De Gulden Passer. Jaargang 58-59(1980-1981)– [tijdschrift] Gulden Passer, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende 101. Schoonheyt verwint. Wt Anacreonte. Als de natuer den Stier hoornen had gegeuen, En t'peert hert had geschoeyt, en den hase snel Int loopen was, en den leeu diet al doet beuen Wreede tanden had, en dat de visschen swemden wel, En de vogels vlogen, so en wasser niet el Voor de vrouwe gebleuen, dan schoonheyt excellent Daer door sijt al verwint en behaecht sonder gequel: So veel vermach ouer al een gedaente gent. Vorige Volgende