De Gulden Passer. Jaargang 58-59(1980-1981)– [tijdschrift] Gulden Passer, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende 81. Int steruen het leuen. Tot Paulum Manutium, &c. Die int studeren heel nachten hebben gewaect, Noch by dage hen oogen niet en hebben gespaert, Dese zijn door sulcx seer bekent ghemaect En na hen doot zijnse totten Hemel toe verclaert. Sulcx doot en is gheen doot die na sijn wtvaert Noch leeft, door der Musen gaue ydoon. Dat bewijst ons tcalm hooft, en de trompet vermaert, Met de brillen, boecken, en lauwercrans schoon, Met oock het urwerck, en des ronden cloots patroon. Dees dingen machmen bycans al te Brugge aenschouwen Op v graf Ludouice, in marmor gehouwen. Vorige Volgende