laatste mogen hier even vermeld worden in de orde dat zij relevant zijn voor de achtereenvolgende bijdragen.
De samenwerking tussen de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde en de Koninklijke Bibliotheek van België heeft het Ministerie van Nationale Opvoeding en Cultuur ertoe gebracht de heer J. Deschamps ter beschikking te stellen van een onderneming waartoe een lange ervaring hem bijzonder geschikt heeft gemaakt, nl. de publikatie van de catalogus van Middelnederlandse handschriften van de Koninklijke Bibliotheek. Eindelijk wordt aldus de grondslag gelegd voor een systematische en oordeelkundige beschrijving van de rijkste verzameling Middelnederlandse handschriften ter wereld.
Zonder de Conferentie der Nederlandse Letteren zou de heer F. De Vrieze allicht thans nog geen verslag kunnen uitbrengen over het werk dat hij, samen met vakgenoten uit Nederland en België, tijdens de jongste jaren verricht heeft op het stuk van de Nederlandse lexicografie voor boek en bibliotheek.
Hoewel de bijdrage van de heer K.G. Van Acker, zoals trouwens de andere, de vrucht is van een lange persoonlijke arbeid houdt zij toch verband met de Commissie voor het uitgeven van de middeleeuwse handschriftencatalogi der Nederlanden, die onlangs werd opgericht in de schoot van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde.
Ten slotte zij hier nog eens de aandacht gevestigd op de bedrijvigheid van het Nationaal Centrum voor de Archeologie en de Geschiedenis van het Boek dat sedert jaren het materiaal verzamelt voor het lexicon der boekdrukkers en -verkopers in België in de 15de en 16de eeuw, waarover de heer L. Voet verslag uitbrengt. Dit Centrum werkt trouwens nog aan een aantal vorsingsprogramma's die van rechtstreeks belang zijn voor de historische studie van het boek: de catalogus van de gedateerde manuscripten die in België worden bewaard, de catalogus van de Zuidnederlandse drukken van 1541 tot 1600 (waarvoor het Noordnederlandse pendant bewerkt wordt in de bibliotheek van de heer H. de la Fontaine Verwey), de internationale bibliografie van de handschriften in samenwerking met het tijdschrift Scriptorium, de nationale bibliografie van de typografie in samenwerking met de Gulden Passer.