De Gulden Passer. Jaargang 32

[p. 7]

[De Gulden Passer 1954]

Een woord vooraf

Het bestuur van de ‘Vereeniging der Antwerpsche Bibliophielen’ beschouwt het als een eer en een genoegen jaargang 1954 van ‘De Gulden Passer’ te wijden aan de heer Mario Battistini.

Eerst en vooral als een blijk van hulde en genegenheid aan de onvermoeibare, te vroeg overleden vorser en geleerde - tevens lid van onze vereniging - die in een lange reeks studies op zulke meesterlijke wijze de historische betrekkingen tussen Italië en ons land heeft belicht.

Ten tweede om de intrinsieke waarde zelf van de bijdrage, die ons het onrustig zwerversleven ontvouwt van een uiterst belangwekkende, doch nog weinig bestudeerde humanistenfiguur.

Niettemin zou het bestuur geaarzeld hebben af te wijken van de beproefde traditie om een ganse jaargang te wijden aan één enkele studie, ware het niet dat de publicatie van het werk van de heer Battistini samenviel met de herdenking van een historische datum: in 1955 is het precies vier eeuwen geleden dat Christoffel Plantin, de grote, zoniet de grootste typograaf der Nederlanden, zijn drukkersloopbaan op waardige wijze inzette met La institutione di una fanciulla nata nobilmente - L'institution d'une fille de noble maison van de hand van Jean Michel Bruto.

Met de publicatie van de studie over Bruto en La Institutione di una fanciulla nata nobilmente kon derhalve de ‘Vereeniging der Antwerpsche Bibliophielen’ haar steentje bijdragen tot de voor 1955 voorziene Plantin-herdenking. Weliswaar met een jaargang gedagtekend ‘1954’, doch niettemin, volgens - helaas - een andere beproefde traditie, verschijnend in 1955.

[p. 8]

De schrijver zelf heeft aan dit posthuum werk niet de laatste retouches kunnen aanbrengen. Het was de redactie een aangename plicht dit voor hem te doen, doch daar het vrijwel ondoenlijk is zich volledig in de plaats te stellen van de auteur zelf, bieden wij bij voorbaat onze verontschuldigingen aan voor eventuele onnauwkeurigheden die ons mochten zijn ontsnapt.

Een laatste woord van dank wensen we te betuigen aan juffrouw S. Clerckx en aan de heer R. De Belser, assistenten aan het Museum Plantin-Moretus, die zo bereidwillig zijn geweest de index der personen te compileren.

De redactiesecretaris,

Dr L. Voet.