De Gulden Passer. Jaargang 30
(1952)– [tijdschrift] Gulden Passer, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 38]
| |||||||||||||||
Over de eerste twee drukken van ‘Het wonderjaer’ van Hendrik Conscience
|
Brussel, Koninklijke Bibliotheek, |
Antwerpen, Stadsbibliotheek, |
Antwerpen, Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven, |
Gent, Rijksuniversiteit. |
De oogst was vrij karig in deze openbare instellingen. Bijna altijd waren de Conscience's in ellendige toestand,... rotgelezen. Wel trof ik nu en dan een goed exemplaar aan, soms zelf een bizonder fraai, maar meestal was het slechts een troosteloze reeks vervuilde deeltjes in armzalige banden. Het negentiendeeuwse boek blijkt nu eenmaal een stiefkind te zijn.
En toch verschenen er in Vlaanderen, gedurende ‘le stupide dix-neuvième siècle’, boeken die, buiten hun literair belang, ook door hun uiterlijk aantrekkelijk zijn. Aldus, van Conscience, de eerste drukken van De Leeuw van Vlaenderen (1838), Hoe men Schilder wordt (1843), Wat een Moeder lijden kan (1844), Avondstonden, met zijn juweel van een omslag (1846), Blinde Rosa (1850), De Plaeg der Dorpen (1855) enz. Met genoegen vermeld ik hierbij ook Vlaemsche Dichtoefeningen (1858) en Gedichten, Gezangen en Gebeden (1862) van Guido Gezelle, Gedichten (1882) van Victor Dela Montagne, Lenteleven (1899) van Stijn Streuvels (uitgave De Praetere).
Deze boeken kunnen echter geen verzamelaar bekoren indien ze niet goed bewaard zijn.
Er zijn slechts drie toestanden in dewelke een bibliophiel ze zal willen bezitten:
1o Ingenaaid, met het originele omslag. Het ex. heeft aldus, door zijn zuiverheid, een onmiskenbaar charme, maar het moet met de grootste voorzichtigheid behandeld worden. Liefst beware men het in een étui.
2o In een latere band, de randen niet afgesneden (de kopsnede eventueel verguld), het omslag, indien mogelijk compleet met de rug, bijgebonden. Wat de Fransen noemen ‘relié sur brochure’. Het ex. is dan veel minder kwetsbaar. De band kan een cachet van de tijd krijgen door een gepaste keuze van leder en décor.
3o In een goede band uit de tijd. De sneden zijn dan verguld, gemarmerd of gestipt en het omslag mag ontbreken bij werken vóór 1875 verschenen. Mijn voorkeur gaat naar deze toestand. Ik wil graag het omslag missen voor een band uit de tijd. Wel te verstaan indien hij met vakkennis en liefde gemaakt is. Deze conditie is, jammer genoeg, veruit de zeldzaamste. Enkele werken van Conscience verschenen in een bedrukte papband. Andere, tussen 1843 en 1851, vindt men soms in een zeer aardige linnen uitgeversband met verguld décor.
Het is vanzelfsprekend dat voor de drie toestanden de regel niet absoluut is. Een uitzondering kan - en moet - gemaakt worden voor een zeldzaamheid, een exemplaar met correctie's of opdracht van de auteur.
In 't wonderjaer. 1837 Oorspronkelijke Uitgave
IN 'T // WONDERJAER // (1566) // [een filet] // HISTORISCHE TAFEREELEN // UIT DE XVIe EEUW // DOOR // HENDRIK CONSCIENCE // VOORZITTER VAN DEN ANTWERPSCHEN // KUSTENAERSKRING // EN LID DER ANTWERPSCHE REDERYKKAMER. // [een vignet: masker met bazuin en boek] // ANTWERPEN // TER DRUKKERY VAN DE WEDUWE J.S. SCHOESETTERS. // 1837.
220 × 132 mm.
[4], 191, [1] blz.; in de meeste ex. 10 platen, elk door een zijdepapier beschut.
Titelpagina | [1] |
Wit | [2] |
Opdracht: ‘Uit dankbaerheid opgedragen aen den Heer Gustaf Wappers [,] 's Konings Schilder [,] Ridder der Orde Leopold en Saxe-Cobourg-Gotha [,] door Hendrik Conscience.’ | [3] |
Wit | [4] |
Voorwoord, [ondertekend:] ‘De Schryver.’ | [I]-IV |
Tekst | [5]-191 |
Wit | [192] |
De 10 platen, een voor elk hoofdstuk, zijn ondertekend door [K.] Venneman, [K.] Schippers, [E.] Noterman, [Fr.] Melzer, [Eug. De] Block, [H.] Lieffers, [C.] De Smet, [L.] Carolus, [J.] Ruyten en [Joz.] Correns. Ze dragen tevens de signatuur van de lithograaf, M.J. De Prins. Een zijdepapier beschermt elke plaat.
De blz. 154 en 174 zijn bij vergissing 254 en 274 genummerd.
OmslagGa naar voetnoot(1)
Okergeel papier, zwartgedrukte litho's (niet gesigneerd)Ga naar voetnoot(2), binnenzijden met wit papier beplakt.
Blz. 1. Een gothisch portaal waarin, vrij onduidelijk te lezen is: ‘HISTORISCHE // TAFEREELEN // (1566) // door // H. CONSCIENCE // (1836)’. Blz. 2, 3. Beplakt met wit papier dat grover is dan dat van het boek.
Blz. 4. Een waterput met smeedwerk herinnerend aan die van de Handschoenmarkt, te Antwerpen.
Rug. Onbedrukt.
Er werden 3 soorten exemplaren gedrukt:
1o | op gewoon papier, de platen op Chinees papier en opgeplakt. Aldus was het grootste deel der oplage. |
2o | op gewoon papier en zonder platen. Fr. De PotterGa naar voetnoot(3) schrijft bij de vermelding van de eerste druk: ‘en 10 platen voor een gering aantal afdruksels’. Dit strookt niet met mijne bevindingen. Op 30 ex. trof ik er slechts 2 aan zonder illustratie. |
3o | op zwaar papier van Whatman, de platen op Chinees papier en opgeplakt. Deze oplage blijkt zeer beperkt. |
Bij ongeveer de helft van de exemplaren is het voorwoord eigenhandig door Conscience ondertekend. In de studie van J. Staes en J. De SchuyterGa naar voetnoot(4) lezen we: ‘Het boek werd op 500 exemplaren gedrukt, en in alle werd de voorrede, zooals de boezemvriend des schrijvers, wijlen de heer J.A. De Laet, ons heeft verzekerd, door Conscience, met zijnen naam onderteekend. Wij kunnen echter verklaren, in den ouden boekhandel en in de boeken-
veilingen, schier zooveel ongeteekende als geteekende exemplaren te hebben aangetroffen. Moet hier aan eene onkieschheid van den drukker worden gedacht, of hebben wij met eenen letterlijken namaak te doen, zooals wij meer dan eens hebben hooren bevestigen, en die in of omtrent 1846 in 't geheim zou vervaardigd zijn, lang nadat de schrijver de richting van zijn boek had veranderd? Dit vraagpunt is tot nu toe niet opgehelderd.’
Het lijkt me logisch het ontbreken van de handtekening enkel aan een nalatigheid van Conscience toe te schrijven en wel om de volgende redenen: 1o Moest de zogenaamde namaak 9 jaar later gedrukt zijn, dan zou men toch enig onderscheid merken, zowel in het papier, als in de typographie of de illustratie. Een minutieuse vergelijking van ex. met en zonder signatuur liet me geen enkel verschil ontdekken. 2o Bij de oplage op zwaar papier (die waarschijnlijk speciaal voor de auteur gedrukt werd) treft men eveneens niet gesigneerde voorwoorden aan. 3o Ook Phantazy en De Leeuw van Vlaenderen vindt men zonder de handtekening; voor deze werd toch nooit van namaak gerept.
Omslagen in gave toestand zijn zeldzaam. Bijna altijd zijn de titel en de naam van de auteur gedeeltelijk uitgewist.
De wijzigingen, die Conscience in de latere uitgaven aan zijn tekst bracht en de polemiek hierdoor uitgelokt, gaven aan het Wonderjaer van 1837 een zekere beruchtheid. Zodat, zeer vroeg al, de eerste druk gezocht werd. Op het schutblad van een ex. op gewoon papier vond ik: ‘payé 55 fr. en 1850’. Dat was toen een hoge prijs.
Een gedeelte van de oorspronkelijke tekeningen, n.l. die van Carolus, Correns, Lieffers, Melzer en Noterman, zijn vermeld in de Catalogus van de Conscience-Tentoonstelling van 1912Ga naar voetnoot(1), te Antwerpen. Ze waren toen eigendom van Mevr. M. Antheunis-Conscience.
De eerste prijsopgave voor het drukken van het Wonderjaer ontving Conscience op 25 October 1836Ga naar voetnoot(1). Het prospectus werd verspreid vanaf 12 November 1836 (ibid.). Het boek zelf verscheen in Mei 1837Ga naar voetnoot(2).
Van het prospectus (4 ongenummerde blz., 205 × 130 mm.), ken ik slechts één exemplaarGa naar voetnoot(3). Hier volgen enkele uittreksels van dit niet onaardig stuk.
‘Dat onze tael, in kracht en schoonheid, voor geene andere, van die der hedendaegsche volken, wyken moet, is door menigvuldige Dichtkundige werken gebleken.
Waerom dan altyd fransche boeken gelezen? - Waerom steeds fransche schryvers en drukkers bevoordeeldt? - Het antwoord is gegrond: Er zyn geene vlaemsche Prozaïsche werken.
Hier wordt UEd. zulk een werk, als er schynen te ontbreken aengeboden. Hetzelve is Uwer lezing waerdig.’
‘Gy, Belgen! die uwen naem met hoogmoed draegt: Gy, die de luisterryke bladen onzer Geschiedenis niet verzaken wilt, en de tael, welke gy op de borst uwer moeder geleerd hebt, niet voor de fransche wilt ruilen, aen u alleen zy dit werk toegewyd. Begunstigd dan den jongen Schryver, opdat hy niet moedeloos in de baen terug keere!
Voorwaerden.
Het werk zal een boekdeel in groot 8o uitmaken, en in eens uitgegeven worden, op goed papier en wel uitgevoerd. Tien steendrukplaten, door tien der voornaemste Schilders geteekend, zullen hetzelve versieren. Deze Kunstenaeren, door liefde tot de Moedertael aengedreven; hebben deze teekeningen, kosteloos willen vervaerdigen. Dezelve zullen op steen gebragt worden door den heer Michael De Prins, uitgever der teekeningen naer P.P. Rubens. Daerenboven zal den omslag met gothische versierselen verrykt zyn.
De prys der Inschryving is frs. 4, 25. Betaelbaer by de aflevering.
Na den 15n december, is de inteekening gesloten, en zal den prys tot vyf franken verhoogd worden: men verzoekt derhalve alle Liefhebbers onzer Vaderlandsche Letteren, hunne inschryving, vóór dit tydstip, op te geven, om naer het getal Inteekenaren de oplage des werks te kunnen regelen’.
Ex. op gewoon papier, met de platen:
IngenaaidGa naar voetnoot(1).
Antwerpen: H. Dirkx (prospectus bijgevoegd), F. Vander Loo. Halve band uit de tijd, zwart kalfsleder, versierde rug.
Antwerpen: Ch. Bellemans, Dr. L. Van Bogaert.
Ex. op gewoon papier, zonder platen:
Ingenaaid, gesigneerde eigenh. opdracht: ‘den Heere Dumon aengeboden’.
Antwerpen: Arch. en Mus. v.h. Vlaamse Cultuurleven.
Ex. op zwaar papier:
Volle band uit de tijd, groen kalfsleder; rug met goudversiering, geen nerven; op de platten een omlijsting van vergulde filets met hoekornamenten, tussen de filets een herhaald blinddrukmotief; vergulde sneden. Etiket van ‘E.H. Schaefer, Rel. de S.M. la Reine des Belges’. Ex-libris Ed. Ipers. Bizonder fraai ex.
Antwerpen: Arch. en Mus. v.h. Vlaamse Cultuurleven.
Moderne band, omslag bewaard, afgesneden randen, voorwoord niet gesigneerd.
Antwerpen: Stadsbibliotheek.
Ex. van Gustaf Wappers, eigenhandig en gesigneerd gelegenheidsgedicht (9 kwatrijnen), kopie van band uit de tijd, kort afgesneden randen.
Antwerpen: H. Dirkx.
Het wonderjaer. 1843
Tweede Uitgave, herzien en gedeeltelijk oorspronkelijk
HET // WONDERJAER // (1566) // HISTORISCHE TAFEREELEN // UIT DE XVIe EEUW // DOOR // HENDRIK CONSCIENCE. // [een vignet: romantisch ornament met een vogel] // ANTWERPEN, // TER DRUKKERY VAN L.J. DE CORT. // 1843.
200 × 128 mm.
[6], 206 blz.
Voorhandse titel | [1] |
Wit | [2] |
Titelpagina | [3] |
Wit | [4] |
Opdracht: ‘Uit dankbaerheid opgedragen aen den Heer Ridder Gustaf Wappers [,] 's Konings Schilder.’ | [5] |
Wit | [6] |
Tekst | [1]-206 |
Omslag
Lichtgroen papier, zwarte druk, binnenzijde met wit papier beplakt.
Blz. 1. De titelopgave omlijst door een spel van een enkel en een dubbel filet. In het midden een vignet: landelijke attributen met tamboerijn en bazuin. Blz. 2. Beplakt met het eerste blad van het katern van het voorwerk.
Blz. 3. Beplakt met een afzonderlijk wit blad.
Blz. 4. Onbedrukt.
Rug. ‘HENDRIK // CONSCIENCE // HET // WONDERJAER // 1843’.
Deze uitgave geeft voor de eerste keer de tekst van het zogenaamd Rooms Wonderjaer, in tegenstelling met het Geuzen-Wonderjaer van 1837. Kapittel VII is de helft langer geworden. De hoofdstukken VIII en IX hebben bijna niets gemeens met die van 1837 en het laatste hoofdstuk werd totaal herschrevenGa naar voetnoot(1).
In 1881 verschafte Conscience aan Georges EekhoudGa naar voetnoot(2) uitleg over deze veranderingen. Toch bleek, na bijna 40 jaar, zijn geheugen niet meer vast, wanneer hij aan Eekhoud zegde: ‘Puis, enfin, je remplaçai dans la célèbre ronde de l'époque, le “Sa pater kiest hier”, qui ferme le volume, le mot kussen par celui de groeten dans le passage suivant:
In het Wonderjaer van 1843 is ‘Sa pater kiest hier’ helemaal weggevallen. Wel vindt men er, evenals in de uitgave van 1837,
het liedje van het ‘loose visschertje’. En hier werden de kussen veranderd in groeten.
Deze belangrijke, tweede uitgave is zeldzamer dan de eerste. Blijkbaar was ze niet van eerstaf een verzamelingsobject. Ingenaaid, met het omslag in fraaie staat, is ze vrijwel onvindbaar. Ik ken geen goed ex. in band van de tijd.
Ingenaaid.
Antwerpen: Arch. en Mus. v.h. Vlaamse Cultuurleven.
Gent: Rijksuniversiteit.
- voetnoot(1)
- De terminologie baarde me hierbij zorgen. De Franse uitdrukkingen ‘premier’ en ‘second plat de la couverture’ zijn niet zomaar te vertalen. ‘Vóór- en achterplat’ blijken, in het Nederlands, enkel bij het gebonden boek in voege. Er is ook bezwaar tegen ‘vóór- en achterzijde van het omslag’ vermits elk op zichzelf nog een buiten- en binnenkant heeft. ‘Binnenkant van de vóórzijde’ doet b.v. zonderling aan. De Antwerpse drukkers gebruiken de termen ‘bladzijde 1, 2, 3, 4 van het omslag’, wat misschien niet fraai maar vast duidelijk is.
- voetnoot(2)
- De Catalogus van de Conscience-Tentoonstelling, Antwerpen, 1912, vermeldt onder nr. 375 een omslag waarbij staat: [Toegeschreven aan] Leys (H.).
- voetnoot(3)
- Fr. De Potter, Vlaamsche Bibliographie, Gent, 1893.
- voetnoot(4)
- Jos. Staes, Hendrik Conscience, bewerkt door J. De Schuyter, Maldeghem, 1908, blz. 9.
- voetnoot(1)
- Nummers 356, 357, 380, 382, 383.
- voetnoot(1)
- Résumé met data van Conscience's curriculum vitae. Dit eigenhandig geschreven stuk werd door Conscience opgesteld ten behoeve van Georges Eekhoud. Het wordt bewaard in het Arch. en Mus. voor het Vlaamse Cultuurleven, te Antwerpen, dossier C 34 D 1.
- voetnoot(2)
- Dr A. Jacob, Briefwisseling van, met en over Hendrik Conscience. Eerste deel, Gent, 1913, blz. 56.
- voetnoot(3)
- De Catalogus van de Conscience-Tentoonstelling (Antwerpen, 1912) vermeldt onder nr. 165: ‘Prospectus. In 't Wonderjaer. Antwerpen, Wwe J.S. Schoesetters, 1836. (Van den heer Edw. Ipers-Janssens)’. Dit ex. van het prospectus kon ik niet terugvinden.
- voetnoot(1)
- Onder ‘ingenaaid’ zijn ook vermeld de ex. in latere band met gave randen en bewaard omslag.
- voetnoot(1)
- Voor bizonderheden over deze tekstveranderingen raadplege men: Max Rooses, Nieuw Schetsenboek, Gent, 1882, blz. 314-318, en ook Pol De Mont, Hendrik Conscience, Gent 1883, blz. 161-166.
- voetnoot(2)
- Georges Eekhoud, Henri Conscience, Bruxelles, [1881], blz. 79-80.