| |
| |
| |
Bijdrage tot de bibliographie van Simon Verepaeus
door Dr M.A. Nauwelaerts
In de kathedrale kerk van Sint Jan Evangelist te 's-Hertogenbosch werd bij het altaar van de H. Wilgefortis begraven: Magister Simon Verepaeus, die volgens de woorden van het opschrift van de grafzerk een waardige kanunnik was, vele nuttige boeken had geschreven, bizonder vaardig was geweest in het opvoeden van de schooljeugd, stichter was van twee studiebeurzen en derhalve door dit alles een verdienstelijk man was geweest: ‘de rudiori iuventute quam optime meritus’; hij was gestorven in de ouderdom van 76 jaar op 10 November 1598Ga naar voetnoot(1).
Simon Verepaeus was geboren te Dommelen-bij-Valkenswaard (N. Br.), zoals hij zelf herhaaldelijk te kennen heeft gegeven, wanneer hij de voorreden van zijn boeken ondertekende als ‘Simon Verep(a)eus Dommelanus’. Zijn familienaam was Ver(r)eept, niet Verrypen, zoals Paquot het giste en zich vergiste. Tot in het jaar 1574 vinden we als schrijfwijzen: Verreept en Verrep(a)eus. Later treft men altijd Vereept en Verep(a)eus aan, behoudens een enkele uitzondering, die ook wel aan den typograaf kan toe te schrijven zijn. Wij hebben dan ook de schrijfwijze met één r verkozen, die trouwens de meest gebruikte isGa naar voetnoot(2).
| |
| |
Naar alle waarschijnlijkheid heeft Simon aan de kapittelschool te 's-Hertogenbosch Latijn geleerd; daarna is hij, zoals zijn jongere broer Hendrik, naar Leuven getrokken om er in de vrije kunsten te studeren. Hij promoveerde als leerling van het ‘paedagogium Porci’ tot ‘magister artium’ op 28 Maart 1545Ga naar voetnoot(1). Het is niet zeker of hij nog verder in de theologie heeft gestudeerd; men zou het misschien mogen besluiten uit de tekst van Valerius Andreas, waar deze schrijft: ‘quae (nl. de philosophie) illi ad Theologiam via’. Doch nergens hebben we van de hand van Verepaeus zelf de ondertekening S.T.B. of S.T.L. (Sacrae Theologiae baccalaureus of licentiatus) gezien.
Omstreeks 1550 is Verepaeus verbonden aan de kapittelschool van Hilvarenbeek (N. Br.), waar de toenmalige deken van het St. Pieters-kapittel, magister Nicolaus Busius (Buys) van Geertruidenberg, enige edele knapen onderwees. Van het archief van het Hilvarenbeekse kapittel is uit die tijd niets overgebleven; in 1649 ging alles over in de handen van de protestanten. Met Vereept waren er nog te Hilvarenbeek: Mr Jan Goossens en Mr Bernard Haeck. Deze laatste werd later meester te Bergen-op-Zoom, rector te Breda en tenslotte te Lier. Tijdens zijn onderwijs aan deze school heeft Vereept de eerste hand gelegd aan zijn schoolboeken. In de inleiding van zijn De epistolis latine conscribendis, zegt hij uitdrukkelijk, dat hij het boekje te Hilvarenbeek heeft samengesteld; de heruitgave van het vijfde deel van zijn Latijnse spraakkunst, Supplementa (1597), draagt hij op aan een zijner oud-leerlingen van toen, Frederik graaf van Renesse, heer
| |
| |
van Oostmalle; zijn boekje Praeceptiones de verborum et rerum copia wijdt hij later aan zijn oud-collega Haeck, en zijn Selectae phrases aan Jan Goossens.
Na enige jaren verlaat Vereept de kapittelschool van Hilvarenbeek. Zijn broer Hendrik was in 1564 benoemd tot landdeken van de parochie van St. Pieter aldaar; Simon wordt echter rector van het Thaborklooster te Mechelen. In welk jaar, is ons onbekend. Hij was er zeker vóór 1566, want in dat jaar moet hij uit de stad vluchten gedurende de troebelen van de beeldenstorm. Hij week uit naar Keulen, waar hij onderdak vond in het convict der jezuieten, die aldaar het ‘Collegium Tricoronatum’ bestuurden. Toen schreef hij het grootste gedeelte van zijn paedagogische werk, Institutionum scholasticarum libri tres, dat in 1573 bij Plantin te Antwerpen verscheen. Te Keulen leerde Verepaeus de methodes van opvoeding en onderwijs der jezuieten van dichtbij kennen, en deze paters hebben dan ook een grote invloed op zijn opvattingen uitgeoefend; zij hebben hem gestimuleerd tot het schrijven van schoolboeken.
Intussen had Vereept reeds het meest bekende van zijn stichtelijke werkjes geschreven, het Precationum piarum enchiridion, dat voor het eerst uitkwam bij J. Bellerus in 1565 en waarvoor hij de aantekeningen had kunnen gebruiken van een Antwerpsen priester, Cornelius van der Linden. Ook de eerste (thans verloren) en de tweede uitgave van zijn Grammatica Despauteriana waren reeds te Antwerpen bij A. Tilenius verschenen. De derde editie kwam van de persen van Plantin in 1571-2. Dit is het werk, dat voornamelijk de naam van Verepaeus zou doen voortleven bij het nageslacht. Het had bovendien dit voordeel, dat het door het eerste provinciale concilie van Mechelen, in 1570, werd aanbevolen als eenheids-spraakkunst voor de Latijnse scholen van de Mechelse kerkprovincieGa naar voetnoot(1). Daarom liet de bewerker op de titelpagina van zijn werk deze woorden drukken: ‘Decreto Synodi provincialis Mechliniensis statutum est, ut Vnica Despauterij Grammatica, in compendium contracta, in scholis praelegatur’Ga naar voetnoot(2).
| |
| |
In 1567 en 1569 schrijft Vereept telkens van uit HilvarenbeekGa naar voetnoot(1), maar op 9 April 1573 stelt hij, als rector of beneficiaat van het H. Kruisaltaar van St. Pieterskapittelkerk te Hilvarenbeek, twee kanunniken dezer kerk aan als zijn plaatsvervangersGa naar voetnoot(2). Vermoedelijk is hij dus kort daarop naar Mechelen teruggekeerd, waar inmiddels het Thaborklooster herrezen was na de vernieling van 1572. Te Mechelen sluit Vereept vriendschap met Mr. Lambertus Thomas Schenckels, die van 1574 tot 1588 rector was van de grootschool aldaarGa naar voetnoot(3). Bij de derde plundering van het Thaborklooster vlucht Vereept wederom weg en in Augustus 1580 is hij de gast van Adolf van Cortenbach, heer van Helmond, zoals blijkt uit de inleiding van het boekje De epistolis latine conscribendis. In het voorjaar van 1582 zwerft de magister in het Luikse en op 20 April 1582 schrijft hij van uit Bree in Limburg de voorrede van zijn De ingenuis scholasticorum moribus. In Mei 1583 woont hij reeds te 's-Hertogenbosch bij zijn ouden vriend Jan Goossens; in October 1587 koopt hij er een eigen huis; in 1589 wordt hij ‘canonicus sigillifer’ van het Bossche St. Janskapittel en einde van hetzelfde jaar wordt hij aangesteld als rector van de kapittelschool, waaraan hij vermoedelijk reeds als leraar was verbonden.
Zijn laatste levensjaren heeft Verepaeus besteed aan het onderwijs en aan zijn boeken. Te 's-Hertogenbosch gaf hij nog uit: Primae studiorum exercitationes (1585), Praeceptiones de figuris (1590), Copia (1590), hij bezorgde de uitgave van een werkje van zijn gewezen vriend Busius, die intussen al sedert vele jaren gestorven was, en hij herwerkte nog eens voor de laatste maal zijn eigen Grammatica in de jaren 1591 en volgende. Verepaeus had een rijk en werkzaam leven achter zich, toen hij stierf in 1598.
Als zijn drie voornaamste werken menen wij te mogen beschouwen het veel gebruikte Enchiridion, dat in het Nederlands,
| |
| |
Frans, Spaans en Duits werd vertaald; zijn Grammatica Despauteriana, die hem lang zou overleven, daar de laatste uitgave verscheen in 1864; tenslotte zijn groot theoretisch werk, de Institutiones, waarvan nog een verkorte heruitgave verscheen onder de titel Sciagraphia, een der werken, waaruit men het beste de geest en de methodes van de humanistische Latijnse school kan leren kennen.
De spraakkunst van Vereept was geen revolutionnair werk; zij sloot vrij goed aan bij de oudere traditie, die door Jan de Spouter (Despauterius) was opgenomen, maar waaraan deze veel verbeteringen had gebracht, dank zij zijn kennis van het klassieke Latijn en zijn bekendheid met de spraakkundige werken van de Italiaanse humanisten en dit van den Spanjaard Elio Antonio Martiñez de Lebrija, bekend onder de naam van Antonius Nebrissensis. Vereept heeft het werk van De Spouter nog tot groter volmaaktheid opgevoerd; zorgvuldig maakte hij gebruik van de verschillende werken op dit gebied door zijn voorlopers en tijdgenoten geschreven in de Nederlanden en elders. In zijn Institutiones verbergt hij zijn sympathie niet voor de ‘nieuwe’ methode, door Jan Costers van Brecht (Custos Brechtanus) voorgestaan, om te breken met de oude gewoonte der ‘octo partes orationis’ en de spraakkunst voor de leerlingen direct te laten beginnen met de declinaties en conjugaties. De verdienste van Verepaeus' werk is voornamelijk deze, dat dit schoolboek geheel is gegroeid uit de praktijk van het Latijnse onderwijs en niets theoretisch heeft; dat het steeds verbeterd is met al de gegevens van de schoolpraktijk; dat de auteur heeft weten te snoeien, te ordenen en te systematiseren; dat hij heeft willen schrijven voor schóólkinderen. Van zijn blijvende belangstelling voor dit schoolboek getuigen Vereept's brieven aan de ‘officina Plantiniana’ te Antwerpen. We horen hem klagen, als Jan Moerentorf geen rekening heeft gehouden met de voorgestelde correcties, want hij stond er op een ‘editio quam perfectissima’ te hebbenGa naar voetnoot(1).
Tijdens zijn leven waren Vereept's schoolboeken op vele plaatsen ingevoerd en de jezuieten te Keulen, St. Omaars en Doornik
| |
| |
hadden ze in gebruik genomen. Weldra echter zullen de paters jezuieten hun eigen handboek voor de Latijnse spraakkunst gaan invoeren, nl. het boek van hun ordesgenoot Emmanuel Alvarez. De augustijnen zijn evenwel altijd trouw gebleven aan Verepaeus; zij hebben ook de Nederlandse bewerking van de Rudimenta uitgegeven onder de naam van Fondamenten ofte eerste beginselen van de Latynsche Taele. Men kan zonder overdrijving zeggen, dat Vereept in de meeste scholen van Zuid-Nederland is gebruikt van het einde der 16e eeuw tot het begin der 19e. De talrijke drukken wijzen daarop; zij zeggen ons ook iets van de bekendheid van Vereept in het buitenland.
Een enkel woord ter inleiding op de hierna volgende bibliographische bijdrage. Wij gebruikten als uitgangspunt de autographe bibliographie van Vereept (in normaal lettertype gedrukt) zoals zij door hem gezonden was aan Jan Moerentorf, als bijlage van zijn brief van 18 September 1593Ga naar voetnoot(1). Ter aanvulling geven wij wij de resultaten van een voorlopig onderzoek (in klein lettertype gedrukt), dat echter door de oorlogsomstandigheden zeer werd bemoeilijkt. Gaarne houden wij ons aanbevolen voor aanvullingen en verbeteringen van de zijde van belangstellendenGa naar voetnoot(2).
| |
| |
| |
Catalogus librorum in puerilium potissimum studiorum usum a Simone Verepaeo conscriptorum, cum nominibus eorum qui excuderunt
I. | - Brevissima Christianae religionis rudimenta
In quibus etiam cito et expedite legendi modus traditur, parvulis legere primum incipientibus utilissimus.
Ioan. Scoefferus Busciducis Latine et Teutonice excudit.
1. | Religionis Christianae Rudimenta. Sylvaeducis, Schoefferus, z.j.
|
2. | Religionis christianae rudimenta, Leodii, J. Ouwerx, 1665, 12o.
J. de Theux de Montjardin, Bibliographie liégeoise, 2e uitg., Brugge 1885, col. 247. (Verder geciteerd als: De Theux).
Paquot. |
|
3. | Nederlandse vertaling. 's-Hertogenbosch, Jan Scheffer, z.j.
Paquot.
Nr 1 en 3 niet bij Ch.C.V. Verreyt, Het geslacht Schoeffer, later Scheffer en Scheffers, te 's-Hertogenbosch van 1541-1796, in betrekking tot de boekdrukkunst, 's-Gravenhage 1888. (Verder geciteerd als: Verreyt, Het geslacht Schoeffer). |
|
|
II. | - Precationes scholasticae
Ioan. Bellerus Antverpiae, ad signum aquilae.
1. | M. Simonis Verepaei Precationes scholasticae in vsum puerorum collectae. Antuerpiae, apud Ioan. Bellerum, 1591, 32o.
Collectio in vnum corpvs, omnivm librorvm hebraeorvm, graecorvm, latinorvm necnon Germanice, Italice, Gallice, & Hispanice scriptorum, qui in nundinis Francofurtensibus ab anno 1564. vsque ad nundinas Autumnales anni 1592. ... venales extiterunt..., Francofvrti. Ex officina Typographica Nicolai Bassaei. M.D. XCII, eerste deel, blz. 189. (Verder geciteerd als: Coll. Francof.).
|
|
|
| |
| |
|
|
Vnivs secvli; Eivsqve Virorvm literatorvm monvmentis tvm florentissimi, tvm fertilissimi: ab Anno Dom. 1500. ad 1602. Nundinarum Autumnalium inclusiue, Elenchus consummatissimus librorvm... Avctore Ioanne Clessio..., Francofvrti, Ex Officina Typographica Ioannis Savrii... Anno M.DC.II, eerste deel, blz. 158. (Verder geciteerd als: Clessius).
Paquot, die als titel geeft: Scholasticarum precum compendiolum. |
|
|
III. | - Precationes liturgicae
Latine, Teutonice, et Gallice excusae frequenter a Bellero.
1. | M. Simonis Verepaei Precationes liturgicae in dies septem digestae. Antuerpiae, apud Ioan. Bellerum, 1574, 32o & 16o.
Coll. Francof., I, blz. 189.
Clessius, I, blz. 158.
Paquot, die als titel geeft: Compendium Precum Liturgicarum in VII. dies digestarum.
Er zijn kort achter elkaar twee uitgaven verschenen, waarvan één ‘typis paulo minutioribus pro pueris’, zoals Verepaeus schrijft in zijn brief van 25 Januari 1574 aan Johannes Rethius te Keulen (Stedelijk Archief Keulen, Nr 978, bl. 277a-279b). |
|
2. | Dilingae, 1574, 16o.
Coll. Francof. en Clessius, t.a.p. (er staat: Vilingae). |
|
3. | Antverpiae, 1583, 32o.
|
4. | Antverpiae, 1591.
|
5. | Antverpiae, Vid. & her. J. Belleri, 1597.
Antwerpen, Mus. Plantin-Moretus. |
|
6. | Coloniae, 1599, 12o.
Clessius, t.a.p.
Paquot (formaat 16o).
Nederlandse vertaling: |
|
7. | + Deuote Ghe = / beden ende oeffeninghen onder den / dienst der Missen. / Nerstelyck ouersien eñ Ghecorrigeert. / Devr / M. Simon Verepaeus. / Gheprent Tshertoghen Bossche by Jan Scheffer. / Anno. 1602. / kl. 8o, 28 niet gefolieerde bll.
|
|
| |
| |
|
|
's-Hertogenbosch, bibl. Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant.
Een uitgave van 1585, 's-Hertogenbosch, Scheffer (56 niet gepagineerde blzz.) was in het bezit van Verreyt. Zie Het geslacht Schoeffer, blz. 53. |
|
8. | Seven Schoone Meditatien, Antwerpen, A. s' Conincx, 1602; zie IV, 24. |
9. | Seven Schoone Meditatien: op elcken dach vander weken te ouerdencken met haren Ghebeden. T'Shertoghenbossche, By Jan Scheffer int Missael.
Anno 1606. 12o, 81 blzz. + tafel (11 blzz.).
Met afzonderlijke titel en paginatie verschenen samen met Een Hantboecxken... (Zie verder, sub IV).
's-Hertogenbosch, bibl. Prov. Genootschap. |
|
10. | Seven Schoone Meditatien, Antwerpen, G. Lesteens, 1617; zie IV, 27. |
11. | Seven schoone meditatien. Antwerpen, C.J. Trognesius, 1643.
Antwerpen, Mus. Plantin-Moretus.
Duitse vertaling: |
|
12. | Bettbüchlein jetzt auff alle Tag in der Wochen geordnet. Cöln, 1573. 12o.
Coll. Francof., II, blz. 229.
Clessius, II, blz. 170. |
|
13. | Precationes liturgicae. Schöne außerlesene Gebett in die sieben Tag der Wochen außgetheilt. Erstlich durch den Authorem selbst in Latein außgegangen / vnd jetzt durch Adam Walasser verteutscht. Dillingen, 1675.
Coll. Francof., II, blz. 229.
Clessius, II, blz. 170.
Bibliotheca librorvm germanicorvm Classica, Das ist: Verzeichniß aller und jeder Bücher / so fast bey Dencklichen Jaren / biß auffs Jahr nach Christi Geburt 1625. in Teutscher Spraach... Durch M. Georgivm Dravdivm... Getruckt zu Franckfurt am Mayn, bey Egenolff Emmeln, in Verlegung Balthasaris Ostern. M. DC. XXV, blz. 176. (Verder geciteerd als: Draudius). |
|
14. | Bettbüchlein auff alle Tag in der Wochen geordnet / vnd auß den precationibus liturgicis durch Rutgerum Edingium verteutscht. Cöln, 1579, 12o.
Coll. Francof., II, blz. 229.
Clessius, II, blz. 170.
Volgens brief van Johannes Rethius aan nuntius Caspar Gropper, 9 Mei 1574, was toen Rutgerus Edingius (geboren te Keulen), die reeds het
|
|
|
| |
| |
|
|
Enchiridion van Verepaeus had vertaald, bezig met de vertaling der Preces liturgicae. J. Hansen, Rheinische Akten zur Geschichte des Jesuitenordens 1542-1582 (Publikationen der Gesellschaft für Rheinische Geschichtskunde, XIV), Bonn 1896, blz. 685. |
|
15. | Geistliche Geschmied / schone außerlesene Gebet bey dem Ampt der H. Meß / durch Simonem Verepaeum. Cölln, bey Wilhelm Lützenkirchen, 1605, in 16o.
|
|
IV. | - Precationum piarum Enchiridion
Latine, Teutonice, et Gallice, annis fere singulis excusum a Bellero.
1. | Eerste uitgave 1565.
Volgens de voorrede van Augustus 1567, in de uitgave, Antwerpen, Bellerus, 1576, bl. 16a van het voorwerk. |
|
2. | Precationum piarum Enchiridion editio tertia auctior & castigatior. Antuerpiae, 1567, 12o.
Coll. Francof., I, blz. 185.
Clessius, I, blz. 153. |
|
3. | Antverpiae, Joan. Bellerus, 1571, 16o.
|
4. | Antverpiae, id., 1574, 16o.
|
5. | Antverpiae, id., 1575 (editio ultima).
|
6. | Precationvm / piarvm / Enchiridion. / Ex Sanctorum Patrum, & Illustrium, tum Veterum, tum / Recentium Auctorum scriptis, & Precationum libel = / lis, concinnatum: per M. Simonem Verrepaeũ, Mech = / liniae Virginum Thaborensium Hierarcham. / Editio vltima, auctior, castigatior, & pulcerrimis / imaginibus illustrior. / (Drie kransen, waarin met rode letter: Bona est oratio / Cvm ieivnio / et eleemosyna. &c. / Tob. XII.) / Antverpiae, / Apud Ioannem Bellerum, ad insigne Aqui- / lae aureae, M.D.LXXVI. / Cum Priuilegio Regis. / kl. 8o, 12 × 7.7 cm., 27 ongefolieerde bll., 410 blzz., 3 ongefolieerde bll. Op het laatste blad, verso: Antverpiae, / Ioanni Bellero Excvdebat / AEgidivs Radevs. / |
|
| |
| |
Afb. 1. - S. Verepaeus, Precationum piarum enchiridion, Antwerpen 1576, blzz. 56-57 (op ware grootte)
| |
| |
|
|
Antwerpen, Mus. Plantin-Moretus.
's-Hertogenbosch, bibl. Prov. Genootschap.
Luik, U.B. |
|
7. | Antverpiae, J. Bellerus, 1577.
Antwerpen, Mus. Plantin-Moretus. |
|
8. | Antverpiae, J. Bellerus, 1582, 16o.
Coll. Francof., I, blz. 189.
Clessius, I, blz. 158.
Paquot. |
|
9. | Antverpiae, Bellerus, 1586.
|
10. | Precationum piarum, pro omni hominum statu et conditione, enchiridion, per S. Verepaeum. Parisiis, 1588. 12o.
Catalogue des livres, rares et précieux,... De la Bibliothèque de feu Monsieur Jean-François Vande Velde..., Gent 1831-2 (2 dln), I, blz. 181, Nr 2278. (Verder geciteerd als: Cat. Vande Velde).
Paquot. |
|
11. | Catholicum Precationum selectissimarum enchiridion. Antverpiae, J. Bellerus, 1588.
Heeswijk (N. Br.), Abdij Berne. |
|
12. | Antverpiae, J. Bellerus, 1592, 12o, 480 blzz.
Brussel, K.B.
Cat. L. Rosenthal (München), XXII, Nr 8375. |
|
13. | Antverpiae, 1594, 16o.
Clessius, I, blz. 158.
Paquot.
Cat. Rosenthal, XXII, Nr 8376 (formaat: 12o). |
|
14. | Antverpiae, 1599, 16o.
|
15. | Parisiis, H. Perier, 1599.
Antwerpen, Mus. Plantin-Moretus. |
|
|
| |
| |
|
16. | Precationum piarum Enchiridion. Editio ultima, Antverpiae, J. Bellerus, z.j.
's-Hertogenbosch, bibl. Prov. Genootschap.
Luik, U.B. (bis). |
|
17. | Catholicum precationum selectissimarum enchiridion ex SS. Patrum... scriptis..., Antverpiae, Vid. & her. J. Belleri, 1603, 540 blzz.
Antwerpen, Mus. Plantin-Moretus.
Brussel, K.B.
's-Gravenhage, K.B. (bis).
Leuven, bibl. Theologisch college S.J. |
|
18. | Id., Antverpiae, apud G. Bellerum, 1614.
Antwerpen, Ruusbroec-Genootschap.
Wychen, klooster Alverna (O.F.M.).
Bij de verkoping Wed. Henr. Verdussen, Antwerpen, 10 Juli 1752, werden 400 Enchiridion te koop aangeboden. Vgl. De Gulden Passer, N.R., 10 (1932), blz. 184.
Nederlandse vertaling: |
|
19. | Een hantboecxken van christeliicke ende devote ghebeden. Antwerpen, Wed. A. Tavernier, 1571.
Antwerpen, Mus. Plantin-Moretus. |
|
20. | Handboecxken van godtvruchtighe ghebeden. Antwerpen, J. Bellerus, 1585.
Antwerpen, Mus. Plantin-Moretus. |
|
21. | 's-Hertogenbosch, 1588. Zie bij Nr 26. |
22. | Catholycke handboecxken van Godtvruchtige ghebeden, uyt de latijnsche sprake overgheset door God. van den Berghe, Antwerpen, J. Bellerus, 1589. kl. 8o, 24 bll., 536 blzz., 12 bll.
Antwerpen, Mus. Plantin-Moretus.
Gent, U.B.
's-Hertogenbosch, bibl. Prov. Genootschap.
Zie J. Denucé, Correspondance de Christophe Plantin, VIII-IX, Antwerpen / 's-Gravenhage 1918, blz. 365. (Verder geciteerd als: Corresp. de Plantin). |
|
23. | Id., ibid., 1595.
Antwerpen, Mus. Plantin-Moretus. |
|
24. | ibid., Wed. J. Bellerus, 1601.
|
|
| |
| |
|
|
|
25. | Id., Arnout s' Conincx, 1602, 12o, 273 blzz. (Daarin ook opgenomen: Seven Schoone meditatien, 82 blzz., na blz. 273).
Brussel, K.B.
Vgl. V. de La Montagne, in Tijdschrift voor boek- en bibliotheekwezen, 5 (1907), Blz. 35. |
|
26. | Een / Hantboecxken / Van seer schoone Catholijcke / Ghebeden desen teghenwoor = / dighen tijt zeer bequaem. / Door M. Simon Verepeus. / (Vignet) / Na de Copie, Gheprent / t' Shertoghenbossche, / By Jan Scheffer int Missael. / Anno M.D.C. VI. / Met gratie ende Priuilegie. / 7 bll., 273 blzz.
's-Hertogenbosch, bibl. Prov. Genootschap.
Na de tekst volgen: Seven Schoone Meditatien; zie sub III, 9. Daarna indices van het geheel.
Blz. 272-3: Ghebedt voor den Collecteur van dit Boecxken. Blz. 273: ‘Dit ghebedt is oock ootmoedelijck begheerende H. Geuaert Boschmans van Zoemeren, die in het ouersetten van desen Boecke wt den Latijn oock mede heeft ghearbeydt’. De naam van den vertaler komt ook voor in het imprimatur, gegeven 14 Mei 1588 door G. Coeverincx. Er zal dus nog een uitgave van 1588 hebben bestaan. |
|
27. | Een Hantboecxken / Van seer schoone Catholijcke / Ghebeden..., Antwerpen, G. Lesteens, 1617; bevat ook: Seven schoone meditatien.
|
28. | Id., Antwerpen, G. Lesteens, 1623.
Antwerpen, Mus. Plantin-Moretus.
Franse vertaling: |
|
29. | Recueil, ou Manuel des devotes oraisons..., Anvers, Jean Bellere, 1572, 12o.
|
30. | Id., Anvers, J. Bellère, 1582.
|
31. | Manuel de dévotion, contenant Oraisons dévotes, propres à toutes personnes... traduit en Français par René Benoist..., Paris, Guil. de la Noüe, 1584, 16o.
|
|
| |
| |
|
32. | Id., ibid., 1596.
Paquot.
Duitse vertaling: |
|
33. | Simonis Verrepei außerlesen güldin Schatzbüchlin / Christlicher andächtiger vnd Catholischer Gebet / auß der Heiligen Vätter / auch alten vnd newen Testaments Bücher vnd Betbüchlein zusammen getragen / vnd jetz verteutscht durch Rutgerum Edingium. Cölln, 1571, 8o.
Coll. Francof., II, blz. 228.
Clessius, II, blz. 170.
Draudius, blz. 176 (Cölln, bei Cholino). |
|
34. | Id., Keulen 1582.
Coll. Francof., II, blz. 228.
Clessius, II, blz. 170. |
|
35. | Id., Cöllen 1583, 8o.
Cat. Vande Velde, I, blz. 181, Nr 2279. |
|
36. | Paradeiß / das ist / Himmlischer Lustgart / Christlicher Andacht vnnd Gebett / auß alten vnd neuwen Kirchenlehrern bereit / vnd jetzt erst in diesem Form gestellt durch einen von Cölln. Cölln, 1590, 16o.
Coll. Francof., II, blz. 229.
Clessius, II, blz. 170.
Draudius, blz. 176.
Spaanse vertaling: |
|
37. | Manuel de oraciones y exercicio spiritual, Antwerpen, J. Bellerus, 1589.
Antwerpen, Mus. Plantin-Moretus.
Zie Corresp. de Plantin, t.a.p. |
|
|
V. | - Grammatices Latinae libri quinque
Singuli seorsim excusi,
In Belgio in Officina Plantiniana.
In Germania ab Henrico Aquense Herbipoli in Franconia.
|
| |
| |
| Latinae Grammatices { (I) Rudimenta } Excusi Antverpiae & Herbipoli
Latinae Grammatices { (II) Etymologia } Excusi Antverpiae & Herbipoli
Latinae Grammatices { (III) Syntaxis } Excusi Antverpiae & Herbipoli
Latinae Grammatices { (IV) Prosodia } Excusi Antverpiae & Herbipoli
Latinae Grammatices { (V) Supplementa } Excusi Antverpiae & Herbipoli
1. | Eerste uitgave, Antwerpen, vóór 1568. |
2. | Grammatices Latinae Liber I, in quo prima ejus rudimenta..., Liber II. in quo Etymologia..., Liber III. in quo Syntaxis & recta partium orationis constructio..., Liber IV. in quo Prosodia ac versificandi ratio... Editio altera priore castigatior & correctior. Antverpiae, Anton. Tilenius, 1568-71. (4 dln), 8o.
|
3. | Heruitgave, 1572-4.
|
4. | Grammaticae Despauterianae recens in epitomen et commodiorem ordinem redactae... libri quattuor. Antverpiae, Ex officina Plantini Architypographi Regij, 1571-2, 4 dln., 4o.
Leuven, U.B. (vóór 1940). Zie Bibl. Belg., D 460, 461, 464, 466, 469.
Parijs, Bibl. nationale. |
|
5. | Herdruk, ibid., 1573-6.
Douai, S.B.
Utrecht, U.B.
Zie Bibl. Belg., D 462, 465, 467, 470. |
|
6. | Noua Grammatices Despauterianae Epitome. Antuerpiae ex officina Christophori Plantini, 1578. 8o.
Coll. Francof., I, blz. 553.
Eerste druk van de uitgave in vijf delen, waarvoor privilege werd gegeven te Brussel, 12 November 1577. Zie volgend nr. De voorrede van het gehele werk, opgenomen in het eerste deel, is gedagteekend: Mechelen, 1 Juli 1577.
Deel 1 (Rudimenta): |
|
1. | Antverpiae, Plantinus, 1577.
|
|
| |
| |
|
2. | Grammatices nouae Despauterianae Epitomes in compendium redactae, opera Simonis Verrepaei. Leodii, per Henricum Houium, 1582, 8o.
Coll. Francof., I, blz. 472.
Clessius, I, blz. 446.
Vermoedelijk was dit een druk van de Liber Primus. Daarop schijnt de genetivus Epitomes te wijzen. Vgl. de Luikse druk van 1590, onder Nr 6. |
|
3. | Epitomes / nouae Grammatices / Despavterianae / Liber Primvs: / In quo prima Grammatices / Rvdimenta / facili & perspicua breuitate redacta / in tabulas exhibentur: / Opera / Simonis Verrepaei. / (Drukkersmerk) / Antverpiae, / Ex officina Christophori Plantini, / Architypographi Regij. / M.D. LXXXI. / 8o.
Antwerpen, Mus. Plantin-Moretus en S.B. |
|
4. | Ibid., 1588, 8o.
Antwerpen, Mus. Plantin-Moretus.
Volgens brief van Verepaeus, 14 April 1587, is er in 1587 een druk uitgegeven, die de nieuwere verbeteringen nog niet heeft. Inmiddels zijn er drukken verschenen te Keulen, Leuven en elders. Zie Corresp. de Plantin, VIII-IX, Nr 1244, blz. 204-5. In hetzelfde jaar drukt Plantin nog een editie van de eerste drie boeken met de nieuwe verbeteringen. Vgl. t.a.p. Nr 1325, blz. 325-6; brief van Christoffel Plantin, 20-23 November 1587. |
|
5. | Nouae Grammaticae Despauterianae Rudimenta, facili & perspicua breuitate in tabulas redacta. Augustae Treuirorum, excudebat Heinricus Bock, 1589, 8o.
Coll. Francof., I, blz. 553.
Clessius, I, blz. 512. |
|
6. | Simonis Verrepaei Grammaticae Rudimenta, Leodii, 1590.
|
7. | Antverpiae, Ex officina Plantiniana, 1590, 8o.
Antwerpen, Mus. Plantin-Moretus. (bis). |
|
8. | Ibid., 1592, 8o Als bijvoegsel: Christianae Institutionis progymnasmata. Volgen nog: delen 2, 3 en 4 der Grammatica, met doorlopende paginatie; 503 blzz.
|
9. | Ibid., 1593, 4o.
Heruitgave van de 4o-editie van 1573.
Leuven, U.B. (vóór 1940).
Budapest, U.B.
Zie Bibl. belg., D. 463. |
|
|
| |
| |
Afb. 2. - S. Verepaeus: Epitomes novae Grammatices Despauterianae Liber Primus, Antwerpen, 1581, blzz. 10-11.
| |
| |
|
10. | Latinae grammaticae rudimenta cum Teutonica simul et Gallica conjugationum interpretatione. Antverpiae, Ex officina Plantiniana, 1597, 8o.
Kamerijk, S.B. Volgens (F. Buisson), Répertoire des ouvrages pédagogiques du XVI siècle (Mémoires et documents publiés par le Musée pédagogique, 3), Parijs 1886, blz. 663. (Verder te citeren als: Répertoire). Gezien het aangegeven aantal blzz. als zijnde 662, waren in deze band ook de vier overige delen gebonden; zij hebben trouwens altijd een doorlopende paginering. |
|
11. | Rudimenta, sive Latinae grammaticae liber I. Antverpiae, Hier. Verdussen, 1623, 8o.
|
12. | Ibid., Henr. & Corn Verdussen, 1716, 8o.
Gent, U.B.
Bij L. Le Clercq, Privilèges concédés aux Verdussen, in De Gulden Passer, N.R., 10 (1932), blz. 248, staat vermeld op 16 December 1674 het privilege, toegekend aan Hier. Verdussen (III): ‘Sim. Verepaei, opera grammaticalia ende alle andere schoolboeken die by de P. Augustynen in Antwerpen ende in hunne scholen worden gedoceert’. Dit privilege werd telkens om de tien jaren opnieuw verleend en voor de laatste maal op 22 November 1720; t.a.p., blz. 249-52. |
|
13. | Ibid., Vid. Henrici Verdussen, 1729, 8o, 112 blzz. (Op blzz. 113-128: Compendium De Gradibus Comparationis ad usum studiosae juventutis).
Brussel, K.B.
Bij de verkoping Wed. Henr. Verdussen, Antwerpen, 10 Juli 1752, waren van deze uitgave nog 1644 exemplaren in voorraad; in 1781 komt zij nog voor in de fondscatalogus der Erven Verdussen. Zie De Gulden Passer, N.R., 10 (1932), blz. 182, 197. |
|
14. | Gandavi, De Goesin, 1746, 12o.
|
15. | (Leodii), J.F. Bassompierre (1764).
|
16. | Trajecti ad Mosam, Jac. Lekens, 1767, 8o.
|
17. | Gandavi, Joannes Meyer, z.j. (1771?).
|
|
| |
| |
|
18. | Gandavi, Typis Viduae Michaelis De Goesin, 1776, 8o.
Gent, U.B.
Zie F. Vanderhaeghen, Bibliographie gantoise, III, Gent 1861, blz. 274,
Nr 3305. (Verder te citeren als: Vanderhaeghen). |
|
19. | Leodii, M.J. Monens-Bassompierre, 1786.
|
20. | Trajecti ad Mosam, P.L. Lekens, z.j. (omstr. 1790).
|
21. | Gandavi, Bern. Poelman, z.j.
Gent, U.B.
Bernard Poelman drukte van 1787 tot 1823. |
|
22. | Antverpiae, R. Sleghers, z.j.
Gent, U.B.
Deel 2 (Etymologia): |
|
1-3. | Voor uitgaven van 1578, 1581 en 1588, zie deel I (Rudimenta), Nrs 1, 3 en 4. |
4. | Epitomes nouae Grammatices Despauterianae Etymologia, ad faciliorem, quam prius, redacta methodum, cum explicatione Vocabulorum. Antuerpiae, ex officina Christoph. Plantini, 1590. 4o.
Coll. Francof., I, blz. 553.
Clessius, I, blz. 512. |
|
5. | Id., Antverpiae, ibid., 1592; gepagineerd: blz. 89-248 (Zie deel I, Nr 8).
|
5bis. | Leodii, apud Henricum Hovium, 1592, 8o.
Gent, U.B.
Zie De Theux, col. 22. |
|
6. | Ed. postrema, Antverpiae, Ex officina Plantiniana, 1598, 8o.
|
| Antverpiae, Hier. Verdussen, 1629, 8o.
|
|
| |
| |
|
8. | Antverpiae, H. et J.B. Verdussen, 1675, 8o.
|
9. | Antverpiae, Apud Hier. Verdussen, in magno Foro sub signo S. Augustini, z.j., 8o, 223 blzz.
Antwerpen, S.B. (Aldaar in de catalogus gedateerd op 1596). Na 1695(?). Hier. Verdussen, drukt van 1695 af op de grote markt, in Sint Augustinus; F. Olthoff, De boekdrukken, boekverkoopers en uitgevers in Antwerpen..., Antwerpen 1891, blz. 105).
Brussel, K.B. |
|
10. | Antverpiae, Apud Viduam Henrici Verdussen, 1728, 8o, 240 blzz.
Breda, Openbare leeszaal.
Brussel, K.B.
Cuyk a/d Maas, klooster St. Agatha (Kruisheren).
Van deze uitgave werden bij de verkoping te Antwerpen, 10 Juli 1752, 411 exemplaren aangeboden; zij komt nog voor in de fondscatalogus der Erven Verdussen van 1781. Vgl. De Gulden Passer, N.R., 10 (1932), blz. 182, 197. |
|
11. | Antverpiae, Mart. Verdussen, 1752, 8o, 208 blzz.
|
12. | Leodii, J.F. Bassompierre, 1752.
Luik, U.B.
Zie De Theux, col. 561. |
|
13. | Bruxellis, P.J. Lemmens, 1753, 8o.
|
14. | Bruxellis, ibid., 1762, 8o, 224 blzz.
|
15. | Gandavi, Joan. Meyer, z.j., 8o, 222 blzz.
Brussel, K.B.
Gent, U.B.
Vanderhaeghen, III, blz. 359, Nr 3891. Geplaatst op het jaar 1771, wegens approbatio van 14 December 1771. J. Meyer drukte van 1736 tot 1771. |
|
16. | Leodii, M.J. Monens, 1790, 8o.
Luik, U.B. (twee exemplaren).
De Theux, col. 561. (Herdruk van de Luikse uitgave van 1752). |
|
|
| |
| |
|
17. | Bruxellis, 1770, 12o.
Leuven, Theologisch College S.J. |
|
19. | Gandavi, B. Poelman, z.j. (Met Approbatio van 1771).
Antwerpen, Mus. Plantin-Moretus.
Brussel, K.B.
Gent, U.B. en Groot Seminarie.
's-Hertogenbosch, bibl. Prov. Genootschap.
Leuven, Theologisch College S.J.
Wittem, Redemptoristenklooster (Dit exemplaar heeft behoord aan het Redemptoristenklooster van Sint Truiden).
Bernard Poelman drukte van 1787 tot 1823. |
|
20. | Antverpiae, Norb. Vinck, z.j.
Brussel, K.B. (?).
Cuyk a/d Maas, Klooster St. Agatha (Kruisheren).
Sint Michiels Gestel (N. Br.), Klein Seminarie.
Vinck drukte van 1789 af.
Deel 3 (Syntaxis): |
|
1. | Grammaticae latinae liber tertius & quartus. Antuerp. apud Anthon. Tilenium, 1568, 8o.
Coll. Francof., I, blz. 553.
Clessius, I, blz. 511. |
|
1bis. | Ioan. Despauterii Grammatica, Syntaxis & Prosodia, in Compendium redacta, Antuerpiae apud Plantinum, 1568, 8o.
Coll. Francof., I, blz. 491.
Clessius, I, blz. 463.
Waarschijnlijk dezelfde uitgave als de voorgaande. |
|
2-4. | Voor uitgaven van 1578, 1581 en 1588, zie deel 1, Nrs 1, 3 en 4. |
5. | Grammatices Despauterianae Recens In Epitomen Et commodiorem ordinem redactae,... Liber tertius: In Quo Syntaxis Seu Recta Partium Orationis Consecutio doctè & apertè traditur.... Antvverpiae, Ex officina Christophori Plantini, 1589, 4o.
Douai, S.B.
Leuven, U.B. (vóór 1940).
Zie Bibl. Belg., D 468. |
|
6. | Id., ibid., 1592; gepagineerd: blz. 249-391 (Zie deel I, Nr 8).
|
|
| |
| |
|
7. | Latinae Grammatices Syntaxis. Antverpiae, Ex Officina Plantiniana, 1607, 8o.
|
8. | Editio postrema, Antverpiae, Hier. Verdussen, 1628, 8o.
|
9. | Antverpiae, H. & C. Verdussen, 1710, 8o.
|
10. | Antverpiae, Vid. H. Verdussen, 1729, 8o, 144 blzz.
Antwerpen, Mus. Plantin-Moretus.
Brussel, K.B.
Maastricht, Klooster ‘De Beyart’.
Sint Michiels Gestel, Klein Seminarie.
Bij de verkoping Wed. Henr. Verdussen, Antwerpen, 10 Juli 1752, waren nog 334 exemplaren dezer uitgave voorradig; zij komt ook voor in de fondscatalogus der Erven Verdussen, 1781. Zie De Gulden Passer, N.R., 10 (1932), blz. 182, 197. Wordt hiermede bedoeld het boek getiteld Compendium de gradibus, waarvan sprake t.a.p., blz. 252? |
|
11. | Gandavi, M. de Goesin, 1740, 8o.
|
12. | Antverpiae, Mart. Verdussen, 1746, 8o, 136 blzz.
Antwerpen, Mus. Plantin-Moretus.
Brussel, K.B. |
|
13. | Leodii, J.F. Bassompierre, z.j. (1764), 8o.
|
14. | Bruxellis, P.J. Lemmens, 1766, 8o.
|
15. | Gandavi, J. Meyer, 1771, 8o, 144 blzz.
Antwerpen, S.B.
Gent, U.B.
Zie Vanderhaeghen, III, blz. 359, Nr 3892. |
|
16. | Gandavi, Bern. Poelman, z.j., 8o. (Met Approbatio van 1771).
Brussel, K.B.
Cuyk a/d Maas, Klooster St. Agatha (Kruisheren).
's-Hertogenbosch, bibl. Prov. Genootschap.
|
|
|
| |
| |
|
|
Heverlee, Abdij Park O. Praem.
Leuven, Theologisch College S.J.
Bernard Poelman drukte van 1787 tot 1823.
Zie Vanderhaeghen, IV (1862), blz. 341, Nr 7406. |
|
17. | Antverpiae, A.A. Bruers, z.j., 4o.
Gent, U.B.
Bruers drukte van 1784 af.
Deel 4 (Prosodia): |
|
1. | Epitomes nouae Grammatices Despauterianae, liber quartus. Antverpiae, Chr. Plantin, 1578, 8o.
Antwerpen, Mus. Plantin-Moretus. |
|
2. | Leodii, Apud Petrum de Heer, 1582, 8o.
Gent, U.B.
Zie De Theux, col. 15-16. |
|
3. | Antverpiae, Ex officina Plantiniana, 1592; gepagineerd: blz. 393-503 (Zie deel I, Nr 8).
|
4. | Antverpiae, Ex officina Plantiniana, apud J. Moretum, 1604, 8o.
Antwerpen, Mus. Plantin-Moretus. |
|
5. | Editio postrema, Antverpiae, Hier. Verdussen, 1635, 8o.
|
6. | Antverpiae, H. & J.B. Verdussen, 1663, 8o.
Antwerpen, Mus. Plantin-Moretus. |
|
7. | Antverpiae, Verdussen, 1668, 8o.
Utrecht, U.B. (Dezelfde uitgave als de voorgaande?). |
|
8. | Antverpiae, (Henr. & Corn. Verdussen?), 1706, 8o.
Nijmegen, Canisius-College S.J. (vóór 1944). |
|
9. | Antverpiae, Henr. & Corn. Verdussen, 1716, 8o.
|
|
| |
| |
|
|
Amsterdam, U.B.
Nieuw Ginneken (N. Br.), Seminarie ‘Ypelaer’. |
|
10. | Antverpiae, Corn. & Vid. Henrici Verdussen, 1725, 8o, 134 blzz.
Antwerpen, Mus. Plantin-Moretus. en S.B.
Brussel, K.B.
Cuyk a/d Maas, Klooster St. Agatha (Kruisheren).
Gent, U.B. (bis).
's-Hertogenbosch, bibl, Prov. Genootschap. (drie exemplaren, waarvan de nrs 46 F 25 en 13 F9 geheel gelijk zijn; nr 13 F2 is een herdruk met andere lettertypen, zonder verschil van inhoud).
Bij de verkoping Wed. Henr. Verdussen, Antwerpen, 10 Juli 1752, waren van deze uitgave nog 1382 exemplaren in voorraad; zij komt nog voor in de fondscatalogus der Erven Verdussen van 1781. Zie De Gulden Passer. N.R., 10 (1932), blz. 182, 197. |
|
11. | Tornaci, L. Varlez, 1734, 8o.
|
12. | Bruxellis, P.J. Lemmens, 1753, 8o.
|
13. | Tornaci, Vid. D. Varlé, 1760, 8o.
|
14. | Bruxellis, P.J. Lemmens, 1763, 8o.
|
15. | Tornaci, R. Varlé, 1771, 8o, 144 blzz.
Brussel, K.B. (twee exemplaren).
Gent, U.B.
Deel 5 (Supplementa): |
|
1. | Epitomes / nouae Grammatices / Despavterianae / Liber Qvintvs: / in qvo / Grammatices totius / Svpplementa / superioribus libris desiderata, quatuor / digesta classib. accuratè traduntur: / Auctore / Simone Verepaeo. / (Drukkersmerk) / Antverpiae, / Ex officina Christophori Plantini, / Architypographi Regij. / M.D.LXXVIII. / 8o. (Gepagineerd: blz. 497-660).
Antwerpen, Mus. Plantin-Moretus.
Brussel, K.B. |
|
|
| |
| |
|
2. | Grammatices Latinae Liber Qvintvs: qvo Svpplementa... traduntur: Auctore Simone Verepaeo, Antverpiae, Ex officina Plantinana, 1596.
Volgens het door Verepaeus klaargemaakte en herziene exemplaar van de vorige uitgave, in Mus. Plantin-Moretus te Antwerpen (R 785). Is deze uitgave werkelijk verschenen? |
|
3. | Rhetorica, Antverpiae, Verdussen, 1726.
Bij de verkoping Wed. Henr. Verdussen, Antwerpen, 10 Juli 1752, komen 664 exemplaren met die titel voor; dezelfde uitgave wordt nog vermeld in de fondscatalogus der Erven Verdussen van 1781. Zie De Gulden Passer, N.R., 10 (1932), blz. 182, 197. Vermoedelijk wordt hiermede het vijfde deel van de spraakkunst bedoeld. |
|
| Vermeld bij J. Kuckhoff, Die Geschichte des Gymnasium Tricoronatum (Veröffentlichungen des Rheinischen Museums in Köln, I), Keulen 1931, blz. 195, noot 13: ‘Joannis Despauterii Grammatica, Syntaxis et Prosodia in Compendium redacta. Item in tabulas per S. Verepaeum, in Köln oft aufgelegt’, en een uitgave van delen 1, 2 en 3, verschenen te Würzburg in 1580; blz. 353, noot 29, nog een uitgave Coloniae 1598.
Nederlandse vertaling: |
1. | Antwerpen, 1713 (?). |
2. | Fondamenten / ofte / Eerste Beginselen / Van De / Latynsche Taele, / Waer in gehandelt wordt het gene meest noodigh / is aen de Jonckheyt van de eerste Schole, / onder de bestieringe van de / EE. PP. Augustynen / Ende alle die de Figuer ofte Rudimenta / gebruycken van / Simon Verepeus. / Desen laetsten Druck naukeurigh oversien, op veel plaetsen / vermeerdert, ende van veele grove fauten gecorrigeert. / (Vignet: St. Augustinus) / t. Antwerpen, / By de Weduwe van Hieronymus Verdussen, op de / groote Merckt, in S. Augustinus. / Met Gratie ende Privilegie. / z.j., 8o, 7 bll., 111 blzz. en 3 blzz. Tafel. (na 1717).
Antwerpen, S.B. en Mus. Plantin-Moretus.
Brussel, K.B.
's-Hertogenbosch, bibl. Prov. Genootschap. (twee exemplaren, waarvan de druk verschillend is, zonder afwijking in de tekst).
Vgl. Verzameling F.G. Waller. Catalogus van Nederlandsche en Vlaamsche Populaire Boeken. Uit de nagelaten gegevens bewerkt door Emma Dronckers, 's-Gravenhage 1936, Nr 557 (dateert: 1718).
De eerste uitgave is onvindbaar. Het imprimatur is gedagtekend: Antwerpen, 2 December 1713; het privilege werd gegeven door Karel VI (1711-40) aan Hieronymus Verdussen. Vermoedelijk verscheen dus de eerste editie op het einde van 1713 of in het begin van 1714. |
|
|
| |
| |
|
3. | Antwerpen, Henr. & Corn. Verdussen, z.j., 8o, XVI blzz., 126 blzz., er ontbr. 1 bl. (blz. 126 onderaan begint de ‘Tafel ofte Aenwyser’). Op de titelpagina is de fout van de voorgaande uitgave gecorrigeerd; na ‘gehandelt wordt’ is ‘van’ ingelast. Na ‘Verepaeus’ volgt: Van nieuws oversien ende vermeerdert.
Exemplaar in mijn bezit (N.).
Henr. & Corn. Verdussen drukten van 1687 tot 1721. |
|
4. | Brussel, P.J. Lemmens, 1751, 12o, XVI + 128 blzz.
|
5. | Maestricht, Jacob Lekens, z.j. (omstr. of na 1750?)
Eertijds in bezit van Ulysse Capitaine. |
|
6. | Gent, Mich. de Goesin, 1755, 12o, XVI + 116 blzz.
|
7. | Brussel, P.J. Lemmens, 1758, 8o.
|
8. | Brussel, P.J. Lemmens, 1762, 8o.
|
9. | Gent, Jan Thomas Meyer, z.j., 8o.
Vanderhaeghen, VI (1867), blz. 174, Nr 13188.
J.Th. Meyer drukte van 1736 tot 1771. |
|
10. | Gent, Wed. Mich. de Goesin, 1770, 8o.
|
11. | Gent, Jan Meyer, 1770, 12o.
|
12. | Maestricht, P.L. Lekens, z.j. (omstr. 1790?)
Cuyk a/d Maas, Klooster St. Agatha (Kruisheren).
's-Hertogenbosch, bibl. Prov. Genootschap.
Langeweg, Serafijns seminarie (Capucijnen).
Maastricht, S.B.
Nijmegen, Canisius-College S.J. (vóór 1940).
Deze druk is geheel gelijk (XVI + 128 blzz.) aan de uitgave gedrukt bij Henr. en Corn. Verdussen te Antwerpen. |
|
|
| |
| |
|
13. | Gent, Bern. Poelman, 1792.
Gent, U.B.
Maastricht, Klooster ‘De Beyart’.
Zie Vanderhaeghen, IV (1862), blz. 331, Nr 7321. Hiervan nog 1000 exemplaren gedrukt in 1799; t.a.p., blz. 344. |
|
14. | (Antwerpen?), J.H. Le Tellier (1793?), 8o.
|
15. | Lier, Wed. J. Le Tellier, z.j., 12o. (tweede deel; approbatio van 1793).
Antwerpen, Ruusbroec-Genootschap.
Gent, U.B. |
|
16. | Turnhout, P.J. Brepols, z.j. (tweede deel: Latijnse tekst)
Cuyk a/d Maas, Klooster St. Agatha (Kruisheren).
Approbaties: 1770 en 16 October 1793. |
|
17. | Turnhout, P.J. Brepols, 1823, 8o (Eerste deel: Nederlandse tekst).
Gent, U.B.
Laatste bewerking: |
|
| Simonis Verepaei Institutionum Grammaticarum nova, quoad vocabula Hollandica et Gallica correctior et in meliorem ordinem redacta editio, in usum studiosae juventutis. Bergis-ad-Zomam, Typis J.J.H. Verlinden, 1864. 8o, II, 144 blzz.
Gent, U.B.
Nieuw Ginneken (N. Br.), Seminarie ‘Ypelaer’.
Wittem, Redemptoristenklooster.
Deze uitgave is bewerkt door de leraren van het seminarie Ypelaer. |
|
|
VI. | - Institutionum Scholasticarum Lib. III
In quibus ostenditur quae sit optima Christianae iuventutis instituendae ratio, in litteris, et profanis, et sacris. A doctis magnopere commendati, et recens recogniti.
1. | Institvtionvm / Scholasticarvm / libri tres. / Omnibus Litterarum & Chri- / stianae Pietatis studiosis, vti- / litatis non parum alla- / turi, conscripti / per / Simonem Verrepaeum. / (Drukkersmerk) / Antverpiae. / Apud Ioannem |
|
| |
| |
Afb. 3. - S. Verepaeus, Institutionum scholasticarum libri tres, Antwerpen 1573.
Verkleind titelblad van het exemplaar, dat Balthasar I Moretus als prijs ontving.
In Museum Plantin-Moretus te Antwerpen.
| |
| |
|
| Bellerum ad / insigne Aquilae aureae. / M.D.LXXIII. / Cum Priuilegio Regis. / kl. 8o, 12 niet gefolieerde bll., 349 blzz., 2 bll.
Antwerpen, Mus. Plantin-Moretus en S.B.
Gent, U.B.
Brussel, K.B.
Kamerijk, S.B.
Maastricht, S.B.
Parijs, B.N., B. Mazarine, B. Musée pédagogique.
Postel, Abdij O. Praem.
Tilburg, Prof. Dr Th. Goossens.
De ‘Bibliothek der katholischen Pädagogik, hrsgg. von F.X. Kunz’ (Freiburg i. Br., Herder) heeft de uitgave van een Duitse vertaling aangekondigd in het begin van deze eeuw, maar zij is niet verschenen. |
|
2. | De door Verepaeus bedoelde heruitgave is mij niet bekend. |
|
VII. | - Scholae Latinae ac Graecae (sic!) Sciagraphia Seu rudis quaedam delineatio, quae est libri superioris brevissimum compendium. In offic. Plant.
1. | Scholae Latinae / et Christianae / Sciagraphia, / Seu rudis quaedam delineatio: / In communem Belgicarum Scholarum / vsum potissimùm digesta, ac primis / quasi lineis adumbrata: / Auctore / Simone Verepaeo. / (Drukkersmerk) / Antverpiae, / Ex officina Christophori Plantini, / Architypographi Regij. / M.D.LXXXVIII. / 8o.
Antwerpen, Mus. Plantin-Moretus.
In zijn brief van 18 September 1593 aan Jan Moerentorf spreekt Verepaeus van een heruitgave, die in 1593 of 1594 zou moeten verschijnen. Niet bekend. Vgl. Archief Mus. Plantin-Moretus, reg. 94, bl. 289. |
|
|
VIII. | - Libellus de ingenuis puerorum moribus
Ioan. Bellerus Antverpiae. Matern. Cholinus Coloniae.
1. | De ingenvis / Scholasticorvm / moribus / Simonis Verrepaei libellvs. / Primae puerorum institutioni non / vtilis tantum, sed etiam val- / de necessarius. / (Drukkersmerk: Corona ivstitiae) / Antverpiae / Apud Ioannem Bellerum / ad insigne Aquilae aureae. / 1582. / 8o, 12 blzz. + 12 Tabulae.
Antwerpen, Mus. Plantin-Moretus.
Parijs, B.N. Volgens (Buisson), Répertoire, blz. 663.
Coll. Francof., I, blz. 553.
Clessius, I, blz. 512.
Paquot geeft als titel: De civilitate morum puerilium. |
|
|
| |
| |
Afb. 4. - S. Verepaeus, Scholae Latinae et Christianae Sciagraphia, Antwerpen 1588, blzz. 2-3 Verkleinde afbeelding van het exemplaar in Museum Plantin-Moretus te Antwerpen, met eigenhandige toevoeging van Verepaeus voor een nieuwe uitgave in 1594.
| |
| |
|
2. | Coloniae, apud Ioannem Knuuerum, 1583.
Coll. Francof., I, blz. 553.
Clessius, I, blz. 512. |
|
3. | Coloniae, apud Petrum Horst, 1588, 8o.
|
4. | Uitgave z.p., z.j.
Antwerpen, Mus. Plantin-Moretus. |
|
|
IX. | - 12 Legum scholasticarum Tabulae
Estque Epitome libri praecedentis. In offic. Plant.
|
X. | - Latinae linguae progymnasmata
Antverpiae Ant. Thilenius. Busciducis Io. Scoefferus.
Coloniae N.N. (sic!)
1. | Latinae linguae progymnasmata sive prima exercitamenta. Antverpiae, Ant. Tilenius Brechtanus, 1572, 8o.
Gent, U.B.
(Buisson), Répertoire, blz. 662, vermeldt een uitgave in de bibliotheek van Bourg: ‘Simonis Verrepaei Progymnasmata anglica (sic!) et Augustini Wilsii novum dictionarium omnium partium orationis’, Antverpiae 1572, 8o.
Paquot spreekt van een uitgave bij Tilenius in 1571. Doch Verepaeus zegt in zijn Institutiones, blz. 72, dat hij ‘onlangs’ het handschrift, samen met een bewerking van het Dictionariolum van C. Crocus naar Tilenius had gezonden. De Institutiones zijn verschenen in 1573. |
|
2. | Antverpiae, apud Antonium Bertramum (sic! lees: Brechtanum), 1577, 8o.
Coll. Francof., I, blz. 553.
Clessius, I, blz. 511. |
|
3. | Latinae linguae progymnasmata, sive prima exercitamenta, cum interpretatione germanica, Coloniae, 1585, 8o.
Dezelfden, t.a.p.
Kuckhoff, Tricoronatum, blz. 353, noot 39. |
|
|
| |
| |
|
4. | Latinae linguae progymnasmata sive primae studiorum exercitationes. Pars posterior. Antverpiae, A. Tilenius Brechtanus, 1585, 8o.
|
5. | Coloniae, 1600, 8o.
|
6. | Antverpiae, H. Verdussen, 1613, 8o.
Antwerpen, Mus. Plantin-Moretus. |
|
7. | Latinae linguae progymnasmata, sive primae studiorum exercitationes, in usum scholarum nuper collectae. Liber I et II. Opera Simonis Verepaei. (Leodii, C. Ouwerx, 1620), 8o.
Luik, U.B.
Zie De Theux, col. 72. |
|
8. | Antverpiae, Hier. Verdussen, (dln I en II), 1654-5, 8o.
Brussel, K.B.
Paquot (met inhoudsopgave). |
|
9. | Antverpiae, Hier. & J.B. Verdussen, 1660, 4o (Pars posterior).
|
10. | Antverpiae, ibid., 1661, 8o (Pars prior).
|
11. | Leodii, G.H. Streel, 1683, 8o (Pars II).
De Theux, col. 72 en 329. |
|
12. | Sylvaeducis, J. Schoefferus, z.j.
|
|
XI. | - Latinae linguae exercitationum libri III
Ioan. Scoefferus Busciducis.
1. | Primae / Stvdiorvm / Exercitationes. / Ad scholarvm vsvm commo- / diorem, in III. libellos digestae. / Opera / Simonis Verepaei. / Sylvaedvcis / Ex Officina Ioannis Schoefferi, ad insigne Missalis. / CIƆ.IƆ.LXXXV. / kl. 8o, 2 bll., 172 blzz. Nieuwe titelpagina voor het tweede deel ingelast na blz. 92; op blz. 145 nieuwe titel voor het derde deel. De inhoud komt gedeeltelijk overeen met die van het voorgaande werk.
|
|
| |
| |
|
|
's-Gravenhage, K.B.
Heeswijk (N. Br.), Abdij Berne (O. Praem.)
Deze Bossche druk en de voorgaande niet bij Verreyt. |
|
|
XII. | - Praeceptiones de tropis schematibus
Coloniae excudit Gervinus Calenius.
1. | Praeceptiones / de Figvris / seu de / Tropis et Sche = / matibvs, / In communem Scholarum vsum bre- / uiter & dilucidè per Quaestio- / nes explicatae. / Auctore / Simone Verepaeo / Dommelano. / (Drukkersmerk. Daniël breekt de muil van een leeuw) / Coloniae, / Apud Geruinum Calenium, & Haeredes / Quentelios M.D.XC. / Cum Gratia & Priuilegio Caesareae Maiestatis. / kl. 8o.
Antwerpen, Mus. Plantin-Moretus.
Maastricht, S.B.
In de voorrede van de Praeceptiones de verborvm et rervm copia, Keulen 1590, blz. 2-8, spreekt Verepaeus van een uitgave Praeceptiones de tropis, die vóór 1590 is verschenen samen met de Copia, en van een heruitgave van De tropis, die dan ter perse is: ‘Coloniae a Quentelianis aut coeptum excudi, aut iam excusum opinor’. |
|
2. | Sylvaeducis, (Schoeffer?), 1590, 12o.
|
3. | Antverpiae, Aegid. Stelsius, 1592, 12o.
|
4. | Praeceptiones... recognitae et nonnihil immutatae. Coloniae, 1733.
Kuckhoff, Tricoronatum, blz. 497, noot 103. |
|
|
XIII. | - Praeceptiones de verborum rerum copia
Idem Geruinus Calenius.
1. | Praeceptiones de verborum et rerum copia, item de figuris, sive de tropis et schematibus, per quaestiones in vsum scholarum luculenter & breuissime explicatae. Coloniae, Ex officina Quenteliana, 1582.
Hannover, K.B. Volgens O. Zaretzky, Ein Quentelsches Rechnungsbuch aus der zweiten Hälfte des 16. Jahrhunderts, in Annalen des historischen Vereins für den Niederrhein, insbesondere die alte Erzdiözese Köln (Keulen), 93 (1912), blz. 89.
|
|
|
| |
| |
|
|
Coll. Francof., I, blz. 553.
Clessius, I, blz. 512.
Paquot. |
|
2. | Coloniae, apud Geruinum Calenium, 1590, 8o, 124 blzz., + Index.
Antwerpen, Mus. Plantin-Moretus.
Gent, U.B.
's-Hertogenbosch, bibl. Prov. Genootschap.
Zie dezelfden, t.a.p. |
|
3. | Coloniae, G. Calenius & haer. Quentelii, 1593, 8o.
Gent, U.B.
Maastricht, S.B. |
|
|
XIV. | - De epistolis latine scrib(endis) & rescrib(endis) Coloniae Matern. Cholinus. Antverpiae in Offic. Plant.
1. | De epistolis latine conscribendis libri IV. Antuerpiae, A. Tilenius Brechtanus, 1571, 8o (of 12o?).
Parijs, B.N. Volgens (Buisson), Répertoire, blz. 663.
Coll. Francof., I, blz. 553. |
|
2. | Antverpiae, 1574, 8o.
Coll. Francof., I, blz. 553.
Zie verder sub XVI, 2. |
|
3. | Lugduni, 1580, 12o.
Albi, S.B. Volgens (Buisson), Répertoire, blz. 662. |
|
4. | De epistolis latine scribendis et rescribendis libri V. Coloniae, M. Cholinus, 1581, 8o.
|
5. | Coloniae, M. Cholinus, 1586, 16o, 206 blz.
Montbéliard, S.B. Volgens (Buisson), Répertoire, blz. 662. |
|
6. | Simonis Verepaei / de Epistolis / Latine con- / scribendis / Libri V. / Denvo exactiore methodo, Schematis- / mis & Scholiis illustrati, & accessione / noua postremùm aucti. / (Drukkersmerk) / Antverpiae,/ Ex officina Christophori Plantini, / Architypographi Regij. / M.D.LXXXVIII. / Cum Priuilegio ad sex annos. / kl. 8o, 182 blzz.
|
|
| |
| |
|
|
Antwerpen, S.B.
De voorrede is gedagtekend uit Helmond, 1 September 1585.
Zie over deze uitgave: Corresp. de Plantin, VIII-IX, blz. 325-6, Nr 1325 en blz. 365, Nr 1352. De vermelding van een Plantin-druk van 1581 bij Paquot moet als onjuist worden beschouwd, als men rekening houdt met hetgeen in deze brieven staat. |
|
7. | Antverpiae, ibid., 1591, 8o.
Coll. Francof., I, blz. 553.
Clessius, I, blz. 511. |
|
8. | Coloniae, apud G. Cholinum, 1591, 8o.
|
9. | Antverpiae, J. Moretus, 1596, 8o, 175 blzz.
Brussel, K.B. (twee exemplaren).
Gent, U.B. |
|
10. | Antverpiae, J. Moretus, 1604, 8o, 175 blzz.
Antwerpen, S.B.
Brussel, K.B.
Gent, U.B.
Maastricht, S.B. |
|
11. | Coloniae, 1620 12o (?).
|
|
XV. | - Selectiores Epistolae Ciceronis, Verepaei scholiis illustratae
Antuerpiae Thilenius.
1. | Epistolarum selectarum Ciceronis libri III. cum Annotationibus, seu Argumentis, & Historia vitae Ciceronis per annos digesta. Sylvaeducis, Joann. à Turnhout, 1599, 4o.
Paquot. Daaruit overgenomen door Ch.C.V. Verreyt, De Boekdrukkers van Turnhout te 's-Hertogenbosch, in Taxandria (Bergen-op-Zoom), 12 (1905), blz. 124.
Paquot vermeldt ook een uitgave bij Tilenius, z.j. |
|
|
| |
| |
XVI. | - Selectiores epistolae clarorum virorum
Antverpiae Bellerus. Coloniae Horstius. Ingolstadii N.N. (sic!)
1. | Selectiores Epistolae clarorum virorum, in usum scholarum in tres libros digestae. Dilingse, Sebaldus Mayer, 1573, 8o.
Gent, U.B.
Parijs, B.N. Volgens (Buisson), Répertoire, blz. 663. |
|
2. | Selectiores Epistolae clarorum virorum, scil. Petri Bembi, Iacobi Sadoleti, Christoph. Longolii & Pauli Manutii, in tres libros digestae, opera Simonis Verepaei. Accessit eiusdem Verepaei de Epistolis latine conscribendis Isagoge. Antuerpiae, 1574, 8o.
|
3. | Selectiores epistolae aliquot doctissimorum virorum in usum scholarum in libros IV congestae. Coloniae, Petrus Horst, 12o, 143 blz.
Montbéliard, S.B. Volgens (Buisson), Répertoire, blz. 663. |
|
4. | Selectiores Epistolae clarorum Virorum, in usum Scholarum.... Constantiae Leonhard. Straubius, 1588, 12o.
|
5. | Antverpiae, Christoph. Plantinus, z.j.,12o.
|
|
XVII. | - Selectiores Epistolae Lod. Vivis
Ant. Thilenius.
1. | Ioan. Lvdovici Vivis Epistolae aliquot selectiores, opera Simonis Verepaei editae. Antuerpiae, 1571, 8o.
Clessius, I, blz. 466.
LIBRI VEREPAEI OPERA IN LUCEM REVOCATI VEL SCHOLIIS PER IPSUM ILLUSTRATI |
|
|
XVIII. | - Historia Barlaam & Iosaphat, Verepaei opera separatim edita, cum scholiis R.D. Aloijsii Lipomani Episcopi Veronensis
Io. Bellerus.
|
| |
| |
|
1. | S. Ioannis Damasceni Historia, de vitis & rebus gestis Sanctorum Barlaam Eremitae, & Iosaphat Regis Indorum: cum scholiis Aloisii Lipomani. Accessit libellus Ioannis Chrysostomi de comparatione Regis & Monachi. Antuerpiae, Ioan. Bellerus, 1568, 12o.
|
|
XIX. | - Libellus de salutari peccatorum poenitentia Claudii Viexmontii Parisiensis. Adiunctis per Verepaeum scholiis R.D. Ioannis Loei Praepositi Eversamensis in Flandria
Bellerus.
1. | Clavdii Viexmontii breuis institutio de salutari poenitentia peccatoris. Antuerpiae, apud Bellerum, 1575, 16o.
Coll. Francof., I, blz. 122.
Clessius, I, blz. 99.
Over deze uitgave, zie A. Roersch, Correspondance inédite de Loaeus, Gent 1898, blz. 66, 125-6, 154-5. |
|
2. | Dezelfde uitgave in herdruk, 1585, 12o.
Dezelfden, t.a.p.
LIBRI ALIQUOT VEREPAEI IN TYPOGRAPHORUM MANIBUS ETIAMNUM DETENTI |
|
|
XX. | - Thesaurus selectissimarum precationum
Apud Bellerum diu asservatur.
Of het boek ooit in druk is verschenen, is mij niet bekend. |
|
XXI. | - Selectiores Epistolae Paulli Manutii, quibus nullae recentis scriptoris elegantiores
1. | Selectiores Epistolae Pauli Manutii ineditae. Antverpiae, Casp. Bellerus.
|
|
| |
| |
XXII. | - Selectiores Latini sermonis phrases, a R.D. Nicolao Busio insignis eloquentiae viro collectae: sed Verepaei studio in classes 10 digestae
Iam multos annos a Thilenio conservantur.
Hi lucem videbunt cum eo voluntas accesserit typographorum, conquerentium de chartae inopia eiusdemque ingenti caritate, tum etiam de operarum defectu.
1. | Selectiores / sermonis latini / phrases, / a / Nicolao Bvsio Gertrvdi- / montano, praeclarae eruditionis, & insignis / eloquentiae viro, primùm collectae, atque bre- / uissimis Scholiis illustratae: / Et nunc operâ / Simonis Verepaei / Ad puerilium studiorum vsum in X. Classes / redactae, & in lucem emissae. / Subiuncta est eiusdem Verepaei Scholae Latinae & Christianae Sciae- / graphia seu rudis delineatio, in communem Belgicarum Scholarum / vsum accuratißimè concinnata. / (Drukkersmerk) / Antverpiae, / Ex officina Plantiniana, / Apud Ioannem Moretum. / M.D. XCVII. / kl. 8o, 80 blzz.
Brussel, K.B. De aangekondigde Sciagraphia staat er niet in. Op blzz. 79 en 80: ‘Brevis christianae pietatis institutio’.
Bij Paquot vindt men nog vermeld: |
|
|
XXIII. | - Militiae Christianae Progymnasmata, per aliquot gymnasia distributa, Antverpiae, Chr. Plantinus, z.j. |
XXIV. | - Dialogistica Societatis Nominis Jesu ad majorem Dei gloriam illustratio. (In handschrift gebleven, thans onvindbaar). |
|
-
voetnoot(1)
-
C.F.X. Smits, De grafzerken in de Kathedrale Sint Janskerk van 's-Hertogenbosch, 's-Hertogenbosch 1912, Nr 93, blz. 100. De grafzerk van Simon Verepaeus ligt thans in de zijbeuk ter epistelzijde (zuiderbeuk).
-
voetnoot(2)
- Vgl. A. Roersch, art. Verepaeus, in Biographie nationale de Belgique, XXVI, Brussel 1936-8, col. 604-10. Zie ook de oudere bibliographen: A. Miraeus, Bibliotheca ecclesiastica, sive de Scriptoribus ecclesiasticis, II, Antwerpen 1649, blz. 150; Fr. Sweertius, Athenae Belgicae, Antwerpen 1628, blz. 677; Dezelfde, Monumenta Sepulchralia et inscriptiones publicae privataeq. ducatus Brabantiae, Antwerpen 1613, blz. 331-2; Val. Andreas, Bibliotheca Belgica, tweede uitgave, Leuven 1643, blz. 814; [J.N. Paquot], Mémoires pour servir à l'histoire littéraire des dix-sept provinces des Pays-Bas..., folio-uitgave, I, Leuven 1765, blz. 124-6; 8o- uitgave, II, Leuven 1768, blz. 62-70; Chr. G. Jöcher, Allgemeines Gelehrten-Lexicon, IV, Leipzig 1751, col. 1526-7; J.F. Foppens, Bibliotheca Belgica, II, Brussel 1739, blz. 1103-4; A.J. van der AA, Biographisch Woordenboek der Nederlanden, folio-uitgave, XI, derde stuk (letter V), Haarlem
1878, blz. 43. Over Verepaeus spreken ook de kerkhistorici van het bisdom 's-Hertogenbosch: J.A. Coppens, Nieuwe Beschrijving van het Bisdom van 's Hertogenbosch, II, 's-Hertogenbosch 1841, blz. 223-5; L.H.C. Schutjes, Geschiedenis van het bisdom 's Hertogenbosch, III, St. Michiels Gestel 1872, blz. 467; IV, 1873, blz. 272.
-
voetnoot(1)
- Vgl. de promotielijst, meegedeeld door E.H. Reusens, in Analectes pour servir à l'histoire ecclésiastique de la Belgique (Leuven), 3 (1866), blz. 23.
-
voetnoot(1)
-
P. De Ram, Synodicon Belgicum, I, Mechelen 1828, blz. 121.
-
voetnoot(2)
- Deze druk werd door A. Roersch beschreven in Bibliotheca Belgica (Van der Haeghen), D 460.
-
voetnoot(1)
-
Verepaeus, Enchiridion, uitgave Antwerpen, P. Bellerus, 1576, bl. 17a van het voorwerk en blz. 21.
-
voetnoot(2)
- Vgl. het stuk in het Bisschoppelijk archief van 's-Hertogenbosch, Nr 20 a.
-
voetnoot(3)
-
Em. Steenackers, Lambert Thomas Schenckelius de Bois-le Duc, recteur de la grande école à Malines, in Bulletin du Cercle archéologique littéraire et artistique de Malines, 36 (1931), blz. 110-54.
-
voetnoot(1)
- Brief van 21 en 22 September (1596), in Archief Museum Plantin-Moretus te Antwerpen, reg. 94, bl. 301-3.
-
voetnoot(2)
- Het was onmogelijk iedere uitgave te beschrijven. Er werd naar gestreefd de beschrijving te geven van een of meerdere uitgaven van elk werk van Verepaeus.
|