PARS 39, (1) p. SEXTA PARS 39, (1) p.
→ 1600
Opdracht: Filips II van Spanje. Ook gedicht van Adrien de Roulers (A) en van Andreas van Hoye (B).
Bundel van 13 motetten a 5, 6, 8.
D-brd KNu (S, A, T, B, 5) - F Pn (S1, S2, A, T1, T2, B) (nr. BN Rés VM1 39)
Bron. MPM 795 f.359o: Cantiones sacrae Jo. Turnhout, 5, 6, 8 voc., 4o, 1594, Bogard, 21 f., 10 st.
Bibl. GoovT 330; EQ 9/477; WuytsM 49; F. Lesure, Catalogue de la musique imprimée avant 1800 conservée dans les bibliothèques publiques de Paris, Paris 1981; Lab16D 231. |
18. | [1597 à (1608) 1631]
Jacob REINER
Quatuor missae tres vocum.
Duaci, ex officina Ioannis Bogardi, [1597 à 1608]. - In-4o oblong.
Een parodiemis op een zesstemmig motet van J. Reiner verschijnt in 1597 in druk. Volgens RISM lijkt dat een ‘Antwerpse’ (?) muziekdruk te zijn:
|
| |
| |
| Sebastian FLEISCHMANN
Missa sex vocum. Ad imitiationem suavissimae, Jacobi Reineri, cantionis: Facta est cum angelo, 6 vocum. TENOR II. [Antwerpen?], s.n, 1597. RISM F1142: D-ddr UDa. (T2). De catalogi van Bellerus citeren Jacob Reiner (o 1560-† 1606) tussen 1604 en 1631. De drukker Adam Meltzer in Dillingen publiceert muziekbundels van 1589 tot 1608, twee jaar na de dood van de componist. De catalogen van Bellerus citeren deze Meltzerdrukken tussen 1604 en 1608.
Bron. Bell 1629-31: Missae quatuor Iacobi Reineri trium vocum, in 4.
MPM 745 f.23: J. Bogardus Missae 4 Jacobi Reineri 3 vocum 4o st 6.
MPM 795 f.363o: Missae quatuor Jacobi Reineri, 4o, Bogard, 6 st., 3 voc.
Bibl. WuytsM 166; H. Federhofer, art. Meltzer, Adam, in MGG 11 (1963), col. 192-195. |
19. | [1597 à (1608) 1631]
Eustachius REGNIER
Octo missae cinque vocum. Duaci, ex officina Ioannis Bogardi, (1597 à 1608). - In-4o oblong.
Bron. MPM 745 f.23: J. Bogardus Missae 8 Eustachij Regnier 5 vocum 4o st 15. MPM 795 f.363o: Missae, octo Eustachij Regnier, 5 vocum, 4o, Bogard, 15 st. Bibl. EQ 8/293 (Reynier Eustachius); WuytsM 165. |
20. | 1600
Jean DE CASTRO
Sonnets du Seigneur de la Mochinière, mis en musique à trois parties.
Douai, Jean Bogard, 1600. - In-4o, oblong.
← 1593
→ 1604, 1611.
In navolging van Becker geeft Goovaerts enkel Douai 1600 op.
Bron. MPM 745 f.33 Douay Bogard Sonets de Castro 4 st 5.
Bibl. BeckerT 218, GoovT 377. |
21. | (1600)
Franciscus GALLETIUS
Cantiones sacrae tres et plurium vocum.
Douai, Jean Bogard, 1600
Goovaerts zegt uitgegeven Duaci, apud Bellerum, 1600. Dat is niet te aanvaarden. Het lijkt onwaarschijnlijk dat Balthasar I Bellerus de dure investering van muziekmate- |
| |
| |
| riaal zou hebben gedaan om slechts één muziekdruk uit te geven. Dit boek wordt ook niet vermeld in her speciale onderdeel van de Belleruscataloog 1605 dat is gewijd aan eigen uitgaven: Librorum diversorum indiculus, qui vel ex typographia Baltazaris Belleri prodierunt, vel ab aliis editis, in numero ab eo possunt permutationis ergo in gratiam bibliopolarum hoc anno 1605. suppeditori. Zie ook 21 bis.
Bibl. GoovT 376. |
21 bis. | -?[1600]-
Franciscus GALLETIUS
Sacrae cantiones, quinque sex & plurium vocum...
Duaci, ex officina Ioannis Bogardi. 1600. - In-4o oblong.
← 1588
Wij betwijfelen deze herdruk en denken eerder aan een verwarring met nummer 21. Hoewel de bundel uit 1588 a 5, 6, 8 is geschreven treft men hier en daar wel vierstemmige, maar geen driestemmige onderdelen aan.
Bibl. Fétis BU 3/388; VannesD 161. |
22. | 1600
Orlandus LASSUS
Psalmi (Davidis) poenitentiales modis musicis redditi quinque vocum.
Duaci, Jean Bogard, 1600.
Volgens MPM 795 verscheen de eerste druk bij Adam Berg te Munchen in 1579. Van dezelfde uitgever bleef de herdruk van 1584 bewaard (RISM L952 = BoettL 1584 ζ).
Boetticher erkent de verloren gegane Bogardus druk uit 1600 als L 1600 ζ.
Bron. MPM 795 f.365: Orlandi, Psalmi poenitentiale 5 voc, etc., 4o, 1579 Monachii, 51 f., 20 st.
Bell 1603: Psalmi poenitentiales 5. vocum cum aliis, Orlandi Lassus in 4.
Bell 1605 a: Psalmi poenitentiales, 5. vocum Orlandi, in 4.
Bell 1611-12: Psalmi poenitentiales, 5. vocum Orlandi, in 4.
Bibl. GoovT 376; WuytsM 232; W. Boetticher, Orlandi Lasso und seine Zeit 1532-1594. Répertoire Untersuchung zur Musik der Spätrenaissance, Kassel-Basel 1958, p. 248. |
23. | 1600
Jean MAGGHIELS
Chansons à quatre, cinq et six voix.
|
| |
| |
| Douai, Jean Bogard, 1600. - In-4o oblong.
← 1583 (Premier livre)
Het is niet duidelijk of het een herdruk is van het premier livre van Jean Magghiels uit 1583, of een nieuwe bundel. Naar Becker, vermeldt Goovaerts geen drukker. De Belleruscataloog duidt misschien de uitgave van 1583 aan.
Bron. Bell 1603: Chansons à quatre, cinq & six parties, par Iean Machgielz, en 4.
Bibl. BeckerT 225; GoovT 378. |
24. | 1600
Jan VAN TURNHOUT
Cantiones sacrae quinque, sex et octo vocum. Jean de Turnhout.
Douai, Jean Bogard, 1600. - In-4o oblong.
← 1594
Bron. MPM 743f. 22: Douay Bogaert Motettae de turnhout st 12½.
Bellerus 1603: Cantiones 5.6 & 8 vocum, Ioannis de Turnhout, in 4.
Becker vermeldt Douai 1600, zonder naam van de drukker.
Bibl. BeckerT 103. |
25. | (1603)
Jean DE CASTRO
Tricinia.
Douay, Jean Bogard, (1603). - In-4o oblong.
In 1592 publiceren P. Phalesius & J. Bellerus te Antwerpen Tricinorum sacrorum, quae moteta vocant, omnis generis instrumentis musicis et vivae voci accomodatorum, liber unus. Johanne a Castro authore. H. Daschner zegt hiervan mit Werken aus 1574 und 1582 a (GoovT 228, 318). Deze Bogarddruk kan hiervan een tweede boek zijn met geestelijke Tricinia. Stellfeld dateert zelf als 1604, wellicht omdat in het eigentijds register MPM 795 de vermelding Tricinia (zonder datumopgave) volgt op werken van J. De Castro die met 1604 als datum werden opgeschreven, als laatste van een chronologische lijst van 1588 tot 1604.
Bron. MPM 745 f.7: Douay Bogard J. Castro tricinia 4o st. 8.
MPM 795 f.359: Joannis Castro Tr(i)cinia, in 4o, Duaci, 8 st.
Bell 1603: Tricinia Ioannis à Castro, in 4.
Bibl. StellM 8; WuytsM 37; H. Daschner, Die gedruckten Mehrstimmigen chansons von 1500-1600. Literarische Quellen und Bibliographie, Bonn (Diss. U) 1962; L. Vereertbrugghen, Jean de Castro (ca. 1540-ca. 1611) en zijn bundel: ‘Livre de chansons à cinq parties, avec une Pastourelle à VII’ (Antwerpen, 1586), Leuven 1980, 2 vol. (onuitgegeven licentiaatsverhandeling). |
| |
| |
26. | *1603* RISM H1989
Jacob HANDL (alias GALLUS)
Moralia 5, 6 & 8 v.
Moralia Iacobi Handl Carnioli, musici praestantissimi, quinque sex et octo vocibus concinnata, atque tam seriis quam festivis cantibus voluptati humanae accomodata et nunc primum in lucem apud Belgas edita. TENOR. /
Douai, Jean Bogard, 1603. // - In-4o oblong.
→ 1604
47 madrigalen a 5, 6 of 8, herdruk van uitgave 1596 te Nürnberg door Alexander Theodoricus (RISM H 1988). Moretus noteert voor de Lente-boekenbeurs van Frankfurt in 1604 ‘A’ of ‘Alterior’. De notitie MPM 269 geldt dus onbetwistbaar voor deze uitgave van 1603. MPM, 795 verwaarloost dit ‘Alterior’ en noteert foutief 1604.
F Pn (S, A, T[onvolledig], 5, 6) (nr. Rés Vm1 47)
Bron. MPM, 269 Catalogus Frankfurtensis, f.187o, Vernalibus 1604: Duaci, Bogard, Moralia Jacobi Handl, 5, 6, 8 voc., 4o, st. A.
MPM 745 f.22o: Douay Moralia Jac Handl 5, 6, 8 v 4o st. 20.
MPM 795 f.362o: Moralia Jacobi Handle, 5, 6, 8 voc., 4o, 1604, Duaci Bog: st. 20.
Bibl. StellM 21; WuytsM 121; F. Lesure, Catalogue de la musique imprimée avant 1800 conservée dans les bibliothèques publiques de Paris, Paris 1981; A.B. Skei, Jacob Handl, The Moralia of 1596, (Recent researches in the music of the Renaissance, 7), Madison 1970. |
27. | 1603
Orlandus LASSUS
Fleurs des chansons d'Orlando à cinq parties.
Douai, Jean Bogard, 1603. - In-4o oblong.
Boetticher erkent de verloren gegane Bogardus druk uit 1603 als L 1603γ. De Bellerus cataloog 1606 spreekt niet over 5-stemmige bundel, maar over 4- a 5-stemmige bundel.
Bron. MPM 745 f.13: Douay Bogard Fleurs des Chansons d'Orlando a 5 v 4o st. 12½.
MPM 795 f.361: Fleur des chansons d'Orlando, 4o, 1603, Bogard, 5 voc., 12½ st.
MPM 269: Catalogus Frankfurtensis, f.187o, Vernalibus 1604: Duaci, Bogard.
Fleur des Chansons a 5 parties, st. 12½ [A?].
Bell 1606a: La fleur des chansons d'Orlande à 4. & 5. parties.
Bibl. StellM 8, 218 & 38; BoettL 1603γ; WuytsM 82bis. |
| |
| |
28. | 1603
Laurent DE VOS
Chansons de Laurent de Vos à quatre, cinq et six parties.
Douai, Jean Bogard, 1603. - In-4o oblong.
Bron. MPM 795 f.358o: Chansons de Laurent de Vos, 4.5.8 voc., Duaci, Bogard 1603, 10 st.
MPM 269, Catalogus Frankfurtensis, f.187o, Vernalibus 1604: Duaci, Bogard Chansons de Laurent de Vos 4.5.8 vocum, st. 10 [A?].
Bibl. StellM 21; WuytsM 20. |
29. | 1604
Jean DE CASTRO
Receuil des chansons mélodieuses de Jean Castro à trois parties. (Livre) second.
Douai, Jean Bogard, 1604. - In-4o oblong.
→ 1611 à 1612
In 1591 drukte P. Phalesius & J. Bellerus te Antwerpen: Receuil des chansons à trois parties, composé et augmenté par M. Jean de Castro. Deze bundel met 42 chansons werd door hen herdrukt in 1609 (RISM C1482 en C1483). De aanduiding ‘2e’ voor de Bogard druk wijst allicht op een andere, nieuwe bundel.
Bron. MPM 745 f.7: Douay Bogard J. Castro Chansons a 3. 2e 4o 1604 st. 8.
MPM 269, Catalogus Franfurtensis, f.188 automnalibus 1604: Douay. J. Bogard
Jean Castro, Receuil des chansons melodieuses a 3 parties st. 6½. 4o.
MPM 795 f.359: Joannis Castro, Receuil des chansons melodieuses a 3 parties, 1604, Bog. st. 6½.
Bibl. StellM 21; WuytsM 36. |
30. | 1604
Jean DE CASTRO
Sonets du Seigneur Pierre de la Meschinière mis en musique à trois parties.
Douai, Jean Bogard, 1604. - In-4o oblong.
← 1593, 1600
→ 1611
Bron. MPM 269, Catalogus Frankfurtensis, f.188, automnalibus 1604: Sonets parties, 4o, st. 9.
MPM 745 f.7: Douay Bogard J. Castro Sonets a 3v 4o 93 st 5; a o 1604 st. 6.
MPM 795 f.359: Joannis Castro Sonets a 3 parties, 4o, 1604 Bogard, 9 st.
Bibl. StellM 21; WuytsM 35. |
| |
| |
31. | 1604
Orlandus LASSUS
Fleur des chansons d'Orlando à six et huit parties.
Douai, Jean Bogard, 1604. - In-4o oblong.
Klaarblijkelijk voortgaande op dateringsfout van StellfeldM21 die 1603 schrijft in plaats van 1604 erkent Boetticher de verloren gegane Bogarddruk uit 1604 als L1603δ. De bundel is duidelijk onderscheiden van de Phalesiusdrukken 1592, 1593, 1596, 1604, 1612, 1629 met andere bezetting Fleurs de chansons a 4, 5, 6 et 8 (cfr. RISM L 1002 = BoettL 1592a) en waarnaar de Belleruscataloog 1603 verwijst. De vermelding idem 6 voc. 15 st. in MPM 795 is later bijgeschreven. De datum 1603, die in het eerste lid wordt vermeld, slaat dus alleen maar op de vijfstemmige bundel.
Bron. MPM 795 f.361: Fleur des chansons d'Orlando 4o, 1603, Bogard, 5 voc., 12½ st.; idem 6 voc. 15 st.
MPM 264, Catalogus Frankfurtensis, f.187o. Vernalibus 1604: Duaci, Bogard Fleur des chansons d'Orlando à et 8 parties st. 15.
MPM 745 f.13: Douay Bogard Fleur des chansons d'Orlando 6 v. 4o 1604 st. 15.
Bell 1603: Fleur des chansons d'Orlande à quatre cinq six & 8. parties, in 4.
Bibl. StellM 8, 21, 38; BoettL 1603δ; WuytsM 82, 82a.
I. Bossuyt (ed.), Orlandus Lassus 1532-1594, Leuven 1982. |
32. | 1604
Orfeo VECCHI
Cantiones Sacrae sex, septem & octo vocum concinendae.
Douai, Jean Bogard, 1604. - In-4o oblong.
Goovaerts vermeldt alleen Duaci. Duidelijk onderscheiden van de vijfstemmige bundel van P. Phalesius te Antwerpen uitgegeven in 1598 en 1608 (GoovT 355 en 435).
Bron. MPM 795 f.365: Orphei Vecchi, 4o, st. 10.
Bell 1604: Cantiones sacrae, sex, 7 & octo vocum Orphei Vecchij, in 4.
Bell 1607-08: Cantiones sacrae sex vocum, Orphaei Vecchij, in 4.
Bibl. GoovT 404: Lab17D 96. |
33. | 1604
Laurent DE VOS
Trente chansons à quatre et cinq parties et un dialogue à huit parties par Laurent De Vos.
Douai, Jean Bogaert, 1604.
|
| |
| |
| Bron. MPM 743 f.7o: Douay Bogard Chansons de Laurent de Vos 4o, 1604, st. 10.
MPM 743 f.9: (verkeerdelijk onder Phalesius, vermits achteraan als verbetering Bogard wordt geschreven): (Phalesius) Chansons de Laurent de Vos 4o 1604 a 4.5v st. 10 Bogard.
Bibl. E. de Coussemaker, ‘Notice sur les collections musicales de la bibliothèque de Cambrai’, Mémoires de la société d'émulation de Cambrai, 18, 1843, p. 67, p. 214; VannesD 123; N. Brigdman, art. De Vos, Laurent, in MGG, 3 (1954), col. 380. |
34. | 1605
Toussain FLORENT
Chansons honestes et récréatifs de Toussaint Florent à quatre, cinq, six, sept et huit voix.
Douai, Jean Bogard, 1605. - In-4o oblong.
Moretus schrijft in zijn catalogen altijd eerst de voornaam en dan de familienaam. Toussaint of Ognisanti is dus de voornaam en niet omgekeerd zoals bij StellM 6.
Bron. MPM 269, Catalogus Frankfurtensis, f. 188, Vernalibus 1605: Chansons honestes et recreatifs de Toussain Florent 4o 1605 st. 25.
MPM 795 f.358o: Chansons honestes de Toussaint Florent, 4. 5. 6. 7. 8. voc., 4o. Bogard 22 st.
MPM 745 f.7o: Douaij Bogard Chansons de Toussaint Florent 4o 1605 st 25. |
35. | (1608 à 1610)
N. BARBET
Chansons spirituelles.
Douai, Jean Bogard (1608 à 1610). - In-4o.
Bron. MPM 745 f.7o: Douay Bogard Chansons spirituel de barbet 4o st. 10.
MPM 795 f.358o: Chansons spirituels de Barbet, in 8o, 10 st.
MPM 269, Catalogus Frankfurtensis, f.189, 1608-1610: Douay Jean Bogard Chansons spirituelles de N. Barbet, 4o. |
36. | 1610
Jodocus FABRE
Chansons de Jodoco Fabreo.
Douai, Jean Bogard, 1610. - In-4o.
Bron. MPM 745 f.7o: Douay Bogard Chansons de Jodoco Fabre 4o 1610 st. 10.
MPM 795 f.358o: Chansons de Jodoco Fabreo, 8o, Duaci, 1610.
MPM 269, Catalogus Frankfurtensis, f.189, 1608-1610: Douay Jean Bogard, Chansons de Jodoco Fabreo, in 4o.
Bibl. EQ 3/374. |
| |
| |
37. | 1610
Scala harmonica octo vocum.
Douai, Jean Bogard, 1610. - In-4o.
Men kan zich afvragen of deze bundel geen verband houdt met de vorige.
Bron. MPM 745 f.33o: Schala harmonica 8 vocum in 4o 1610 st. 10.
MPM 795 f.366o: Scala harmonica 8 vocum, 4o, Bogard, 20 st. |
38. | *1611* RISM C1503
Jean DE CASTRO
Sonets a 3 p. |
SONETS / DV SEIGNEVR PIERRE / DE LA MESCHINIERE / MIS EN MVSIQUE NOVVELLEMENT / PAR / M. IEAN CASTRO. Letout à III. parties. BASSVS.
A DOVAY. / De l'Imprimerie de Iean Bogart. / l'An M.DC.XI. // - In-4o oblong, 3 stemboeken: SVPERIVS 28 p, (TENOR), BASSVS 28 p.
← 1593, 1600, 1604
9 melancholische minnechansons van elk 3 partes.
B Br (S, B; ontbreekt T) (nr. V.H. 9768 B 6 L.P.)
|
| |
| |
Op veiling van Taschereau in 1875 te Parijs werd onder nr. 1455 het TENOR-stemboek geveild. |
| Bron. Bell 1629-31: Sonetz de Castro à trois parties, in 4.
Bibl. GoovT 456; B. Huys, Catalogue des imprimés musicaux des 15e, 16e et 17e siècles. Fonds général, Brussel 1965, nr. 52; Lab17D 489.
Foto: Brussel, Koninklijke Bibliotheek. |
39. | *1611* RISM M701
Antonius MARISSAL
Flores melodici cantiones sacrae 5, 6, 8 & v.
Flores melodici, sive cantiones sacrae V. VI. VIII. et plurium vocum, pro Festis praecipuis totius Anni, tam vocis vivae quam omnibus Instrumentis accomodatae. TENOR. / Typis Ioannis Bogardi. Duaci, 1611. - In-4o oblong, 8 stemboeken: SVPERIVS, CONTRATENOR, SECVNDUS CONTRATENOR, TENOR, QVINTA VOX, BASSVS, SECVNDVS BASSVS, SEXTA VOX.
26 geestelijke gezangen 5 à 12-stemmig.
A Wgm (kpl: S, CTI, CT II, T, B I, B II, 5, 6) - GB Lbm (S, CTI, T, B I, B II, 5) (nr. A 184) - PL GD
|
| |
| |
| A. Marissael (of A. Mareschall?) was een universitair, wellicht ook van lagere adel (D = Dominus, of Mijnheer): D. Antonius Marissal Juris pontifici Baccalaureus.
Bron. MPM 745 f. 13: Bogard flores melodici musici 4o st. 18.
MFM 795 f. 361: Flores melodici, 4o, Bogard, st. 18.
MPM 269, Catalogus Frankfurtensis, f. 189, 1611-1612: Duaci Bogardus canciones sacrae, 5. 6. 8 vocum, Anthonij Marissael, 4o.
Bell 1629-31: Flores melodici, sive cantiones sacrae V. 6 & octo vocum D. Antonij Marissal, in 4.
Bibl. QL; Schnapper. The British union-catalogue of music, 2, nr. 654; Wuyts M 87. |
40. | (1611 à 1612)
Jean DE CASTRO
Receuil des chansons mélodieuses de Jean Castro à trois parties. (Livre) second.
Douai, Jean Bogard, (1611 à 1612). - In-4o oblong.
← 1604
Bron. MPM 269, Catalogus Frankfurtensis, f. 188o, 1611-1612: Duaci Bogardus Chansons melodieuses de J. Castro à 3 parties 4o. |
41. | (1611 à 1612)
Piat MAULGRED
Cantiones sacrae octo vocum cum psalmis gradualibus Piati Maugrei.
Douai, Jean Bogard, (1611 à 1612). - In-4o oblong.
In 1603 publiceert P. Phalesius te Antwerpen een andere bundel: P. Maulgred, Cantiones sacrae quatuor, quinque et octo vocum, waarnaar de Belleruscataloog 1609 verwijst.
Bron. Bell 1609: Cvntiones sacrae IIII. 5. & 8. vocum Piati Maugrei, in 4.
Bibl. EQ 6/393. |
42. | 1614
Pierre MAILLART
Chansons de Mallart.
Douai, Jean Bogard, 1614. - In-4o oblong.
Bron. MPM 745 f. 8: Chansons de pierre mayllard in 4o st. 17 J. Bogard.
MPM 744, Catalogus secundum regiones 1616-1633, f. 295: Jan Bogard à Douay 1614 Chansons de Mallart st. 17 8/24.
Bibl. EQ 6/281; Riemann Lexikon, Ergänzungsband Personenteil, 2, Mainz 1975, p. 112. |
| |
| |
43. | *1616* RISM M1429
Piat MAULGRED
Airs et chansons à 4. 5. 6. & 8 p.
Airs et chansons a IIII. V. VI. et VIII. parties, accommodees tant a la voix, qv'avx instrvmens. Par Piat Mavgred. TENOR. /
A Dovay, de l'Imprimerie de Iean Bogart, 1616. // - In-4o oblong, 39 (1)p.
Opdracht: door drukker aan Matthieu Cordouan, professor in de geneeskunde aan de universiteit te Douai. Ook lofdicht van zijn confrater Louis Du Gardin.
F Pn (T) (nr. Rés Vm 7/246)
De notering in MPM 745 slaat, na correctie achteraan de lijn, overduidelijk op de P. Phalesius-druk, Chansons honestes à quatre et cinq parties. Anvers de l'imprimerie de Pierre Phalèse, 1606 (GoovT 418), dus onderscheiden van deze Bogardusdruk 1616.
Bron. MPM 745 f. 7o: (Douay Bogard) Chansons de Pierre Maulgre a 4 et 5 v 1606 st. 14 Phalesius.
Bell 1619-20: Airs & chansons à 4. 5. 6. & 8. parties par Pia Maugré, in 4.
Bell 1629-31: Airs & chansons à 4. 5. 6. & 8. parties par M. Piat Maugret, in 4.
Bibl. GoovT 493; F. Lesure, Cat. mus. impr. Bibl. Paris, Paris 1981; Lab16D 694;
Fétis BU 6/36; EQ 6/393. |
44. | *1617* RISM 16176
Livre septiesme des chansons vulgaires a 4.
LIVRE / SEPTIESME DES / CHANSONS VVLGAIRES DE DIVERS / AVTHEVRS A QVATRE PARTIES, CON- / VENABLES ET VTILES A LA IEUNESSE, TOVTES / MISES EN ORDRE SELON LEVRS TONS. / Avec une briefve & facile instruction pour bien / apprendre la Musique. / TENOR. /
A DOVAY. / De l'Imprimerie de IEAN BOGARD. MDCXVII. // - In-4o oblong, 4 stemboeken: SVPERIVS 28 f. CONTRATENOR 28 f. TENOR 28 f. BASSVS 28 f.
→ 1633
61 chansons van: J. Baston, Benedictus, J. Berchem, P. Cadéac, Clemens non papa (8), T. Crecquillon (7), P.J. de Latre (2), B. Donato, N. Faignient (3), Godart, N. Gombert, R. Pathie (2), P. Sandrin (7), H. Waelrant (2), Anon. (13).
De inhoud van de bundel is identiek met de uitgave te Antwerpen bij Petrus Phalesius in hetzelfde jaar (RISM 16177 te D RH (B)). Dit Livre septiesme was een succesbundel, waarvan de eerste druk te Leuven verscheen bij P. Phalesius in 1560 en zevenentwintig uitgaven kreeg bij verschillende uitgevers over een ganse eeuw gespreid, tot in 1661 toe, met licht gewijzigde inhouden.
|
| |
| |
|
GB Lem (S, CT, T) (nr. I.E. 28)
Bibl. Schnapper, Br. Union Cat. mus., 1/182; H. van Hulst, ‘Un succes de l'édition musicale: le Septiesme livre des chansons à quatre parties (1560-1661/3)’, Belgisch tijdschrift voor muziekwetenschap, 32-33, 1978-79, p. 97-120. |
45. | *1619* RISM B 3843
Jean DE BOURNONVILLE
Missae tredecim IV. V. et VI. vocum quarum ultima pro defunctis. TENOR. /
Douai, Jean Bogard, 1619. // - In-4o oblong, 6 stemboeken: SVPERIVS. CONTRATENOR. TENOR. BASSVS, QVINTA VOX. SEXTA VOX.
F Pn (S, CT, T, B, 5, 6) (nr. Vm1 855)
Bron. Bell 1629-31: Misse tredecim 4. 5. & 6. vocum Ioannis de Bournonville, in 4.
Bibl. EQ 2/156; F. Lesure, Cat. mus. impr. bibl. Paris, Paris 1981; D. Launay, art. Bournonville, Jean de, in MGG, 15 (1971), col. 1016-1018; J. de Bournonville, Messe ad libitum (4 v. ex Missae tredecim) (ed. R.M. Rebaud), Paris, Schola cantorum, s.d. |
46. | -?[1619]-
Piat MAULGRED
La Chaste Musique contenant chansons morales & pieuses à six par l'ordre de l'Alphabet, par Piat Maugret.
s.l., s. ed., s.d. // - In-4o.
Deze toeschrijving is niet uitgesloten. Piat Maulgred publiceerde in 1616 te Douai bij Jean Bogard. De catalogus van Balthasar I Bellerus te Douai in 1629-31 citeert vijf andere Bogard-drukken, waaronder ons nummer 45., uit 1619, het jongste is.
Bron. Bell 1629-31: La Chaste Musique contenant chansons morales & pieuses à six parties par l'ordre de l'Alphabet, par Piat Maulgret in 4. |
47 | *1622* RISM A 2654
Andreas D'ATH
Prolusiones musicae 2, 3,4, 5 v.
PROLUSIONES MUSICAE / BINIS, TERNIS, QVATERNIS, QVINIS / VOCIBVS COMPREHENSAE, ET AD ORGANVM / BASSI CONTINVI INTERVENTV ACCOMMODATAE, / AVCTORE M. ANDREA D'ATH GALLO-BELGA / SERVIO, / IN INSIGNI, ET COLLEGIATA DIVI PAVLI / AEDE APVD EBURONES / SACELLANO ET ORGANISTA. / TENOR. / |
| |
| |
DVACI, Ex officina IOAN. BOGARDI, MDCXXII. // - In-4o oblong, 6 stemboeken: SVPERIVS. SVPERIVS SECVNDVS 48 p. ALTVS 40 p. TENOR 48 p. BASSVS. BASSVS CONTINVVS 40 p.
Opdracht: Aan de pas heilig verklaarde Sint-Ignatius. Ook lofdicht aan de auteur.
→ 1626 (Tomus II)
25 meestal feesteigen motetten op latijnse tekst 1 a 2; 5 a 3; 14 a 4; 5 a 5.
F Psg (S II, A, T, bc) (nr. VmQq Rés)
Bibl. A. Auda, La musique et les musiciens de l'ancien Pays de Liège, Liège 1930, p. 158; M. Garros, S. Wallon, Catalogue du fonds musical de la bibliothèque Sainte-Geneviève de Paris (Catalogus musicus, 4), Kassel 1967, nr. 97.
47bis. *1622*
Andreas D'ATH
Prolusiones musicae 2, 3, 4, 5 v & aliquot motetta.
Douai, Jean Bogard, 1622. // (vermeerderde uitgave) - In-4o oblong, 6 stemboeken: TENOR (56) p.
Inhoud, auteur, titel, plaats, uitgever en datum is identiek met het voorgaand nummer, maar p. 47-56 (TENOR) bevat bovendien volgend bijvoegsel: |
| |
| |
| ACCESSERVNT EIVSDEM AVCTORIS ALIQVOT MOTTETA PRO SOLEMNITATE / CANONIZATIONIS SS. IGNATII ET FRANCISCI XAVERII.
Het bijvoegsel met hymnen voor Sint-Ignatius en/of Sint-Franciscus (heilig verklaard in 1622); 1 a 2; 2 a 4; 1 a 5.
B Lc (T onvolledig) (nr. Terry A 8)
In het Tenorstemboek uit het fonds Terry re Luik werd de uitgave met dit bijvoegsel vermeerderd, maar p. 51-56 gingen verloren. De inhoudsopgave ervan staat bijgeschreven bij de gedrukte index van het boek op p. 46. Op de perkamenten boekband staat handgeschreven: Tome I/ Andreae Dath / A 2. 3. 4. 5. vocum / Tenor 1636 / Livre 6 // 249-00-VIII // 2214. |
48. | *1622* RISM BB 1460 I, 1
Henricus BEAUVARLET
Missae Octo 5, 6, 8 v.
MISSA OCTO / V. VI. ET VIII. VOCVM, / AVCTORE / HENRICO BEAUVARLET / INSVLENSI. / TENOR. /
DVACI, Ex officina IOANNIS BOGARDI, An. M DC XXII. // - In-4o oblong, 6 stemboeken: SVPERIVS. QVINTA VOX. CONTRATENOR. TENOR. SEXTA VOX. BASSVS.
Opdracht: Raadsleden en magistraat van Veurne. Veurne, 25 mei 1621.
8 missae breves 4 a 5; 2 a 6; 1 a 7; 1 a 8. Ondermeer als parodiemis op chansons van O. Lassus (2), F. Regnart en G. Ferretti.
Bibl. J. Robijns, ‘Henricus Beauvarlet. Zangmeester te Veurne, componist van een bundel missen’, Belgisch tijdschrift voor muziekwetenschap, 18, 1964, p. 32-49; Henri- |
| |
| |
| cus Beauvarlet, Vier missen (ed. J. Robijns) (Monumenta musicae belgicae (ed. R. Lenaerts), 11), Antwerpen 1974; J. de Cuyper, I. Bossuyt, ‘De Acta Capituli van de Onze-Lieve-Vrouwkerk te Kortrijk als muziekhistorische bron, Jaarboek 1977 Vereniging voor Muziekgeschiedenis Antwerpen (ed. G. Persoons), 6, 1977, p. 59-100. |
49. | *1626* RISM A2655
Andreas D'ATH
Tomus II. Prolusiones musicae 3, 4, 5, 6 v.
Tomus secundus. Prolusionum musicorum ter. quat. quin. sen. vocib. cum basso continuo ad organum, vel chelyn, vel aliud istius modi instrumentum. Auctore M. Andrea d'Ath servio in celeberrimae Aede D. Lamberti Leod. sacellano. / TENOR. /
Duaci, Ex officina Ioannis Bogardi, M DC XXVI. // - In-4o oblong, 7 stemboeken: CANTVS 41 p. ALTVS 46 p. TENOR 46 p BASSVS 42 p. QVINTA PARS 26 p. SEXTA PARS 21 p. BASSVS CONTINVVS 42 p.
← 1622 (Tomus I)
15 motetten 9 a 4; 4 a 5; 2 a 6.
F Psg (kpl: S, A, T, B, Bc, 5, 6) (nr. Vm 100 Rés)
Bibl. F. Lesure, Cat. mus., impr. Paris, Paris 1981. |
50. | *1627* RISM G525
Giovanni Giacomo GASTOLDI
Balletti a 5, 6, 8 v.
Balletti a Cinque Voci, Con li suoi Versi per cantare, sonare, e ballare. Con una mascherata de cacciatori a sei voci, e un concerto de pastori a otto... novamente ristampati. / CANTUS. /
Duaco, Appresso Giovanni Bogardo, anno M DC XXVII. // - In-4o oblong, 5 stemboeken.
Tiende druk van deze succesbundel, voor het eerst te Venetië gedrukt bij Picciardo Amadino in 1591. Folio A van het Cantusexemplaar is beschadigd.
GB Lbm (C, A, B, 5) (nr. B317b)
Bibl. R. Rasch, ‘The Balletti of Giovanni Giacomo Gastoldi and the musical history of the Netherlands’, TVNM, 24, 1974, p. 112-143; Catalogue of printed music in the British Library to 1980 (ed. R. Balchin), London 1981-1987, 62 vol. |
| |
| |
51. | 1629
Joannes SARDONIUS
Angelica musica 2, 3, 4 v., Douai, Petrus Bogard, 1629.
Angelica musica pro praecipuis festis totius anni, et Communi Sanctorum. Binis, ternis et quaternis vocibus, cum Basso Continuo ad organum. Auctore Iohanne Sardonio Leodiensi.
Duaci, Ex officina Petri Bogardi, sub Bibliis aureis. Anno M. DC. XXIX. // - In-4o oblong.
Bibl. GoovT 592; Lab 17D 1716. |
52. | *1633* RISM 16332
Livre septiesme des chansons vulgaires a 4, Douai, Pierre Bogard, 1633.
LIVRE / SEPTIESME DES / CHANSONS VVLGAIRES DE DIVERS AVTHEVRS A QVATRE PARTIES, CON- / VENABLES ET VTILES A LA IEVNESSE, TOVTES / MISES EN ORDRE SELON LEVRS TONS. / Avec une briefve et facile instruction pour bien / apprendre la Musicque. / SVPERIVS. / A DOVAY. / De l'Imprimerie de PIERRE BOGART. / l'AN M. DC. XXXIII. // - In-4o oblong, 4 stemboeken: SVPERIVS 28 p. (ALTVS. TENOR. BASSVS).
← 1617
55 chansons van: J. Baston, Benedictus, J. Berchem, P. Cadéac, Clemens non papa (8), G. Costeley, T. Crecquillon (7), P.J. de Latre(2), B. Donato, N. Faignient, N. Gombert (2), R. Pathie (2), A. Pevernage (2), P. Sandrin (8), H. Waelrant (2), Anon. (11).
De inhoud van de bundel is identiek met de Phalesius-uitgave te Antwerpen in 1613 (RISM 16137 te GB Lbm (S, CT, T, B)).
F Pn (S) (nr. Cons. Rés 270) |
53. | 1633
Philip VAN HEYMISSEN
Harmonia angelica sacrarum cantionum 8 v., Douai, Petrus Bogard, 1633.
HARMONIA ANGELICA SACRARVM CANTIONVM octonis vocibus accomodata quibus adiecta sunt LITANIAE BEATAE MARIAE VIRGINIS. Cum basso continuo ad organum. Auctore D. Philippo Van Heymissen ecclesiae Cathedralis Silvae Ducensis orḡista. BASSVS 2. CHORI. / Duaci. Ex officina Petri Bogardi, sub Bibliis aureis Anno M. DC.XXXIII. // - In-4o oblong, stemboeken.
|
| |
| |
| Tot 1878 was het stemboek BASSVS 2. CHORI in de bibliotheek van René della Faille te Antwerpen en werd toen opgekocht door de Antwerpse boekhandelaar P. Kockx voor 400 fr. in een pakket van 46 muziekdrukken in 120 exemplaren, alle uit 16de/17de eeuw.
GoovT en Lab17D citeren de druk in 1664, met de bedenking dat Petrus Bogard maar drukte tot in 1638.
Bron. Bell 1633-38: vermeldt nog een ander werk: Il suave Rossignoletto de Madrigali moderni a [4] voci con Basso continuo di Philippe van Heymissen, in 4. Dit kan natuurlijk ook een druk van P. Bogard zijn.
Bibl. GoovT 821 (onder jaartal 1664); Lab17D 2438 (jaartal 1664); Bouwstenen voor een geschiedenis der toonkunst in de Nederlanden, Amsterdam, Vereeniging voor Nederlandsche muziekgeschiedenis, 1869, 1/64; Catalogue des livres et manuscrits composant la collection de M. René della Faille dont la vente aura lieu le lundi 25 mai 1878 et cinq jours suivants... chez le libraire Pierre Kockx Vieux marché du Blé 22 à Anvers, Antwerpen 1878, nr. 722 (geannoteerd exemplaar te Antwerpen, Stadsbibliotheek B 16086), met het juiste jaar van uitgave 1633. |
| |
| |
| |
5. Betekenis van de muziekuitgeverij Typis Bogardi
Dankzij bovenstaand vernieuwd onderzoek werden tussen 1575 en 1633 in het totaal vierenvijftig muziekdrukken aan de Dowaaise Bogardpersen toegewezen. Twintig hiervan bleven bewaard. Voorheen kende de bibliografie van Douai slechts dertien muziekuitgaven, waarvan er toen negen werden teruggevonden. Al dan niet in samenhang met de boekverkoperscatalogen van Balthasar I Bellerus uit Douai, werden niet minder dan zesentwintig Bogarddrukken nieuw geïdentificeerd, uitsluitend dankzij het systematisch ontsluiten van de archieven van het Museum Plantin-Moretus. Ook werd heel wat klaarheid geschapen voor bundels van tijdgenoten. Door dit geheel van vierenvijftig muziekuitgaven wordt Bogardus/Bogard te Douai een zeer belangrijk muziekdrukker van het einde van de zestiende en het begin van de zeventiende eeuw in de Nederlanden.
Al deze muziekdrukken werden wel degelijk typis Bogardi of op de persen van Bogard gedrukt. De uitspraken in de moderne tijd dat Bogardus zijn muziek liet drukken bij Phalesius / typis Phalesii, of bij Plantin / typis Plantini, stammen allemaal van een foutieve opgave bij Sweertius in zijn Athenae Belgicae, bij de biografische nota over Andreas Pevernage.
Andreas Pevernage... composuit Cantiones sacras quas Moteta vocant, & Prophanas 4. 5. 6. 7. 8 vocum typis Plantini, anno 1578. & Phalesii, anno 1591.Ga naar voetnoot31
Pevernage publiceerde motetten als Cantiones sacrae bij Bogard te Douai in 1578 en vier boeken Chansons bij Plantin te Antwerpen in 1589-91, die op hun beurt als Chansons d'Andre Pevernage tant spirituelles que profanes in herdruk verschenen bij Phalesius in 1606-1607 te Antwerpen. Sweertius dateert de uitgaven van deze drukkers te vroeg, vermits de Plantindruk (typis Plantini) pas in 1591 verschijnt en niet in 1578, en de Phalesiusdruk (typis Phalesii) in 1606 en niet in 1591. Bovendien ontbreekt in de boekhouding van Plantin het bewijs dat hij ooit Motetten van Pevernage heeft gedrukt. Voor de Chanson-drukken uit 1589-1591 geeft Plantins boekhouding wel ruime informatie.
Dat neemt niet weg dat er een grote gelijkenis bestaat tussen een Bogardus- en een Phalesius-druk. Vooreerst zijn sommige filigranen die als omlijsting op de titelbladzijden van beiden voorkomen identiek, daar waar het
| |
| |
6. Overzicht van de muziekdrukken van Bogardus / Bogard.
gebruikte lettertype verschillend is, uitgezonderd één reeks sierletters met een symmetrie van niëllo-arabesken.
Maar er is meer. De noten van de Phalesii zijn voor het merendeel van hun honderden muziekuitgaven van 1552 (Hortus Musarum) tot 1673 stereotiep onveranderd gebleven.Ga naar voetnoot32 Dit muziektype was ook aan Plantin bekend. De Officina bewaart nog een onvolledige set matrijzen middelbaer
| |
| |
canon / moyenne musique 11:10.5.Ga naar voetnoot33 De muziektypen in enkeldruk van Bogard te Douai bleven dezelfde van 1575 tot 1633. Zij zijn gewoonweg van dezelfde lettersnijder als deze van Phalesius. Het type en de afmeting voor beide drukkers is identiek, uitgenomen één belangrijk onderscheid, dat als een signatuur geldt. De haak aan de achtste en zestiende noten bij Bogardus/Bogard te Douai is open; de haak van de achtste en zestiende noten bij Phalesius te Leuven en te Antwerpen is gesloten. Voor het gieten van deze twee loden muzieknoten beschikte Bogardus/Bogard dus over eigen en onderscheiden matrijzen.
7. Notentypen a. Phalesiusdruk; b. Bogarddruk.
De universiteit van Douai werd als Studium Generale opgericht door koning Filips II van Spanje op 19 januari 1562, na goedkeuring door de Paus in 1559-1560, ter versteviging van het centraal gezag, maar vooral ter versteviging van de katholieke orthodoxie. De maatschappelijke relevantie van de nieuwe universiteit als vormingscentrum voor de culturele elite van de Franse Nederlanden was zeer groot. Hieraan heeft ook het drukkersgeslacht Bogard als officiële drukker van de universiteit gedurende drie generaties meegewerkt. Door hun muziekuitgaven hebben zij bovendien de meest vooraanstaande componisten en kapelmeesters van voorname muziekcentra als Lille, Doornik, Arras, Cambrai, Douai, Veurne en Kortrijk in de openbaarheid gebracht. De laatste bloei en nabloei van de Polyfonie van de Nederlanden hielden zij mee in stand, enerzijds door drukken van vele misbundels in de geest van de contrareformatie (wel in polyfonie, maar met klaarverstaanbare tekst) en van verzamelingen met beeldrijke, expressieve mo- | |
| |
tetten; anderzijds door het uitgeven van vele drukken met chansons waarin de liefdeslyriek uit de rederijkersperiode nu eens melancholisch, dan weer fris en eenvoudig uiting gaf aan de verfijning van de levensstijl. Ook werd ingegaan op de trend van de tijd door van enkele succesbundels ook op de Dowaaise persen een uitgave te bezorgen, door van de geliefde Lyonese troubadour Jean de Castro niet minder dan negen bundels te drukken of door het oeuvre van François Regnart en zijn broers in eigen gewest kenbaar te maken.
Ook doorheen de muziekcultuur, zowel geestelijk als profaan, weerspiegeld in de muziekdrukken die Joannes I Bogardus, Jean II Bogard en Petrus Bogard aan Douai hebben geschonken, kreeg de landstreek van de Franse Nederlanden een eigen gelaat binnen het humanisme.
8. Sierletter met een symmetrie van niëllo-arabesken, aangewend in de muziekdrukken van Bogardus / Bogard. Cat. nr. 47 (1622).
Katholieke Universiteit te Leuven
Afdeling Muziekwetenschap
Blijde-Inkomststraat 21
B-3000 Leuven
| |
| |
| |
Bijlage 1
1592, 2 september, Douai. Aanbevelingsbrief door Jean (II) Bogart filz voor (proeflezer) Renatus Pauli aan Jean Mourentorf, Anvers
Antwerpen, MPM, Arch. 77 nr. 431.
Sr. Jean Mourentorf
Comme les gens de lettres font volontiers cognaissance avec les libraires et imprimeurs: il est advenu que le bon seigneur, porteur de cestes nous est venu voir avec une fois tellement quel se soit faict familier de nous, en sorte que ieusse voulu et desire que loccasion se fut presentee de luy faire aucun plaisir.
Or maintenant quil me prioit que je luy eusse faire trouver quelquun en Anvers, auquel il se fut adresse comme amy, pour lassister en ce quil eust du affaire de son ayde; ie me suis admise de vous recommander le personnage.
Il a enseigne en ceste ville les mathematiques ausquelles il est tres bien verse et tres habil homme et ie ne doutte point que sil vous plait lemployer en quelque chose qiij soit apartenant a ceste science, vous trouverez en contentement tel quaucun autre vous pourroit donner.
Pour le bruyt qua eu feu votre beaupere, a qiij dieu face paix, il luj est, advis quil ne perdra sa peine de venir devers vous, non point pour sappuye tant seulement en un endroict: mais quel espere principalement que par vostre assistence et ayde il courra vostre adresse a ceux que vous cognoissez amateur de sa science.
Sil advient jamais quaucun de devers vous soit recommande et adresse a nous ie voudray faire tout autant que ie me persuaide affreusement que vous ferez pour le bon seigneur qiij vient devers.
Lequel encor voulut faire profession de la langue hebraique si ceux de Anversse luy eussent voulu permettre.
Ie me recommende et me tiens au nombre des printeurs de amy vostres. En Douay ce ij septembre 92.
Vostre a commandement
(get.) Jean Bogart filz
(adres) au Sr. Jean Mourentorf nostre affectionnissime amy, au compas dor a Anvers (op de plica, adreszijde, door een andere hand) pro etc. Renatus Pauli.
(Renatus Pauli was proeflezer bij Jan Moretus, rek. 19 september 1591 - 14 september 1592, volgens Arch. 786 fo 38, cfr. Voet, GC, 2, p. 177.)
| |
| |
| |
Bijlage 2
1593, 14 januari, Douai. Verontschuldigingsbrief door Jean (I) Bogardt aan de Koninklijke Geheime Raad te Brussel aangaande het drukken zonder boekprivilegie van Heroicarum et ecclesiasticarum quaestionum (1588, 7 vol) van Boetius Epo.
A.R.B., Geheime raad Spaanse tijd 1276/339.
Sages et prudentz Seigneurs,
Apres que la ville dAnvers fut reduicte a lobeissance de sa Majeste ie me retiray dicy a Louvain, la ou pour un temps iay tenu ma residence, laissant mon fils a Douay. Monseigneur le Prelat de Saint Vaast Conseiller du Conseil destat de sadite majeste luy auroit faict imprimer en partie a ses frais et despens, certain livre intitule Heroicae Questiones, de monsieur Boetius premier et plus ancien professeur de droit de ceste université; lon a faict le debvoir de le faire relire, visiter et approuver par ceux que lon iugeoit assez suffisantz, et en ayantz la charge, a scavoir de Monsieur Stapleton, docteur en la sainte Theologie, et du doyen de Sainte Anne Licentié en droict, visitateur ordinaire et allors commis en ceste ville et Universite; ainsi quil apert par leurs signatures imprimees audit livre. Cestoit chose hazardeuse denuoyer une seule copie que lauteur avoit escrit au net de sa main par des chemins si perilleux quilz estoyent en ce temps a fort grand danger destre perdue. Pour ces raisons, et voyant que plusieurs en usoyent ainsi, lon na du aucun doubte de mesprendre aucunement envers sadite Majeste, plus encore considere le grand renom et autorite dun premier Professeur de nostre Université. Priant treshumblement, non obstant ce que dessus, sil semble y avoir aucun mesfaict, de nous benignement et favorablement pardonner la faute quj pourroit avoir este commise, comme à celuy quj ne desire que tres promptement obeir aux mandementz que sadite Majesté voudra estre gardez; ainsi quavons monstre tout le temps des troubles, en faisant tousiours tresfidele service a icelle sa Maiesté pour le grand bien de la Republique, et de la Religion Catholique, Apostolique Romaine.
Que cognoit Dieu Auquel ie supplie donner à Voz Seigneurs longue heureuse vie.
De Douay ce 14. Janvier 1593.
De voz Seigneurs treshumble serviteur
(get.) Jean Bogardt
(adres) A Messeigneurs Monsieur le President Seigneurs du Conseil privé de sa Majeste à Bruxelles. (Droogstempel) JB.
| |
| |
| |
Resume
Nonobstant l'adresse identique à Douai, chez Jean Bogard, à la Bible d'or, que portent ces éditions de musique, il faut dorénavant distinguer deux imprimeurs du même nom. Le père Joannes I Bogardus est cité ici en orthographe latine, tandis que son fils Jean II Bogard est décrit par son nom français.
Fixer la date de succession de père en fils est fort compliqué. Le fils Jean II Bogard imprimait déjà de façon autonome à Douai en 1588. Depuis 1592 Jean Moretus le considère d'ailleurs comme le libraire J. Bogard à Douai. Mais entretemps un octroi important d'impression au nom du père Joannes I Bogardus n'expire qu'en 1603. Ainsi la succession comme imprimeur, selon le droit, à Douai n'apparaît qu'en 1607.
Joannes I et Jean II ont bien négocié tous les deux avec l'imprimerie à Anvers, qui a distribué leurs imprimés de musique même à Francfort. Jean Moretus était un ami de Jean II Bogard. Le fils Melchior Moretus résida chez celui-ci pendant ses études au collège de Douai.
La table nécrologique des Bogards démontre la parenté à maintes familles d'humanistes et d'imprimeurs comme Balthasar I Bellère et J.G. Rivius.
Il y a quatre sources d'archives pour établir la bibliographie des imprimés musicaux sortis des presses Bogardus/Bogard à Douai entre 1574 et 1633. Dans les archives plantiniennes reposent: 1o le catalogus secundum regiones 1578-1634 qui cite les titres des livres édités par les imprimeurs des Pays-Bas, 2o les livres de vente 1555-1648 avec les noms des auteurs et compositeurs, et 3o les catalogues de Francfort. 4o: le beau-fils de Joannes I Bogardus était lui aussi imprimeur à Douai; Balthasar I Bellère publia son catalogue de libraire à Douai de 1603 à 1636.
Grace à ces quatre archives parallèles on est parvenu à établir le catalogue bibliographique de cinquante quatre imprimés de musique de la famille Bogard à Douai, contre treize citations seulement dans les bibliographies douaisiennes existantes.
Le tableau synoptique à la fin de l'article (illustration no 6) montre la liste impressionnante des vingt-neuf compositeurs édités. Nos imprimeurs douaisiens sont devenus ainsi des éditeurs de musique de premier ordre dans les Pays-Bas des 16me et 17me siècles. Ils ont collaboré au rayonnement de l'humanisme particulier franco-flamand qui s'est répandu en pleine orthodoxie catholique tout autour de la ville universitaire de Douai.
Par la publication de maintes recueils de messes et de motets expressifs, les éditions Bogard ont promulgé à l'épogée de la grande tradition de la polyphonie des Pays-Bas. La poésie d'amour des réthoriciens contemporains inspirait leurs chansons polyphoniques de mélancholie, de fraîcheur et de simplicité.
Au terme de cet article on discute les similitudes et les particularités du matériel d'imprimerie de musique utilisé par Pierre Phalèse d'Anvers et par Bogard à Douai.
| |
| |
| |
| |
| |
| |
| |
| |
|
-
voetnoot1
- De handelsrelatie Antwerpen-Leuven/Douai van de drukkerij Plantin met Joannes I Bogardus blijkt ook uit de autogcafe bestelbrief van Jan (I) van den Bogaerde aan Jan Moerentorf, waarbij hij op 3 oktober 1587 vanuit Leuven (!) driehonderdvijftig schoolboeken bestelt en transportinstructies geeft voor de reisweg van Antwerpen naar Douai. MPM, Arch. 77/427.
-
voetnoot2
- MPM, Arch. 795, Libri Venales 1550-1670; Arch. 745, Catalogus secundum regiones 1615, en Arch. 744, Catalogus secundum regiones 1616-1633.
-
voetnoot3
- MPM, Arch. 269, Catalogus Francfurtensis 1597-1618.
-
voetnoot4
- Brief, Gand 16.1.1576, Henry du Tour le Jeune aan Plantin. Correspondance de Plantin, nr. 698.
-
voetnoot5
-
A Domino tuo Bogardo classicos libros quibus opus tibi accipere perges acceptos diligenter annotabis. Brief, (Antwerpen) 3 - 22.12.1588, Jan Moretus aan zoon Melchior Moretus. Correspondance de Plantin, nr. 1417.
Scribis placere Rhetorices studium non ita poëtices eaque de causa utilius tibi fore tempore meridiano si ad publicas lectiones te conferas, quibus studiorum rationibus jam in Collegio obstrictus sis ignoramus, inconsulte hero tuo Domino Bogardo cujus fidei commissus es, ac quid in studiorum tuorum ratio mutare non vult Avus (Plantinus), nec ego. Brief, (Antwerpen) 22.12.1588, Jan Moretus aan zoon Melchior Moretus. Correspondance de Plantin, nr. 1421.
-
voetnoot6
- MPM. Arch. 202, Poëzie-zakboekje 1588-1591 van Balthasar I en Melchior Moretus, f. 2.
-
voetnoot7
- Het poëzie-familiealbum van Plantin-Moretus, MPM, Handschrift 337, bevat van Melchior Moretus zijn Oratio seu oratiuncula de Museo uit 1593. Melchior Moretus (o 20.4.1573-†4.6.1634) behaalde het baccalaureaat in kerkelijk recht te Leuven op 29.11.1597 (MPM, Arch. 1186), werd te Antwerpen priester gewijd op 7.3.1596, met eerste mis op 20.6.1596 (MPM, Arch. 1178 en 1186) en werd later ook kanunnik van Odenrode nabij 's-Hertogenbosch. Volgens Jan Moretus was hij geestesgestoord. Hij stierf in 1634 felicius et sanctius quam viverat. In 1625 werd hij geportretteerd door Salomon de Braey (1597-1664), MPM, Inv. 9, foto ACL 93356 B en 86970 B).
-
voetnoot9
- Brief, Douai 11.9.1592, Jean (II) Bogart filz aan Jan Mourentorf Anvers, aanbevelingsbrief voor (proeflezer Renatus Pauli). MPM, Arch. 77/431. Zie bijlage 1.
-
voetnoot10
-
M. Lefevre, ‘Libraires belges en relations commerciales avec Christophe Plantin et Jean Moretus’, GP, 41, 1963, p. 27-28.
-
voetnoot11
- MPM, Arch. 111, Grand livre F libraires étrangers 1594-1609, f. 49, 86, 124, 148, 194, 218, 238.
-
voetnoot12
- MPM, Arch. 57 (1579), 66 (1589), 67 (1590), 68 (1591).
-
voetnoot13
- MPM, Arch. 113, Grand livre libraires étrangers 1629-1655, f. 16o, 26, 115 en 201.
-
voetnoot14
- 1570, 1 dec. Certificaat voor Geraerd van Boucle (Certificats de Plantin, p. 31).
-
voetnoot15
- A.R.B., Rekenkamer 20792, Zegelrecht van Brabant 1.10.1570-30.9.1571, f. 19.
-
voetnoot16
- 1570, 20 juli. Certificaat voor Jehan Bogard te Leuven (Certificats de Plantin, p. 13). ‘Jehan Bogard, imprimeur demourant a Louvain, en présence d'Amet Tavernier imprimeur en ceste ville... a dict avoir exercé l'art d'imprimerie au dict Louvain, depuis trois ans et demy en ça, ayant eu auciorité de ce faire par l'Université dudict Louvain, ... Et dict avoir apprins ledict estat par ses compagnons, depuis qu'il tient l'imprimerie, et de faict, sçait composer et besogner à la presse. Et sçait latin, françois et flameng et aucunnement lire les charactères grecs...’.
-
voetnoot17
-
A. Labarre, Les imprimeurs et libraires de Douai aux XVIe et XVIIe siècles, in Liber Amicorum Leon Voet (ed. F. de Nave), Antwerpen 1985, p. 241-260.
A. Rouzet, ‘Une lettre inédite de Jacques de Pamele à l'imprimeur Jean Bogard’, ibid., p. 169-187.
H. Duthilloeul, Bibliographie douaisienne, Douai 21842-1854, I, p. XX. 16-66, 403-404, 457-458; II, p. 3-11, 101-102, 136-137.
-
voetnoot18
-
G. Colin, ‘Reliures à la marque de Jean Bogard’, Gutenberg Jahrbuch, 41, 1966, p. 372-377.
-
voetnoot19
- A.R.B., Geheime raad Spaanse tijd 1176/25, 9.9.1610. Charles Martin heeft van rond 1592 gedurende vijftien à zestien jaar gewerkt bij sen. Jean Bogard et Balthazar Bellere a Douay.
-
voetnoot20
-
F. Decroix, ‘Notes généalogiques sur les familles Bellère et Bogard’, Bulletin Société d'études de la province de Cambrai, 41, 1945, p. 33-58.
-
voetnoot21
- Zijn rekwest tot admissie als boekdrukker te Douai van 3 november 1629 leert dat Martin Bogard a appris de ses jeunes ans avec son pere l'art imprimerie. A.R.B., Geheime raad Spaanse tijd 1277/26. Cfr. M. Soenen, Inventaire analytique des documents relatifs à l'impression et au commerce des livres (1546-1702), Bruxelles 1983.
-
voetnoot22
- ‘Jean Vanden Boogaerde imprimeur juré de vostre Majesté, resident en vostre Ville et Luniversité de Douay, Comme par divers actes il a pleu a Vostre Majeste luy octroyer de pouvoir imprimer tous Placcartz et autres pieces que par Messieurs du Magistrat illecq luy seroient delivrez, Dont le temps prefixe a date limite par le dernier acte seroit eppuré. Et comme journellement luy surviennent choses a imprimer, tant de la part de Vostre Majesté, dudit Magistrat, et Université, que des Veres de la Societé de Jesus quj audit Douay tiennent escolles pour tous livres quilz enseignent et lisent en leurs Colleges, et pour tous traictez et Compositions par eux mises en lumiere, ou quie pourroyent metre en lumiere par cy apres, ensemble pour les thes des Disputes. Outre, et pour Almanacz et Directoir des ofices Ecclesiastiques, et autres bons livres’. Ook vraagt hij vrijstelling van voorlegging van de teksten wegens het gevaar van verlies van de manuscripten tijdens de transferten. Dit drukoctrooi voor Douai wordt voor twaalf jaar aangevraagd en toegewezen. A.R.B., Geheime raad Spaanse tijd 1276/69, 7 augustus 1591.
-
voetnoot24
- Antwerpen, MPM, R 111, Libraires étrangers Grand livre F 1594-1629, geciteerd door M. Lefevre, o.c., p. 28.
-
voetnoot25
-
A. Rouzet, Dictionnaire des imprimeurs, libraires et éditeurs des XVe et XVIe siècles dans les limites géographiques de la Belgique actuelle (Nationaal centrum voor de archeologie en de geschiedenis van het Boek te Brussel, 3), Nieuwkoop 1975, p. 21.
-
voetnoot26
- A.R.B., Geheime raad Spaanse tijd 1276/261.
-
voetnoot28
- A.R.B., Geheime raad Spaanse tijd 1276/144.
-
voetnoot29
- THESAVRVS / BIBIOTHE-/CARIVS, / Siue / cornv-COPIAE / LIBRARIAE BEL-/LERIANAE. / (drukkersmerk: VENA PELLO) / DVACI, / Typis dicti B. BELLERI, Typographi / Iurati, Sub Circino Aureo. / ANNO 1603.//, (z.p.).
(samen als convoluut met de supplementen 1605 tot 1633-36 ingebonden, zoals:)
SVPPLEMENTVM / SECVNDVM THESAVRI / BIBLIOTHECARII LIBRARIAE / BELLERIANAE. // Eorum nimirum in omni facultate librorum qui illi super-/uenerunt anno 1605. mensibus Ianuario, Februario, / Martio, Aprili, Maio. //, (z.p.).
Douai, Bibliothèque municipale, Fonds douaisien 1603 no 5.
Cfr. A. Labarre, ‘Les catalogues de Balthasar Bellère à Douai 1598-1636’, Gutenberg Jahrbuch, 55, 1980, p. 151-154.
Zie ook E. de Coussemaker, ‘Notice sur les collections musicales de la bibliothèque de Cambrai et des autres villes du département du Nord, Mémoires de la société d'émulation de Cambrai, 18, 1843, p. 59-236 + (40) p.; vooral p. 176-182.
-
voetnoot30
- Bij de geciteerde bibliografie bij elk nummer van de inventaris worden volgende afkortingen gebruikt:
BeckerT |
= |
C.F. Becker, Die Tonwerke des 16. und 17. Jahrhunderts oder systematisch-chronologischer Zusammenstellung der in dieser zwei Jahrhunderten gedruckten Musikalien, Leipzig 1855. |
DuthilB |
= |
H. Duthilloeul, Bibliographie douaisienne ou catalogue historique et raisonné des livres imprimés à Douai depuis l'année 1565 jusqu'à nos jours, Paris 21842 (+ Supplément, Douai 1854). |
EQ |
= |
R. Eitner, Biographisch-bibliographisches Quellen-Lexicon, Leipzig 1899-1904, 11 vol. (reprint Graz 1959-1960, 6 bnd). |
GoovT |
= |
A. Goovaerts, Histoire et bibliographie de la typographie musicale dans les Pays-Bas, Antwerpen 1880 (reprint Amsterdam 1963). |
Lab17D |
= |
A. Labarre, Répertoire bibliographique des livres imprimés en France au 17e siècle, 4: Douai, (Bibliotheca bibliographica Aureliana, 86), Baden-Baden 1982. |
LabSuppD |
= |
A. Labarre, Répertoire bibliographique des livres imprimés en France au 17e siècle, 15: Artois, Flandre, Picardie (+ Douai supplément), (Bibliotheca bibliographica Aureliana, 111), Baden-Baden 1987. |
Lab16D |
= |
A. Labarre, Répertoire bibliographique des livres imprimés en France au 16e siècle, 11: Douai, (Bibliotheca bibliographica Aureliana, 44), Baden-Baden 1972. |
LabSupp16 |
= |
A. Labarre, Répertoire bibliographique des livres imprimés en France au 16e siècle, 29: Additions et corrections (Bibliotheca bibliographica Aureliana, 76), Baden-Baden 1979. |
LesR |
= |
F. Lesure, G. Thibault, Bibliographie des éditions d'Adrien Le Roy et Robert Ballard (1551-1598), (Publications de la société française de musicologie, série II, 9), Paris 1955. |
RISM |
= |
Répertoire international des sources musicales: Einzeldrücke vor 1800 (ed. K. Schlager), Kassel-Basel 1971-1986, 10 vol. & 1 suppl. |
RISM |
= |
Répertoire international des sources musicales: Receuils imprimés 16e-17e siècles (ed. F. Lesure), München-Duisburg 1960. |
StellM |
= |
J. Stellfeld, ‘Het muziekhistorisch belang der catalogi en inventarissen van het Plantijnsch archief’, Vlaamsch Jaarboek voor muziekgeschiedenis (Antwerpen), 1940-1941, (2-3), p. 5-50. |
VannesD |
= |
R. Vannes, Dictionnaire des musiciens (compositeurs), Brussel (1947). |
WuytsM |
= |
A. Wuyts, De muziekdrukken uit het register 795 van het Plantins archief. Een bijdrage tot de muziekbibliografie van de 16e en 17e eeuw, Leuven 1978 (onuitgegeven licentiaatsverhandeling). |
Aan de Afdeling Muziekwetenschap van de K.U. Leuven werden, o.l.v. Prof. Dr. I. Bossuyt, meerdere onuitgegeven licentiaatsverhandelingen aan Bogard-drukken gewijd. Zij worden vermeld onder het betreffende nummer van de bibliografische catalogus.
-
voetnoot31
-
F. Sweertius, Athenae Belgicae, Antwerpen 1628, p. 125.
-
voetnoot32
- Het ietwat compacter notenbeeld van sommige bladzijden van Phalesiusdrukken - zoals bijvoorbeeld A. Vermeiren, Missae et motettae 1.2.3.4 v., Antwerpen, Erven Phalesius, 1668 - is gewoon gevolg van tussen elke loden noottype een half zo smal stukje notenbalk te voegen dan in hun andere muziekdrukken.
-
voetnoot33
- MPM, MA 101b. Cfr. H.D.L. Vervliet, Sixteenth-century printing types of the Low Countries, Amsterdam 1968, p. 350: M14. De muziektypen van Phalesius en Bogardus worden hier als identiek beschouwd.
|