De Gulden Passer. Jaargang 24
(1946)– [tijdschrift] Gulden Passer, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 66]
| |||||||
Nieuwe TijdschriftenLe Livre et ses Amis. - Revue mensuelle de l'art du livre. Directeur-Fondateur: Paul Massonnet. 27, Rue Joubert, Paris IXe.De liefhebbers van het mooie boek zullen het weten te waardeeren en er zich om verheugen, dat er zoo korten tijd na het einde van den oorlog kon worden overgegaan tot het uitgeven van een tijdschrift, dat èn door zijn uiterlijk aspect (afleveringen van + 80 bladzijden, 4o formaat, op ‘pur chiffon’, keurig gedrukt en overvloedig geïllustreerd), én door den rijkdom en de verscheidenheid van zijn inhoud, ook de meest eischenden zal bevredigen. De nummers die ons ter recensie werden toegezonden, verdienen elk afzonderlijk te worden besproken. Plaatsgebrek dwingt er ons evenwel toe om deze bespreking voor een volgend nummer van ‘De Gulden Passer’ te reserveeren. Inmiddels houden we er aan, de promotors van ‘Le Livre et ses Amis’, met het tot dusverre gepresteerde, van harte geluk te wenschen. | |||||||
Boek en Grafiek. Tijdschrift voor exlibriskunde, gelegenheidsgrafiek en boekillustratie. Verschijnt den 20sten van iedere maand. Red. Fr. Verstreken, Rechtestraat 23, Lier. - Administr. J. Lamoen, Groote Steenweg, 188, Berchem-Antwerpen. Jaarabon. 90 fr.Dit nieuwe tijdschrift stelt zich voor te ijveren voor het verspreiden van goede grafische kleinkunst. Verzamelaars en ontwerpers van dergelijke kunst wil het van nutte zijn, maar zelf een onafhankelijke positie innemen ten overstaan van exlibris-vereenigingen en soortgelijke kringen. Het wil daarbij grafische kunstenaars van de jongste lichting, naast andere met erkende faam, zoo uit buiten- als binnenland, aan het woord laten. Bibliofilie ligt buiten zijn bestek. In een volgend nummer van ‘De Gulden Passer’, komen we op ‘Boek en Grafiek’ terug, met een bespreking van de verschenen nummers (het eerste dateert van 20 Februari 1946). Het nieuwe tijdschrift wenschen we intusschen een vruchtbare werking toe. L. INDESTEGE. | |||||||
Revue du moyen age latin.Door de Facultés Catholiques te Lyon werd in 1945 een nieuw wetenschappelijk tijdschrift in het licht gezonden, de ‘Revue du Moyen Age Latin. Etudes, textes, chronique, bibliographie.’ Tot nog toe - d.i. Juli 1946 - verschenen vijf afleveringen, waarvan de eerste vier den Jaargang I (1945) uitmaken (445 pp. in-8o). | |||||||
[pagina 67]
| |||||||
Directeur van het tijdschrift is F. Chatillon; de redactieraad is samengesteld uit G. Bardy, G. Bidault (thans vervangen door A. Audin), A. Chavasse, H. Chirat, E. Gilson, P. Glorieux, G. Hocquard, J. Leclercq O.S.B., H. De Lubac S.J., H.I. Marrou, M. Pallasse. Onder de stichtende leden treft men, naast professoren te Lýon, o.m. ook aan de Bibliotheek der Theologische Faculteit S.J. te Leuven. Doel en arbeidsveld van het nieuwe tijdschrift worden als volgt afgebakend: ‘La Revue est spécialement consacrée aux recherches de littérature latine et d'histoire littéraire du moyen âge, c'est-à-dire aux textes médiolatins, à la langue en laquelle ils ont été écrits, à la personne de leurs auteurs, aux milieux dont ils sont issus ou qui les ont transmis, aux péripéties de cette transmission, aux institutions et aux doctrines qu'ils ont exprimées et véhiculées. L'objet de la Revue s'étend par là même à tous les aspects de la vie et de la pensée médiévales pour autant qu'ils se laissent saisir à travers les textes ou qu'ils se trouvent en relation avec eux’. De intense wetenschappelijke arbeid welke sedert enkele tientallen jaren in Frankrijk op het gebied van het Middeleeuwsch Latijn werd geleverd, rechtvaardigt ten volle de stichting van een speciaal orgaan, dat eenerzijds in veel ruimere mate dan tot nog toe mogelijk was met behulp van algemeene tijdschriften als de Revue des études latines, de bevordering der Medio-Latijnsche studies zal in de hand werken, en dat anderzijds een breeder terrein bestrijkt dan het vooral in de taalkunde gespecialiseerde ALMA (Archivum latinitatis medii aevi) of Bulletin Du Cange. Voor de degelijkheid van de bijdragen staan de namen van directeur en redactieleden borg, en de medewerking der meest vooraanstaande mediaevistenGa naar voetnoot(1) aan deze eerste vijf afleveringen verzekeren aan de Revue du moyen âge latin van meet af aan een eervolle plaats onder de internationale wetenschappelijke tijdschriften. De inhoud wordt verdeeld over drie rubrieken: de ‘Articles et Mélanges’ brengen oorspronkelijke bijdragen en tekstuitgaven, tekstcritische, historische en bibliographische aanteekeningen; in het ‘Bulletin critique’ worden de recente publicaties die in verband staan met de Latijnsche Cultuur in de Middeleeuwen uitvoerig besproken; de ‘Chronique’ ten slotte is niet de minst belangwekkende rubriek: zij houdt de lezers geregeld op de hoogte van wat er in de wereld der Latinitas medii aevi omgaat en bevat berichten van correspondenten in Frankrijk, Engeland, Canada, de U.S.A., Italië, Spanje en België, - deze laatste verzameld en opgesteld door onze landgenooten M. Hélin en A. Boutemy. | |||||||
[pagina 68]
| |||||||
Wij begroeten met vreugd het verschijnen van de ‘Revue du moyen âge Latin’ en wenschen haar een lange en vruchtbare loopbaan toeGa naar voetnoot(2).
H.F. BOUCHERY. | |||||||
Publicaties van the library of congress.The Library of Congress te Washington stuurde ons drie publicaties toe, waarop wij graag de aandacht van onze lezers vestigen.
B. | |||||||
[pagina 69]
| |||||||
Een nieuwe vereeniging van bibliophielen in Zuid-Afrika.De Vereeniging der Antwerpsche Bibliophielen is in contact getreden met The Imprint Society, een nieuwe vereeniging van bibliophielen te Johannesburg. De Heer Bas Valkenburg, Secretaris van The Imprint Society (adres: Box 4997, Johannesburg) verstrekte ons navolgende inlichtingen: ‘The Imprint Society is nu juist twee jaar oud, en wanneer men in aanmerking neemt dat Zuid Afrika een jong land van groote afstanden en weinig inwoners is, is er al tamelijk wat gepresteerd. Onze Vereeniging, natuurlijk grootendeels geïnteresseerd in het mooie boek, wenscht echter haar activiteiten uit te breiden over andere graphische kunsten. Om een voorbeeld te noemen: een paar maanden geleden hebben we een tentoonstelling op touw gezet van Zuidafrikaansche reclamekunst, die een uitgesproken succes was en nu jaarlijks gehouden zal worden, en gepaard zal gaan met een jaarboek over hetzelfde onderwerp. Verder worden er tentoonstellingen gehouden over letter- en drukkunst: - de volgende maand zal er een zijn van sommige van de beste publicaties van de Grolier-club, die zoojuist uit Amerika zijn aangekomen. Intusschen wordt er gewerkt aan de publicatie van boeken, die tot nu toe uiteraard op bescheiden schaal zijn geweest, en ook is de uitgave van een tijdschrift voorgenomen. De Vereeniging begint zich al hoe meer op uitgebreider belangstelling te verheugen en staat reeds in verbinding met verscheidene zustervereenigingen in het buitenland.’ De Gulden Passer wenscht The Imprint Society veel succes en vruchtbaar werk toe. B. |
|