De Gulden Passer. Jaargang 66-67
(1988-1989)– [tijdschrift] Gulden Passer, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 481]
| |
Originele tekeningen van Valverde Vesalius en Valverde
| |
[pagina 482]
| |
zijn beklag uitenGa naar eind(1). Eén ervan was Valverde. Valverde had namelijk de overgrote meerderheid van de afbeeldingen uit de Fabrica gekopieerd, af en toe in een licht gewijzigde vorm. Aan beide auteurs komt echter een niet onbelangrijke verdienste toe. Vooreerst aan Vesalius, echte grondlegger van de menselijke anatomie. Tot op dat ogenblik was de anatomische kennis gebaseerd op bevindingen gemaakt bij de dissectie van dieren. Vesalius was de eerste die een poging ondernam het menselijk lichaam nauwkeurig te ontleden en te beschrijven. Anderzijds kende het boek van Valverde een dermate grote bijval (14 uitgaven in 4 talen) dat het, meer nog dan het boek van Vesalius, tot de verspreiding van een exactere anatomische kennis over heel Europa tijdens de Renaissance heeft bijgedragenGa naar eind(4). Vesalius liet de houtblokken door Van Calcar vervaardigen, terwijl Valverde zijn kopergravures door Beccera liet maken. Dit Valverdiaanse plagiaat van de Vesaliaanse tekeningen werd op zijn beurt geplagieerd door de gebroeders Huys, en dit in opdracht van Christoffel Plantijn, die in 1566 te Antwerpen zijn anatomieboek uitgaf: Vivae imagines partium corporis humani aeris formis expressaeGa naar eind(3)Ga naar eind(7). De etsen door de gebroeders Huys vervaardigd zijn mooier en fijner dan die van Beccara. De menselijke afbeeldingen komen slanker en eleganter voor. Het is onze bedoeling hier enkele originele platen uit Plantijns Valverde te bespreken. Hierbij kunnen wij vaststellen dat deze originaliteit in feite zeer beperkt was. | |
1. De eerste myologische plaat (The ‘First Muscle Man’): Lib II Tab I (afb. 1)De eerste spierplaat van Valverde zou als origineel kunnen worden beschouwd. Er bestaat immers een duidelijk verschil in houding van deze man met die door Vesalius getekend. Bij Valverde houdt een ontvilde man in zijn linker afhangende hand een dolk vast en met de andere hand heft hij zijn eigen huid en onderhuidsweefsel op. Waar Valverde zijn inspiratie voor deze figuur gehaald heeft is nog niet zeer duidelijk. Het klassieke prototype waarbij het aangezicht gericht is naar de opgeheven arm, is de beruchte Apollo van het BelvédèreGa naar eind(5). | |
[pagina 483]
| |
[pagina 484]
| |
Het motief van een man die enerzijds een dolk vasthoudt en anderzijds een ontvilde mensenhuid grijpt vinden we gedeeltelijk terug bij Michelangelo in het portret van de H. Bartholomeus in de Sixtijnse kapelGa naar eind(8). Nog veel beter echter op een tekening uit 1536 van de monogrammist M.F. Apollo en Marsyas, wellicht op basis van een andere tekening uit 1506 van Domenica FiorentinoGa naar eind(8). Is er een groot verschil tussen de plaat van Vesalius en die van Valverde? Laatstgenoemde drukt het aldus uit (p. 17 in de Nederlandse versie): ‘Maer den Leser sal ghewaerschouwet wesen, dat dese Figure verschillet met de Figure van Vesalius, en(de) dat in dese, de streken van de saselingen oft fibren des vleeschs, hoe dat yeghelijck gheuoecht werden in haerlieder musclen, claerlijcker ghetoont werdt’. Vesalius verklaarde zijn eerste spierplaat speciaal te hebben getekend ten behoeve van de schilders en beeldhouwers. Valverde gaat er prat op duidelijker te zijn geweest bij het tekenen van de spiervezelrichtingen en van de verschillende spierhechtingen. Dit houdt mede verband met het kopergravureprocédé dat een fijner tracé mogelijk maakt. De spieren worden bij Valverde beter gearceerd, maar soms wil hij té duidelijk zijn: zo komt de kuitspierbuik in deze plaat overdreven uitgezet voor in vergelijking met de andere spiergroepen van het onderste lidmaat. Globaal gesproken is er dus buiten de manier van voorstellen weinig verschil tussen de spiertekeningen van Vesalius en die van Valverde. | |
2. De zwangere vrouw: Lib III Tab VI (afb. 2)Van strikt anatomisch standpunt uit gezien is deze originele plaat uit het boek van Valverde weinig betekenisvol. Wij zien een ietwat plompe, melancholisch kijkende vrouw met open buikholte met daarin zeer duidelijk te zien een knobbelige, zwangere baarmoeder. De vrouwelijke en mannelijke naaktfiguren zijn ook terug te vinden in het Epitome van Vesalius. Het belang van deze plaat ligt evenwel veeleer op een meer socio-cultureel dan op medisch of artistiek vlak. Hier wordt duidelijk het accent op de vruchtbaarheid als symbool van de vrouwelijkheid gelegd. Dit in schril contrast met de eveneens veel besproken Vesaliaanse en de nauwelijks hiervan afwijkende Valverdiaanse afbeeldingen van de vrouwelijke genitalia: bij de- | |
[pagina 485]
| |
[pagina 486]
| |
ze afbeeldingen denkt men eerder aan een reusachtige phallus dan aan een schede. Dat de (minuscule) baarmoeder door Valverde op een andere manier dan bij Vesalius doorgesneden werd om de baarmoederhalslijn beter aan te duiden doet weinig ter zake. Het middeleeuwse, androcentrische, concept van al wat met geneeskunde te maken heeft komt hier nog zeer duidelijk tot uiting. De kleine, zittende foetus, getekend op de rechter onderzijde van het blad van de zwangere ‘Venus’ (Lib III, tab VI, fig. XXXIII), is eveneens een originele tekening van Valverde, die hiermede wenste aan te duiden dat volgens hem de foetus in de schoot van zijn moeder de navelstreng steeds rond zijn hals droeg: ‘In dese laetste Figure stae(n) open beyde de rocken ofte membranen, vande vrucht af ghetrocken, de welcke de selue figure houdet, die sy hadde als sy daer binnen ghesloten was’ (p. 79 in de Nederlandse versie). | |
3. ‘Venae in gratiam chirurgorum’: Lib VI Tab I (afb. 3)Het is algemeen bekend dat de tekening van het veneuze stelsel die Vesalius te Padua in aanwezigheid van zijn leerlingen uitwerkte het beginpunt was voor de uitgave van zijn eerste boek, de Tabulae anatomicae sex, te Venetië verschenen in 1538Ga naar eind(1). De illustraties van het vasculaire stelsel, zoals bijvoorbeeld de ‘Venarum et item arteriarum omnium integra delineatio’ worden als dusdanig door Valverde overgenomen (en niet in spiegelbeeld). Nochtans heeft Valverde enige verdienste: ter attentie van de chirurgen tekent hij een nieuwe plaat met een tekening van het oppervlakkig veneuze stelsel van een man, in dorsaal en in ventraal zicht. De beste plaatsen om aderlatingen te verrichten worden in de tekst beschreven. In die tijd veronderstelde men via dergelijke procédés de slechte lichaamsvochten uit het lichaam te kunnen verdrijven. Valverde zou zelfs spreken van de ‘Venae in gratiam chirurgorum’: ‘... so houden nochtans de meestendeel van desen, in veel menschen bycans den seluen ganck, sonderlinghe de ghene, welcker openinghe van noode is om bloet te laten: alle wekker namen ick tot behoef vanden chirurgiens, hier heb willen verclaren’ (p. 105 in de Nederlandse versie). | |
[pagina 487]
| |
[pagina 488]
| |
Het is de enige plaat die in haar geheel niets met Vesalius te maken heeft. Het is in feite in alle opzichten de enige volledige originele tekening van Valverde. | |
4. Andere vermeldenswaardige Valverdiaanse platenNog andere afbeeldingen van Valverde worden als origineel bestempeld. Het betreft dan eerder zogeheten verbeteringen of aanvullingen, met enkele supplementaire tekeningen, steeds in typisch Vesaliaanse stijl. Een bijzondere vermelding verdienen de tekeningen van het opengeslagen hart (Lib IIII, fig. VII tot X). Zij getuigen van het feit dat Valverde niet enkel over een descriptief anatomisch, doch ook over een duidelijk fysiologisch inzicht beschikte. Hij verbeterde de opvattingen van Galenus en Vesalius dat bloed doorheen een opening van het harttussenschot van de rechternaar de linkerkamer zou vloeien en gaf hierdoor een aanzet tot een juistere beschijving van de pulmonale bloedsomloop. Het is dus overdreven te beweren dat William Harvey dit pas in 1628 in zijn boek De motu cordis et sanguinis voor het eerst zou gedaan hebbenGa naar eind(2): ‘Maer hier is d'opsnijder te vermanen, dat ick in dese ende drie naest vervolghende figuren, met Vesalius niet ouer een en come, om dat in die alle dinghen niet claer ghenoech voor ooghen gheleyt en werden’ (p. 85 in de Nederlandse versie). Vermelden wij tenslotte de tekeningen van de oogspieren (Lib XX, tab XV, Fig. XX tot XXIII), de tekening van neus en larynxspieren (Lib II, tab XVI, Fig. I tot XIII) en de overlangse tekening van blaas, prostaat, urethra en penis (Lib II, tab XVI, Fig. XVIII).
Samengevat kunnen wij dus besluiten dat er in feite slechts één volledig originele anatomische tekening van Valverde bestaat: die van het oppervlakkig veneuze stelsel. Wel heeft Valverde bij het kopiëren van sommige andere tekeningen van Vesalius zijn eigen stempel aangebracht, op artistiek, op socio-cultureel, dan wel op fysiologisch vlak. | |
[pagina 489]
| |
Lombardenvest 22 B-2000 Antwerper |
|