De Gulden Passer. Jaargang 53
(1975)– [tijdschrift] Gulden Passer, De– Auteursrechtelijk beschermd
[binnenkant voorplat]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[De Gulden Passer 1975]Bijdragen tot de geschiedenis van de grafische kunst opgedragen aan prof. dr. Louis Lebeer ter gelegenheid van zijn tachtigste verjaardag
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 215]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Archivalische gegevens over Volcxken Diercx, weduwe van Hieronymus Cock
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 216]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bespreking van elk document1. Testament van Hieronymus Cock en Volcxken Diercx, 25 januari 1569 (zie bijlage 1).Na de gebruikelijke formules bij het begin van een testament, uiten beide echtgenoten de wens ‘ten Predicheeren’ te worden begraven. De predikheren zijn de Dominikanen wier kerk thans als de Sint-Pauluskerk bekend is. De eerst genoemde legataris, de ‘fabryck van Cameryck’ krijgt het minst: vier stuivers van elk. De fabriek van Kamerijk is waarschijnlijk de kerkfabriek van het aartsbisdom Kamerijk, dat de hele kerkelijke organisatie in het Antwerpse (alleen de Antwerpse parochie zelf had een zekere onafhankelijkheid) beheersteGa naar voetnoot7. Weliswaar had Filips II in 1559 de bisdommen helemaal anders ingedeeld, maar die herstructuratie bleek moeilijk en eerst na lange tijd, in 1585, definitief te zijn verwezenlijktGa naar voetnoot8, zodat het aanvaardbaar lijkt dat in 1569 de kerkfabriek van Kamerijk in een testament werd bedacht. Dit lijkt logischer, ook wegens de context, dan een eventuele fabriek van | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 217]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Kamerijkse kant. De huisarmen van de stad en de armenbus van de schilders krijgen aanzienlijker sommen. Ook de drukker van de Cocks, Sanders Janssen - in de Liggeren in 1558 als ‘drucker’ onder de meesters opgenomenGa naar voetnoot9 - indien hij hen nog dient bij de dood van de eerste van hen beiden. Cock geeft aan zijn eigen erfgenamen ‘ab intestato’ - d.i. voor wie geen testamentaire beschikkingen zijn voorzien - geld voor hun rouwkleren. Zijn neef, Hans Wellens alias Cock, zoon van de schilder Matthijs Cock (ca 1510 - ca 1540) krijgt, onder bepaalde voorwaarden, 100 carolusgulden en een waterverfdoek van zijn vader, nl. een landschap met de Emmaüsgangers. Karel van Mander vertelt dat Matthijs Cock inderdaad ‘schilderde van Water en Oly-verwe seer wtnemende stucken’Ga naar voetnoot10. Waterverfdoeken werden in onze gewesten veel geproduceerdGa naar voetnoot11; ze zouden bestemd geweest zijn om de dure wandtapijten en het kostelijk Cordobaans leder te vervangenGa naar voetnoot12. Weinige waterverfdoeken zijn bewaard gebleven. Het werk van Matthijs Cock zal waarschijnlijk ook verdwenen zijn. De vermelding ervan levert een niet zeer belangrijk, maar zeker element bij de studie van het nog zo slecht gekende werk van de jong gestorven schilder. De argumentatie van K.G. Boon voor een verband tussen Matthijs Cock - die hij met de Meester van het Errera-schetsboek identificeert en de jongere Pieter Bruegel de OudeGa naar voetnoot13, zou misschien dank zij deze vermelding kunnen worden versterkt door het feit dat ook Bruegel de Emmaüsgangers in een landschap uitbeeldde; in de door Hieronymus Cock uitgegeven serie van twaalf land- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 218]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
schappen naar Pieter Bruegel de Oude komt immers de prent ‘Evntes in Emaus’Ga naar voetnoot14 voor. Het linkergedeelte van dit landschap, het vergezicht nl., vertoont een zekere verwantschap in compositie, in rotsen, wolken en schepen, met de aan Matthijs Cock toegeschreven tekeningen. Cock bedenkt verder nog andere neven en nichten en ten slotte de te Mechelen wonende schilder Gerard Oeyens; over deze laatste weet men haast niets: alleen maar dat hij in 1561 als vrijmeester in de archieven van de Mechelse Sint-Lucasgilde voorkomtGa naar voetnoot15. De vraag blijft open of enig verband te zoeken is met de militaire architect van Karel V, Sebastiaan ab Oya, of Oyens (ook Noyens, Utrecht, 1493-Brussel, 1557), die de reconstructie van de Termen van Diocletiaan tekende die in 28 platen door Cock werden gegraveerd en in 1558 uitgegevenGa naar voetnoot16, op aanvraag van Kardinaal Granvelle. Volcxken Diercx voorziet, van haar kant, indien ze de eerste overlijdt, 100 carolusgulden en een jaarlijkse lijfrente van 25 carolusgulden voor haar moeder Margriet Hendricksdochter. Haar broer Cornelis Hendrik en haar zuster Marie, alsook hun wettige kinderen krijgen eveneens sommen geld, o.m. voor hun rouwklederen. De hoofdbrok van het testament is vanzelfsprekend het legaat vanwege de eerste overledenen van hen beiden aan de langstlevende van 1) de volle eigendom van alle persoonlijke roerende goederen, geld, zilverwerk, enz. (alsook de hangende schulden), behalve de ‘coperen platen oft vormen met alle reetschap’ (zie beneden) 2) het levenslang vruchtgebruik van alle rentegevende huizen en andere onroerende goederen alsmede van de koperen platen, vormen en het gereedschap dat erbij hoort. Echter, op voorwaarde dat de langstlevende alle schulden, begrafeniskosten enz. betaalt. Anderzijds krijgen hun erfgenamen de (blote) eigendom en het erfrecht van elks deel in de rentegevende huizen en | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 219]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
onroerende goederen, alsook in de koperen platen, vormen en daarbijhorend gereedschap, dit laatste op voorwaarde dat de afdrukken die na de dood van de langstlevende zouden overblijven zouden gevoegd worden bij de platen waarmee ze werden gedrukt. Bovendien vraagt Cock dat, na de dood van de langstlevende, aan de reeds genoemde Matthijs Cocks natuurlijke zoon Hans nog 100 carolusgulden zouden worden gegeven. Als executeurs-testamentair en als testamentvoogden van de minderjarigen worden de koopman Adriaen Gielis, ‘cousijn’ van Cock en Jan van Turnhout, oom van Volcxken aangesteld; ze krijgen elk een zilveren kroes van vijf ons. De akte werd verleden in het woonhuis van de erflaters, ‘genaempt de vier winden staende opten hoeck vander langer nyewe straten en vander catteveste’. De Lange-Nieuwstraat is het verlengde van de oudere Korte-Nieuwstraat, die, volgens F. Prims en M. Verbeeck al ca. 1200 bestond; dezelfde auteurs vonden vanaf 1374 de vermelding van de Lange-NieuwstraatGa naar voetnoot17. Volgens hen heette de huidige Katelijnevest in de 16de-17de eeuw nog ‘Cattevest’ tussen de Lange-Nieuwstraat en KipdorpGa naar voetnoot18. Uitgaande van deze gegevens kan men veronderstellen dat ‘De Vier Winden’ op de Noordoostelijke hoek van het kruispunt van de huidige Katelijnevest en de Korte-Lange-Nieuwstraat moet hebben gestaan. Dat stemt niet precies overeen met de plaats die DelenGa naar voetnoot19 en LebeerGa naar voetnoot20 opgeven, nl. op de hoek van de Katelijnevest en de Korte-Nieuwstraat, d.i. de zuid- of noordwestelijke hoek, en zeker niet met de localisatie van B.L.D. Ihle, nl. in de Twaalfmaandenstraat; volgens deze auteur had Cock daar in 1548 een huis gekocht maar ze geeft haar bronnen niet opGa naar voetnoot21. Misschien is Cock tussen 1548 en 1569 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 220]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tweemaal verhuisd. De preciese localisatie van Cocks winkel is niet essentieel, maar kan bij gelegenheid van ander archiefonderzoek eventueel worden bepaald. Een der beide getuigen bij de akte is ‘Peeter vander heyden Copersteke(re)’. Pieter van der Heyden was vanaf 1551 (datum van de oudste gedateerde door hem gegraveerde prent) ten laatste een vaste medewerker van Cock tot diens doodGa naar voetnoot22. De andere getuige is Jacques Meesens ‘creemere’, wiens naam we later nog ontmoetenGa naar voetnoot23. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
2. Testament van Volcxken Diercx, 17 oktober 1581 (zie bijlage 2).Na Cocks dood was zijn weduwe hertrouwd met Lambrecht Bottin. Blijkens een archiefstuk zou deze laatste op 7 december 1576 achtenveertig jaar oud geweest zijn en het beroep van ‘notaire et tabellion publicq’ hebben uitgeoefendGa naar voetnoot24. In het begin van de 16de eeuw wordt een zekere Lambert Bottin in Luik vermeldGa naar voetnoot25; een verwantschap met Volcxkens tweede echtgenoot is niet uitgesloten, maar ook niet bewezen. Het is ook niet helemaal zeker dat hij te vereenzelvigen is met Lambertus Boxstaen, die als ‘constvercooper’ in 1572 in de LiggerenGa naar voetnoot26 is vermeld. Wel komt hij samen met Volcxken voor in de ‘Catalogus illorum qui Figuras diversas aeneas sive ligneas Antverpiae distrahunt sive etiam sculpunt’ een lijst die in het Plantijnse archief is terug te vinden en van 1577-1580 zou daterenGa naar voetnoot27. Lambrecht Bottin is voor 17 oktober 1581 overleden, aangezien in het hier besproken testament van die datum Volcxken Diercx als zijn weduwe optreedt. Volcxken moet echter haar eerste echtgenoot meer toegewijd gebleven zijn: na de gebruikelijke formules vraagt ze immers in haar testament naast hem begraven | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 221]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
te worden in de kerk van de ‘Predickeeren’, dit laatste niettegenstaande het feit dat in dat jaar de kerk ter beschikking werd gesteld van de Calvinistische predikant Jaspar van der Heiden, nadat het ‘papistisch’ meubilair eruit was verwijderdGa naar voetnoot28. Wat de bestemming van haar goederen betreft is hier en daar de vergelijking met het testament van 1569 mogelijk. Zo geeft ze nog maar zes carolusgulden aan de huisarmen van de stad, daar waar èn Cock èn zij zelf in 1569 elk 25 carolusgulden nalieten; ze schijnt er bovendien haar geweten mee te willen sussen: ze laat immers de 6 carolusgulden na ‘voor onrechtueerdich goet oft sy eenich onwetens hadde’! De armenbus van de schilders schenkt ze 64 gulden (in 1569 elk 16 gulden) en ze geeft 16 carolusgulden aan de schilders die haar begrafenis zullen bijwonen, voor hun verteer! Terwijl ze in 1569 voor haar moeder 100 carolusgulden bestemt en een jaarlijkse lijfrente van 25 carolusgulden, wenst ze in 1581 - haar moeder moet toen zeer oud zijn, daar Volcxken zelf ± 61 jaar oud moest zijn - dat haar een jaarlijkse lijfrente van 200 carolusgulden netto, zonder enige belastingGa naar voetnoot29, zou worden toegekend. Aangezien haar beide echtgenoten overleden zijn, is haar nalatenschap aan haar eigen familie logischerwijze verschillend van het testament van 1569. Zij prelegateert haar broer Cornelis en haar zuster Marie of, indien zij overleden zijn, hun wettige kinderen, al haar eigen roerende en onroerende goederen, renten en toekomstige goederen alsook haar deel van de resterende goederen. Speciaal bevoordeeld worden haar nichtje Beatrix, dochter van Cornelis, die bij haar overlijden dadelijk 600 carolusgulden krijgt en haar neef Quinten Janssen, zoon van Marie, die de platen en de ‘drucksels’ die erbij horen zal erven. Ze verdeelt dus het platenfonds niet dat, volgens de beschikkingen van het testament van 1569, naar Cocks of Volcxkens rechtmatige erfgenamen zou gaan. Over Quinten Janssen is nog niet veel geweten: mogelijk is hij | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 222]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dezelfde als Quinten Janssen die in 1577 als leerjongen van Damiaan Ortelmans, schilder, in de LiggerenGa naar voetnoot30 voorkomt; bij toekomstig archiefonderzoek, zou zijn naam moeten worden opgespoord. Na de studie van de boedelinventaris van Volcxken Diercx zal eventueel, uitgaande van nieuwe uitgeversadressen op platen uit de ‘Vier Winden’ kunnen, voor een deel althans, worden uitgemaakt wat hij met de platen deed. Sander Jansen, die in 1558 en 1569Ga naar voetnoot31 als drukker is genoemd, is in 1581 nog ‘dienaer’ van Volcxken - wat zijn verdere activiteit als drukker niet noodzakelijk uitsluit -; in 1569 kreeg hij van elke erflater 12 carolusgulden, en in 1581 wordt hij met een jaarlijkse lijfrente van 50 gulden netto bedacht; dit verschil laat echter wel vermoeden dat hij te oud geworden was om nog te werken en dat een soort van pensioen hem welkom was. Zijn dochter Sara krijgt als petekind van de testatrice 25 gulden. Ze was niet het enige petekind: Grietken Willem Jacobsdochter en haar zuster Betteken Willem Jacobsdochter krijgen elk 100 carolusgulden, terwijl de zeven andere petekinderen Volcxken OeyensGa naar voetnoot32, Maeyken de Jode, dochter van Gerard de JodeGa naar voetnoot33, Cornelia de Momper, dochter van BarthomeusGa naar voetnoot34, Suzanna Alewyns Hendricxdochter, Dirk Galle, zoon van FilipsGa naar voetnoot35, Judith Augustyn Warijnsdochter en Betteken Hans Quirincxssendochter elk 25 carolusgulden toebedeeld krijgen. De kinderloze rijke Volcxken Diercx blijkt wel een gegeerde meter geweest te zijn! De erfgenamen van Hieronymus Cock worden niet vergeten: ze zullen het haar toekomende derde deel erven, niet alleen van twee huizen, nl. ‘Dleeuken’ in de thans nog bestaande Keizerstraat en ‘Sint-Joris’ bij de ‘Zierickput’ in de nu nog bestaande ZirkstraatGa naar voetnoot36, maar ook van de opbrengst van twee huizen nl. ‘De | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 223]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
verkeerde werelt’ in de Keizerstraat en ‘De Mollekens’ in de Korte-Gasthuisstraat. Of die huizen de eigendom van Cock waren geweest en wie de andere tweederden bezaten, wordt niet vermeld. Barbara Wellens, Hieronymus Cocks zuster (zie testament van 1569) zal een zilveren schaal krijgen ‘met een cocxken Daer Inne gesneden’. Mogelijk is met ‘cocxken’ een kok bedoeld zoals er een voorkomt in de rebus die Cocks spreuk ‘Houdt die Cock in eeren’ illustreert (bij voorbeeld in de laatste plaat van de serie ‘Compertimentorvm qvod vocant mvltiplex genvs..’ door Pieter van der Heyden naar Jakob Floris gegraveerd, door H. Cock in 1566 uitgegevenGa naar voetnoot37). Hans Wellens, de zoon van Matthijs CockGa naar voetnoot38 zal vijftig gulden ontvangen. Andere personen wie Volcxken Diercx een bepaalde som nalaat zijn: Margriet Schoyt, haar ‘Ionckwyff’, d.i. haar dienstmaagdGa naar voetnoot39, Bartholomeus de MompereGa naar voetnoot40 en Jacques Meesen, blijkbaar de koopman die getuige was bij het testament van 1569 (zie boven p. 220) en die we nog zullen ontmoeten als getuige bij de codicille van onderhavig testament en bij de overeenkomst met Bartholomeus de Mompere. Al haar andere overblijvende goederen, juwelen, huisraad enz., alsook de schulden en de kosten van haar begrafenis zullen moeten in drie gelijke delen verdeeld onder haar reeds genoemde broer Cornelis, zuster Marie en haar neef Godevaert, zoon van haar overleden broer Diericx Diericxssen, deze laatste echter onder bepaalde voorwaarden. Indien hij zonder wettige kinderen achter te laten zou sterven, zou zijn derde verdeeld worden onder Cornelis en Marie. Overigens, indien een der drie vóór de testatrice zou sterven, worden hun kinderen als ergenamen beschouwd, behalve Dierick Janssen, zoon van haar zuster Marie, of diens kinderen; hem laat ze alleen het bedrag na van de schuld die hij te harer aanzien heeft, plus 100 gulden! Had die neef wat overdreven gebruik gemaakt van de rijkdom van zijn tante? Zij | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 224]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
wil uitdrukkelijk dat haar wens zou worden geëerbiedigd, eraan toevoegend dat al wie protest aantekent tegen haar wilsbeschikking, meteen onterfd wordt. Als executeurs-testamentair en als testamentvoogden van Godevaert Diericxssen worden haar broer Cornelis Diericxssen en haar zwager Jacob Aertssen aangeduid; zij of hun vervangers krijgen elk een zilveren beker van vier ponden Vlaams. De acte werd in aanwezigheid van de getuigen Artus van Vissenaken en Hans Cornelissen Clerck verleden in het woonhuis van de testatrice ‘De Vier Winden’, ‘by de Arenberghsche straten’. Cocks weduwe heeft dus de ‘Cattevest’ verlaten. In de andere twee hier nog te bespreken stukken, beide van 1582 is er sprake van de Gasthuisbeemden, terwijl, volgens de boedelinventaris van 1601 haar sterfhuis gelegen is op de hoek tegenover de Arenbergstraat. Uitgaande van deze gegevens en die verstrekt door F. Prims en M. VerbeeckGa naar voetnoot41, moet haar huis vermoedelijk te situeren zijn aan een der hoeken van het kruispunt van de huidige Arenberg- en Leopoldstraat. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
3. Codicille bij het testament van Volcxken Diercx van 17 oktober 1581, 14 september 1582 (zie bijlage 3).De weduwe van Hieronymus Cock en van Lambrecht Bottin heeft beslist wijzigingen aan haar testament van het vorige jaar aan te brengen. Daarin had ze aan haar broer Cornelis Diericxssen en aan haar zuster Marie Diericxssen (of hun erfgenamen) het prelegaat verleend niet alleen van al haar onroerende goederen en renten in haar bezit maar ook van haar onroerende bezittingen en van alle goederen die ze nog zou erven of kopen. Nu echter worden alleen nog als prelegaat toegekend de onroerende goederen en renten die in haar bezit zijn op de dag van het testament. De onroerende goederen en alle eventuele toekomstige goederen horen niet meer tot het prelegaat. Wat haar tot die beslissing aanspoorde blijft een vraagteken, misschien een familietwist. Bovendien laat ze nog een nog niet genoemd ander petekind, Adriaentken cocx Michielssone - een neef van Hieronymus Cock? - 25 gulden na; hem was ze waarschijnlijk vergeten te noemen in het vorige testament, tenzij | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 225]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hij na 17 oktober 1581 werd geboren. De codicille wordt verleden in haar woonhuis in de Gasthuisbeemden, met, als getuigen de reeds ontmoete Jacob MeesenGa naar voetnoot42 en Janne (waarschijnlijk = Hans) Cornelissen ClerckGa naar voetnoot43. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
4. Overeenkomst tussen Volcxken Diercx en Bartholomeus de Mompere, 24 september 1582 (zie bijlage 4).Bartholomeus de Mompere, zoon van Jodocus de Mompere, was een prentenuitgever van Mechelse afkomst, die in 1558 en 1559 een aantal gedateerde prenten uitgafGa naar voetnoot44. In dit archiefstuk wordt hij als ‘coopman van schilderijen’ opgegeven. Dat hij dan ook nog handel in prenten drijft, bewijst deze overeenkomst, waarbij Cocks weduwe hem een aantal prenten afstaat die hij, met winst, aan handelaars tegen de in de overeenkomst vastgestelde prijs moet verkopen, aan edellui, burgers enz. tegen de prijs die hij goedvindt. Als waarborg geeft De Mompere de helft van een huis, ‘De Sonne,’ in de Arenbergstraat gelegen, echter eveneens belast met 60 gulden aan Janne van der Borcht. Volcxken Diercx moest De Mompere tamelijk goed kennen, aangezien ze hem, zijn echtgenote en zijn dochter - één van haar petekinderen - in haar testament bedacht (zie boven). Het aantal prenten dat ze hem opdraagt te verkopen, is nogal groot. Er wordt overeengekomen dat zij ze, naar believen tegen de vastgestelde prijs terug kan opkopen en dat De Mompere steeds moet bereid zijn ze terug te geven en rekeningen in te dienen. Zowel om kunsthistorische redenen (wat kwam er nog op de markt aan prenten?) als om kultuurhistorische redenen (welke prenten hadden bijval?) lijkt een poging tot identificatie van de genoemde prenten verantwoord. De studie van de bepaalde prijzen zou interessant zijn, maar hierbij moet vergelijkingsmateriaal betrokken worden, zodat | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 226]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
dit onderzoek dus liever het onderwerp zou kunnen uitmaken van een volgend artikel. Welke ons bekende prenten zouden kunnen overeenstemmen met de genoemde?
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 227]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 228]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 229]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 230]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 231]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 232]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 233]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Deze acte werd in het woonhuis van Volcxken Diercx verleden (zie boven, p. 224) in aanwezigheid van Jacob Meesen, die al getuige was bij het testament van 1569 (zie boven p. 220) en bij de codicille van 1582 (zie boven, p. 225) en Janne Cornelis Clerck die we ook al vermeld hebben in 1581 en 1582 (zie boven p. 224 en p. 225). Wat de kunstenaars betreft, blijken vooral de italianisanten als Frans Floris, Lambert Lombard en Suavius gegeerd, eventueel ook Raffaël en Stradanus. Hans Bol is ook genoemd, maar Bruegel de Oude niet, hoewel er wel werk naar hem zou kunnen bij zijn. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
BesluitDeze archiefstukken brengen ons kunsthistorische informatie niet alleen over de prenten van Cock en zijn weduwe, maar ook over enkele kunstenaars als Matthijs Cock, Gerard Oeyens en Bartholomeus de Mompere. Verder vernemen we heel wat over Volcxken Diercx, die hier vooral als zakenvrouw naar voren treedt, als waakzame beheerder van haar goederen, als plichtvolle dochter, zuster, tante en meter. Ze toont echter wel haar voorkeur voor bepaalde familieleden, om redenen die onbekend zullen blijven. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 234]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Als weduwe is ze vooral haar eerste echtgenoot indachtig: ze wil naast hem begraven liggen en bedenkt sommige van zijn familieleden in haar testament. Het ‘vervolg’ van het verhaal zal eerst gekend zijn na de studie van de boedelinventaris na Volcxkens overlijden. Ik hoop die in een volgende publicatie te kunnen bekend maken en bespreken. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bijlage 1
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 235]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
nairde goederthierene geestelicke ende oft weerlicke rechten / Nyettegenstaende datter alle ende Iegelicke de solempniteyten loyen ende regulen van rechte dyer Inne versocht souden moghen worden nyet al oft volcomelicken In desen heuren Iegewoirdigen testamente ende vuytersten wille geobserueert oft onderhouden en waeren Nyet Iegenstaende oick ennige pr(i)uilegien statuten ordinantien costumen vsantien municipale stadt oft lantrechten dair hairlieder testateuren sterfhuyse ende natelatene goeden naer hairlieder doot oft aflijuicheyt gelegen selen syn oft beuonden selen mogen worden / Ter contrarien / Alle de welcke zy gederogeert hebben wouden ende wilden gederogeert syn by desen by expresse zoo verre die deffect van dese Iegewoirdighe contrarieren / Ende willen ende begheeren voirts zeer vuyterl(icke) met hertten Dat dit Iegewoirdich hen testament ende vuytersten wille zyn volcomen effect sorteren sal Invuegen ende manieren bouen ende ondergescreuen Inden Iersten zoe beuelen zy testateuren heure sielen altyt gode almechtich ende heure doode lichamen der gewyder eerden / Kiesende der begrauingen van dyen ten Predicheeren alhier tantwerpen Comende voirts tot Dispositie van heuren goeden Soe gheuen ende legateren sy testateuren te wetene elck van hen respectiue nair syne doot oft aflyuicheyt der fabrycken van Cameryck vier stuuers eens Item elck noch den aelmoesseniers ten behoeue vanden huysarmen deser stadt vyfentwintich karolus guldenen eens van twintich stuuers tstuck / Item elck noch der armen bussen vanden schilders ambachte alhier Sesthien gelycke Karolus guldenen eens / Item elck noch Sanders Ianssen heurlieder testateuren drucke(re) Tweelf gelycke Karolus guldenen eens by soe verre hy hen testateuren alnoch dienen(de) Is ten dage vander aflyvicheyt vanden Iersten aflyvigen van hen testateuren ende anderssins nyet / Item de voirn(oemde) Testateur alleene Indyen hy deerste aflyuige van hen beyden geraicte te syne gheeft en(de) maict alnoch des volcht Te wetene Inden Iersten zynen erfgenamen ab Intestato onder hen allen tsamen tot roucleederen de somme van gelycke Een hondert Karolus guldenen eens / Item Hans Wellens alias cock natuerlicke sone wylen mathys wellens syns testateurs broede(r) saliger was Een hondert gelycke Karolus gulden(en) eens ende dair toe noch Eenen dobbelen doeck van waterverve wesende een lantschap vande historie van Emaus gedaen by deygen hant des voirss syns vaders saliger wel verstaende wairt by alsoe Dat de selue hans wellens geraicte te steruene oft aflyuich te wordene sonder wettige geboirte In leuenden lyue achter te latene oft sonder vuyt crachte van behoirlick octroy hem dair toe verleent by testamente behoirlicken gedisponeert te hebbene Dat de selue syne twee legaten oft de weerde Dair voe(r)(Indyen sulx respectiue alsdan nyet | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 236]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
In wesene en wae(re)) Inden seluen geualle wederomme sal moeten gaen keeren ende deuolueren ter syden wairts alleene van hem testateur voirgen(oemd) / Item hans wellens / sone van Cornelis wellens oick syns testateurs broeder als hy te houwelicke gecomen sal wesen by rade ende consente van(de) vrienden ende by soe verre hy hem wel draicht ende Regeert ende anderssins nyet De somme van vyftich gelycke Karolus guldenen eens Item den wettige kinde(re)n van Cornelis wellens syns testateurs broeders ende den wettigen kinde(re)n van Barbara wellens syne suste(re) Onder hen allen tsamen omme tusschen hen allen hooftgelycke gepairt ende gedeylt te wordene De somme van Tweehondert gelycke Karolus guldenen eens Ende Gheerarde oeyens schilde(re) tot mechelen woonachtich vyfentwintich gelycke Karolus gulden(en) eens Item de voirss Testatrice Indyen zy deerste aflyuige van hen beyden geraict te syne gheeft laet ende maect des volcht Te wetene Inden Iersten margrieten henrixdochte(re) heurder moede(r) de somme van Een hondert gelycke Karolus guldenen eens Ende der seluer heurder moedere / Dair toe noch vyfentwintich gelycke Karolus guldenen tsiaers lyftochtrenten heuren leefdach lanck geduerende ende nyet lange(r) staende te betalene van halven Iae(re) te haluen Iae(re) / Item Cornelis / henricke Diericke ende Marien Dierixkinderen wylen voirss heur testateurerssen broede(re)n ende suste(re) oft by gebreke van hen heure erfgenamen ab Intestato Onder hen allen tsamen tot roucleede(re)n de somme van gelycke Een hondert Karolusgulden(en) eens Item den wettigen kinde(re)n van(de) seluen Cornelis / henrick Dierick / ende Marie Dierixkinde(re)n / Onder hen allen tsamen De somme van Drye hondert gelycke Karolus guldenen eens / Voirts gheuen laten ende maken zy testateuren malckande(re)n ende elck van hen den ande(re)n reciproce dIerste aflyuige den lanxstleuen(den) van hen beyden / Alle ende Iegelicke des yersten aflyuigen van hen beyden Ruerende haeflicke ende meuble goeden mitsgaders gereet gelt ziluerwerck actien crediten en(de) vuytstaen(de) schulden hoedanich ende van wat substantien qualiteyte ende conditien die wesen mogen egheene derseluer vuytgenomen oft gereserueert (Dan alleenlicken de coperen platen oft vormen met alle de reetschap nabescreuen die hier onder nyet mede verstaen en worden begrepen te zyne) Diemen ten dage oft tyde vander aflyuicheyt vanden Iersten aflyuigen van hen beyden / den seluen Iersten aflyuigen beuinden sal te competerene ende toetebehoirene / Omme sulx al by den lanxstleuen(den) van hen beyden van stonden ane nair de doot ende aflyuicheyt van den Iersten aflyuigen van hen beyden met vollen Rechte aenveert ende eeuwelicken ende erflicken beseten gebruyct gepossesseert by testamente ende anderssins Dairaf gedisponeert | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 237]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
vercocht verandert gedistraheert ende generalicken voirts In alle ande(re) manieren Des zelfs lanxstleuen(de) van hen beyden vryen eygenen wille met allen tselue gedaen te wordene als met synen propren eygenen goeden by hem wettelicken vercregen ende als gerechte ende wairachtich heer en(de) meester der seluerallet sonder contradictie oft wederseggen van Iemanden In enniger manie(re)n / / Ende gheuen(de) laten(de) ende maken(de) Dairenbouen malckande(re)n alnoch reciproce dierste aflyuige den lanxstleuen(den) van hen beyden de tocht byleninge en(de) vsusfructum tesselfs lanxstleuen(den) lyue gedueren(de) en(de) nyet lange(re) van allen des yersten aflyuigen van hen beyden Recht pairt actie ende toeseggen van alle alsulcke Rentenhuysen gronden van eruen ende alle andere onruerende goeden hoedanich die wesen mogen ende alomme wair ende tot wat plaetsen die gelegen syn ende beuonden zelen mogen worden / mitsgaders oick van allen alsulcken coperen platen ende vormen hoedanich die wes(en) mogen met alle de gereetschapen Dair toe ennichsins dienende hoedanich die oick wesen mach nyet ouer al respectiuelicken vuytgenomen oft gereserueert / alsmen ten dage oft tyde van daflyuicheyt des voirss. Iersten aflyuigen sal beuinden hen testateuren beydegadere ennichsins te competeren ende toe te behoiren / Ende ditte al opten last nochtans dat de lanxstleven(de) van hen beyden gehouden ende schuldich sal wesen tsynen laste alleene te geldene betalene ende dragene alle ende Iegelicke de schulden legaten Kerckelicke rechten costen van vuytvaerden ende generalicken voirts alle dande(re) lasten vanden sterfhuyse des yersten aflyuigen van hen beyden / / Ende gheuen(de) latende ende makende deselue Ierste aflyuige van hen beyden de proprieteyt ende erflicheyt van zyn aenpaert vande renten huysen gronden van eruen en(de) alle ande(re) onruerende goeden voirss mitsgaders oick van(de) voirss coperen platen ende vormen met alle de gereetschapen Dair toe dienen(de) / Synen oft heuren gerechten erfgenamen ab Intestato In stirpes et non In capita / Op conditie soo verre Inden sterfhuyse van(den) lanxstleuen(den) van hen testateuren ennige druxels van(de) voirss platen ende oft vormen beuonden werden / soe selen de selue druxels moeten worden geappliceert ende toegevuecht totten platen ende vormen Dairoppe die gedruct selen syn geweest ende alsoe tsamen gecauelt worden / op dat de selue Druxels volgen den ghenen Dyen van heurer testateuren erfgenamen de platen oft vormen Dairaf te deele beuallen selen Ende Institueren(de) de voirss testateuren mits desen malckanderen ende heure voirss erfgenamen respectiue In des yersten aflyuigen van hen beyden goeden Inder manie(re)n voirscreuen ende anderssins nyet Dies wilt ende begheert de voirn(oemde) testateur mits desen seer vuyterlicken met | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 238]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hertten Dat nair daflyuicheyt van(den) lanxstleuen(den) van hen beyden / Den voirn(oemden) hans wellens / mathys natuerlicke sone voirscreuen (optt conditien en(de) restrictien nochtans In desselfs hans respecte hier voe(re)n gescreuen staende) by derfgen(amen) ab Intestato des voirss testateurs ende ten laste van desselfs testateurs achtergelatene goeden alleene alnoch vuytgereyct ende gegeuen sal worden / De somme van Eenhondert Karolusgulden(en) eens van twintich stuuers tstuck Ende ordonneren(de) ende deputeren(de) zy testateuren mits desen eyntelicken voirts tot Executeuren van desen heuren testamente ende vuytersten wille ende oick tot testamentelicke momboe(re)n van(de) onbejaerden persoonen (zoe verre Daer eenige syn) Dyen als voe(re) de proprieteyt vande voirss goeden ende platen metter reetschap competeren selen mogen / Te wetene Ierst den lanxstleuen(den) van hen beyden als superintendent ende voirts Adriaen gielis Coopman des voirss testateurs behoude Cousyn en(de) Ian van turnhout der voirss testatricen behouden Oom maken(de) elcke van de selue twee lestuermaen(de) persoonen eenen silueren croes van vyf onchen Geuen(de) henlieden volcomen macht authoriteyt ende sunderlinge beuel Om al te doene Dat eenige Testamentue(re)n en(de) testamentelicke momboe(re)n doen mogen / Ende Ingeualle Dat Iemant van de voirss executeuren ende testamentelicke momboe(re)n bynnen middelen tyde aflyuich werdde oft den last weygerde taenveerden / Soe sal de lanxstleuen(de) van hen testateuren voirn(oemd) een(en) and(re)n In dyens stede mogen stellen, hebben(de) gelycke macht / Van alle welcke dingen voirscr(even) Actum Antwerpiȩ voirscr(even) ten woonhuyse der voirss testateuren genaempt de vier winden staende opten hoeck vander langer nyeuwe straten ende vande(r) catteveste / Testes rogati Peeter vander heyden Copersteke(re) Ianssone wylen / ende Iacques meesens Creeme(re) matheeussone wylen ambo op(er)i eiusdem oppidi
Van Loemele, quoad p(ro)missa No(ta)ri(us) randnoot: soluit, gegrosseert ende vuytgegeuen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bijlage 2
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 239]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
gesont van herten / gaende staende ende wel te passe wesen(de) heurer sinnen memorie en(de) verstant ouer al wel machtich en(de) theurwaerdere hebbende / alst claerlick bleeck / Aenmercken(de) der menschelicker naturen broosheyt ende nyet geherder te syne dan de doot ende nyet ongeherder dan de vre der seluer / heeft Daeromme met goeder deliberatien wt heuren vryen wille onbedwongen oft onuerleyt (soo sy verclaerde) gemaect geordonneert en(de) gesloten / maect ordonneert ende sluyt midts desen hair testament ende wtersten wille / In vuegen ende manieren nauolgende / Ierst wederroepen(de) casseren(de) doot en(de) te nyete doen(de) / alle andere voorgaen(de) testamenten codicillen giften oft makingen / by heur Testatrice voor datum van desen eenichsins bekent gemaect oft gepasseert / wilt en(de) ordonneert dat dit heur testament en(de) wtersten wille sal stadt grypen van weerden gehouden worden en(de) effect sorteren / Tsy In forme oft wt crachte van testamente codicille gifte oft makinge Diemen heet ter saken van(de) doot oft anderssins soo eenich testament van Ieman(den) alderbest van weerden mach syn en(de) blyuen / Nyet tegenstaen(de) Dat alle en(de) Iegelicke de solenniteyten daer van rechtswegen Inne versocht en(de) gerequireert mochten wesen / hier Inne nyet al noch volcomel(icke) onderhouden oft geobserueert en syn / Oyck nyet tegenstaen(de) eenige stadt oft lantrechten municipale oft andere van steden oft plaetsen Daer onder heur sterffhuys en(de) goeden gelegen souden mogen wesen / ter contrarien Alle welcker rechten effecten soo verre die desen heuren testamente contrarieren oft repugneren sy Testatrice gederogeert heeft en(de) derogeert mits desen / Inden Iersten beueelt sy Testatrice heure siele wt heuren lichame schey(den)de Gode almachtich heuren schepper ende verlosser en(de) heuren dooden Lichame begrauen te worden Inder kercken van(de) Predickeeren alhier byden voorn(oemde) wylen Ieronimus wellens diemen hiet cock heuren manne was / Comende voorts tot dispositie van heure tydelicke goeden heur van Gode almachtich op deser eerden verleent / soo geeft laet en(de) maect sy Testatrice den armen huysarmen deser stadt voor onrechtueerdich goet oft sy eenich onwetens hadde sesse Carol(us) guld(en) van twintich stuyuers tstuck eens / Item maect den schilders die met heur ter begraeffenissen selen gaen / om tsamen te verteeren sesthien gul(den) eens / Item maect en(de) laet Iouffr(ouw)e margriete henricxkd(ochter)e weduwe wylen Diericx rupperssen heurer moedere Twee hondert Carolusgul(den) van twintich stuyers tstuck Lyfftochtrenten / soo lange heure voors(chreven) moeder Leuen sal / Ingaende ten sterffdage van heur Testatrice en(de) betaelt te moeten worden alle vieren(de) Iaers / Los en(de) vry van alle vyffde, xe xxe hondertste meerdere en(de) mindere | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 240]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
penn(ingen) en(de) van alle andere hoedanige Lasten Impositien egheene wtgenomen oft gereserueert / Item geeft en(de) maect Cornelis diericxssen heuren broedere en(de) marie diericxssen heurer sustere / voor een prelegaat alle en(de) Iegel(icke) de goeden ruerende en(de) onruerende haeffel(icke) ende erffl(icke) / huysen gronden van eruen ende erffrenten / heur Testatrice Iegenwoirdel(icke) alomme In hollant toebehoirende ende die heur aldaer noch selen comen te versteruen / mitsgaders oyck alle de ghene die sy aldaer sal coopen en(de) vercrygen Ende dit al mits redenen heur Testatrice daer toe (soo sy verclaerde) porrende en(de) mouerende / Ende selen daer en bouen noch In heurer Testatrice andere resterende ouerschietende goeden / gelyck naebescreuenen wort paerten en(de) deylen / willen(de) ende ordonneren(de) sy Testatrice / Ingeualle de voors(chreven) Cornelis haer broeder oft marie heur sustere voor heur Testatrice quamen afflyuich te worden / dat dan de kinderen van alsulcke afflyuige selen representeren de plaetse van heuren afflyuigen vader oft moeder en(de) de voorn(oemde) goeden In plaetse van heuren voorn(oemde) ouders paerten en(de) deylen / Item laet en(de) maect Beatrix der voorss Cornelis haers broeders dochtere desomme van sessehondert Carolusgul(den) eens / omme heur terstont nae heurer Testatrice afflyuicheyt wt heure gereetste achtertelatene goeden betaelt en(de) wtgereyckt te worden / Item geeft laet en(de) maect Quinten Ianssen der voors(chreven) marie heurer suster soone / alle de platen by heur gemaect / ende vercregen naeder afflyuicheyt van(de) voors(chreven) wylen Ieronimus wellens diemen hiet cock heuren manne was mette drucksels Daer toe behoirende / Item maect der bussen vanden armen van(de) schilders vierentsestich gul(den) eens / Item geeft laet en(de) maect Sander Ianssen heuren Dienaer vyftich gul(den) tsiaers lyftochtrenten / tsynen lyue alleene geduerende / Ingaen(de) by sterffdaege van heur Testatrice / en(de) betaelt te moeten worden alle vierendeel Iaers / Los an(de) vry gelyck der voors(chreven) heurer moedere twee hondert gul(den) lyfftochtren(ten) / Item maect en(de) laet Sara Ianssen der voors(chreven) Sanders dochtere heure peete de somme van vyffentwintich gul(den) eens / Item maect en(de) Laet Grietken Willem Iacobsdochtere heure peete / de somme van eenhondert gul(den) eens / Item Laet ende maect Betteken Willem Iacobsdochtere heure sustere gelycke somme van Eenhondert gul(den) eens / Item geeft laet en(de) maect den erffgen(amen) van den voorn(oemden) wylen Ieronimus wellens diemen hiet cock de proprieteyt en(de) erfflickheyt heur competerende voor een derdendeel Ierst van Eenen huyse gen(oemd) Dleeuken Inde keyserstrate alhier gestaen / Item van Eenen huyse gen(oemd) sint Ioris gestaen en(de) gelegen aende Sierickput | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 241]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
alhier / Item van eene rente van acht gul(den) erff(icke) Diemen heffen(de) Is op een huys genaempt de verkeerde weerelt Inde keyserstrate alhier gestaen. Ende noch van eene rente van vyff gul(den) en(de) sesthien stuyuers erffl(icke) Diemen heffen(de) Is op een huys gen(oemd) de mollekens Inde cortegasthuysstrate gestaen / Ende dit met alle de huyshueren en(de) achterstellen daer aff theurer afflyuicheyt verschenen en(de) by heur Testatrice nyet ontfangen synde / Item laet ende maect Barbara Wellens diemen heet cock een silueren schale met een cocxken Daer Inne gesneden / weegen(de) omtrent negen onchen / Item laet en(de) maect hanse wellens diemen heet cock mathyssone wylen de somme van vyftich gul(den) eens / Item Laet en(de) maect Volcxken oeyens heure peete de so(mm)e van vyffentwintich gul(den) eens / Item laet en(de) maect margrie(te) schoyt heur Ionckwyff plach te syne / de somme van vyffentwintich gul(den) eens / Item laet en(de) maect Maeyken Geeraerts de Iode dochtere haer peete de somme van vyffentwintich gul(den) eens / Item geeft laet en(de) maect Bertelmeeuse de mompre ende syne huysvr(ouw)e de so(mm)e van vyftich gul(den) eens / Item laet en(de) maect Cornelia de mompre syne dochtere heure peete de somme van vyff en(de) twintich gul(den) eens / Item maect Susanna alewyns henricxd(ochter)e haire peete de somme van vyffentwintich gul(den) eens / Item laet en(de) maect Diericke ph(i)l(ippu)s galleus sone heuren peteren de somme van vyffentwintich gul(den) eens / Item laet en(de) maect Iudith Augustyn Waryns dochtere heure peete de somme van vyff en(de) twintich gul(den) eens / Item laet en(de) maect Betteken hans quirincxssen dochtere heur peete de somme van vyffentwintich gul(den) eens / Item geeft laet en(de) maect Iacques meesen de so(mm)e van vyftich gul(den) eens / Ende aengaende alle en(de) Iegel(icke) heure andere goeden rueren(de) en(de) onrueren(de) haeffel(icke) en(de) erffl(icke) / huysraet cleederen Iuweelen gereede penn(ingen) gout en(de) siluer gemunt en(de) ongemunt / actien crediten en(de) schulden / alomme waer en(de) tot wat plaetsen die gelegen syn oft beuonden selen worden / ouerende bouen alle wettige schulden / legaten kercken rechten costen van wtvaerden en(de) andere lasten van heuren sterffhuyse / die geeft laet en(de) maect sy Testatrice voor deen derdendeel den voorgen(oemden) Cornelise diericx heuren broedere / voor tweede derdendeel der voorn(oemde) Marie diericx heurer sustere / en(de) voor tderde derdendeel Godeuaerde wettich sone wylen diericx diericxssen heurs broeders was / den seluen heuren broeder en(de) suster ende broeders sone daer Inne heure erffgen(amen) met trecht van Institutien Instituerende / Dies wilt en(de) ordonneert sy Testatrice dat de voorn(oemde) Godeuaert Diericxssen, de | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 242]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
goeden die hem byder afflyuicheyt van heur Testatrice eenichsins selen toecomen en(de) versteruen / nyet en sal mogen vercoopen / verthieren alieneren noch by testamente oft anderssins Daer aff mogen disponeren / voor en(de) aleer hy gecomen sal wesen totten ouderdom van achtentwintich Iaren / Ende Ingeualle hy voor syne xxviij Iaren / sonder wettige kinderen achter te laten quame afflyuich te worden / selen de voorn(oemde) goeden voor deen helft versteruen opden voorn(oemden) Cornelise diericx heuren broedere en(de) voor dander helft opder voorn(oemde) Marie dierix heurer sustere oft by gebreke van hen op huerlieder wettige kinderen / Willen(de) oyck sy Testatrice Ingeualle de voors(chreven) Cornelis haer broeder oft marie heur sustere oft oyck de voors(chreven) Gouaert diericxssen voor heur quamen afflyuich te worden / Dat alsdan heure kinderen selen representeren de plaetse van heuren afflyuigen vader oft moeder en(de) In heure plaetse paerten ende deylen / Wel verstaen(de) Ingeualle de voors(chreven) Marie heure sustere voor heur quame afflyuich te wordene / ende Dierick Ianssen heur sone oft Iemant van desselfs Diericx kinderen alsdan In leuene ware / Dat sy Testatrice wilt en(de) ordonneert / dat de selue Dierick ende syne kinderen wt heuren sterffhuyse selen moeten blyuen / Latende en(de) makende der seluen Diericke oft by gebreke van hem syne kinderen alle tghene deselue Dierick Ianssen beuonden sal worden heur Testatrice theurer afflyuicheyt schuldich te syne / en(de) Daer toe noch de Somme van hondert gul(den) eens / Die hem oft synen kinderen wt heure gereetste goeden wtgereyckt selen worden / waer mede de voors(chreven) Dierick oft syne kinderen hem te vreden selen moeten houden / sonder der saken van heuren testatrice goeden / yet meer te mogen heysschen oft pretenderen te willen hebben In eeniger manieren / Item ingeualle Iemant wie hy ware tegens desen heuren testamente quame oft dade en(de) hem daer tegens by eenige wegen directel(icke) oft Indirectel(icke) opponeerde / wilt en(de) ordonneert sy Testatrice / dat alsulcken opponent oft opponenten daer mede sal verbeuren en(de) teeuwigen Dagen gepriueert blyuen van allen tghene hen wt crachte van desen heuren testamente soude mogen toecomen ende versteruen / Gevende en(de) Latende alsulcken verbeurde partie heuren goetwilligen geinstitueeerden erffgen(amen) desen heuren wtersten wille en(de) testament achteruolgende en(de) van weerden houdende / Ende omme dat dit heur testament en(de) wtersten wille soude volbracht en(de) tot behoirlicker executien gestelt worden / en(de) de voorn(oemde) Godeuaert diericxssen heuren neue van testamentel(icke) momboiren versien soude wesen / soo heeft sy Testatrice genoempt gecosen en(de) gedeputeert noempt kiest ende deputeert by desen voor Executeurs ende | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 243]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Testamenteurs van desen heuren testament en(de) wtersten wille oyck voor testamentel(icke) momboiren van(de) voorn(oemde) Godeuaerde diericxssen / den voorn(oemde) Cornelise diericxssen heuren broedere en(de) Iacobe aertssen heuren swagere / Geuende hen volcomen macht ende authoriteyt om dit heur testament te stellene tot behoirlicker executien en(de) de goeden des voors(chreven) Godeuaert diericxssen te regerene en(de) tadministrerene / Sonder den weesm(eeste)ren deser stadt oft Iemanden anders eenigen Inuentaris staet rekenen(inge) oft bewys te maken doen oft ouergeuen / In eeniger manieren / Geuende Latende en(de) makende elcken van(de) voorn(oemde) Executeurs en(de) testamentel(icke) momboiren voor hen moeyte eenen silueren beker van vier ponden vleems eens / Ende In geualle Iemant van(de) voorn(oemde) Executeurs en(de) testamentelicke momboiren quame afflyuich te wordenen oft den last van desen refuseerde taccepteren / sal de lancxtleuen(de) en(de) den last accepterende eenen oft meer andere Indes afflyuigens oft Refusants stede mogen stellen en(de) surrogeren / hebben(de) gel(icke) macht ende salaris als Dafflyuige oft refusant Dit seyde de voors(chreven) Testatrice te syne heur testament en(de) wtersten wille willende en(de) ordonnerende tselue alsoo volbracht en(de) onderhouden te worden / Versueckende de voorn(oemde) Testatrice aen my bouengen(oemd) Notaris heur hier aff gemaect te wordene een oft meer openbaer Instrument oft Instrumenten In behoirlicker formen. Actum binnen der voorn(oemde) stadt van Antwerpen Inden woonhuyse van haer Testatrice gen(oemd) de vier winden byde Arenberghsche straten / Ter p(rese)ntien van Artus van Vissenaken e(nde) hanse Cornelissen Clerck Inder Secretarien der voorss stadt als getuygen daer toe versocht By my
Van(den) Bossche Not(ari)s pub(li)cus s(ub)s(cripsi)t volckxken dierickxsen randnoot: factum | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bijlage 3
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 244]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hebbende / Bekende ende verlyde Dat sy by maniere van codicille oft additie totten testamente ende wtersten wille by heur opten xvijen Octobris ao xveLxxxj voor my bouengen(oemde) notaris In p(rese)ntien van getuygen bekent en(de) gepasseert (Tselue heur testament en(de) wtersten wille In allen synen poincten e(nde) clausulen deser codicillen nyet contrarierende alnoch Lauderende approberende) gemaect geordonneert en(de) gewilt heeft tghene nauolght / Willende tselue Iure codicillorum vast en(de) van weerden gehouden te wordene Als te wetene dat Cornelis Diericxssen heuren broedere en(de) Marie Diericxssen heure sustere In stede van het prelegaet van alle en(de) Iegelycke de goeden ruerende ende onrueren(de) haeffelicke en(de) erfflicke huysen gronden van eruen en(de) erffrenten heur Codicillatrice ten tyde van Dmaken van(de) voorn(oemde) heuren testamente alomme In hollant toebehoirende en(de) die heur aldaer noch souden comen te versteruen / mitsgaders oyck alle de ghene die sy aldaer soude coopen ende vercrygen / by heur Codicillatrice den voorn(oemden) heuren broeder en(de) suster gemaect / maer alleenlicken en selen hebben ende genyeten alle de onrueren(de) ende erfflicke goeden huysen gronden van eruen ende erffrenten heur alomme In hollant ten tyde van Dmaken van(den) voorn(oemden) heuren testamente toebehoirende sonder voordere / De dispositie van(de) voorn(oemde) prelegaat voor soo vele aengaet alle en(de) Iegelicke de ruerende e(nde) haeffelicke goeden / mitsgaders oyck derffgoeden huysen gronden van eruen en(de) erffrenten die heur alnoch In hollant souden comen te versteruen mitsgaders oyck alle de ghene Die sy Codicillatrice aldaer soude coopen ende vercrijgen / derogerende ende te nyete Doende by desen / Ende dat al mits sekere redenen ende motiuen heur daer toe (soo sy verclaerde) porrende en(de) mouerende / Geuende laten(de) ende makende voorts sy Codicillatrice Adriaentken cocx Michielssone heuren peteren de somme van vijffentwintich gul(den) van twintich stuyuers tstuck / eens / Van alle Dwelck de voorn(oemde) Codicillatrice versocht aen my bouengen(oemde) notaris heur gemaect te wordene een oft meer openbaer Instrument oft Intrumenten In behoirlicker formen / Aldus gedaen ende gepasseert binnen der voorn(oemder) stadt van Antwerpen Inden woonhuyse van heur Codicillatrice gen(oempt) de vier winden Inde gasthuysbeempten gestaen Ter p(rese)ntie van Iacobo meesen creemere en(de) Ianne cornelissen Clerck Inde secretarien alhier als Getuygen daer toe versocht By my Van(den) Bossche Not(ariu)s pub(li)cus s(ub)s(cripsi)t Volckxken dierickxsen randnoot ter hoogte van de vijfde laatste regel: factum | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 245]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bijlage 4
|
(1) | Ierst seuen hondert boecken soo aen historien als enckel bladeren den boeck tot achthien stuyers / |
(2) | Item dertich vande groote Iachten elck sesse bladeren |
(3) | Item sessenvyftch van tgeloove elck vier bladeren e(nde) voorts noch dobbel bladeren van diuersche soerten / bedrage(nde) tsamen mette voors(chreven) dertich Iacht(en) en(de) sessenvyftich van tgeloove / vyftienhondert tnegentich bladeren tot twee blancken tstuck / |
(4) | Item twee hondert seuenenviertich mediaen bladeren tot twee blancken tstuck / |
(5) | Item twee hondert enenvyftich dobbel dobbel tot drye stuyuers tstuck / |
(6) | Item dryentwintich serpenten floris tot acht stuyuers tstuck |
(7) | Item achthien concilien tot acht stuyuers tstuck |
(8) | Item negenthien scholen tot acht st(uivers) tstuck |
(9) | Item negen affnemingen Lombardus tot vier st(uivers) tstuck |
(10) | Item elff balen tot vier st(uivers) tstuck |
(11) | Item negen Iachten bol tot drye st(uivers) tstuck |
(12) | Item thien boeren kermissen tot drye st(uivers) tstuck |
(13) | Item vier verryssenissen ff floris tot vier st(uivers) tstuck |
(14) | Item Elff kersnachten tot sesse st(uivers) tstuck |
(15) | Item een Missana tot vier st(uivers) |
(16) | Item drye Termen decclessiana tot twee gul(den) thienst(uivers) tstuck |
(17) | Item negen schilders boecken tot tweelff stuyuers tstuck |
(18) | Item sesse Faesboecken tot vyff stuyuers tstuck |
(19) | Item vyffentwintich apostel boecken Swauius tot vyff stuyuers tstuck |
(20) | Item dryentwintich apostel boecken Lombardus tot vyff st(uivers) tstuck |
(21) | Item viethien compertement boecken Benedictus tot thien st(uivers) tstuck |
(22) | Item vierentwintich Lantschapboecken tot acht st(uivers) tstuck |
(23) | Item seuenentwintich Lantschapboecken tot negen st(uivers) tstuck |
(24) | Item vierentwintich prospectiueboecken tot acht st(uivers) tstuck |
(25) | Item tweelff copertementboecken vriese tot acht st(uivers) tstuck |
(26) | Item vierthien copertementboecken vriese tot sesse stuivers tstuck |
(27) | Item vierentsestich copertementboecken mette hietorikens tot seuen stuyers tstuck |
(28) | Item vyffenviertich copertementboecken Iacques floris tot sessest(uive)rs tstuck |
(29) | Item vierentwintich Rouijn boecken tot ix st(uivers) tstuck |
(30) | Item vyffentwintich planeetboecken tot vier st(uivers) tstuck |
(31) | Item sesthien sepulture boecken tot tweelff st(uivers) tstuck |
(32) | Item derthien prospectiue boecken tot tweelff st(uivers) tstuck |
(33) | Item seuenthien groote caerten van Duytslant to xxiiii st(uivers) tstuck |
(34) | Item tweentwintich caerten van theylich lant tot vierthien st(uivers) tstuck |
(35) | Item vyffentwintich caerten van America tot acht st(uivers) tstuck |
(36) | Item drye nederlantsche caerten tot sesse st(uivers) tstuck |
(37) | Item twee spaensche caerten tot sesse st(uivers) tstuck |
Actum binnen der voorn(oemde) stadt van Antwerpen Inde woonhuyse
van(de) voorn(oemde) Iouffr(ouw)e Volcxken Diericx gen(oemd) de vier winden Inde gasthuysbeemden gestaen ter p(rese)ntien van Iacobe meesen creemere en(de) Ianne cornelissen Clerck Inder Secretarien als getuygen daer toe versocht / By my
Van(den) Bossche Not(ariu)s pub(li)cus s(ub)s(cripsit) randnoot: Dup(le)x factum
Documents d'archives se rapportant à Volcxken Diercx, veuve de Jérôme Cock
L'important éditeur d'estampes anversois, Jérôme Cock, mourut, sans laisser d'enfants, en 1570. Sa veuve Volcxken Diercx, qui se remaria avec un certain Lambert Bottin, continua le commerce. Elle devint veuve une seconde fois, certainement avant 1581, et vécut jusqu'en décembre 1600. Les documents d'archives publiés et commentariés ici sont les suivants:
1. | le testament de Jérôme Cock et de son épouse Volcxken Diercx, 25 janvier 1569. |
2. | le testament de Volcxken Diercx, 17 octobre 1581 |
3. | codicille au testament de Volcxken Diercx (17 octobre 1581), 14 septembre 1582 |
4. | convention entre Volcxken Diercx et Bartholomeus de Mompere concernant le vente d'un nombre d'estampes, 24 septembre 1582. |
Ces documents nous donnent des renseignements utiles du point de vue de l'histoire de l'art et sur la personnalité de Volcxken Diercx. A côté de quelques données sur Matthijs Cock, le frère de Jérôme, le peintre malinois Gérard Oeyens et Bartholomeus de Mompere, ces actes, surtout le dernier, nous fournissent des informations sur le sort du fonds de cuivres et d'estampes de Jérôme Cock, sur le commerce des estampes, sur le goût des amateurs qui semblent surtout attirés par des oeuvres italianisantes, sans se désintéresser pour autant des paysages, des ornements, d'oeuvres de type documentaire. L'histoire' du fonds de Cock ne pourra être complétée que par l'examen de l'inventaire des biens que Volcxken Diercx laissa à sa mort et qui comportent encore un très grand nombre de cuivres et d'estampes. L'auteur se propose de publier cet inventaire dès qu'elle en aura l'occasion.
- voetnoot1
- Antwerpen, Stadsarchief, Not. 2860, 1601.
- voetnoot2
- Hierbij gaat mijn dank naar Dr. C. van de Velde die me op het spoor bracht van deze documenten, eveneens naar Dr. H. de Schepper, die me behulpzaam was bij het oplossen van paleografische moeilijkheden alsook naar Dr. C. Wyffels, Rijksarchivaris en Dr. J. van Roey, standsarchivaris van Antwerpen, die mijn practisch werk vergemakkelijkten.
- voetnoot3
- Antwerpen, Stadsarchief, Not. 548, fol. 34 recto-36 verso.
- voetnoot4
- Antwerpen, Stadsarchief, Not. 3640, fol. 6 recto-7 verso en 98 recto.
- voetnoot5
- Antwerpen, Stadsarchief, Not. 3641, fol. 31 recto-verso.
- voetnoot6
- Antwerpen, Stadsarchief, Not. 3641, fol. 10 recto-verso.
- voetnoot7
- F. Prims, ‘Kamerijk en Antwerpen’, in Antwerpiensia, XVIII (1948), pp. 34-37.
- voetnoot8
- L. Voet, De gouden eeuw van Antwerpen. Bloei en uitstraling van de Metropool in de zestiende eeuw, Antwerpen, Mercatorfonds, 1973, pp. 436-438.
- voetnoot9
- De Liggeren en andere historische archieven der Antwerpsche Sint Lucasgilde, onder zinspreuk ‘Wt ionsten versaemt’, afgeschreven en bewerkt door Ph. Rombouts en Th. van Lerius. Deel I. Antwerpen, F. Baggerman, 1872, p. 209.
- voetnoot10
- Karel van Mander, Het schilder boeck waerin... Tweede uitgave, t'Amsterdam, by Jacob Pietersz Wachter, 1618. fol. 152 verso.
- voetnoot11
- K. van Mander, op. cit., fol. 126 verso; J.A. van De Graaf, Het De Mayerne Manuskript als bron voor de schildertechniek van de barok, Mijdrecht, drukk. Verweij, 1958, pp. 14-15.
- voetnoot12
- R.-A. d'Hulst, De tekeningen van Jakob Jordaens. Bijdrage tot de geschiedenis van de XVIIe-eeuwse kunst in de Zuidelijke Nederlanden, Brussel, Paleis der Academiën, 1956, p. 23.
- voetnoot13
- K.G. Boon, ‘De tekenaar van het Errera-schetsboek’. in Bulletin (van de) Koninklijke Musea voor Schone Kunsten, 1955, 1-3 (Miscellanea E. Panofsky), pp. 215-229.
- voetnoot14
- L. Lebeer, Beredeneerde catalogus van de prenten naar Pieter Bruegel de Oude, Brussel, Koninklijke Bibliotheek Albert I, 1969, nr. 9.
- voetnoot15
- E. Neeffs, Histoire de la peinture et de la sculpture à Malines. dl. I. Gent, E. Vanderhaeghen, 1876, p. 308.
- voetnoot16
- F.W.H. Hollstein, Dutch and Flemish Etchings, Engravings and Woodcuts, ca. 1450-1700, Amsterdam, M. Hertzberger, 1949- , dl. IV, p. 190, nrs. 482-509.
- voetnoot17
- F. Prims en M. Verbeeck, Antwerpsch straatnamenboek. Tweede druk, Antwerpen, De Nederlandsche Boekhandel, 1938, p. 277.
- voetnoot18
- F. Prims en M. Verbeeck, op. cit., p. 167.
- voetnoot19
- A.J.J. Delen, Histoire de la gravure dans les anciens Pays-Bas et les provinces belges des origines à la fin du XVIIIe siècle. Dl. II: Le seizième siècle, 2: Les graveurs d'estampes, Paris, Librairie nationale d'art et d'histoire, 1935, p. 61.
- voetnoot20
- L. Lebeer, ‘Propos sur l'importance de l'étude des éditeurs d'estampes, particulièrement en ce qui concerne Jérôme Cock’. in Revue belge d'Archéologie et d'Histoire de l'art, XXXVII (1968), pp. 99-135, p. 109.
- voetnoot21
- B.L.D. Ihle in haar inleiding tot de catalogus van de tentoonstelling ‘Zuid-Nederlandse grafiek uit de zestiende eeuw’, Rotterdam, Prentenkabinet, Museum Boymans-van Beuningen, 1965, p. 8.
- voetnoot22
- Zie mijn bio-bibliografische noot over hem in het Nationaal Biografisch Woordenboek, dl. III (1968), kol. 386-393.
- voetnoot23
- Zie beneden p. 225 en p. 233.
- voetnoot24
- Dit werd me in 1967 door Dr. Van Roey meegedeeld, maar de referentie raakte zoek en werd nog niet teruggevonden.
- voetnoot25
- In 1506, 1517 en 1523: zie J. Yernaux, ‘Lambert Lombard’, in Bulletin de l'Institut archéologique liégeois, LXXII (1957-1958), p. 316.
- voetnoot26
- Liggeren, op. cit., dl. I, p. 246.
- voetnoot27
- A.J.J. Delen, op. cit., p. 150, citeert dit stuk (Plantin-Archief XLI, fol. 2 verso).
- voetnoot28
- A. Janssens, Sint-Pauluskerk te Antwerpen en haar kunstbezit, Antwerpen, Drukk. E. Stockmans & Co N.V., 1971, p. 13.
- voetnoot29
- De 5de, 10de en 100ste penning waarover sprake in the tekst werden respectievelijk in 1579, 1579 en 1577 ingevoerd. Zie: F. Prims, Beelden uit den Cultuurstrijd. II. Antwerpen - Brussel - Gent - Leuven, Standaard Boekhandel, 1943 (= Antwerpiensia, XVI (1943)), p. 351-352.
- voetnoot30
- P. 266.
- voetnoot31
- Zie boven p. 217.
- voetnoot32
- Mogelijk de dochter van Gerard Oeyens die in het testament van 1569 voorkomt: zie boven, p. 218.
- voetnoot33
- Gerard de Jode is zeer waarschijnlijk de graveur, drukker en uitgever (1509-1591) die in Antwerpen werkzaam was.
- voetnoot34
- Zie beneden, p. 225.
- voetnoot35
- Zeer waarschijnlijk de graveur die voor H. Cock werkte voor hij zelf zijn eigen uitgeversbedrijf oprichtte (1537-1612).
- voetnoot36
- F. Prims en M. Verbeeck, op. cit., p. 364.
- voetnoot37
- Hollstein, op. cit., dl. IV, p. 189, nr. 364; L. de Pauw-De Veen, catalogus van de tentoonstelling ‘Hieronymus Cock, prentenuitgever en graveur 1507?-1570’, Brussel, Koninklijke Bibliotheek Albert I, 1970, p. 80, nr. 188.
- voetnoot38
- Zie boven, p. 217 en 219.
- voetnoot39
- Middelnederlandsch Handwoordenboek, bewerkt door J. Verdam. Onveranderde herdruk en van het woord Sterne af opnieuw bewerkt door C.H. Ebbinge Wubben: 's-Gravenhage, M. Nijhoff, 1949.
- voetnoot40
- Zie beneden, p. 225.
- voetnoot41
- Op. cit., p. 193 en p. 287.
- voetnoot42
- Zie boven, p. 220 en beneden, p. 233.
- voetnoot43
- Zie boven, p. 224 en beneden, p. 233.
- voetnoot44
- Zie over hem o.a.: U. Thieme und F. Becker, Allgemeines Lexikon der bildenden Künstler von der Antike bis zur Gegenwart. Dl. XXV, Leipzig, W. Engelmann e.a., 1931, p. 51; F.W. Hollstein, op. cit., dl. XIV, p. 72; L. de Pauw-De Veen, ‘Cornelis Metsijs of Bartholomeus de Mompere?’ in Album amicorum J.G. van Gelder, 's-Gravenhage, M. Nijhoff, 1973, pp. 248-250.