De Gulden Passer. Jaargang 58-59(1980-1981)– [tijdschrift] Gulden Passer, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende De Ouersetter tot sijnen vrient. AEnveert nu mijn simpel werck in v protectie, Beminde vrient, d'welck ick door v heb bestaen, Recht als die niet aen en siet sijn imperfectie, Alleenlick wie sulcs van my begeerde gedaen Hebb'íck aenmerct, en ben daer op te werck gegaen. Al ist dat v oock niet en can helpen een siere, Maer anderen, diet door v sullen ontfaen, Oordelen suldijt (weet ick, want tís v maniere) Recht oft voor v alleen gemaeckt waer schiere. Te vergeefs sal hem dies Momus dan quellen En Zoilus, om dit werck te lachteren fiere. Lichtelick can hy verdragen sulcke gesellen, So wie hem tot elcs dienst wt liefden wilt stellen. Patiens terit omnia virtus. Vorige Volgende