De Gulden Passer. Jaargang 39
(1961)– [tijdschrift] Gulden Passer, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 249]
| |||||||||||
VariaOp zoek naar letterspecimens: een oproepDe bedoeling van dit artikel is de lezers op te roepen un verzamelingen na te zien op het stuk van een categorie zeldzame en moeilijk om vinden druksels. Wij doelen hierbij op letterspecimens van lettergieterijen uitgegeven gedurende de 16e, 17e, 18e en 19e eeuwen. Deze letterproeven, meestal plano-drukken, soms zonder titel, zijn én zeldzaam - zij zijn veelal unicums - én lastig om vinden in een collectie waarmee men niet is vertrouwd. Zij zijn evenwel van groot belang voor een nauwkeurige studie van de ontwikkeling van de drukletter in onze streken. De eerste 16e-eeuwse letterspecimens, ons bekend, dateren van 1525 (Johannes Petri, Nuremberg), van c. 1550 (Nederlanden, waarschijnlijk van Françoit Guyot, Antwerpen) en van 1592 (Konrad Berner, Frankfort). Vanaf de 17e eeuw vergroot het aantal der specimens merkelijk. Niettemin is van ieder zelden meer dan één exemplaar bekend. Om al deze redenen is het opstellen van een repertorium van de in ons land bewaarde letterproeven uiterst gewenst. Fernand Baudin heeft in zijn Liste d'appel: Fonderies de caractères en Belgique au XIXe siècleGa naar voetnoot1. en in Les Fonderies Typographiques à Bruxelles au dix-neuvième siècle. Une liste d'appelGa naar voetnoot2. een eerste verdienstelijk overzicht gegeven van een hele reeks 19e-eeuwse Brusselse en Antwerpse firma's, waaronder wij vernoemen:
Baudin's lijst steunt hoofdzakelijk op de collecties van de Koninklijke Bibliotheek en Politie-archief te Brussel en van het Museum Plantin-Moretus te Antwerpen. Het is echter niet onwaarschijnlijk dat andere verzamelingen van ons land nog verschillende onvermoede specimens zouden kunnen bewaren. Vandaar deze oproep. Dat iedere goedwillende helpe. | |||||||||||
[pagina 250]
| |||||||||||
Voor de 16e, 17e en 18e eeuwen bestaat er op dit ogenblik een gedactylografieerde lijst die opgesteld werd door de goede zorgen van Prof. dr. W. Gs. Hellinga (Universiteit Amsterdam) en waarvoor de verzamelingen der grotere Nederlandse en Belgische bibliotheken werden geëxcerpeerd. In deze lijst, die, naar wij geloven eerlang zou worden gepubliceerd, komen niet minder dan een 170-tal specimens voor. Wij geven hieronder een overzicht der bijzonderste namen.
Ook hier blijft de oproep tot mededeling gelden. Des te meer omdat de Elfde Conferentie der Nederlandse Letteren (1961) in een van haar resoluties de regeringen van België en Nederland heeft gevraagd over te gaan tot de reproductie van deze letterproeven. Het is dus van belang zo volledig mogelijk ingelicht te zijn over de verschillende depots waar zulke letterproeven zouden te vinden zijn. Verschillende Europese landen zijn ons op deze weg reeds voorgegaan. Lijsten kennen wij van Marius AudinGa naar voetnoot1., van Ellic HoweGa naar voetnoot2., van Graham PollardGa naar voetnoot3. en van Gustav MoriGa naar voetnoot4.. Duitsland en Engeland publiceerden verschillende albums met reproducties. Alle welwillende mededelingen, waarvoor bij voorbaat oprechte dank, worden graag ingewacht bij de ondergetekende, Museum Plantin-Moretus, Vrijdagmarkt 22, Antwerpen. Dr. H.D.L. Vervliet. |
|