De Gulden Passer. Jaargang 56
(1978)– [tijdschrift] Gulden Passer, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 163]
| |
In memoriam Giovanni Mardersteig
| |
[pagina 164]
| |
Geheten naar de beroemde drukker uit Parma, Giambattista Bodoni († 1813) wiens invloed de hele negentiende eeuw door vérstrekkend is geweest, kreeg de Officina Bodoni een tweevoudige opdracht te vervullen: zich een waardig opvolger van Bodoni te tonen niet door hem na te bootsen maar door zelf scheppend op te treden, en door zich te bedienen van het drukkersmateriaal dat sedert Bodoni's dood niet meer was aangeraakt en hem door de Italiaanse regering ter beschikking werd gesteld. Deze eerste ‘Editiones Officinae Bodoni’ zijn gekenmerkt door een zuivere typografie waarin meestal klassieke teksten in de oorspronkelijke taal gebracht worden: Goethe, Shelley, Seneca, Shakespeare, Foscolo, Dante. Naar vijftiende-eeuwse traditie treedt Mardersteig vaak gelijktijdig als drukker en uitgever op. Zelf aan de pers staan, zorgvuldig gekozen teksten drukken op handgeschept papier, in perkament of leer gebonden uitgaven bezorgen: ziedaar zijn ideaal. Het duurt niet lang of de opdrachten volgen elkaar op, van bibliofiele genootschappen zoals I cento Amici del Libro, Firenze, en van grote uitgeverijen zoals Mondadori te Milaan, de Pegasus Press te Parijs, Faber & Faber te Londen. In 1927 komt er plots een einde aan de werkzaamheden te Montagnola. Het resultaat van een prijsvraag door de Italiaanse staat uitgeschreven was dat Mardersteig belast werd met het drukken van het verzameld werk van Gabriele d'Annunzio. Om in de nabijheid van de dichter te zijn, verhuist hij naar Verona, niet ver van Gardone waar d'Annunzio Il Vittoriale bewoonde. Meerdere uren heeft Mardersteig er doorgebracht om zijn auteur in te wijden in de geheimen van de schone boekdrukkunst; van hem verwierf hij de titel Principe degli stampatori, prins der drukkers. De omvang en de oplage van dit oeuvre (49 boekdelen), in 1936 voltooid, vereisten evenwel naast de handpers moderne snelpersen. Kenmerkend voor de Veronese periode van de Officina Bodoni is het gebruik van nieuwe lettertypen - Mardersteig kon zich niet blijvend verenigen met de Bodoni-stijl - die hij vaak zelf ontwierp en door Charles Malin uit Parijs liet graveren: de Griffo, genaamd naar de stempelsnijder die voor Aldus Manutius werkte; de Zeno, naar het levensverhaal van de patroonheilige van Verona; | |
[pagina 165]
| |
de Dante, naar het Trattatello in laude di Dante van Boccaccio. Naderhand werden ook een paar letters voor machinaal zetten door de Monotype Corporation aangewend, iets wat Mardersteig ongetwijfeld te danken heeft aan Stanley Morison, een der eerste en trouwste bezoekers van de Officina Bodoni en een levenslange vriend. Ook wordt nu afgezien van de zuivere typografie zonder dat deze evenwel ondergeschikt wordt aan de illustratie en Mardersteig doet nu vaak een beroep op schilders en graveurs om zijn drukken met houtsneden, kopergravures en litho's te illustreren: Gunter Böhmer, Frans Masereel, Giacomo Manzù, Massimo Campigli, Aldo Salvadori, Filippo de Pisis, Renato Guttoso, Mino Maccari zijn slechts enkele namen. Fritz Kredel, Bruno Bramanti en later ook diens dochter Anna, hebben zich in het bijzonder toegelegd op het nasnijden van vijftiende-eeuwse houtsneden. Heel wat dichtwerk legt hij op de pers. Namen als Rilke, Oscar Wilde, Rudolf Hagelstange, Paul Valéry, Robert Burns, Dylan Thomas, Maurice de Guérin, Ezra Pound, T.S. Eliot, Eugenio Montale getuigen als vroeger voor de universele, klassieke geest van de drukker. Er zijn ook tekstedities en wetenschappelijke uitgaven: De divina proportione van Luca Pacioli (1956), het Alphabetum Romanum van Felice Feliciano (1960), L'alfabeto di Francesco Torniello da Novara (1970), catalogi van handschriften, drukken en boekbanden beschreven door Tammaro de Marinis. Onder de enkele prachtige facsimile-uitgaven weze enkel vermeld het schrijfboek van Mercator (Antwerpen, 1540) met de inleiding van Jan Denucé en uitgegeven door De Sikkel te Antwerpen en de Pegasus Press te Parijs in 1930. De drukker Mardersteig heeft zich overigens niet onbetuigd gelaten als onderzoeker en auteur: hij publiceerde o.m. over Leon Battista Alberti en de Romeinse epigrafie, het alfabet van Feliciano en van Torniello, de Padovaanse incunabel-drukker Petrus Maufer en de kalligraaf Francesco Alunno da Ferrara. In 1973 tenslotte verscheen een merkwaardige studie over de houtsneden in de Veronese Aesopus-uitgave van 1479, als epiloog in zijn heruitgave van deze wiegedruk waarbij de houtsneden door Anna Bramanti werden nagesneden en naar het exemplaar van het British Museum handgekleurd. De machinale pers die destijds was ingeschakeld om het oeuvre | |
[pagina 166]
| |
van d'Annunzio te drukken, is later uitgegroeid tot een der modernste drukkerijen van heel Italië zoniet van Europa: de Stamperia Valdónega, niet ver van de Officina Bodoni in het dal gelegen, die sedert dertig jaar voor rekening van de grootste Italiaanse, Europese en Amerikaanse uitgeverijen drukt en voor sommige uitgaven samenwerkt met de Officina Bodoni. Getoetst aan de drukken van de handpers is de kwaliteit van de Valdónega-drukken zo hoog dat ook zij vaak als luxe-uitgaven zijn te beschouwen. Mardersteig zijn tijdens zijn leven de erkenning en de waardering te beurt gevallen die hem toekwamen. Naast Italiaanse onderscheidingen werd hij in 1968 met de eerste Gutenbergprijs van de stad Mainz vereerd. Het dankwoord dat hij bij deze gelegenheid uitsprak, heeft hij onder de titel Ein Leben den Büchern gewidmet op de persen van de Stamperia Valdónega gedrukt en uitgegeven als ‘Kleiner Druck Nr. 84 der Gutenberg Gesellschaft, Mainz’Ga naar eind3. Bescheiden en entoesiast, fijnbesnaard en hartelijk, was Mardersteig, als echt onverdroten zoeker, wars van alle vertoon naar buiten. Sedert 1929 was geen enkele catalogus van zijn werk meer gepubliceerd. Door een van zijn goede vrienden, Luc Indestege, heeft Mardersteig zich tenslotte laten overreden de produktie van zijn Officina Bodoni aan een ruimere kring van boekenliefhebbers te tonen: in 1954 werd in het Museum Plantin-Moretus een honderdtal boeken van de handpers tentoongesteld en drukte Mardersteig zelf de beredeneerde catalogus van zijn werkGa naar eind4. Deze gebeurtenis vond onmiddellijk weerklank: tentoonstellingen in Hamburg, Londen, München, Bern, Firenze, Lugano, Milaan, Venetië, Verona, Den Haag en Brussel, volgden elkaar op, terwijl naast een Nederlandse ook een Franse, Duitse, Engelse en Italiaanse catalogus tot stand kwam. Thans, na een halve eeuw Officina Bodoni, zijn er meer dan honderdvijftig drukken van de handpers gekomen waar Mardersteig de eerste en de laatste hand aan gelegd heeft. De principes die Giovanni Mardersteig zijn leven lang heeft gehuldigd staan in zijn ‘Credo’, afgedrukt in L'Officina Bodoni. La regola e le stampe di un torchio duranti i primi sei anni del suo lavoro (Verona, 1929Ga naar eind5, (in 1954 aangevuld) waarin hij verder het wordingsproces van het boek door Masereel in beeld heeft laten | |
[pagina 167]
| |
brengen en waar hij de eerste lijst van zijn drukken opgeeft. Met alle spijt en droefheid om het heengaan van deze drukker-humanist die werkte naar het voorbeeld van Aldus Manutius, is het billijk eerst en vooral dankbaar te zijn voor al de schoonheid die hij ons geboden heeft en waarvan wij blijvend kunnen genieten. Verder moet het ons tot vreugde stemmen te weten dat het werk door de zoon Martino wordt voortgezet in dezelfde geest die de vader heeft bezield en volgens de stelregel die deze jonge collega's placht mee te geven: ‘Als erste diene dem Autor, suche die beste
Lösung für die Wirkung seines Themas.
Als zweites diene dem Leser, mache ihm die
Lektüre so angenehm und leicht wie möglich.
Als drittes gib dem Ganzen ein anziehendes
Gewand, ohne zu eigenwillig zu sein’Ga naar eind6.
Elly Cockx-Indestege |
|