De Gulden Passer. Jaargang 58-59(1980-1981)– [tijdschrift] Gulden Passer, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende 83. De deelen des menschs. D'ouders hebben de deelen des lichaems toegescreuen Den Goden die seer diueers in haren loop zijn, Als de tonge Mercurio, die sonder sneuen Peys en oorloge condicht met sijn sprake diuijn. Saturno de milte, die door der gallen fenijn Niet out en wort, leuende met droeuer manieren. En Iupiter gauense de leuer fijn, Als zijnde den oorspronc der liefden goedertieren. Des bloets is Mars begeerich sonder vieren. En t'hert en herssenen zijn Phebo onderdaen Wantse door hitte groeyen in alle quartieren. En de mage cranck en vocht moet altijt staen Onder de Mane, diemen siet veranderen saen. De nieren is Cupido altijt regerende Met de deelen daermen me is genererende. Vorige Volgende