De Gulden Passer. Jaargang 58-59(1980-1981)– [tijdschrift] Gulden Passer, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende 80. Waer mede de ghemeyne weluaert best onderhouden wort. Ten is niet genoech datmen heeft eens Conincs name Met de wapenen, croon, en scepter triumphant, Om de ghemeynte te regeren sonder blame: Maer daer toe behoort noch sulcke const en verstant, Diemen eylaes nu niet en vint aen elcken cant, Dats dat hy sijn borgers als een vader beminne En goede statuyten behoude in sijn lant, En de wetten die hy ghestelt heeft inne Also selfs onderhoude dat elck bekinne, Bescermende d'onnoosel', en straffende t'quaet. Sijnen vyanden sal hy met cloecken sinne Wederstaen, en sijn ondersaten vroech en laet Beschudden: om welck te doen metter daet So moet hy nemen dat hem van noot is. Dat doende nochtans altijt met wijsen raet, Want dat is d'Imperie dat van ghelde bloot is. Voor al sal hy onderhouden (dwelc punt seer groot is) Den oprechten Godsdienst voor mannen en vrouwen, Sijnde liberael, want sulc by elcken minioot is: En recht doende, sal hy alle rigeur schouwen. D'officieren sullen hen so in als houwen Datse mogen gheacht worden weert dier eeren, Dat leyt niet ins weten, maer int doen sonder flouwen Daer door sullen sy en hen volck in peys vermeeren. Vorige Volgende