De Gulden Passer. Jaargang 66-67
(1988-1989)– [tijdschrift] Gulden Passer, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 599]
| |
Zacharias Heyns, een leerjongen van Jan Moretus
| |
[pagina 600]
| |
Volgens sommige biografenGa naar voetnoot4 verlaat Zacharias Heyns Antwerpen in 1585 en trekt hij met zijn ouders naar Frankfort. Volgens DenucéGa naar voetnoot5 vertegenwoordigde Zacharias er van 1585 tot 1592 het Plantijnse huis. Dit zou impliceren dat hij reeds voor 1585 bij Plantijn in dienst was en dat hij er al zoveel ervaring had opgedaan dat hij op twintigjarige leeftijd een zo belangrijke taak kreeg toebedeeld. Dit lijkt onwaarschijnlijk aangezien het Plantijnse huis reeds een gedegen en betrouwbare vertegenwoordiger te Frankfort had in de persoon van Jan Dresseler.Ga naar voetnoot6 De bewering van SabbeGa naar voetnoot7 dat Zacharias Heyns in 1585 in het Plantijnse huis in dienst is getreden, lijkt aannemelijker hoewel ik er geen bewijzen voor gevonden heb in de Plantijnse archieven. Ook BurgerGa naar voetnoot8 neemt op basis van een brief van Peeter Heyns van 27 april 1589 aan dat Zacharias reeds geruime tijd in de firma Plantijn diende. Begin 1586 heeft P. Heyns te Frankfort opnieuw een school opgezet. Dit kunnen we afleiden uit de bestellingen van schoolboeken die hij bij Plantijn plaatst op 13 februari, 5 mei en 6 december 1586.Ga naar voetnoot9 De periode 1580-1588 uit het leven van Zacharias Heyns blijft tot nu toe vrij duister. Voor de jaren 1589-1592 kunnen we ons enigszins een beeld vormen van Zacharias Heyns' bezigheden, dankzij een stukje van de briefwisseling tussen Moretus en vader en zoon Heyns bewaard in het Plantijns archief. | |
1589Op 5 of 26 maart 1589 schrijft Jan Moretus een brief aan Peeter Heyns en tegelijk een aan Zacharias. Deze brieven zijn naar Frankfort gestuurd, waar | |
[pagina 601]
| |
Zacharias op dat ogenblik bij zijn ouders verblijft. De tekst van deze brieven is opgenomen in de editie van de correspondentie van Plantijn.Ga naar voetnoot10 De brief van Jan Moretus is het antwoord op een brief van P. Heyns van 17 februari 1589, die niet is bewaard. Reeds de aanhef van de brief maakt duidelijk dat Zacharias in het begin van 1589 bij Moretus verbleef. Hij was naar Frankfort gezonden voor de Buchmesse rond halfvasten, wat hem meteen de gelegenheid gaf zijn ouders te bezoeken. Zacharias is mogelijk in gezelschap van Jan Dresseler naar Frankfort gereisd en verblijft waarschijnlijk nog bij zijn ouders op hec ogenblik dat zijn vader de brief van Moretus ontvangt. Moretus legt uit dat hij Zacharias geen brief heeft meegegeven. Dit is blijkbaar te gevaarlijk omdat brieven aan rovers of stropende soldaten inlichtingen geven over de identiteit van hun slachtoffer, wat het hun gemakkelijker maakt om losgeld te eisen. Zo was Jan Dresseler in maart 1586 op weg naar Frankfort tussen Brussel en Namen gevangengenomen en pas vrijgelaten, nadat door Plantijn een losgeld was betaald.Ga naar voetnoot11 Het argument is zeker valabel, maar het blijft toch eigenaardig dat Moretus deze situatie moet uitleggen aan Peeter Heyns, die zelf toch wel zal weten hoe gevaarlijk de toestand voor reizigers is. Misschien had Moretus nog wel een andere reden om deze brief wat later te sturen. Gezien de delicate inhoud, die voor Zacharias niet bepaald vleiend is, wilde Moretus wel zekerheid dat de brief integraal bij Peeter Heyns terecht kwam. Ook is Zacharias reeds een tijdje bij zijn ouders als deze beschuldigende en negatieve brief bij hen aankomt. Moretus rekende er wellicht op zo een groter effect te bereiken bij Peeter Heyns, die dan Zacharias maar eens duchtig de les moest lezen. Dit effect zou minder groot geweest zijn als Zacharias de brief zelf had overhandigd bij zijn thuiskomst. Jan Moretus gaat onmiddellijk op zijn doel af: indien Zacharias Heyns ergens anders in dienst kan gaan, zal Moretus dit met plezier toestaan, ‘ick geensins en begheere te beletten sijn profijt ende ist zoo dat moghelycken yemandt hem is begheerende als ick wel dencke datter sijn, ick stellet tot uwer discretien’. Waarschijnlijk omwille van de vriendschap is hij bereid om Zacharias nog twee jaar bij zich in dienst te houden, zoals Peeter Heyns in zijn vorige brief heeft gevraagd. Maar slechts ‘op conditie van voortaan betere sorghe ende gehoorsaemheyt in als te dragen dan hij voor henen gedaen | |
[pagina 602]
| |
en heeft’. Het is niet duidelijk welke tijdspanne Moretus met ‘voor henen’ bedoelt, maar het zal allicht wel over een paar jaren gaan. We leren uit deze brief ook wat over de situatie van Zacharias Heyns als leerjongen bij Moretus. Zacharias moest zich bezighouden met ‘de winckel’. In de zestiende eeuw kan ‘winckel’ zowel werkplaats als verkoopplaats betekenen.Ga naar voetnoot12 Aangezien Moretus zelf zich zeker voor 1589 in de eerste plaats met verkoop van boeken bezighield, heeft Zacharias, die bij hem inwoonde in de Kammenstraat nooit zelf bij Plantijn in de drukkerij gewerkt. Dit neemt niet weg dat hij via Moretus, vooral na de dood van Plantijn, wel met de problematiek van de drukkerij zal kennis gemaakt hebben. Daarmee heeft hij in zijn latere loopbaan als uitgever ongetwijfeld zijn voordeel gedaan. Dan blijft alleen nog de vraag of Moretus met de ‘winckel’ alleen de kleinhandel van boeken over de toonbank bedoelde of ook de groothandel met de talrijke internationale relaties. Volgens VoetGa naar voetnoot13 was de verkoop van boeken over de toonbank vanaf 1563 voor Plantijn slechts een nevenactiviteit geworden, die meestal aan een jongere bediende werd overgelaten. Uit de beschrijving van de ‘winckel’ in het tweede deel van Voets werkGa naar voetnoot14 blijkt, dat vrijwel de hele handel via de ‘winckel’ ging. De buitenlandse klanten werden er ontvangen en de bestellingen werden er klaargemaakt voor verzending. Ondanks het feit dat Zacharias een soort leerjongen was, werd hij toch betaald voor zijn diensten. Hij ontving 50 gulden per jaar, waarvan hij in bepaalde behoeften, waarschijnlijk klederen e.d., moest voorzien. Volgens P. Heyns was dit gezien de stijgende levensduurte wel wat weinig. Moretus wijst er echter op dat de ‘montcosten [kosten voor voeding] soo groot ende excessief’ geworden zijn als nooit voorheen. Zacharias is bovendien nog geprivilegieerd dat hij iets ontvangt want andere leerjongens moeten integendeel nog een groot bedrag aan Moretus betalen,Ga naar voetnoot15 bovendien verbinden zij zich ertoe om een aantal jaren te blijven. Naar eigen zeggen heeft hij trouwens aan kandidaat-leerjongens geen gebrek. Zelfs uit Leuven komen aanvragen. | |
[pagina 603]
| |
Na de voorzichtige inleiding neemt Moretus geen blad meer voor de mond. Zacharias Heyns is een slecht voorbeeld voor de kinderen van Moretus. Moretus is zo verontwaardigd dat hij zelfs de opvoedingsmethode van P. Heyns, toch een befaamd schoolmeester, impliciet in vraag stelt. Hij heeft de brief van Peeter Heyns ook aan zijn schoonvader. Chr. Plantijn, voorgelegd. Waarschijnlijk wilde Moretus geen beslissing nemen die de oude vriendschap tussen Plantijn en Peeter Heyns zou schaden. Ondanks alle voorafgaande aanmerkingen besluit hij toch - misschien op verzoek van Plantijn - dat Zacharias nog twee jaar bij hem in dienst mag blijven, hoewel het blijkbaar nog niet zeker is waar hij in het vervolg zal wonen. Afhankelijk van zijn gedrag zal Zacharias wel regelmatig naar de Buchmesse worden gezonden. Moretus heeft tegelijk ook een briefjeGa naar voetnoot16 rechtstreeks aan Zacharias Heyns gericht, waarin hij hem expliciet zegt dat Zacharias zijn gedrag dient te veranderen. Vooral het voorbeeld dat Zacharias aan de kinderen van Moretus heeft gegeven, zit hem hoog. Jan Moretus moet daarbij vooral zijn drie zonen Melchior, Balthasar en Joannes, die in 1589 respectievelijk vijftien, veertien en twaalf jaar oud zijn,Ga naar voetnoot17 voor ogen hebben gehad. Deze pubers hebben naar Zacharias, die bij het gezin Moretus inwoonde, waarschijnlijk als een oudere broer opgekeken. Zacharias heeft door zijn gedrag de rollen omgekeerd - zoals Moretus zelf zegt: ‘que vous [Zacharias] fussiés le maistre et moy vostre varier’ - en daardoor blijkbaar ook het vaderlijk gezag van Moretus aangetast. Op 27 april beantwoordt Peeter Heyns twee brieven van Moretus geschreven op 5 en 26 maart, waarvan één de boven behandelde is. Ook deze brief is reeds uitgegeven in de correspondentie van Plantijn.Ga naar voetnoot18 Peeter Heyns vraagt daarin dat Zacharias toch nog twee jaren zou mogen blijven en dringt erop aan dat hij tenminste eenmaal per jaar naar Frankfort zou mogen komen. Zacharias is ondertussen reeds teruggekeerd, want Peeter Heyns verzoekt Moretus de ingesloten brieven, waarin Zacharias wordt vermaand, aan hem te bezorgen. | |
[pagina 604]
| |
Op 24 juli 1589 betaalt Zacharias uit naam van zijn vader 16 guldenGa naar voetnoot19 aan Moretus. Het is niet duidelijk of dit onderhoudsgeld is voor Zacharias dan wel een betaling voor boeken die P. Heyns heeft besteld. Gezien de vermelding in het ‘journal’ lijkt dit laatste mij meer waarschijnlijk. | |
1590Op 15 februari 1590 sluiten Jan Mourentorff en Martyne Plantijn een nieuw contract af met Jan Dresseler,Ga naar voetnoot20 hun agent in Frankfort. Dit contract wordt ondertekend in de ‘Gulden Passer in de Kammerstrate’ en de getuigen zijn Zacharias Heyns en Winmarus Sulsenius.Ga naar voetnoot21 BurgerGa naar voetnoot22 veronderstelt dat Zacharias bij zijn ouders in Frankfort was toen hij op 28 maart 1590 een bijdrage leverde voor het Album AmicorumGa naar voetnoot23 van Abraham Ortelius. Maar precies rond deze tijd is P. Heyns naar Stade in de buurt van Bremen verhuisd. Burger veronderstelde dat het Album naar Frankfort was gestuurd, maar Peeter Heyns had er reeds in 1573Ga naar voetnoot24 een bijdrage voor geleverd en ook Zacharias' oudere zus Catharina had er in 1579Ga naar voetnoot25 een gedicht in geschreven. Zacharias tekende in het Album - waarschijnlijk in Antwerpen - een rebuspiramide helemaal in de stijl van zijn vader en versierde nog een tweede bladzijde, waarbij hij gebruik maakte van een houtgravure die hij later als drukkersmerk zou gebruiken.Ga naar voetnoot26 Alleen heeft hij achteraf het Griekse monogram van Christus vervangen door de Hebreeuw- | |
[pagina 605]
| |
se naam van God. Hij was dus in 1590 reeds plannen aan het maken om een eigen uitgevers-, misschien zelfs drukkerspraktijk op te zetten. | |
1591Volgens DenucéGa naar voetnoot27 verzond Moretus op 31 januari 1591 voor de eerste maal boeken naar Zacharias Heyns. Dit zou betekenen dat Zacharias eind 1590 bij Moretus was weggegaan en de overeengekomen twee jaar zelfs niet tenvolle zou hebben uitgediend. Op 24 oktober 1591 blijkt Zacharias zich bij zijn ouders in Stade te bevinden. Hij schrijft vandaar een brief aan Moretus en voegt er een bestellijstje aan toe. Monsieur mon Mre ceste cy servira pour vous prier qu'il vous plaise m'envoyer encores les Livres soubsescripts en un petit ballot, ou comme mieux il vous semblera et ce pat voye de Hollande / l'addressant a Sr. Jaques de Keyser a l'enseigne du Sampson a Amsterdam pour les envoyer a Mr Pierre Heyns a Stade et sera bien adresse / Je vous prie qu'il se fasse a la premiere comodite et avant qu'il se met a geler / Je vous plaira aussi (m'envoyant La facture par le premier courier) escrire un petit mot de response sur les miennes de Francfort / affin de scavoir comment me reguler / je feray tout debvoir de vous donner du tout contentement. Le Sr. Balthasar van NyspenGa naar voetnoot28 vous boullira (en cas qu'il ne l'ay faist) La somme de quinse florin et quatorze pats a tant moins des frais qu'avez debourse pour Les livres envoyez. A tant n'ayant aultre a vous mander Monsr mon mre presentray mes tres humbles recommandations et celles de mon cher pere a vos bonnes graces et a celles de Madamoiselle vostre femme meres / Wimmer / Touken etc. soyent salues en haste ce 24 d'Octob 1591 de Stade Zacharias noemt Moretus in deze brief nog steeds zijn ‘Maistre’ maar waarschijnlijk staat hij toch reeds op eigen benen. Zacharias wil een boek- | |
[pagina 606]
| |
handel opzetten want onder deze brief volgt een bestelling voor 111 boeken. Hij heeft ook reeds een soort contactpersoon in Amsterdam. Wie deze Iaques de Keyser precies was heb ik niet met zekerheid kunnen achterhalen. Een onderzoek in het Gemeentearchief te Amsterdam leverde een Iaques de Keyser van Antwerpen op, die op 2 september 1586 poorter werd te Amsterdam.Ga naar voetnoot29 Hij was echter ‘laeckenbereyder’ en waarschijnlijk niet de door Heyns bedoelde persoon. In de doopregisters wordt op 19 december 1586, de doop van Isack, zoon van Iaques de Keyser, ‘copman’ vermeld.Ga naar voetnoot30 Mogelijk is dit de koopman die de boeken doorstuurde, maar mijn speurtocht heeft mij niet meer informatie over hem opgeleverd. Ook het uithangbord ‘Sampson’ heb ik niet precies kunnen localiseren. In 1557, 1566 en 1601 wordt er een huis met dit uithangbord vermeld in de buurt van de Warmoesstraat. | |
1592Op 2 januari 1592 schrijft Zacharias te Stade de opdracht bij zijn eerste uitgave, een eigenhandige vertaling van Erasmus' dialoog Uxor Mempsigamos. In de opdracht die gericht is aan zijn ouders zegt Zacharias dat hij hun tot dan toe niets kon aanbieden ‘pour avoir esté au service et commandement d'autruy.Ga naar voetnoot31 Op 28 januari 1592 stuurt Zacharias weer een brief aan Moretus. Adi 28 Januarij 1592 | |
[pagina 607]
| |
vouloir envoyer les livres que j'ay demande de vous il y quelques jours et adiouster encore les soubsescripts / l'addressants (comme je vous ay aussy escrit par devant) a Sr. Iaques de Keyser a l'enseigne du Sampson a Amsterdam / touchant en payement j'espere que n'aurez a plaindre A tant feray fin Appres avoir faict mes tres humbles recomandations tout a vostre bonne grace qu'a celles de Madamoisselle vostre femme meres etc a les quelles ie vous plaira faire de ma part les salutations debues / saluez aussy Wimmer, Touken, etc Vale Datum ut supra Deze brief begeleidt een wisselbrief en behelst een betaling, waarschijnlijk voor de bestelling bij de brief van 24 oktober 1591. Ook deze lading boeken moet weer via Amsterdam naar Stade worden gezonden. Welke dienst Moretus aan Zacharias Heyns op de laatste Buchmesse heeft bewezen is niet bekend. Vreemd is wel dat hij in zijn brief van 24 oktober 1591 hierover niets zegt. In maart is Zacharias dan op de Buchmesse te Frankfort, waar hij voor 34 fl 14 st boekenGa naar voetnoot32 koopt van de Officina Plantiniana. Op 28 maart heeft Moretus blijkbaar een brief gestuurd aan Zacharias waarop deze op 12 aprilGa naar voetnoot33 reeds antwoordt, waarschijnlijk vanuit Keulen waar hij bij zijn zwager Hendrik Dens verblijft. Blijkbaar is er een misverstand gerezen tussen Moretus en Zacharias over boeken die Zacharias heeft gekregen ‘estant en Anvers’. Het is niet duidelijk of hij hiermee verwijst naar een recent bezoek aan Antwerpen waarbij hij een aantal boeken van Moretus heeft gekocht dan wel of het twistpunt nog betrekking heeft op de periode toen hij nog bij Moretus in dienst was. Dit laatste lijkt waarschijnlijker, daar er toch op een afbetaling per half jaar wordt gewezen. Aangezien de terugbetalingsperiode met de ‘foire de Pasques’ afgelopen is, loopt ze mogelijk reeds sedert Pasen 1591 of zelfs september 1590, rond de tijd dat hij Moretus' dienst heeft verlaten. Het was gewoonte terugbetalingstermijnen te laten samenvallen met de Buchmessen, zelfs als het ging om boeken die niet in Frankfort waren gekocht.Ga naar voetnoot34 Z. | |
[pagina 608]
| |
Heyns heeft van Moretus dus een aantal boeken gekregen met 25% korting en op afbetaling. Met deze gunstige voorwaarden heeft Moretus Zacharias als beginnend boekhandelaar waarschijnlijk willen steunen. Zacharias heeft op de laatste Messe te Frankfort Moretus in zijn ‘pac-hus’ ontmoet. Hij rekent Moretus precies voor hoe hij zijn schulden zal vereffenen. Naar eigen zeggen heeft hij voor 429 fl 16 st boeken gekocht bij Moretus. Zacharias zegt een bestelling af omdat hij nog steeds geen eigen vestigingsplaats heeft. Met het oog op deze vestiging vraagt hij aan Jan Moretus een attest dat hij katholiek heeft geleefd in de periode dat hij bij hem in dienst was. Hij denkt eraan zich in Keulen te vestigen. Het verzoek om een attest heeft heel wat vragen doen rijzen rond het geloof van Zacharias. SabbeGa naar voetnoot35 meent dat Heyns tot dan toe een katholieke levenswandel leidde. Men mag namelijk met vrij grote zekerheid aannemen dat hij zich tijdens zijn leertijd bij Jan Moretus althans uiterlijk als een katholiek heeft gedragen om moeilijkheden met de autoriteiten te vermijden. Toch kan men niet uitsluiten dat hij protestant zou gebleven zijn. Voor 1585 had Plantijn ook contact met vrij heterogene mensen op godsdienstig vlak. Een houding zoals deze van het ‘Huis der Liefde’ waarvan de leden zich uiterlijk aanpassen aan de godsdienst van het gebied waar zij verblijven, is misschien ook door Heyns aangenomen. Dit betekent echter niet dat hij lid van deze sekte zou geweest zijn. Volgens BrielsGa naar voetnoot36 is Zacharias pas in 1592 onder invloed van zijn vader Peeter Heyns, die op het punt stond naar Haarlem te vertrekken, protestant geworden. Daardoor zou Zacharias zich te Amsterdam hebben gevestigd. Deze redenering lijkt vrij onwaarschijnlijk omdat P. Heyns reeds lang calvinist was voor hij in 1585 Antwerpen verliet. Hij heeft zijn zoon waarschijnlijk tot 1585, dus ongeveer tot zijn negentiende jaar calvinistisch opgevoed. Bovendien is Zacharias gehuwd met Anne Hureau, een dochter uit een calvinistisch koopmansgeslacht. Ook de andere kinderen van P. Heyns, op Susanna en Anna na, hebben zich allemaal in het Noorden gevestigd. Het is dus niet ongewoon dat Zacharias daar naartoe trekt. Bovendien lijkt het waarschijnlijker dat Zacharias, die in 1594 reeds twee jaar in Amsterdam woont, en Catharina Heyns, die met haar man C. Offermans te Haarlem | |
[pagina 609]
| |
woonde, P. Heyns ertoe gebracht hebben Duitsland te verlaten om zich in Haarlem te vestigen. Zacharias vraagt het bewijs van zijn katholiek gedrag waarschijnlijk wel met het oog op een vestiging in Keulen. Van RoosbroeckGa naar voetnoot37 wijst erop dat een hinderpaal voor de vestiging in Keulen de voorwaarde was dat het lidmaatschap van een bestaand of nieuw ambacht de trouw aan het Roomse geloof vooropstelde. Dit was ook een absolute voorwaarde om het poorterschap van de stad te verwerven.Ga naar voetnoot38 Op 2 juni 1592 schrijft Zacharias een brief vanuit Stade, waar hij op dat ogenblik bij zijn ouders verblijft.Ga naar voetnoot39 Tres cher Maistre et Sr Jan Moerentorff, Il y a une espace de temps que je vous ay escript de Coloigne mais jusques a present je n'ay eu auceune response / vous m'escriviez a Francfort par le dernier courier qui vint a la foire / qui me vouillez envoyer les livres que ie vous demande / mais ie vous ay rescrit de Coloigne que ne m'envoyeriez seulement que les livres d'escole mander qui me montent point le quart de ce qu'aurais demande / et encore il me semble que faictez difficult de me les envoyer / veu que jusques a present (encore que j'en ay eu grand besoing) ie n'en ay eu auceunes nouvelles / tellement qu'il me fauldra chercher aultre moyen et prendre aultres livres et d'ailleurs a mon regret et peut estre a vostre dommage / veu que j'ay tasche d'introduire vos sortes es escoles de par de ca pour en faire vostre vente d'aultant plus grande / Vous prie donc si vous estez d'advis de m'envoyer a la premiere comodite les soubsescripts et aultres que d'oresenavant je pourroye mander / me le vouloir advertir a fin que ie me puisse regler selon cela / jusques a present ay aussy attendu en denotion / si la liquidation de nostre compte que je vous ay envoye vous plait ou non affin de vous envoyer ce que vous doy de reste vous envoyant encore a bon compte par ce billet cy enclos La somme de 45 Rynse daller / que font fl 101 st 5 et de Sr. Balth van Nyspen recevrez si ne l'avez receu La somme de 41 fl 7 st qui font ensemble fl 142 st 12 Le reste vous seray tenir si tost qu'auray vostre advis et a tant me recomander / comme aussy font mes tres chers pere et mere a vos bonnes graces ensemble a celles de Madamoiselle vostre consorte. De Stade ce 2e de Juin 1592. | |
[pagina 610]
| |
In deze brief verwijst Zacharias naar de vorige brief; waarschijnlijk is dit dus de eerstvolgende. Moretus is blijkbaar zeer ontstemd over de handel met Zacharias want hij reageert niet op de brief uit Keulen. Hij heeft noch de bestelling, noch het attest gezonden. Zacharias heeft dit laatste blijkbaar dringend nodig. Hij probeert dan op Moretus koopmansgevoel in te werken door hem te wijzen op het verlies dat hij lijdt, doordat Zacharias gedwongen is nu zijn boeken ergens anders te betrekken. Hij voegt er trouwens een nieuwe bestellijst aan toe. Uit de brief blijkt dat hij in de overgangsperiode tussen zijn opleiding bij Moretus en de zelfstandige vestiging gereisd heeft in boeken. Hij bezocht blijkbaar zelf scholen om te proberen daar boeken te slijten. Een maand later heeft Zacharias nog steeds geen reactie op zijn brieven gekregen. Op 2 juli schrijft hij vanuit Leiden, waar hij wacht op een gunstige wind om naar Stade te varen, een kort briefje aan Moretus alleen maar om hem eraan te herinneren de beide vorige brieven te beantwoorden. Tres cher Sr. et Mr. ce mot me servira seulement que pour vous faire souvenir de m'envoyer response sur mes deux dernieres. La quelle j'iray trouver a Stade car je pense partir d'icy a la première comodite que s'offrira mais que le vent soit propre. A tant me servant ce dit mot pour aultre vous recommande a Dieu faisant mes tres humbles recommandations tout à vostre bonne grace qu'a celle de Madamoiselle vostre espouse. Op de Herbstmesse in september 1592 zijn de problemen waarschijnlijk opgelost, want Zacharias koopt er voor 19 fl. 3 st. boeken van de Officina Plantiniana en verkoopt er voor 32 fl. 7 st. aan Jan Moretus.Ga naar voetnoot40 Waarschijnlijk op het einde van het jaar 1592 vestigt Zacharias zich dan uiteindelijk in Amsterdam. Hoe hij tot deze stap gekomen is weten wij helaas niet want de verdere briefwisseling van Zacharias is in het Plantijnse archief niet bewaard gebleven. Heyns is toch vrij intensief handel blijven drijven met de Officina | |
[pagina 611]
| |
Plantiniana, want vrijwel op elke beurs te Frankfort van 1592 tot 1604, het jaar waarin Zacharias zijn prakrijk als boekhandelaar en uitgever te Amsterdam stopzet, vinden we hem terug in de ‘Cahiers de Francfort’Ga naar voetnoot41 van Moretus. Tot 1600 is Zacharias Heyns zelfs de belangrijkste afnemer van de Officina Plantiniana in de Noordelijke Nederlanden, althans via de Messe te Frankfort. Hij koopt er tussen 1592 en 1600 voor een bedrag van 835 fl. 7 st.Ga naar voetnoot42 Zacharias komt daarmee op de drieëntwintigste plaatsGa naar voetnoot43 wat de klanten op de Frankforter Messe betreft. Daarnaast heeft hij nog andere bestellingen bij Moretus geplaatst die rechtstreeks vanuit Antwerpen naar hem zijn gestuurd. Niet alleen als boekhandelaar is Zacharias degelijk opgeleid door Moretus. Eenmaal hij zich definitief in Amsterdam heeft gevestigd, begint hij ook boeken uit te geven onder het drukkers- en uitgeversmerk ‘in de dry hooftdeuchden’. Net als zijn leermeester Moretus beperkt hij zich niet tot het uitgeven en verhandelen van boeken, maar hij schrijft ook zelf. Hij is vooral een bedrijvig vertaler.Ga naar voetnoot44 Misschien is het geen toeval dat hij bekend wordt als de vertaler van de Franse schrijver Guillaume de Salluste Sr. du Bartas, van wie ook Jan Moretus reeds de ‘Eersten dag’ van de Première Sepmaine de la Création du Monde had vertaald.Ga naar voetnoot45
Universiteit Antwerpen UFSIA Prinsstraat 13 B-2000 Antwerpen | |
[pagina 612]
| |
SummaryZacharias Heyns, son of the Antwerp schoolmaster Peeter Heyns, ranked among the most important publishers in Amsterdam at die end of the sixteenth century. Little is known about his youth or his training. Only from a small correspondence dating back to the years 1589-1592, preserved in the Museum Plantin-Moretus, some information can be derived about his apprenticeship with Jan Moretus and his first years as a self-employed bookseller. The letters from 1589, mainly between Jan Moretus and Peeter Heyns, deal with the practical problems of Zacharias's apprenticeship to Jan Moretus. The letters from 1591 and 1592 offer an insight into his commercial relations with the Officina in Antwerp as well as at the Buchmesse in Frankfurt. Zacharias Heyns began his career as a commercial traveller specialised in schoolbooks. In 1592 he is looking for a place to set up a bookshop. He intended to settle in Cologne and therefore he asked Moretus an attestation to prove his loyalty towards the Catholic Church. This request poses the problem which religion Zacharias really professed, because his father was a notorious Calvinist. How or why he finally decided to start his bookshop is Amsterdam is still unknown. |
|