| |
| |
| |
Afb. 1. Titelblad Geschied. N.T.
Zie Bibl. drukken, nr. 10.
| |
| |
Afb. 2. Titelblad ‘Mercure journalier’
Zie Bibl. drukken, nr. 47.
| |
| |
Afb. 3. Zie Bibl. drukken, nr. 19.
| |
| |
Afb. 4. Titelblad ‘Déscription’
Zie Bibl. drukken, nr. 50 en aanvullingen
| |
| |
| |
Cornelius-Martinus Spanoghe
(Doel, 30 Mei 1758 - St. Gillis Waas, 19 December 1829)
door Henry L.V. de Groote
(vervolg en slot van de bibliographie)
II. Werken van Spanoghe
A. Verschenen onder den naam C.M. Spaenhoven, of naamloos, tijdens het Oostenrijksche bewind.
1779.
1 De nIeUWe VreUgDIg-kLInCkenDe CIther uytbazuynende de melody haerder dry-derleydig taeljuychende snaergespel, over de weergalooze priesterlyke weirdigheyd bekomen door... Aug. Jacobus Van Goethem, geboortig van Stekene... Tot Gend by J.F. Vander Schueren, boekdrukker op de Groenselmarkt. In fol. pl. op 3 kolommen. Ndl. verzen, met hunne vertaling in het Fransch en het Latijn. In fine: Toegezongen dóor Cornelius-Mart. Spaenhoven, gebóortig van den Doel. 1779.
Niet weergevonden. Opgeteekend naar Ferd. Vanderhaeghen: Bibliographie gantoise... Gent, 1858-1869, dl VI, blz. 207 nr 13478.
| |
1780.
2 De zingende / zwaen / in haer Sterven, / Uytneurende de ellenden des menschen leven, des zelfs kort-/heyd en ongstaedigheyd; met eenige vertroostingen op / het zelve, duydelyk aantoonende, geene andere oorzaek / hiervan te wezen als
| |
| |
de zonden. / Vol schoone Vergelykenissen. Toepassingen, en Zeldzaeme, / zoo bybelsche als wereldlyke en poëtische Geschiedenissen, / In Mengel-Vaersen, / Door Cornelius Martinus Spaenhoven. / Post varios casus, post tot pericula vitae, / Tendimus in latium, sedes ubi fata quietas / Ostendunt. / Virg. in Aeneid. / - Naer veel ongemak en lyden. / Naer veel ramp en herten leed, / - Naer een kloek en deftig stryden, / Word men uyt dit dal gescheed. / Om t'ontfangen voor een loop./'s Hemels vreugd en lauwer kroon./[Vignet] / Tot Gend, / By C.J. Fernand, op den Reep in S. Augustinus. / M.D.C.C.LXXX. / 13,5 × 21,5 [4 +] 72 blz.
Antwerpen, Stadsbibl. C 80508. Brussel, Kon. bibl. 8e Cl. XIII. B. Spae. Gent, Bibl. der Univ. BL 9169.
Aangekondigd: Gaz. v. Antw. 25 en 28.7.1780. Prijs 9 stuivers [0,82 fr.]. Opdracht aan zijn ouders. Gedicht in hexameters, verdeeld in 15 korte zangen. ‘C'est une jérémiade sur les malheurs du temps, qu'il attribue à la perversité, à l'immoralité et à l'impiété. Le style est énergique, le vers a du nombre, les figures sont classiques,’ Aldus wijlen prof. Vercoullie in het 23e dl. der Biographie nationale. s.v. Spanoghe.
Vermeld door Ferd. Vanderhaeghen, Bibliogr. gantoise, dl. IV, blz. 146, nr 5946.
Vellingscatalogussen: van Hulthem, Gent 1836-37, nr 24163. - J.F. Willems, Gent 1.2 en 3.5.1847, 2e deel, nrs 3844 en 3845. 0,50 fr. Philippe Blommaert, Gent. 17.12.1872, nr 604. C.P. Serrure, Brussel 23.10.1873 en vlg., nr 2801. 1 fr. F.J.B. de Baillet, Antwerpen, 7.6.1875 en vlg., 1e deel. nr 3791.
| |
rond 1780.
3 Den / letterlyken zin / van het / boek / der / zangen, / ofte deszelfs / verdediging / Tegens de lasteringen die het door / zommige Schryveren heeft geleden. / Waer in beknôoptelyk aengetoont word / hoe elk wôord in het bezonder volgens / het gevoelen der H.H. Vaders aldaer / moet aengenomen worden. / In nederduytsche Verzen tot oeffening / en onderwys der Jonkheyd / beschreven door Mxxxx / [Vignet] /tot Gend, / By de Weduwe S. Somers, bij het / Koninglyk Collegie in den Salamander. / 10, 1 × 18,2 [12 +] 44 blz.
| |
| |
Opdragt aen de zeer weerdige vrouw, mevrouw Carolina Lenssens, Der wydvermaerde Abdye ten Nieuwen-Bossche tot Gend. Onderteekend: De Wed. Somers. 5 ongenummerde blz., in verzen. Tot den lezer, 3 ongenummerde blz. in verzen. Aen den lofbaeren heer, Mijnheer xxxx, Ten goede der Jeugd uytgevende den letterlyken zin van het boek der zangen. Onderteekend: J.J.A., 4 ongenummerde blz., in verzen. Daarop volgt in verzen de verklaring van het Hooglied. In fine: Vid. Ae. F. De Grave, Lib. Cens. - J.F. Diericx, Lib. Cens. Reg. [Vignet.]
Gent, Bibl. der Univ., 1979-7 - G. 2723.
Naar Ferd. Vanderhaeghen, Bibliogr. gantoise, dl. IV, blz. 23, nr 4929 aangeeft, veronderstelde Prudens van Duyse dat het een werk van Spanoghe is. Catalogus des livres... Prudent van Duyse... 19 mai 1862 et jj. ss., Gent, Eug. Vanderhaeghen, 1862, vermeldt onder nr 2243: (Spanoghe), Den letterlyken zin van het boek der zangen. Gend, S. Somers, in-8o Verkocht 2.25 fr.
E.H. Gabriel Celis gaf als overlijden van abdis Carolina Lenssens den datum van 1768 op in zijn bijdrage, getiteld: ‘Het klooster van den Nieuwenbosch (1201-1797)’, verschenen in het Bulletijn der maatschappij van geschied- en oudheidkunde te Gent, 23e tot 26e jrg., nr 1, Gent, 1919, blz. 92.
Toen wij er op wezen dat deze datum bezwaarlijk kon gerechtvaardigd worden - in 1775 begint Wwe S. Somers eerst te drukken, en zij draagt ‘Den letterlijken zin’ op aan bovenvermelde abdis, - was Z.E.H. kanunnik J. De Keyzer, archivaris van het bisdom Gent zoo welwillend, een onderzoek in de archieven van den Nieuwenbosch in te stellen, waaruit bleek dat alvast in 1777 Carolina Lenssens nog abdis was.
De Zusters van den Nieuwenbosch ontdekten dan een heilwensch in vers, aangeboden aan Marie Deltour, opvolgster van C. Lenssens, toen deze op 3 October 1790 ingehuldigd werd. Dus is Carolina Lenssens in 1790 overleden, en blijft de veronderstelling van Prudens van Duyse aangaande het auteurschap van Spanoghe waarschijnlijk..
| |
1780.
4 De Doelsche Nymph / betreurende / aen haer ziltstroomende rivier / Het droevig afsterven haers Welbeminden / Prince / Carel Alexander, / gouverneur ende capityn generael / der Nederlanden, / Hertog / van Lorynen en Baer, / grooten meester / van het Duytsch orden, &c. &c. / den IV. Julii, 1780 / op zyn lusthof tot Tervueren, / In den
| |
| |
Ouderdom van 67 Jaeren 6 Maenden 22 Dagen. / In helden veersen door / C.M. Spaenhoven, / Gebortig van de Parochie den Doel / [Vignet] T'Antwerpen, / By P.J. Parys, Drukker, Papier en Boekverkooper. / Met Goedkeuringe / 18,9 × 30,1. 8 blz.
St Niklaas, Bibl. van den Oudheidk. Kring van het Land van Waas, tezaam genaaid met nr 5 hieronder.
Hexameters. Eindigt: Vidit J.B. Fighé, Lib. Censor. Waarschijnlijk einde Juli 1780 verschenen, indien niet tezaam met nr 5.
5 De / Doelsche Melpomine / uytberstende in rouw-klagt / aen haer zoutstroomende rivier / Over het droevig afscheyden haers noyt volprese en Deugd-ryke / Heldinne / Maria Theresia / Walburgis Amelia / Roomsch kyzerinne, koninginne / van / Duytsland, Hungaryen en Bohemen. / Artshertoginne / van / Oostenryk. / Hertoginne / van Lotryk, Braband en Limborg. / Mark-gravinne / van het / Heylig Roomsch ryk, &c. &c. &c. / Overleden den 29 9ber 1780 in Haer Kyzerlyk / Paleys tot Weenen, in den Ouderdom van 63 Jaeren / 6 Maenden 12 Dagen / In helden veersen door / C.M. Spaenhoven, / Gebortig der Parochie den Doel. / [Vignet] / t'Antwerpen, by P.J. Parys, Drukker, op den / Hoek der Zwerte-Zusters-straet. / 18,9 × 30,1. 10 blz.
St Niklaas, Bibl. Oudheidk. Kring v.h. Land van Waas, tezaam genaaid met nr 4.
Hexameters. Eindigt: Vignet, voorstellende de Oostenrijksche dubbele adelaar met de keizerskroon. Daaronder Vt. J.B. Fighé Lib. Censor.
Aangekondigd Gaz. v. Antw. 22-12-1780, als gedrukt en te bekomen. Prijs 7 stuivers [0,63 fr.]
| |
1781.
6 Den ruyvenden Adelaer verçiert van vlytige Vlerken, over de plegtige Huldinge gedaen den 17 July, binnen de Hoofdstad Brussel, tot het Hertogdom van Braband, van den Weer- | |
| |
galoozen en Kloekborstigen Held Josephus II, Roomsch Keyzer, Koning van Duytsland, Hungarien en Bohemen, &c. &c. &c. Opdragende aen dezen fijnen Bescherm-Voogd syn doffe Gezang; dus voerende voor zinnespreuk Perpetuô durat Virtus Doctrinaque rerum / Inque illam fors nil, quod dominatur, habet /. Owenus. / Al is 't dat alles sterft, de Deugd blijft altyd leven, / En niet als deugd alleen, kan t' eeuwig leven geven. / Door Corn. M. Spaenhoven der Parochie den Doel.
Niet weergevonden. Aangekondigd Gaz. v. Antw. 20-7-1781, als gedrukt en te bekomen bij Joannes G.J. De Roveroy, Katelijne Vest in den H. Joseph, bij de Meir te Antwerpen waar Spanoghe het drukkersambacht leerde sinds 16-5-1781.
| |
B. Verschenen onder den naam C.M. Spanoghe, of naamloos, tijdens het Oostenrijksche bewind.
1782.
7 Wirook van blydschap... Zie nr 2 van de drukken.
| |
1784.
8 Lyk-sermoon... bisschop Wellens, en ander werk vervat in de Gener. collect. Wellens... Zie nrs 11 en 14 van de drukken.
9 Het gedrag / van zyne K. en K. Majesteit / Josephus den II, / verdedigt voor de vierschaar / der billykheid; / Waar klaarlyk aangetoont word, dat Zyne K. en K. Majesteit / in 't geval is, het Recht der Vrye Vaart door de Ri- / vier de Schelde met de wapenen te weder eisschen, op de / gronden van de volgende vermaarde Rechtsgeleerde: / als H. de Groot, Puffendorff, Gundling, Barbeyrac, / Strube de Piermont, M. d'Argenteau en M. d'Aube. / Door / Justinus Flandricus. / - Complures se scelere contaminarunt imperii cupiditate. / Cic. de off. 3. - / [Vignet, voorstellend eene burcht aan een stroom waarop schepen. Antwerpen?] Gedrukt buiten
| |
| |
Alkmaar, / En zyn te koop tot Brugge / By Joseph Bogaert, Boekdrukker en Boekverkooper, / op d'oude Beurs, by d'Academie. / - MDCC.LXXXIV. 16,5 × 21,5. 4 + 38 blz.
Brussel, Rijksarchief, Rec. 40, blz. 123-164
Op blz. [3]: à l'auteur. 23 Fransche verzen, onderteekend M.D.L.C.
Op blz. [4]: Eer geschal aen den iverigen Schryver en Verdediger der Vrye Zee-vaert door de Schelde. 16 verzen, onderteekend A.B.A. Inleiding, van blz. 1-3.
Aangekondigd in de Gaz. v. Antw. op 18.2.1785. Prijs 3 ½ st. [0,32 f.]. Het op 11.3 en 1.4.1785 in dezelfde Gaz. v. Antw. aangekondigde ‘Het regt van Z.K. Majesteyt...’ te bekomen mits denzelfden prijs van 3 ½ st. is waarschijnlijk hetzelfde pamflet.
Blz. 25-38 van dit pamflet komt voor in het eerste deel van den Verlichten Jonas, (zie nr 13 navolgend) blz. 84-97, met verschil in spelling, en bijvoeging op blz. 33 van het pamflet (= 92 van den Verlichten Jonas) van een korte paragraaf; blz. 97 van den Verlichten Jonas: Nu hebben wij voorgestelt, tot het einde van dit gezicht op dezelfde blz., ontbreekt in het pamflet. Blz. 3-24 van het pamflet ontbreken in den Verlichten Jonas.
De spelling werd waarschijnlijk verhollandscht om het pamflet in Noord-Nederland gemakkelijker te doen koopen.
Bij Joseph Bogaert te Brugge kon men ook inschrijven op den Dagelykschen Mercurius.
10 Droom / vanden Hollantschen / Nabuchodonosor / Den 18. Decembris 1717. 18,7 × 23. - 32 blz.
Gent, Bibl. der Univ. BL 9070 (29).
Op blz. [4]: Den Catholycken / Daniel / Leght uyt den 19. Decembris aen / den Hollantschen / Nabuchodonosor / Den voorgaenden Droom van den 18. der selve Maent.
Zie nr 13 navolgend.
Aangekondigd op 11.3 en 1.4.1785 in Gaz. v. Antw. Prijs 4 st. [0,36 fr.] Komt voor in het 1e dl. van den ‘Verlichten Jonas’, blz. 121-163. Naar onze meening is het geraadpleegde, hier beschreven pamflet, niet het door Spanoghe aangekondigde, en in den ‘Verlichten Jonas’ afgedrukte. Druk en spelling zijn bepaald ouder dan 1784; de druk is goed verzorgd. De Vereenigde Provincies hadden de barrièresteden reeds in 1782 ontruimd, aangezien Jozef II de forten had laten afbreken. In 1784 was er geen reden meer om te
| |
| |
schrijven: ‘gy bezit Venloo, Doornyck, Meenen, Ypre, Veurne, de Knocque, en het Casteel dat tot Namen is’ (Verl. Jonas, blz. 162). Het beschreven pamflet dagteekent waarschijnlijk van einde 1717, onder de regeering van Karel VI, en diende om tijdens de onderhandeingen met de Vereenigde Provincies de verlangens van de Zuidelijke Nederlanden tot uiting te brengen. Spanoghe zag er geen bezwaar in. ongeveer zeventig jaar later, dit naamloos pamflet, dat op den Hollander afgaf, in zijn toch ook naamloos verschenen werk op te nemen. Hij moderniseerde de spelling, en veranderde hier en daar een woord - zelfs om te verzachten! vb. ‘Verlichte Jonas’, blz. 161: ongelukkige Hollanders, waar het pamflet drukt: vervloekten Hollander. Nota's 279 en 283 van het pamflet werden niet afgedrukt, zoodat nrs 279 tot 281 en 282-283 van den ‘Verlichten Jonas’ overeenstemmen met nrs 280 tot 282, en 284-285 van het pamflet.
11 Het / Nederland / te / hueren / of te / koopen, / terstond te /aenveirden. / [Vignet] M.D.CC.LXXXIV. 12 × 20. - 36 blz.
Antwerpen, stadsarchief, pamflet nr 588; Brussel Rijksarchief, Rec. 43, blz. 487-523; Gent, Bibl. der Univ., 233 A 202 (2); Mechelen, archief van het bisdom. bibl. Laenen, rel. révol. brab. 5 (A2). Komt voor in het 2e dl. van den Verlichten Jonas, blz. 97-124. Zie nr 13 navolgend. Het pamflet werd vertaald, zie nr 12 hierna. Kleine verschillen in taal en spelling met het hoofdwerk; ook hier en daar een lichte wijziging. Zoo blz. 3 van het pamflet: ‘(dit) zal van somige aenmerkt worden als een al te stoute zaek, ja, eenige zullen het aenmerken, als of ik het dede...’; en de Verlichte Jonas, blz. 97: ‘(dit) zal van sommige als een al te stoute zaek aengezien worden, ja eenige zullen het aenmerken, als of ik het dede...’. Dit doet veronderstellen, dat de auteur zijn tekst van 1784 nogmaals heeft doorgewerkt alvorens hem in 1785 in den Verlichten Jonas af te drukken. Verder, overal waar de Verlichte Jonas drukt: het vereende nederland, heeft het pamflet enkel Neerland.
| |
| |
Het voorvalletje te Sas van Gent wordt integraal afgedrukt (zie nr 12 navolgend).
Aangekondigd op 1-4-1785 in de Gaz. v. Antw. Prijs 3 ½ st. [0,32 fr.]
12 Les sept / Provinces- / Unies / a louer ou a vendre / présentement. - Traduction libre - / [Vignet] M.DCC. LXXXIV. 11.3 × 18. - 59 blz.
Antwerpen, Stadsbibliotheek, K 92054; Gent, Bibl. der Univ. 233 A 202 (3).
Vertaling van bovenstaande nr 11.
Op blz. 3-4: Avis du traducteur.
De op blz. 119, 2e dl. van den Verlichten Jonas (zie nr 13 navolgend) voorkomende voetnota over het gebeurde te Sas van Gent werd niet vertaald (zie boven nr 11). Vergelijk verder: blz. 117 van den Verlichten Jonas: ‘gelyk ook de Stad Leyden, waer eenen zeer gevaerlyken oproer den 9 Juny van dit jaer 1784 begonst is...’ en blz. 48 van Les sept Provinces: ‘Le 9 Juin de cette année Leyden a vu le commencement d'une dangereuse sédition.’
| |
1785
13 De zes-en-tagentig / wonderbaere / gezigten / ofte rampspoedige / voorzeggingen / van den / verligten / Jonas / der / agthiende eeuw / over het / trotserende / Nederlands / Ninive / verrykt door zes-en-tagentig / schoone printverbeeldingen. / Eersten [tweeden] deel [Vignet] / Gedrukt buyten Enchuyzen, / En te Koop, By de voornaemste Boekverkoopers / der 17 Nederlandsche Provintien. / 14 × 22. 224 en 216 blz.
Gent, Bibl. der Univ. 128 L 4; het eerste dl. zonder titelblad toegeschreven aan Dirk Pieterz (?), sign. 130 F 15; Mechelen, Stadsbibl.
Het tweede deel eindigt: Geschreven door eenen Hollands-lievenden Lands-genoôt.
Het eerste dl. bevat 24 ‘gezigten’ en 24 prenten, het tweede dl. 61 ‘gezigten’ en 61 prenten (het 37e ontbreekt).
| |
| |
Gaspar Bouttats (Antw. 1648-1696) graveerde 58 prenten;
P. van Pinxen (Antw. 1702-1780) graveerde 18 prenten, alle nageteekend naar G. Bouttats van de eerste uitgave van Moons (1675-1702) (zie hieronder).
Ongeteekend: 9 prenten, alle naar G. Bouttats van de eerste uitg. van Moons (1675-1702) (zie hieronder).
De prenten komen voor in Jacobus Moons: Zedelyke Lust-Warande, 2e uitg. (29), dezelfde, Sedelyken Vreugden-berg, 2e uitg. (30) en dezelfde, Zedelijk Vermaek-Tooneel, 2e uitg. (26); de prent van zinnebeeld 20 is dezelfde als die van zinnebeeld 23 der Lust-Warande van dezelfde. Alle te Antwerpen, bij P.J. Parys, 1765? De prent van zinnebeeld 28 van den Vreugden-berg werd niet opgenomen.
Aangekondigd: Gaz. v. Antw. 4, 7 en 11-1-1785; 18-2, 11-3, 1-4, 29-7 en 23-9-1785. Inschrijving open tot 1-2-1785 (700 inschrijvers). 1e dl. afgeleverd 10-3-1785, 2e dl. 20-3-1785. Volledig te bekomen: 29-7-1785. Prijs 3: 17 [7, - fr.]; op 23-9-1785 is de prijs 3: 10 [6,35 fr.]
Afzonderlijk verschenen stukken: zie nrs 9-12 hierboven.
Wie is de auteur? Wij meenen Spanoghe, en het boek komt heel waarschijnlijk van zijne persen.
Dl 1, blz. 14 tot 30, beschrijft uitvoerig den beeldenstorm te Antwerpen. Blz. 23: hier in onze Stad Antwerpen; blz. 24: binnen onze stad Antwerpen; blz. 29: onse Stad Antwerpen; blz. 32: in onze Stad van Antwerpen.
Dl. 1, blz. 84-97 behandelt het recht van Jozef II volgens rechtsgeleerden; alleen op te stellen door iemand die in de rechten gestudeerd heeft. Spanoghe had in de rechten gestudeerd.
Dl. 1, blz. 176-177 verhaalt uitvoerig wat de Hollanders te Doel - een klein polderdorp - bedreven. Spanoghe was te Doel geboren, en zijne ouders woonden er.
Dl. 1, blz. 196 haalt verzen aan van den Franschen poëet de Meyere, met hunne vertaling, en zelfde dl., blz. 200, een paar Italiaansche verzen van P. Benedetti met hunne vertaling. Waarschijnlijk leverde Spanoghe de vertaling van den Italiaanschen tekst van het leven van Labre.
Dl. 2, blz. 22: ‘ik, die nu geen Gods-geleerde was, nogte my oyt in die wetenschap hadde opgehouden...’ maar uit de Schrift bewijst hij het bestaan van het vagevuur. Spanoghe was theologant.
Dl. 2, blz. 119 haalt een persoonlijk voorval aan uit Sas-van-Gent, ‘in het land van Waes, in de Polders, omstreeks Antwerpen...’
Dl. 2, blz. 213. Chronograms voor 1785. Spanoghe was meester in het opstellen van jaarverzen.
| |
| |
Vergelijken wij den Verligten Jonas met het Dictionnaire historique van 1786, dan vinden wij zelfde papier, zelfde watermerk, zelfde lettertype.
De wijze van behandeling van Moons werd behouden: een Latijnsch vers met vertaling in rijm, de beteekenis in rijm van het prentje, en de toepassing in proza van het zinnebeeld. De verzen, Nederlandsche en Latijnsche, zijn niet dezelfde als die van Moons, evenmin natuurlijk het prozagedeelte.
Zooals wij onder nr 10 hierboven hebben doen opmerken, is het in dl. 1, blz. 121-163 voorkomende stuk ‘Droom vanden Hollantschen Nabuchodonosor’ bepaald niet van de hand van Spanoghe, maar hij heeft dit rond 1717 verschenen pamflet integraal in zijn werk opgenomen.
Het verlost Nederland, blz. 194, verwerpt de actie van Jozef II tegen Nederland, ‘dees onderneming... die veel geld gekost heeft en met wynig of geen voordeel, gestaekt is...’ Het lag in de lijn dat, bij een mislukking van die actie, Spanoghe reden genoeg had om zijn vroeger pamflet, dat toch naamloos verschenen was, te verloochenen.
Veillngscatalogussen: Hubert Bincken, Antwerpen, 19-1-1791, nr 103, J.F. Willems, 1-2 en 3-5-1847, 2e dl., nr 3843. Geeft als plaats van druk Gent aan. 2dln. in 1 geb. Frederic Verachter, Antwerpen 29-3-1864, nr 1527. Geeft als datum op 1785, 2 dln. in 1 bd. ‘Précurseur de la révolution Brabançonne’. 4,20 fr. Philippe Blommaert, Gent, 17.12.1872, nr 91. C.P. Serrure, Brussel 23.10.1873, nr 3580. Van de veiling Willems. 2,50 fr. Zelfde veiling nr 3576: Den Catholycken Daniel legt uyt den negenthienden december aen den hollandschen Nabuchodonosor, titel van die verhandeling voorkomend op blz. 125 van den Verligten Jonas, dl. ‘(Pamphlet politique de l'époque de Charles VI au sujet de la navigation de l'Escaut). In -8o br. Manuscrit sur papier. - 2 frs. com. F.J.B. de Baillet, Antwerpen, 7.6.1875 & vlg. nr 5680.
14 Zegen-wensch aen... de Nelis. Zie nr 26 van de drukken.
| |
1789.
15 Dagelyksche Mercurius... Zie nr 43 van de drukken.
16 Mercure journalier... Zie nr 47 van de drukken.
| |
1790.
17 [Blz. 1:] 1. Chanson / Air: Je ne suis qu'une Bergère /
| |
| |
Ou êtes vous ma tendre Mere,... Onderaan: vercificavt [sic] le chev. M.... 20 9bre. - 2. Air: Ach Heer ach Heer! Keet myn leven / geen Rys-pap meer. Ider zal zien in korten tyd / Dat het Volk is misleyd [hier eindigt blz. 1 en blz. 2 gaat voort:] Want de Pruymen gaen naer onder... Onderaan: In de gevangenis gedigt, door C.M. Spanoghe.
[Blz. 3:] 3. Chanson / Il nous faut chanter avec joie,... Geen onderschrift.
[Blz. 4:] 4. Air: Patriplodique. O grooten dag, ô blyden stond!... Onderaan: In de gevangenis gedigt, op den kroondag van / den Kyzer door C.M. Spanoghe. 4 blz. 13,2 × 22,5. Gent, Bibl. der Univ., G. 17783.
Vercoullie, in zijn artikel over Spanoghe in Biogr. Nat., vermeldt deze liederen na Het verlost Nederland. Voor dit laatste teekent hij den datum aan: 1791, en voegt bij dat het Spanoghe een paar weken gevangenisstraf te Antwerpen bezorgde. Bij zijn ontslag uit de gevangenis publiceerde Spanoghe dan bovenstaande liederen.
Dit is onjuist. Waarschijnlijk verschenen in de eerste dagen van December 1790, na het herstel van het Oostenrijksche bewind. Gedigt op den Kroon-dag van den Kyzer. De bedoelde keizer is Leopold II, die zijn broeder Jozef II opvolgde; zijn kroning greep plaats op 9 October 1790; dit voor het laatste lied.
Het eerste lied teekent aan: 20 November; van 1790 dan. ‘Levensbeschryving’ tweede brief van een onzeydigen persoon, blz. 15-16: ‘wil ik Ul. het uyttrekzel van een Liedeken geven, hetwelk ik van eenen goeden Vrind van den Heer Macmahon heb bekomen, welken my verzekert heeft, dat de Heer Spanoghe dit in zyn gevangenis by de Cellebroeders gemaekt heeft, den 28 October [volgt een lied: Wel Confreers ik moet verklaeren...] Aangezien de tweede brief van eenen onzeydigen persoon de datum draagt van 24 Januari 1791, is die 28 October van 't jaar 1790.
Op het ex. van de Bibl. der Universiteit te Gent is met inkt aangeduid: 20 November 1790, en onderaan met potlood: Gent V. d. Schueren. Deze drukker gaf in 1779 van Spanoghe ‘De nieuwe vreugdig-klinckende cither’ uit, en zal in 1799 van hem ‘L'institution des enfants...’ uitgeven.
Het vierde lied is een tegenhanger van het ‘Liedeken... O blyden dag, o soeten stond, Waer door aen Brabant word gejond...’ voorkomend in ‘Versamelinge van cretieke stukken...’ door Sincerus Regt- uyt [= J.J. Vanden Elsken], Brussel 1790, dl. II, blz. 96-97, en ook afzonderlijk.
| |
| |
| |
1790?
18 De zegevierende Jonas of het verloste vaderland.
Niet weergevonden. Aldus vermeld in het ‘Biographisch woordenboek der Noord- en Zuidnederlandsche Letterkunde’ door G. Fredericks en F. Jos. Van den Branden, Amsterdam, L.J. Veen - Gent, A. Siffer, nieuwe druk 1891, blz. 744-745, zonder opgave van datum.
Wij meenen dat het werk te dateeren valt begin December 1790, bij den terugkeer van de Oostenrijkers in België. De naam Jonas komt ook voor in het boek van 1785. De zes-en-tagentig wonderbaere gezigten... van den verligten Jonas, dat wij aan Spanoghe toeschrijven. (Zie nr 13 van de werken).
| |
1790-1792.
19 Levens-beschryving / der / Nederlandsche / ex-souveryne bloedhonden, / en van des zelfs aenhang, / of / Verhael der vervolgingen, plunderingen, moorden / en verder gruweldaeden, geduerende de eenjaerige / heersching der Souveryne Roof-vogels, door de / waere Heyntjes-kalanten, in de Oostenryksche / Nederlanden, gepleegt; voorgestelt in 36 brieven. / Door Fidelis Regtuyt. / [Eersten deel] [Tweeden deel] [Derden deel] / [Vignet] / Te Veropolis, by Deodatus Waerzegger, / in den zegenpraelenden Arend, in de Rotte- / Leeuw-straet, regt over 't Jenevelhuys / den blinden Kardinael. 3dln. form. 13,5 × 23.
Antwerpen, Stadsbibl. K 44125: de eerste zeven brieven, zonder de inleiding ‘Tot den lezer’; Brussel, Kon. Bibl. II 8122, dl. 30, nr 5, 8o: brieven XXV, XXVI, en XXXIV; Brussel, Kon. Bibl. afd. MSS, fonds Goethals, G. 1971: de 3 dln. volledig; Gent Bibl. der Univ., 233 A 130 (1), de 3 dln; ontbreken brieven XIX, XXI, XXII, XXVII, XXVIII, XXIX, XXXI, XXXIII, XXXIV, XXXV.
De vignetten van dln 1 en 2 zijn dezelfde; dit van dl 3 verschilt. Elk deel bevat 12 brieven; het eerste deel wordt bovendien voorafgegaan door een ‘Tot den lezer’, groot 24 blz., dat afbreekt op het woord Kik (waarschijnlijk vergeten: -ker). De brieven van dl 1 zijn afzonderlijk
| |
| |
gepagineerd (elk 24 blz.). De pagineering van dl 2 loopt van blz. 1 tot 288; deze van dl 3 van blz. 1 tot 328. Brief XXI heeft verkeerdelijk blz. 112, 113 en 114 voor 212, 213, 214; XXVI. brief heeft blz. 41-48 dubbel gepagineerd. Moet zijn: 33-40 voor de katern beginnend op blz. 41 met ‘gebaet’, en eindigend op blz. 48 met ‘slegt’. Brief XXXII loopt van blz. 169 tot 182; XXXIII van 183 tot 206 (blz. 190, 191 en 192 verkeerdelijk gepagineerd 180, 181, 182); XXXIV van 207 tot 230; XXXV van 231 tot 256, en XXXVI van 257 tot 328.
De Brieven dragen volgende datums:
I: 24-12-1790; II: 24-1-1791; III: 10-2-1791; IV: 15-2-1791; V: 20-2-1791; VI: 25-2-1791; VII: 2-3-1791; VIII: 10-3-1791; IX: 15-3-1791; X: 25-3-1791; XI: 31-3-1791; XII: 5-4-1791; XIII: 16-4-1791; XIV: 26-4-1791; XV: 3-5-1791; XVI: 9-5-1791; XVII: 16-5-1791; XVIII: 18-5-1791; XIX: 30-5-1791; XX: 6-6-1791; XXI: 21-6-1791; XXII: 25-6-1791; XXIII: 1-7-1791; XXIV: 10-7-1791; XXV: 16-7-1791; XXVI: 26-7-1791; XXVII: 12-8-1791; XXVIII: 30-8-1791; XXIX: 10-9-1791; XXX: 30-9-1791; XXXI: 20-11-1791; XXXII: 6-12-1791; XXXIII: 20-12-1791; XXXIV: 31-12-1791; XXXV: 14-1-1792; XXXVI: 6-2-1792.
De eerste zeven brieven hebben als opschrift: [I.] Brief, / van eenen / onzeydigen persoon, / Geschreven uyt Antwerpen, den [24 December 1790] aen Synen Vrind tot Brussel. Van brief VIII af tot het einde: ... aen Synen Vrind tot Bergen-op-Zoom. Waarom die verandering? Schrijver verklaart dit als volgt: Vernemende, dat U-l. de Hoofd-stad Brussel hebt verlaeten, ten eynde van te Bergen-op-Zoom aen de hand te zyn, om al de wegen der gevlugte rebelle in de oog te houden, zal ik intusschen voortgaen met U-l. er myn brieven, even als te Brussel, over te zenden:...’ (VIII. Brief, blz. 1).
| |
| |
Onder de hoofding komt het opschrift: Heer en Vrind, dan de inhoud van den brief. Onderaan het einde van elken brief: 'T vervolg per naeste. Onderaan dln 1 en 2: Eynde van het eersten [tweeden] deel. Onderaan het 3e dl: Eynde van het derden en laetsten deel.
Het titelblad van de 3 dln wordt aanzien als blz. 1 en 2, zoodat het ‘Tot den lezer’ en de brieven XIII en XXV op blz. 3 aanvangen.
Schrijver bericht onderaan blz. 24 van het ‘Tot den lezer’ vooraan dl 1: ‘N.B. Op 't eynde van 't derden deel zal men een algemeenen bladwyzer en naemlyst vinden, en met den 24sten Brief zal de tytel-plaet van 't eersten deel uytgegeven worden’. Daarom ontbreekt aan het ex. van de stadsbibl. van Antwerpen het titelblad. Ook was van den beginne af het aantal van 36 brieven nog niet vastgesteld, aangezien schrijver op blz. 23 van den II. Brief van 24-1-1791 verklaart: ‘Ik zal U-l... wekelyks eenen brief zenden... en, zoo ik gisse, zal dit nog 32 à 33 brieven bedraegen’. De brieven volgen elkaar niet wekelijks op.
Uit de tekst, en uit het verslag van Rumoldus J.M. Torfs dd. 4 Mei 1791 (Rijksarch. Brussel, Geheime Raad. 1066A) blijkt dat Spanoghe bepaald de auteur is van de ‘Levensbeschryving....’. En hij maakt ze bekend aan het publiek. Immers, wij lezen op blz. 188 van ‘Het Verlost Nederland’: ‘... Dit zijn de vrome daeden, die de Nederlandsche Geloofstryders begaen hebben! Om ze alle aen te haelen zoud men een bezonder werk moeten maeken; want men rekent in de Provintie van Brabant alleen omtrent twee duyzend slagtoffers der Patriotische wreedhyd, in de Provintie Namen telt men er omtrent zeven hondert, en vervolgendlyk, minder of meerder, in de ander provintien: om er zig een goed denkbeeld van te vormen moet men de levens -beschryving der Nederlandsche ex-souveryne bloedhonden en van des zelfs aenhang, dry deelen in groot 8o, lezen; want zou men zeker fransch wenkje, getytelt: le Martiriologe Belgique wilt raedplegen, dan zal men zig bedrogen vinden; dit is opgehoopt van logens...’ Fidelis Regtuyt, in tegenstelling met Sincerus-Recht-uyt: Jan Jozef Vanden Elsken, alias Keuremenne, zijn vijand.
| |
| |
Op blz. 49 van den XXVII. Brief (12 Aug. 1791) wordt bericht: ‘Ziende dat den gewoonelyken Schryver de brieven staekt heb ik uyt iever aengenomen die te componeren; mynen stiel kan aen den synen niet, maer ik zal dog de waerhyd zeggen, gelyk hy gedaen heeft, op dat het estimabel werk... in de zes en dertig beloofde brieven voltrokken zy’. Wahrheit of Dichtung? Waarschijnlijk het laatste. Tusschen 30 September en 20 November verschijnt geen brief. De oudste zoon van Spanoghe, Joannes Raymundus Antonius, was op 19 September 1791 te Doel overleden, en de beproefde vader had waarschijnlijk den moed niet om onmiddellijk daarop de pen ter hand te nemen.
Wie drukte dit werk? Dit konden wij niet achterhalen. Was het J.J. Jorez zoon, van Brussel, met wien Spanoghe in betrekking was, en die in 1793 voor hem de ‘Déscription’ drukte?
Naar onze opvatting hebben wij hier te doen met 36 politieke pamfletten, en niet met een blad behoorend tot de reeks der Antwerpsche couranten. De ‘vrome daeden’ van de patriotten uit Aarschot, Antwerpen, Bergen in Henegouwen, Brussel, Diest, Doel, Doornik, Geel, Gent, Leuven, Lier, Mechelen, Roermond (Ndl.), St Niklaas Waas, Tienen, Weert, (Ndl.), Zoutleeuw en andere gemeenten van minder belang worden er in bekend gemaakt. 't Is de ‘chronique scandaleuse’ van de Brabantsche omwenteling, en de schrijver neemt geen blad voor den mond, zoodat het werk b.v. ongeschikt is om voor een bloemlezing voor schoolgebruik in aanmerking te komen! Bij voldoende schifting en tot vergelijking met andere bronnen echter voor de geschiedenis van de Brabantsche omwenteling, vooral in het Antwerpsche en te Brussel, van belang. Schrijver is welbekend met de niet minder gezouten pamfletten van dien tijd: Histoire secrète et anecdotique de l'insurrection belgique ou Van der Noot, en Les masques arrachés, beide van Alexandre-Louis-Bertrand Robineau, en verhaalt soms voorvallen op gelijkaardige wijze. Mogen wij hierbij prof. Frans van Kalken, die deze werkjes in zijn ‘Madame de Bellem, la Pom-
| |
| |
padour des Pays-Bas’, Brussel, 1923, citeert, op het volgende opmerkzaam maken: Hij bericht op blz. 10, noot 2, van zijn werk dat, naar Hr des Courtils in het Brusselsch dagblad ‘La Nation Belge’ van rond 20 Januari 1922 onder den titel ‘La maîtnesse de Van der Noot’ mededeelt, Jeanne Pinaut te Brussel zou geboren zijn, in werkelijkheid Catherine Petit heette, en de dochter was van een armen tingieter. Hr des Courtils duidt de herkomst niet aan van die inlichting. De ‘Levens-beschryving...’ kent een Catherine Petit. Zoo XXVI. Brief... 26-7-1791, blz. 47-48,
(uit Chimay):... Carpentier was den genipten vrind van de vrouw, en alvolgens om haeren wil van Clause, den liefhebber van Jouffrouw Petit, bygenaemt Pineau’. En XXXVI. Brief... 6-2-1792, blz. 289-290: ‘Cathrien Petit, bygenaemt de Pineau, de ondeugende en onbeschoefte dogter van den tingieter Petit, betaelde... en zy verzogt ten haeren huyse de schepenen Durieux en Defacqz...; dees hooge en mogende vrouw had zitting in de kamer der geestelykheyd...; zy had nog onmiddelyk onder haer bevelen Wisbecque, Durieux, &c. &c. en des wird in deze het spreekwoord bewaerhyd; dat het goed is vrind van een Hoer te zyn.’ Dit wordt vermeld onder Bergen in Henegouwen. Catherine Petit is dus een ‘Montoise’, die ook den bijnaam van ‘la Pineau’ had, en is niet Mme de Bellem die, naar Spanoghe in het ‘Tot den Lezer’, blz. 5 van dl 1 der ‘Levens-beschryving...’ en op blz. 153 van ‘Het verlost Nederland’ schrijft, op 1 Maart 1734 in een hut der voorgeborchten van Namen geboren is, dochter van Jacobus Pineau, schoenlapper, en Marianna La Trouille, en die op 3 Juli 1751 naar Brussel kwam.
A. Warzée, Essai historique et critique sur les journaux belges, Gent-Brussel 1845, blz. 240, nr 4o, meldt Ontzeyden Brieven. - Dit weekblad, ook uitgegeven door Spanoghe, verscheen in 1791. Op 4 Mei waren er 13 of 14 nummers van verschenen. Volgens een rapport te dien tijde aan de regeering gezonden, was de eer van verscheidene families door dit blaadje geschonden.
| |
| |
Lod. Torfs Tijdmatig register der periodische drukpers van Antwerpen, Antwerpen, 1873, blz. 6, vertaalt de gegevens van Warzée, en voegt er bij: ‘Het is ons niet gebleken of het daarop verboden werd; doch het heeft zich niet heel verre kunnen rekken, en de weinige nummers, die men ervan bezit, zijn uiterst zeldzaam.’
J.B. Vervliet, Journaux et recueils périodiques d'Anvers (1605-1867) (Extrait des Ephéméridiophiles), Brussel 1891, blz. 8 vermeldt: Ontzeyde Brieven (Impr. C.-M. Spanoghe). (N.B.: de datum 1er vendémiaire de l'an V, die er op volgt, betreft het onderstaande Courrier van het departement der Twee Nethen, is dus door den zetter twee lijnen te hoog geplaatst).
Kan. Fl. Prims, De Katholieke dagbladpers te Antwerpen, Antwerpen 1935, blz. 15-16, vermeldt dat van de Ontzeyde Brieven, uitgever Spanoghe, een paar dozijn nummers bekend zijn. ‘Personen die er zich in belasterd zagen, hebben reeds in Mei 1791 een klacht bij de regeering ingediend. En welk gevolg daar nu ook aan gegeven geweest is, kort daarop wordt de uitgave van de Ontzeyde Brieven geschorst’. Zie onder nr 47 van de drukken.
Amédée Arents, in ‘Zestig! Gedenkboek ter eere van Hendrik van Tichelen, Hoogstraten 1943, bijdrage: Antwerpsche nieuwsbladen en courantiers voor 1800’, blz. 149, vermeldt de Brieven van eenen onzeydigen persoon; de eerste die de juiste ondertitel aangeeft. Hij merkt ook op dat Torfs en Warzée dit blaadje ‘Ontzeyde Brieven’ noemen. Hij spreekt van wekelijksche brieven en, alhoewel hij waarschijnlijk alleen beschikte over het ex. van de Stadsbibl. te Antwerpen, bericht hij dat 13 of 14 nummers het licht zagen tot op 4 Mei 1791, de bewering van Warzée herhalend.
Hoofdzakelijk steunen allen op Warzée. Wij betwijfelen echter dat een van de bovenaangehaalde auteurs, behalve Hr A. Arents, wel een ex. der brieven in handen heeft gehad, zooniet zouden zij den ondertitel niet verminken. Wat zin heeft ontzeyde brieven? Spanoghe wil zich doen doorgaan voor hem die personen en gebeurtenissen onpartijdig beoordeelen zal. Maar...
| |
| |
De eerste twee deelen van de ‘Levens-beschryving...’ uit de verzameling Gust. van Havre, werden verkocht te Amsterdam door de zorgen van Fred. Muller & Co op 14 December 1905, en aangekocht door de Universiteit van Chicago, V.S. Waarschijnlijk de 2 dln voorkomend onder nr 6452 in de veiling J.B.Th. de Jonghe, Brussel, 1861, 2e dl, blz. 263.
| |
1791.
20 Den / vuerigen / wensch / van pligtverrigting, / voorgedragen / aen het volk / van Brussel, / Door C.M. Spanoghe. / 13,5 × 22,5. - 7 blz.
Brussel, Kon. Bibl. II 8122 dl 30, 7; Gent, Bibl. der Univ. G 17681. Catal. pièces révol. brab., Brussel, Alg. Rijksarch., dl 103, blz. 326, vermeldt een uitgaaf gr. 8o, 12 blz.
Proza. Op blz. 5 vangt aan in vers: ‘De bitter Lyk-traenen der getrouwe Onderdaenen, gevolgt door de zegen-wenschingen van heyl en vrede, door C.M. Spanoghe. - Dilectus Deo & hominibus, recto cogitantibus, cujus memoria in benedictione est. eccl. v.l.c. xxx. - Hy was Godt en de welpeyzende luyden aengenaem, welkers geheugen in de zegeninge staet. Den grooten Joseph... Na de verzen volgend N.B.: ‘Den dienst zal geschieden Zaturdag, 26 February 1791, in de kerk van Koudenberg, ten 11 ueren voor noen, en de kaerten, tot uytreyking van brood, zullen Maendag aenstaende te bekomen zyn.’
Dus vóór Maandag 21 Februari 1791 gedrukt.
De dichter van de Doelsche nymph en de Doelsche Melpomine moest ook de stem verheffen bij het overlijden van Jozef II, voorgevallen op Zaterdag 20 Februari 1790. Gezien de omstandigheden, deed hij het op het jaargetijde, zoodra Oostenrijk de Zuidelijke Nederlanden teruggewonnen had.
21 Inschryvens / Voorwaerde, / op een zeer aenbelangend werk, / voor tytel voerende: / Het verlost / Nederland, / Verheerlykt door de lang gewenschte aenkomst huner Koning- / lyke Hoogheden, de Arts-Hertogin Maria Christina, / en den Koninglyken Prins Albertus Casimirus van / Saxen-Teschen, Gouverneurs Generael der Oostenryk- /
| |
| |
sche Nederlanden, enz. enz. en de daer op volgende / Inhulding Syns Roomsch Kyzerlyke Majestyt, Leopol- / dus den II., als Hertog van Brabant, Limburg, Lux- / emburg en Guelderland, als Graeve van Vlaenderen, / Namen en Henegouw, als Heer van Mechelen, enz. / Waer by gevoegt is een voorafgaende Beschryving van / het eenjaerig heerschend Staeten-roof-en moord-jaer. 14. × 22.5. - 8 blz.
Gent, Bibl. der Univ. 233 A 126 (34).
Het prospectus vangt aan op blz [1]: ‘Dit werk zal, buyten een omstandig verhael van den opstand en des zelfs gevolgen, een verzaemeling van verscheyde geheyme bewerkingen en aenslagen vervatten, die tot heden toe het ligt niet gezien hebben: om zig een klyn denkbeeld van 't zelven te vormen, zal ik hier nevens eenen korten uytleg van ieder Print-verbeelding geven, die zeer cierlijk in 't koper zullen gesneden zyn.’ Dan volgt de beschrijving van dertig ‘print-verbeeldingen’. De volgorde ervan stemt niet overeen met deze waarop zij voorkomen in ‘Het verlost Nederland’, dat ook geen 30, maar wel 29 prenten telt. Er ontbreekt daar op de blz. 5 van het prospectus aldus beschreven ‘negentiende Print-verbeelding’: ‘De eyschelykhyd van den patriploddismus en de rampen die hy in 't algemeen veroorzaekt heeft, afgebeeld door een verdomde ziel, welkers lof de vuerspouwende, gehoornde en vliegende Draeken, ondersteunt door de vergiftige, gehoornde en scherp-stekende Griffioens, uytblaezen en rondgalmen.’ Na de beschrijving van de 30e prent volgt dan op blz. 8: ‘Uyt den uytleg der Print-verbeeldingen zal een iegelyk genoegzaem de verhandelingen van dit agtbaer werk konnen bevroeyen, dus blyft er niets over als te zeggen: dat het zelven uyt een Boekdeel in -4to zal bestaen, gedrukt op goed papier; dat de aflevering zal geschieden op 't eynde dezer loopende maend Juny, of uyterlyk in 't begin der aenstaende maend July, en dat men op 't zelven kan inschryven tot den 26 dezer maend Juny voormeld, ten pryze van 3-10-0 [6,35 fr.], zullende naer den gemelden tyd, en zelfs in een klyn aental exemplaers,
| |
| |
niet minder als twee kroonen [11,43 fr.] te bekomen zyn. De inschryving geschied by den uytgever, of om beter te zeggen, by des zelfs principaelen, de Heer Haeck, Boekverkooper te Rotterdam, ... Brugge, Van Hees, Gend by Le Maire, Ipre by Walwein... Brussel by Jorez zoon, en de La Haye, ... Antwerpen by Kramer, op den hoek van de Groendal-straet... te Aken op 't Post-komptoir...’ Er worden 13 Noord-Nederlandsche, 14 Zuid-Nederlandsche, en 1 Duitsche plaatsen opgesomd.
Zie navolgend nr 22.
22 Het / verlost /Nederland, / vereerlykt / door de lang gewenschte aenkomst huner / koninglyke hoogheden, / de arts-hertogin Maria Christina, / en den / koninglyken Prins / Albertus Casimirus, / gouverneurs en kapityns-generael der / Oostenryksche Nederlanden, enz. enz. / En de daer op volgende Inhulding Syns Roomsch Kyzerlyke Majestyt, Leopol- / dus den II., als Hertog van Brabant, Limburg, Luxemburg en Guelderland, / als Graeve van Vlaenderen, Namen en Henegouw, als Heer van Mechelen, / enz. Waer by gevoegt is een voorafgaende Beschryving van het eenjaerig heer- / schend Staeten-roof en moord-jaer, verciert met schoone Printen. / Door C.M.S. xx [Vignet] Uyt de Drukkerey der Waerhyd; het eersten gelukkig naer / het moordjaer. [1791]. 21 × 27.5 - 280 blz. genummerd IV tot VIII en van 10 tot 280.
Antwerpen, Museum Plantin-Moretus, B 2732; Stadsbibl. K 7449; Brussel, Kon. bibl. V.B. 10317 69/40; Gent, Bibl. der Univ. 130 T 12-A 2351; Mechelen, Bibl. v.h. Groot Seminarie.
Dit is het werk dat aangekondigd werd door de onder voorgaande nummer besproken ‘Inschryvens Voorwaerde’. De auteur is bepaald C.M. Spanoghe; hij verwijst nl. naar ‘mynen Dagelykschen Mercurius’ (blz. 48, 162, 223, 257), en in dienzelfden ‘Dagelykschen Mercurius’ doet hij zich kennen als opsteller en uitgever van die courant (nr 90 van
| |
| |
15 October 1789, blz. 359). Het moordjaar volgens Spanoghe is 1790 (Brabantsche omwenteling); het eerste jaar daarna is dus 1791.
Maar hier is weer een moeilijkheid op te lossen. Op blz. 188 van ‘Het verlost Nederland’ verwijst Spanoghe naar de ‘Levens-beschryving’ (zie onder nr 19 van de werken), en vermeldt de drie dln. De 36e brief is gedateerd van 6 Februari 1792. Als nu ‘Het verlost Nederland’ in 1791 verscheen, hoe kan het dan verwijzen naar een verzameling brieven, waarvan de laatste in 1792 het licht zagen? De datum van uitgave van ‘Het verlost Nederland’ op 1792 stellen gaat ook niet op, gezien volgende, op blz. II voorkomende ‘Waerschouwing aen de bezitters van dit werk’: ‘De uytgestrekthyd der stof en de bekroning van een menigte egte stukken hebben my genoodzaekt dit Werk, met den uyttrek der kyzerlyke uyt Brussel, te staeken: het vervolg van den Nederlandschen opstand zal een boekdeel, ruym zoo groot als dees, uytmaeken; voorzien van een diergelyk aental printverbeeldingen, zal het aen de inteekenaers, binnen het verloop van twee maenden, ten pryze van f. 3-10-0 Brabants courant geld afgelevert worden; prys, die men insgelyks voor dit boekdeel betaelt heeft, en naer verloop van vier weken, te beginnen met 24 October 1791, zal het twee kyzerlyke kroonen moeten kosten, even als dit Boekdeel nu verkogt word’. En de voormelde ‘Inschryvens Voorwaerde’ kondigde de aflevering reeds aan voor einde Juni - begin Juli [1791]. Hoe dit uitgelegd? Met den 24n brief. dd. 10 Juli 1791, van de ‘Levens-beschryving’ werd het titelblad van het eerste deel bezorgd, waarin het totaal van 36 brieven aangegeven wordt (daarom is ook de 36e brief buiten verhouding uitgebreid vergeleken met de voorgaande); de schrijver bericht in het ‘Tot den lezer’ van het eerste deel, dat het
werk uit 3 dln zou bestaan. Hij kan dus naar die geplande, maar nog niet volledig verschenen drie deelen verwijzen.
‘Het verlost Nederland’ verscheen rond einde September 1791, (twee maand vóór 24 October plus vier weken).
29 prenten, waarvan 16 geteekend J.C.P., 10 geteekend
| |
| |
F.O., en 3 geteekend F. Ottens. Deze prenten komen voor, naast vele andere, in ‘Het groot natuer- en zedekundig wereldtoneel... uit Ripa... en H.K. Poot. Delft, Reinier Boitet, Stads-Drukker, 3 dln, 1e 1726 (1743), 2e 1743, 3e 1750, behalve de prent afgedrukt op blz. 270 van ‘Het verlost Nederland’, die F.O. geteekend is. Zoo komen wij te weten dat J.C.P. = Jan Caspar Philips, plaatsnijder, etser, teekenaar, waarschijnlijk in Duitschland geboren, werkzaam te Amsterdam in 1736 en volgende jaren, en daar begraven op 24 April 1775. - F.O. = Frederik Ottens, insgelijks plaatsnijder, etser en teekenaar, geboren te Amsterdam, en daar werkzaam tusschen 1718 en 1727.
De prenten hebben hier en daar kleine veranderingen ondergaan; eenige tekst werd er bijgevoegd, om ze min of meer in verband te brengen met het behandelde. Zoo op blz. 147, 152, 169, 249, 253, 270, 272, 274, 279. De plaatsnijder, die de wijzigingen aanbracht, kende waarschijnlijk geen Nederlandsch (b.v. blz. 253, Bynd i. pl. v. eynd; blz. 279: ik bezherm i. pl. v. bescherm, e.a.), maar wel Fransch (blz. 169: Générael). Was het nogmaals Godin?
Waar werd dit werk gedrukt? Naar onze meening, bij Reinier Boitet te Delft, of diens opvolger (de Groot?). In 1750 nog bezat deze, naar hooger opgeteekend, de platen van de in ‘Het verlost Nederland’ voorkomende prenten. De ‘Inschryvens Voorwaerde’ noemt den uitgever niet, maar wel ‘des zelfs principaelen’, en vermeldt de Noord-Nederlansche boekhandelaars eerst. Daarbij, de druk en hier en daar de spelling - vrijheid van den zetter? - verraden dat dit werk uit een Noord-Nederlandsche drukkerij komt; het verschil tusschen ‘Het verlost Nederland’ en de ‘Levensschryving’ b.v. is groot! Spanoghe dichtte graag, en zelfs in dit politieke pamflet vindt hij gelegenheid den Parnassus te bestijgen:
1o | In de ‘Voorberigtende inlyding’, blz. VIII, vertaalt hij verzen van Volaire's ‘Ode sur le fanatisme’, 1732 (Oeuvres de Voltaire, éd. Bruxelles 1829, t. VI, p. 24), verzen 21-30; 41-60; 71-80; 111-120. |
2o | Blz. 56. - 14 vertaalde verzen van Marcellus Palin- |
| |
| |
| genius (Pietro-Angelo Manzoli), met den Latijnschen tekst er naast. Uit ‘Zodiacus vitae’, verzen 586-599 van boek V (Leo), blz. 125-6 van de uitg. Joannes Hofhout, Rotterdam, 1722. |
3o | Blz. 130. - Uit La Fontaine's fabel: Démocrite et les Abderitains, verzen 1 tot 5, en de 5 verzen van de moraal, toegepast op de politiek. |
4o | Blz. 136. - Uit La Fontaine's fabel: L'âne revêtu de la peau du lion. Vrij vertaald, zonder de moraal. De 6 verzen die Spanoghe als moraal volgen laat, zijn van eigen vinding. |
5o | Blz. 146. - Uit La Fontaine's fabel: Le loup et la cigogne. Volledig vertaald. De 6 verzen moraal zijn van Spanoghe zelf. |
6o | Blz. 161. - Uit La Fontaine's fabel: La tête et la queue du serpent. Vrij vertaald. De laatste regel is van Spanoghe. |
7o | Blz. 168. - 13 verzen (toemaatje) op van Eupen. Van Spanoghe zelf. |
8o | Blz. 255. - 6 vertaalde verzen naar J.B. Rousseau Esprit né pour servir d'exemple... (Oeuvres de J.B. Rousseau, Paris Lefèvre 1820, t. I, livre II, ode IV à M. d'Ursé). Ideeën door J.B. Rousseau ontleend aan Horatius' ode aan Dellius: Aequam memento! enz., 2e boek, 3e ode.
Prijs: f. 3-10-0 Brabantsch courant geld [6,35 fr.] bij inschrijving, later gebracht op twee keizerlijke kronen [11,43 fr.]. Zie hierboven ‘Inschryvings Voorwaerde’, en blz [II] van ‘Het verlost Nederland’. Het aangekondigde ‘Vervolg van den Nederlandschen opstand’ is niet verschenen. |
Op blz. 275 een smeekschrift aan HH. KK. Hoogheden Maria Christina en Albertus Casimirus, de landvoogden, gedagteekend 15 Augustus 1791, door... C.M. Spanoghe, ‘ontfanger der imposten op de wynen tot Antwerpen’, e.a., om terug in bediening gesteld te worden. Spanoghe vergelijkt zijn geval met dit van Stalpaert van Lier, ex-Jezuïet.
Op het ex. van het museum Plantin-Moretus te Antwerpen is een knipsel uit een boekencatalogus gekleefd, waarop vermeld: ‘Spanoghe, l'imprimeur et l'auteur de ce livre, dût fuir d'Anvers et se cacher au retour des patriotes, pour
| |
| |
avoir publié contre eux ce violent ouvrage’. Terugkeer van de patriotten in 1791? En waar drukte dan Spanoge dit werk?
Veilingscatalogussen:
van Hulthem, Gent, 1836-7, nr 27118. Vermeldt Antwerpen 1791, door C. Ab. Sxx.
Rymenans, Gent, 6-6-1842 en vlg., nr 6155.
J.F. Willems, Gent, 1, 2 en 3-5-1847, 1e dl, nr 1522. ‘Volgens catal. v. Hulthem nr 27118 gedrukt te Antwerpen 1791, en vlg. cat. Van de Velde nr 11132, is het boek opgesteld door C.M. Spanoghe. De platen zijn van F. Otten en J.C.P.’ (J. Fr. Willems); verkocht 2 fr.
Borluut de Noortdonck, Gent, 19-7-1858 en vlg., dl II, nr 3719. Auteur Spanoghe, gedrukt te Antwerpen. Prenten van F. Ottens; verkocht 6 fr.
François du Bus, Gent 26-4-1875, 3e dl, nr 6551.
Paul Cogels, 7, 12-10-1912, Antwerpen, nr 961. Verkocht 3 fr.
De Tavernier, Antwerpen, 8-3-1916 en vlg., nr 591; verkocht 12 fr., en dezelfde, Antwerpen 15 en 16-1-1917, nr 694.
23 Boeren / almanach / betrekkelyk tot de een-jaerige / Nederlandsche Regeringe / Van de Souvereyne Roof-Vogels. / Voor het jaer 1791 / [Vignet] Tot Maestricht, / By Ildefonsus Dikmuts, op de Souvereyne / Meening-plaets, regtover den Preekheeren Refter / in de gekroonde Muyl-Esels. / met dry-dobbel Approbatie. 12 × 19. 34 blz.
Gent, Bibl. der Univ. 233 A 208.
Vooraan: ‘Goed-Keuring, en Andere Approbatien’.
Ironisch. Vidit Ernestus Keuremenne...
In vorm van almanach. Vb.: 3 Aprilis (V. Zond. Laetare). s. Chionia, patronersse tegens de onkuysche prelaeten, in de kapelle van het bisdom van Antwerpen. - 12 Julius. dynsd. s. Epiphana, patronersse tegens de dwaese aenroepers van den schelmschen H. Vander Noot, in de collegiale kerke tot Anderlecht by Brussel. - 29 Julius vryd. s. Callinicus,
| |
| |
patroon tegens degene die om Christus seggen sot te zyn, in de penitentiers kapelle tot Antwerpen. [= van Eupen].
Eindigt op blz. 34 met een Latijnsch zes-regelig ‘Oud Graf-schrift, Eertyds gemaekt voor den nog levenden en nu meer als eenen kiekenkorf doorlugtigen met schriften en werken, Predikant der Liefde, alhier by-gevoegt ten dienste der Antwerpsche Steen-snyders’. Op bisschop Nelis?
Vooral gericht tegen de geestelijken. Wij meenen dit spotschrift aan Spanoghe te mogen toeschrijven.
24 Decret / Bevelende weder te geven / de Pensioenen / ten tyde / Der Revolte / Onbehoorlyk genoóten, / met eenen Prologue / Gemaekt door den Eerweerden / Pater Flessche, Augustyn. / [Vignet] Tot Mechelen, / En word verkogt / Tot Brussel, by Spannoghe. / Tot Gend, by Lemaire. / Tot Brugge, by van Hese. / Tot Ipre, by Bolle. / M.D.CC.XCI. 12 × 19. 8 blz.
Gent, Bibl. der Univ. 233 A 127 (20).
Drie blz. inleiding, gevolgd door het decreet dd. Brussel 6 Juni 1791, van Florimond, graaf de Mercy-Argenteau, gericht tot het Mechelsche magistraat, in Nederlandsche en Fransche tekst.
Dus te dateeren na 6 Juni 1791.
Verkrijgbaar bij dezelfde boekhandelaars als ‘Den herderlyken Brief. (zie nr 27). Waarschijnlijk ook bij Louis & Philippe Le Maire te Gent gedrukt, ofschoon Ferd. Vanderhaeghen het pamflet niet vermeldt in de Bibl. gantoise.
Waarschijnlijk ook van Spanoghe.
25 Kort-bondig / Verhael / Van die gebeurtenisse aen die Heeren Stae- / ten van Brabant tot Brussel op den / 24 Februari 1791, korts naer noen / tusschen een en twee ueren. 12,5 × 21. 12 blz.
Brussel, Kon. bibl. II 8122, recueil XXX, nr 9, 8o.
Proza. Op blz. 11 komt voor: ‘Zoo aenstonds verneemt men, dat op Vrydag 25 dezer [= Februari 1791] 's avonts tusschen 7 en 8 ueren, een groote menigte van treffelyke ingezetenen der stad
| |
| |
Brussel zig begeven heeft...’ Het pamflet zal dus waarschijnlijk einde Februari 1791 verschenen zijn.
Bisschop Nelis van Antwerpen wordt o.a. ook aangevallen (blz. 1-2, 7-8, 10).
Waarschijnlijk door geen Brusselaar geschreven; zie blz. 11 hierboven aangehaald. Wij veronderstellen dat Spanoghe de auteur is. Sluit aan bij nr 20 hierboven en volgend nr 26.
26 Rekest / der / Vaerd-capoenen / van Brussel, / Aen de hoogmogende Heeren Staeten van Braband. 12,5 × 21. 7 blz.
Brussel, Kon. bibl. II 8122, recueil XXX, nr 7. 8o. Antwerpen, Stadsbibl., K 91723. Catal. pièces révol. brab. (Brussel, Alg. Rijksarch.) vermeldt een uitg. in 8o., 6 blz.
Proza. Op blz. 4 volgt het ‘Antwoord der hoogmogende Heeren Staeten op het Rekest der Vaerd-capoenen van Brussel’.
Op blz. 7 in rijm: Besluyt. 16 verzen: ‘Men ziet, hoe onder schyn van waere Staetsdienaeren...’
Ironisch opgevat. Er zijn reeds zoovele ex-patriotten terug in 's lands dienst; waarom zouden de vaartkapoenen ook niet beloond worden? Alhoewel ze erkennen van Madame Pineau, op bevel van Van der Noot, vijftien duizend gulden te hebben ontvangen op voorwaarde van de huizen te plunderen die de patriotten hun aangeduid hadden.
Te dateeren vóór 16 Juli 1791. Zie Levens-beschryving..., 25e brief van dien datum, blz. 20, waar bericht wordt dat HH. KK. Hoogheden geweigerd hebben de benoeming van zekere Heintjens tot de rekenkamer te bekrachtigen, terwijl het Rekwest op blz. 1 bevestigt dat er reeds drie van hun partij [= der vaartkapoenen] die officier in 't Belgisch leger waren, in bediening gesteld zijn bij de rekenkamer.
Alhoewel 't pamflet naamloos is, veronderstellen wij, te oordeelen naar den stijl en den klank van de onvermijdelijke verzen, dat Spanoghe de auteur is. Sluit aan bij nrs 20 en 25 voornoemd.
27 Den / herderlyken Brief / ofte / Saemenspraek / tusschen / Hanske Weyten, / Pierke Patriot, / den / Schoolmeester, / Koster en Onderpastor van / Waerheydghem. / Si placeo, tuum est. / Eerste stuk. / [Vignet] Te bekomen: / Tot Brussel, by Spannoghe: / Tot Gend, by Lemaire. / Tot Brugge, by van Hese. / Tot Ipre, by Bolle, en ver- / ders alom. / 1791. 12 × 19. 31 blz.
Gent, Bibl. der Univ. 233 A 208 (1)
Voor commentaar, zie vlg. nr 28.
| |
| |
| |
1792.
28 Den / Paepe-winkel / met zyne / toebehoorten, / opengesteld / in het vervolg der / Saemenspraek / tusschen: / Hanske Weyten, / Pierke Patrio, / den Schoolmeester, / Koster / en Onder-Pastor / van Waerheydghem. / Dat veniam Corvis, vescat censura Columbas. / Juvenalis 5. / 1792. 12 × 19. 45 blz.
Gent, Bibl. der Univ. 233 A 208 (2).
Met voorgaande nr 27, samenspraken gericht tegen de patriotten en de geestelijken. Werden, zooals het begin 1792 verschenen, en hierna onder nr 29 vermelde ‘Wekelijks Boete Nieuws-blad’, waarschijnlijk gedrukt bij Louis en Philippe Le Mare te Gent, Bibl. gantoise van Ferd. Vanderhaeghen. dl. VI, blz. 211, nr 13510, vermeldt ‘Den herderlyken Brief’ als gedrukt in 1791 bij Louis en Philippe Le Maire; hij stipt ‘Den Paepe-winkel’ niet aan. Vermits het eene pamflet uit die drukkerij komt, zal het andere er ook wel gedrukt zijn.
De boekhandelaars, die pamflet nr 27 verkochten, zijn dezelfde als deze bij wie men inlichtingen kon bezorgen ter opname in hetzelfde ‘Wekelijks Boere Nieuws-blad’. Aangezien Den Paepe-winkel het vervolg is van ‘Den herderlyken Brief’, zullen beide pamfletten wel van dezelfde hand zijn.
De taal van de twee pamfletten is Vlaamsch getint. Dit kan niet gezegd worden van de 24 strofen van 4 verzen elk, waarmede Den Paepe-winkel besloten wordt. Hebben wij dan met twee auteurs te doen? Wij meenen zulks niet. Spanoghe is naar onze opvatting de eenige auteur. Hij was best op de hoogte van het Oost-vlaamsche dialect aangezien hij zijn jeugd te Doel had doorgebracht, zijn studententijd waarschijnlijk in het Seminarie te Gent, de stad waar hij zijn eerste werken drukken liet.
Uit een passage uit ‘Den herderlyken Brief’, blz. 23. blijkt dat wij met een zuiver royalist te doen hebben, die Vonckisten, patriotten, democraten en aristocraten hatelijk vindt. De pamfletten trachten het edict van tolerantie, het afschaffen van de beschouwende orden, de oprichting van de religiekas en het begraven buiten de steden te rechtvaardigen.
| |
| |
Pamflet nr 28 noemt volgende schrijvers: Agobarus, bisschop (blz. 14); Arend, den, door den Nederlandschen Leeuw verslagen. Brugge, 24 January 1790, get.: Vidi L.A. Caytan Lib. Cens. (blz. 21); Bijbel (blz. 8, 18); Caesar, Julius, de Bello gallico (blz. 25); Cantelius, de Republiek der Romeinen (in het Latijn) (blz. 24); Germaniae Chronicon inter Scriptores germ. edit. Ratisb. 1726, tom. III, fol. 618 (blz. 25); Juvenalis (titelblad); Lafiteau (blz. 24); Miraeus, Diplomata blz. 31); Nieuhovius, Joannes, in Legat. sûa &c. Amstel. 1668, in-fol. (blz. 25): Panvinus, Onuphrius, de Coemetariis Christianorum &c. (blz. 23); Rollin, Hist. ancienne (blz. 20); Tacitus, de morib. germ. (blz. 25).
De herderlijke brief, waaraan pamflet nr 27 zijn titel ontleent, komt daar voor op blz. 13: Herderlyken Brief van Zyne Eminentie den Aerds-Bisschop van Mechelen, gedat. 9 Ougste 1791, ondert. Joannes-Henricus, en loopt tot blz. 23. Raadt aan de spons over het verleden te vagen.
Ook gericht tegen de Feller, ‘uytgekogten Exjesuit, die in Maart 1790 onder quitantie van de Staeten, ontvangen had 2000 kroonen, en dit om hun voor te liegen’.
Door de geestelijken werden leugens verspreid. En dit zijn zieleherders! roept schrijver uit. Zij hebben de ware en rechtzinnige inzichten van den onsterfelijken monarch Jozef II, ter glorieuzer gedachtenis, aan het volk verkeerd uitgelegd. (blz. 30).
29 I. Wekelyks / Boere Nieuws-blad / Van Vrydag den 6 January 1792 / Daaronder vignet, voorstellend driehoek met oog (de Godheid), waaronder: Dominus de Caelo in terram aspexit [De Heer ziet uit den hemel op aarde neder, ps. 101 (102), 20]. Dan een prent, voorstellend Chapuis, officier van 't regiment van Clairfayt, die met opgeheven stok een van hem afgewend priester bedreigt. Uit zijn mond: ‘wilde biechten?’ en langs den stok: ‘'T is te laet’.
4 blz. 12,5 × 21.
Brussel, Kon. bibl. II 8122, recueil 30, nr 6, 8o.
Op het einde van blz. 4: ‘De welpeýzende en Keyzers-gezinde Buyten-lieden, worden aenzogt des Vrydags, ten huyze van de Boek- | |
| |
drukkers Le Maire, tot Gend; van Hese, tot Brugge, en Bolle, tot Ipre, te komen kenbaer maeken, alle het geene binnen hunne Prochie is voorgevallen, betrekkelýk tot de zoo gezeyde patriotique zaeken, 't zy op den Predik-stoel of daer buyten, verbindende zig de zelve Drukkers alles exactelyk over te schryven aen den Heer Spanoghe, opstelder van het voorhandig wekelyks Boere Nieuws-blad, ende ook de naemen der Lands-luyden secreet te houden, alles ten eýnde men wekelyks zoude konnen onderrigt wezen van het geene binnen de Provintie van Vlaenderen is ondernomen tegen de geregtigheyd van onzen goedertierigen en noyt volprezen Vorst, den Keyzer Petrus Leopoldus II. Uýt de Drukkereye van Spanoghe, tot Antwerpen.’ Verder nieuws uit Gent 24 en 28-12-1791 en 1.1.1792, over de paters Alexianen, Predikheeren en Recollecten.
Ferd. Vanderhaeghen, Bibliographie gantoise, dl. V, blz. 394, nr 11355 vermeldt vier nummers van dit blad, waarvan het laatste den datum van 27 Januari 1782 draagt. - 28 blz. Dus hebben de volgende nummers waarschijnlijk 8 blz. geteld. Hij merkt ook op dat het blad niet te Antwerpen gedrukt werd, maar wel bij Le Maire [Louis en Philippe] te Gent, en dat het gericht was tegen de patriotten, de geestelijken en de edellieden.
| |
C. Verscheenen onder den naam C.M. Spanoghe tijdens het Fransche regiem.
1799.
30 L'Institution / des enfans, / ou / conseils d'un pere a son fils. / Imités des vers que Muret a écrits en Latin, pour / l'usage de son neveu, et qui peuvent servir à tous / les jeunes Ecoliers. / Par N. François (de Neufchâteau.) / De onderwyzinge / der Kinderen, / of / Raedgéevingen van eenen vader / aen zynen zoon. / Getrokken uyt de gedichten die Muret, tot gebruyk van / zynen Neve, in het Latyn geschréeven heeft, en die konnen tot nut strekken aen alle jonge Schóolieren. / Zoo het Fransch van den Burger N. François (de Neufchâteau;) als het Latyn van Muret / nagevolgt. / Door den Burger C.M. Spanoghe. / [Vignet] / Tot Gend. / En men kanze bekóomen by den Vertaelder, tot / Bottelaere. / VII. Jaer der Fransche Republieke. [1799]. 12,5 × 19,5. - 22 bladen en 1 ongenummerde blz.
| |
| |
Gedrukt te Gent bij J.-F. Vander Schueren (Ferd. Vanderhaeghen, Bibliographie gantoise, dl. V, blz. 313, nr 14245).
Gent, Bibl. der Univ. G. 9297. Op de ongenummerde blz.: Aen den Léezer. - Links de Fransche tekst van François, rechts de Nederlandsche vertaling. Kwatrijnen (hij herhaalt: vierlingen), d.i. strofen van 4 verzen. Elke strofe is genummerd. Zoo tot strofe 46. Op blz. 17: Uyttrekzel uyt de verzaemelinge van zedelyke punt-digten (van N. François). Weer 6 strofen van 4 verzen, met Nederlandsche vertaling. Blz. 18 tot 22: M. Antonii Mureti institutio puerilis, comprehense versibus ad captum puerulorum, qui primis litteris inbuuntur, accommodatis. Ad. M. Antonium Fratris Filium. 46 strofen van 2 verzen in 't Latijn.
In zijn bericht aan den lezer zegt de vertaler: ‘Met den eersten zal in beyde de Taelen in 't ligt kóomen het werk getytelt: Lessen der eerste Grondschóolen, door den burger N. François (de Neufchâteau) geschréeven; agtervolgens de Verzaemelinge van syne Zedelyke Puntdigten, en zoo voords alle de voornaemste werken die zullen uyt-gegéeven worden tot onderrigtinge der kwéekelingen, zoo van de Primaire als van de Centrale Schóolen.’ Wij hebben deze werken niet weergevonden - zoo ze verschenen zijn.
Nicolas-Louis-François de Neufchâteau, minister van binnenlandsche zaken, lid van de Fransche Academie, geboren op 17 April 1750 te Neufchâteau (dép. Vosges), gestorven op 10 Januari 1828. Zijn Instiution des enfans... is van 1798.
Marcus Antonius Muret, humanist, geb. te Muret nabij Limoges in 1526, gestorven te Rome in 1585. In 1789 verscheen zijn verzameld werk te Leiden in 4 dln.
| |
Na 1802.
31 De groote Vasten-avond van St-Gillis (Waes) tot vermaek van een iegelyk verbeeld en gezongen door de maskerade societyt aldaer.
Karnavallied op de wijze van de Carmagnole.
Niet weergevonden. Vermeld door J. Vercoullie in Biographie nationale, s.v. Spanoghe.
| |
| |
| |
III. Werken ten onrechte aan Spanoghe toegeschreven
A. De ‘Wisselkoers’
Lod. Torfs, Tijdmatig register..., Antwerpen 1873, blz. 5-6, vermeldt het blad, zonder er Spanoghe bij te betrekken: ‘VIII. Wisselkoers. - Schoon juist geen nieuwsblad mag dit blaadje hier vermeld worden, als behoorende tot de periodische voortbrengsels der drukpers. In 1773 verscheen de Wisselkoers nog maar ééns per week, thans elken beursdag: [wat bedoelt hij met thans?] doch onder den titel van Cours des fonds publics’
Floris Prims, in De katholieke dagbladpers te Antwerpen, Antwerpen 1935, blz. 13, vermeldt in nota: ‘Spanoghe had reeds te voren den Wisselkoers, Cours des fonds publics, periodisch uitgegeven’. De eerste die Spanoghe als uitgever van dit blad aanduidt.
Amédée Arents, in Zestig! Gedenkboek... H. van Tichelen, bijdrage Antwerpsche nieuwsbladen en courantiers voor 1800, Hoogstraten, 1943, bericht op blz. 147 dat Spanoghe vier nieuwsbladen uitgaf: Wisselkoers... En op blz. 148: ‘Wisselkoers, Cours de fonds publics, mag niet als nieuwsblad betiteld worden. In 1773 verschijnt het ééns per week.’
De datum 1773 in verband brengen met Spanoghe is alleszins onjuist, want toen was Spanoghe een knaap van vijftien jaar! Hij bekwam ten andere slechts op 27.11.1781 octrooi en werd op 17.1.1782 in het St Lucasgild aanvaard.
Sedert het verschijnen, in 1910, van Les courtiers anversois sous l'ancien régime door Emile Dilis, is al wat verband houdt met de uitgave van den Wisselkoers nader behandeld. In groote trekken was dit reeds gebeurd door Louis Mertens, in Les changes et les fonds publics à Anvers depuis le XVI siècle jusqu'à 1792, Antwerpen 1894, ook verschenen in het blad Anvers Bourse. Mertens verwijst naar René Neron, Comptes-faits pour les changes...’, uitg. 1751, 1758, 1780 en 1786 (4o uitg.) in 't Fransch en ook in 't Nederlandsch. Hieronder in 't kort de uiteenzetting van E. Dilis, op. cit. blz. 92-99.
In Juli 1647 richtten de dekens van het ‘makelaers ampt’
| |
| |
een rekwest tot de stadsregeering. Zij bevestigen dat in alle handelssteden van Europa het gebruik bestaat, maandelijks een zeker briefken op te stellen, waarin de prijzen van den dag der koopwaren, alsmede de wisselkoers op verscheidene plaatsen worden aangeduid. Dit gebruik bestaat ook te Antwerpen, maar alleen voor den wissel. Het stadsbestuur heeft voordien makelaar Antonio Verbeeck gelast, die briefkens rond te deelen mits een zekere vergoeding, maar toen bestond er nog geen officieel korps van beëedigde makelaars; aangezien nu dit laatste sedert eenige jaren ingesteld is, wordt het magistraat verzocht, aan de dekens dit werk toe te vertrouwen, wel te verstaan zonder in het minst de verworven rechten van hun confrater Anthoni van Beken te schaden.
Daaruit blijkt, dat toen de vaststelling van den wisselkoers en de uitreiking van de briefkens gebeurde bij bevel en voor rekening van de stad, dus officieel was; de stad duidde ook den makelaar aan, die dit werk moest verrichten. De initialen, die boven aan het briefje vermeld zijn, zijn die van den makelaar-redacteur.
Alhoewel in het rekwest hierboven van den maandelijkschen wisselkoers spraak is, meent Dilis dat deze wekelijks werd opgemaakt. In alle geval verscheen de kwotatie van 1689 tot 1710 wekelijks, hetgeen bewezen wordt door het groot aantal nog bewaard gebleven briefjes - met honderden, in het Stadsarchief te Antwerpen.
Na 1710 gebeurt de bekendmaking van den wisselkoers in den vroegeren vorm, maar na 1747 is de tekst in 't Nederlandsch, waar deze vroeger in 't Italiaansch was. Bovenaan de blaadjes is telkens de naam van den deken met de pen aangeteekend, tezaam met de gedrukte vermelding: ‘Deken van het makelaers Ampt’. Dit laat toe te besluiten dat de officieele redactie intusschen door het makelaarsambt werd waargenomen. Het jongste briefje, door Dilis aangetroffen, was gedateerd 19 December 1793.
In 1783 stellen de makelaars ook een officieele kwotatie der koopwaren op, op los blad. Dilis heeft er geen ex. van teruggevonden. Mertens vermeldt een gedrukte prijslijst van de koopwaren, publieke fondsen, wissel en assuranties ter beurs van
| |
| |
Antwerpen opgesteld door de beëedigde makelaars van Antwerpen, op 14 Januari 1792, met onderaan de geschreven handteekening van P.F. van Donghen, deken.
Een gedrukt kwijtschrift van 1755, afgeleverd door makelaar Andries van Deventer, wijst uit dat het abonnement ‘voor het leveren van den wekelykschen wissel-cours’ op dit tijdstip 3 gulden 10 stuivers [6,35 fr.] kostte plus 2 schellingen [1,20 fr.] voor den dienstknaap, waarschijnlijk voor het aan huis bezorgen. Mertens bericht den prijs van 10 schellingen, ook iets meer dan 6 fr. 's jaars. Dilis voegt zes afbeeldingen van wisselbriefjes bij. Zij meten zoowat 6 × 18 cm. tusschen den gedrukten rand, en hebben na de hoofding den koers aangeduid met de pen, naast de gedrukte plaatsen. Het besluit ligt voor de hand: wat kan Spanoghe in verband brengen met wisselkoersen door een erkend ambacht opgemaakt?
Heeft hij misschien den gedrukten tekst van de briefjes bezorgd? Mogelijk, maar wij hebben er niets over gevonden. Uitgegeven heel zeker niet.
Ten slotte nog een paar opwerpingen. R. Neron meldt (in 1751 en 1786, misschien ook in de andere uitg.) ‘Het coursbriefken van den wissel, hebbende voor titel Dekens van het makelaers Ampt, hetgene vele kooplieden eens of twee mael ter weke van Antwerpen gemynlyk krygen, behelst de veranderingen van den cours van den wissel op nabuerige Landen, te weten, Vrankryk, Holland, Engelandt en Spaegnien’. (L. Mertens, op cit., blz. 21, en in 't Fransch in uitg. Neron van 1786). Eens of tweemaal per week: 't zal wel zeker eens zijn. (Zie hierboven Dilis, de ex. bewaard op het Antwerpsche stadsarchief.)
L. Mertens meldt dat ‘une feuille spéciale, dite Wisselkoers, parut une fois par semaine en 1773’, en vervolgt: ‘on rencontre encore des cotes écrites portant un cadre imprimé avec entête... deken van het makelaers ampt’. Wij vermoeden dat hij Torfs geraadpleegd heeft, en diens melding overgenomen. Dilis echter, die de kwestie uitdiepte, de documentatie van stadsarchief, J. Velle en L. Mertens raadpleegde, en zestien jaar later schreef, vermeldt één blad: dit der dekens, en geen andere ‘feuille spéciale’.
| |
| |
L. Mertens bericht nog dat in 1779 te Gent ‘den vlaemschen indicateur’ wekelijks verscheen, met privilegie gegeven te Brussel, den 22 Juli 1778. Het blad drukte den wisselkoers, den koers der fondsen van de beurzen van Parijs en Londen, en ook den wisselkoers van de beurs van Antwerpen.
Merken wij ten slotte op dat in het prospectus van den Mercure générale et journalier de l'Europe, 1789, Spanoghe onder nr 5 bericht dat hij wekelijks een juiste prijslijst van alle koopwaren te Antwerpen zal geven, en een aanduiding van de wisselkoersen ter beurs van dezelfde stad. Wat er niet op wijst dat hij die koersen en prijzen reeds drukte. Het ex. der Stadsbibliotheek van Antwerpen van den Vlaamschen Mercurius, dat 17 nummers bevat, waaronder de week van 12 tot 17 October 1789 volledig, geeft geen wisselkoersen noch prijzen van koopwaren, wel aankomsten en vertrekken van schepen te Oostende, en zeerampen. De vier nummers van den Franschen Mercure, op het Stadsarchief te Antwerpen bewaard, nrs van Woensdag- Donderdag-, Woensdag- Zaterdag, geven geen wisselkoersen, geen marktprijzen van koopwaren, en ook geen aankomsten of vertrekken van schepen, noch zeerampen.
Wij kunnen die kwoteering dus niet aanzien als een voortbrengsel van Spanoghe, noch in 't algemeen van de Antwerpsche periodieke pers.
| |
B. ‘De dry Heintiens’
Dit pamflet, zeer belangrijk voor de biographie van Spanoghe, wordt door wijlen prof. Vercoullie aan hem toegeschreven. (Biographie nationale, dl. 23, kol. 300-303, s.v. Spanoghe). Het is noodzakelijk dat wij er wat breedvoeriger over handelen.
De volledige titel ervan luidt: De dry Heintiens aen het hoofd der Nederlanders, verplettende den Tiran van Oostenryk. Met korte Verklaeringe der duystere plaetsen doôr Gabriël Arlequin. Nota: doôr de dry Heintiens word verstaen, Henricus Vander Noot, Henricus Hertog van Arenberg ende Henricus Cardinael van Mechelen. - M.D.C.C.L.XXXIX. - 15,5 × 19,5, [II] + 18 blz.
Het vond groote verspreiding. Reg. 100, blz. 18 (Algemeen
| |
| |
Rijksarch. Brussel, Fonds Etats belgiques unis, Cat. de pièces de la révol. brab.), somt op: 1o Een uitgave van 31 blz. klein in-8o; 2o een uitgave van 30 blz. klein in-8o ‘by Jan de Mús (Gebroeders) onbevreest’; 3o een uitgave van 20 blz. in-4o bij dezelfden; 4o een uitgave zonder datum noch drukplaats, 28 blz. in-8o; 5e een uitgave do, 26 blz. gr. in-8o; 6o de uitgave waarvan de titel hierboven. Dan zijn er nog 7o een uitgave van 1789 met vignet, waaronder: Patereiot. - Men vindze te koop tot Gend, by Ph. Spillebaut, Boekdrukker en Verkooper, op het Steendam. 20 blz. 15,5 × 19,5 (Brussel, Alg. Rijksarchief, rec. 15 pamphl. révol. brab., blz. 1-20); 8o een of meerdere uitgaven van 1790. Het komt voor in bijna elke bibliotheek die pamfletten bezit over de Brabantsche omwenteling, b.v. Antwerpen, Stadsbibliotheek, K. 103448, K. 41411, K. 41412.
Vermeld vol. 100, catal. pièces de la révol. brab., Brussel, Rijksarchief, Fonds Etats belgiques unis, stipt aan op blz. 18 dat het pamflet op 24 December 1789 verscheen.
Het wil doorgaan voor een vertaling uit het Fransch, zooals volgende aan het slot voorkomende nota aanduidt: ‘Deze Aenspraek, uytgegeven in het frans doór Gabriël Arlequin, onder den Tytel ... la Triple Henriade à la Tête des Belges, écrase le Tiran Autrichien, is zoo ziel-roerig, dat ik verzoeke de zelve diep in uw herten te drukken, aengezien ik geenen arbeyd gespaert hebbe, om deze uyt het frans in onze moederlyke taele over-te-zetten, hier en daer verrykt met eenige Annotatien op onzen trouwloozen Dief, vergulden Mercurius, oft zoogenoemden Spanoghe...’. Nergens hebben wij nochtans een pamflet aangetroffen met als titel ‘La Triple Henriade’. De zoo rijke catalogus der pamfletten van de Brabantsche omwenteling, bewaard bij het Alg. Rijksarchief te Brussel, Fonds Etats belgiques unis, reg. 97-103, kent het ook niet.
De tekst van de zoogenaamde ‘La Triple Henriade’ beslaat de bovenzijde van de bladzijde, en hij wordt van voetnota's voorzien, die meest alle betrekking hebben op Spanoghe; deze voetnota's nemen soms meer plaats in dan de zgn. vertaling. Vermeld worden nrs van 2 en 3 October 1789 van den Dagelykschen Mercurius. Een paar voorbeelden hoe Spanoghe aangevallen wordt: blz. 2:... hoe vele Borgers heéft hij niet bestolen
| |
| |
en nog dagelyks besteélt?; blz. 6: Spanoghe... dezen diefachtigen Plod; blz. 16: Onsen Mercurius [d.i. Spanoghe]... My in syn vergiftig en ontugtig Nieuws-blad zoude plaetsen, zou het niet jammer zyn, dat zoo eenen recht-uyt, gelyk een-igelyk ziet, die de waerheyd naekt en blood voór den dag doet komen, doór de onbetaelde letteren en gestole papieren van Spanoghe versnippelt wird’.
De naam Heintjens was in den volksmond; lof werd hun toegezwaaid, maar overeenstemming betrekkelijk de verschillende personen die ermede bedoeld werden is er niet. Hendrik vander Noot is er bepaald bij; ook Jan Hendrik, kardinaal Frankenberg, aartsbisschop van Mechelen. Het door ons besproken pamflet somt als derde Heintje op: Hendrik, hertog van Arenberg. Echter, het pamflet ‘Den lof der dry Heintiens’, z.d.n.j. (Brussel, Algemeen Rijksarchief, Rec. pièces révol. brab., nr 31. blz. 143-146) noemt als derde Heintje: Henricus Vander Meersch, alhoewel zijn voornamen Jan Andries zijn. Dit pamflet drukt op blz. 4 een lied af: ‘Gezang op sommige voorgaende valsche Bestierders en verdrukkers der goede Belgicanen ofte Godvrugtige Nederlanders’, dat onder den titel: ‘Liedeken van de Mechelaeren, den 5 Decemb. 1789’ voorkomt op blz. 30 van de ‘Versamelinge van cretieke stukken, By een vergaedert door Sincerus-Recht-uyt’ (= J.J. Vanden Elsken), en daarin worden maar twee Heintjens vermeld. Toen Vander Meersch en de hertog van Arenberg wegens democratische gezindheid bij de patriotten in verdacht kwamen, waren zij geen ‘Heintje’ meer.
Wie is de auteur van ‘de dry Heintiens’? Spanoghe is natuurlijk uitgesloten.
Vooreerst zij opgemerkt dat het pamflet voorkomt onder titel: ‘Aenmoedinge Tot de getrouwe vaderlanders, om hun aen te wakkeren tot verdedinge der Landsgerechtigheden, in den Jaere 1789’ in het bovenaangehaalde werk ‘Versamelinge van cretieke stukken, waer onder men vind:... etc. etc. met fig. - By een vergaedert door Sincerus-Recht-uyt. Tom. II. prys 1-4-2. Tot Brussel MDCCXC’. (Tom. I = Versamelinge van verscheyde stukken...) Het beslaat daar van blz. 98 tot blz. 124.
In ‘Verslagen en Mededeelingen der Koninklijke Vlaamsche
| |
| |
Academie voor Taal- en Letterkunde’, Gent, 1928, Maart, blz. 265-392, publiceerde wijlen Kan. Dr. J. Muyldermans ‘Bio- en bibliographische aanteekeningen betreffende Joan. Jos. Vanden Elsken (deknaam Keuremenne) (1759-1803)’, en komt er toe ook de twee dln van de ‘Versamelinge van... stukken’ te bespreken. Hij bleek niet te weten dat de ‘Aenmoedinge Tot de getrouwe Vaderlanders’ onder den titel ‘De dry Heintiens’ als afzonderlijk pamflet verschenen was. Op blz. 343-344 wijdt hij een korte bespreking aan het stuk. Spanoghe is kan. Muyldermans totaal onbekend. Hij behandelt hoofdzakelijk volgende vragen: Is Keuremenne = Vanden Elsken? Is Sincerus-Recht-uyt = Keuremenne = Vanden Elsken? Wie is de schrijver van de ‘Aenmoedinge...’?
Uit de niet altijd klaar omlijnde bijdrage zij het volgende aangestipt: Blz. 368: ‘... Vanden Elsken, zoo niet alleen, (is) al zeker de voornaamste opsteller der Brieven van Keuremenne geweest; doch dat hij medewerkers gehad heeft, ja... Wij voegen ten slotte er bij, dat ook Sincerus Recht-uyt, naar ons oordeel, geen andere is dan Vanden Elsken.’ - Blz. 335: ‘... welken aard van stukken Sincerus-Recht-uyt verzameld had; wij zeggen: “verzameld”, en wij moeten gereedelijk aannemen, dat alle bijdragen van hem niet voortkomen. Daar zijn b.v. de talrijke liedjes, welke wij ingelascht vinden. - Doch uit de vorige bladzijden [d.i. over de Versamelinge] blijkt ook voor ons, vooral als wij die in verband met Keuremenne's brieven beschouwen, dat Sincerus en Keuremenne en Vanden Elsken een drijmanschap en eenheid zijn onder dezelfde mutse.’
Is dan Vanden Elsken de schrijver in het bijzonder van de ‘Aenmoedinge (= de dry Heintiens)? Muyldermans behandelt die vraag op blz. 344, 354 en 356. Blz. 344: ‘... wat nu besloten? Deze bijdrage is dan een vertaling uit het fransch. Uit de leste nota zou men eenigszins besluiten, dat zij door Sincerus zelven bewerkt werd; en 2o dat ook de voetnota's van hem zijn. Trouwens, het is werk met den voorhamer afgemaakt, ja al te hevig; het ontaardt in grootspraak en in zagerij. Ik durf toch niet bevestigen, dat Sincerus alleen het vaderschap van die vertaling op het geweten heeft. Onzes inziens is de vertaler en de “commentateur” een priester ge- | |
| |
weest; men zie b.v. de blz. 105 en 123 aandachtig na, maar Keuremenne's stijl vinden wij er niet in weer. Edoch daar Sincerus die bladzijden onder zijn vleugelen neemt, is hij er ook wel eenigszins verantwoordelijk voor..., ja, zullen het ook wel zijne gedachten geweest zijn die er in uitgedrukt liggen’. - Blz. 354: ‘In de lijst van Sincerus' bijdragen, II D., haalden wij hooger aan, onder nr 23, Aenmoedinge tot de getrouwe Vaderlanders. Wie vertaalde dit stuk uit het fransch? Was het Sincerus? Of wie was het? Hebben wij geen beslissende reden om hem voor den schrijver der nota's of der bijdrage zelve te houden, toch zijn wij wel eenigszins gerechtigd te denken, dat er ook zijn meening in uitgedrukt ligt, daar hij de bewerking in zijne Versamelinge opneemt...’. En blz. 356: ‘Hebben wij hier met schriften van Keuremenne te doen? [d.i. de Aenmoedinge en drie andere vermelde]... noch in het eene stuk, noch in het andere, in geen der vier herken ik de hand van Vanden Elsken. Neen... Heeft hij dan de Aenmoedinge tot de trouwe Vaderlanders.... in zijn verzameling van Sincerus opgenomen, dan zal het denkelijk geweest zijn, omdat hij t'
akkoord was met de grondgedachten er van’.
P.A.F. Gérard, in ‘Ferdinand Rapédius de Berg’. Brussel 1842-3, dl 2, blz. 136, beweert evenals Muyldermans dat J.J. Vanden Elsken de voornaamste auteur is van de ‘Versamelinge der brieven van den heer Keuremenne.’ Hij noemt de ‘Versamelinge van verscheyde stukken door Sincerus-Recht-uyt, suite du Keuremenne’.
In het ‘Antwoord op de Waerschouwing van Keuremenne’, dd. 5 November 1791, (zie hieronder), noemt drukker J. Michel als een medewerker van gezegden Keuremenne, priester De Paire, nu (dus in 1791 ) kanunnik te Bergen (Mons), en beweert hij dat er nog andere medewerkers waren.
En hoe oordeelde Spanoghe er over?
In de ‘Levens-beschryving’, IX. Brief van 31-3-1791, blz. 6, beweert hij dat de Brieven van Keuremenne opgesteld werden door Vanden Elsken, boeren jongen van Vorst bij Brussel, den ‘polisson’ Ohearn, en advokaat Van den Eynde uit Mechelen [= Dullus Sanctus]. In ‘Het verlost Nederland’ verschenen einde September 1791, bericht hij op blz. 173 dat die eerdief
| |
| |
vanden Elsken [gevolg van de dry Heintiens?] met eenige landloopers, de schrijver is van den goddeloozen Keuremenne. En in den XXXIV. Brief van de Levens-beschryving, dd. 31-12-1791, schrijft hij dat Van den Elsken alleen de schrijver van Keuremenne is, en dat hij reeds in rechte betrokken werd voor den Raad van Brabant door priester Goemans, rentmeester van het groot begijnhof te Leuven, tot eerherstel en tot vergoeding van de plundering door hem geleden. Tot het bekostigen van den Keuremenne zijn volgende sommen gegeven: door plebaan Samen van St. Pieters te Leuven, 100 kronen; door dokter Nelis, broeder van den Antwerpschen bisschop, 2000 gulden; door kanunnik de Broux van Mechelen, 50 Fransche kronen, en door den bisschop van Mechelen groote beloften (blz. 217, uit Leuven).
Wij meenen de nota's van ‘de dry Heintiens’ aan Vanden Elsken te mogen toeschrijven.
Spanoghe was verbitterd op Keuremenne. Zie ‘Het verlost Nederland’, blz. 225 en vlg., en de ‘Levens-beschryving’, XI. Brief van 31-3-1791, blz. 6-8. Uit oorzaak van politieke gezindheid alleen zal de patriot Keuremenne de vijg Spanoghe wel niet hebben kunnen luchten. Te Leuven had Spanoghe in het College van den Valk theologie gestudeerd; ook Vanden Elsken, in het Atrechtsch college, en hij ‘woont te Leuven, kent Leuven met zijn straten en steegjes, is in dagelijksche betrekking met Leuvensche menschen, is dus in de gelegenheid van tien kanten te gelijk inlichtingen te bekomen’ (Muyldermans, op. cit. blz. 367). Het verschil van beider leeftijd is niet groot: anderhalf jaar. Zij kunnen elkaar best op de universiteit gekend hebben. Keuremenne is de aangewezen man om dien courantier en supervijg Spanoghe nu eens voor het voetlicht te brengen. En hij zal hiervoor ook wel inlichtingen ontvangen hebben uit Antwerpen. Hij takelt kieskeurig af, naar de zeden van den tijd, zooals ook Spanoghe zijn tegenstanders met omzichtigheid behandelt: zie de ‘Levens-beschryving.’
Op blz. 16 van ‘de dry Heintiens’ noemt schrijver zich: ‘... dat zoo eenen recht-uyt...’; zie hierboven. Sincerus Rechtuyt. In navolging hiervan zal Spanoghe zich als schrijver van de brieven der ‘Levens-beschryving’ achter den deknaam Fidelis
| |
| |
Regtuyt verbergen. En in den ‘Dagelykschen Mercurius’ van Vrijdag den 2n October 1789, nr 80, blz. 318, komt volgend nieuws uit Leuven voor: ‘Men spreekt hier onverschillig nopens den Arlequin, die hier insgelijks is doorgevoert [evenals gevangen patriotten en plunderaars, die over Leuven naar Brussel gevoerd werden]. Sommige willen, dat het eenen Burger van dees Stad is, ander noemen zekeren geestelijken persoon, en hoe het zij of niet, het is nogtans zeker eenen van de twee die men noemt’. Te dien tijde was, volgens nota voorkomend in bovenvermelde pamflettencatalogus van het Alg. Rijksarchief te Brussel, ‘de dry Heintiens’ nog niet verschenen. Is Arlequin = Vanden Elsken?
Een uit het Fransch vertaald werk, voorzien van voetnota's, kunnen wij bij Vanden Elsken nog nawijzen. In 1755 verscheen naamloos (auteur Henri-Michel Sauvage, S.J.) het werk: ‘La Réalité du Projet de Bourg-Fontaine, démontrée par l'exécution’. 1e uitg. Parijs, 1755, in-12, 2 dln, blz. XVI, 464 en XI, 383. Waarschijnlijk ook een Parijsche editie van 1756 in 2 dln. In 1787 bezorgt Feller een herdruk ‘à Paris, chez les libraires associés’ (waarschijnlijk te Luik gedrukt), 2 dln, (16) + 311 en 299 (+ 1) blz. en voegt bij een ‘Lettre à l'Auteur des huit lettres à un Ami, Sur la Réalité du Projet de Bourg-Fontaine’, (blz. 250-299). Zie over dit werk ‘Annuaire de l'Université de Louvain’, 77e année 1913, blz. 387 en vlg.
In den 7n brief van Ernestus de Keuremenne, dd. 8-12-1788, wordt het ‘Projet de Bourg-Fontaine’ aanbevolen. Keuremenne zal het vertalen, en in den 8n brief van 23 April 1789, bijvoegsel en bekendmakingen, kondigt hij aan dat de vertaling voltrokken is onder den titel: ‘De wezentlykheyd van het bewerp van Bourg-Fontaine verkort en verciert met eenige bewerkingen’. 300 blz., en zal tegen half Mei (1789) publiek zijn.
Die vertaling verscheen bij Lekens, boekdrukker te Maastricht en werd mits den prijs van 3 of 4 schellingen te St Truiden verkocht (Cf. ‘Antwoord op de Waerschouwing, die door den Heere Keuremenne in den nacht tusschen den 22 en 23 October 1791 op alle kerk-deuren en hoekken der straeten binnen Loven aengeplakt is geweest tot misachting en verfoeying van den Onder-Geteekenden.’ (= J. Michel, drukker
| |
| |
van Keuremenne; zie hooger). De titel van de waarschijnlijk tweede uitgaaf luidt: ‘De wezenlykheyd van het ontwerp van Bourg-Fontaine, door de uitvoering betoond. Verkort, merkelijk verbetert, en met eenige Aenmerkingen opgeheldert. Eerste [Tweede] deel - Convenerunt in unum adversùs Dominum, & adversùs Christum ejus. Ps. 2. - Zy zyn by-een-gekomen tegen den Heer, en tegen synen Gezalfden. Ps. 2. - Te koop 't Amsterdam, By T. Crajenschot, Boekverkooper op den hoek van de Heeren-gragt en Heisteeg. By F. van Tetrode, Boekverkooper in de Calverstraet. 's Bosch, By J. Coppens, Boekhandelaar. - I-VIII en 9-267 blz. voor het 1e dl. (MDCC.XC op blz. 267 van dit deel), 293 blz. (+ 3) voor het 2e dl. (Gent, Bibl. der Univ. A 37924). Merken wij op, dat reg. 103, blz. 328 (Alg. Rijksarch. Brussel, Fonds Etat Belgiques unis. Catal. de pièces de la révol. brab.) een uitgaaf vermeldt zonder datum noch naam van drukker, door schrijver 1789 gedateerd, 342 blz. gr. in-8o. Het is waarschijnlijk de eerste uitgaaf. De door ons als tweede uitgaaf beschouwde, wordt ook vermeld door L. Delplace, Joseph II et la révolution brabançonne, 2e uitg. 1891, bl. 212, nr 70 bis. Een uitgaaf komt voor onder nr 1134 in catal. bibl. J.J. Vanden Elsken, 1803.
De tekst geeft den vertaler gelegenheid om in voetnota's toespelingen te maken op de professoren van het Seminarie-generaal (Dufour, Marant, de Maziere, Sentelet, Wouters, Stöger, en vooral Leplat). Op blz. 98 van het 1e dl. wordt Vanden Elsken geciteerd.
Is het nu niet waarschijnlijk dat Vanden Elsken, die ‘La Réalité du Projet de Bourg-Fontaine’ vertaalde en van nota's voorzag, waarin hij het Jansenisme vergeleek met de meeningen van zijn Josephistische tijdgenooten, ook een verheerlijking van de drie Heintjens door voetnota's min of meer in verband bracht met een van zijn bijzonderste tegenstrevers, Spanoghe? En het gebeurde rond denzelfden tijd.
Vanden Elsken vertaalde ook nog een ‘Verzaemelinge van verscheyde brieven [er zijn er vijf] geschreven door J. Wouters, originelyk vertaelt van het Fransch in het Neder-Duytsch’, (Recueil de différentes lettres écrites par J. Wouters) voorkomend
| |
| |
op blz. 195-203 van de Versamelinge van cretieke stukken.
Ten slotte, Muyldermans beweert dat hij den stijl van Vanden Elsken niet in de ‘Aenmoedinge’ weervindt. Is dit wel bepaald uit te maken voor dit bijtende proza? Voeg erbij dat, zooals wij veronderstelden, inlichtingen uit Antwerpen ontvangen, in de platte taal waarin zij gesteld waren, mogelijk integraal in de voetnota's werden opgenomen.
De naam ‘de dry Heintjens’ moet Spanoghe uit de pen. Hij doelt natuurlijk niet op het pamflet, noch op de bijgaande nota's. Die zitten hem dwars. Terloops bericht hij op blz. 104 van ‘Het Verlost Nederland’: Men gaf de hoogste titels aan diegene welke ons domme Nederlanders met een ijzeren staf beheerschten, en men gaf zelfs de allervleiendste bijnamen, bv. de dry Heintjens enz. aan degenen die hun onderdrukkers en hun afpersers waren.
| |
Aanvullingen en verbeteringen bij de bibliographie van de drukken.
Nr 6. - 1783. - Om te trachten den titel van dit boekje te vinden, raadpleegden wij te Brussel bij het Algemeen Rijksarchief het boek der ontvangsten van markgraaf Alexander-Frans Cuylen (Chambre des comptes, nr 12924, 16-11-1780 tot 31-10-1783). Op fo 2 vo, komt volgende post voor: ‘Jaer 1783. - Van N. Spanoghe, Drucker ende Boeckvercooper, om gedebiteert te hebben eene brochure sonder gecensureert te zijn tegen den thienden artikel van het placaert van den 25. junij 1729, de somme van twee hondert tachentig guldens (F. 280 = 508, - fr.).
Vermeld artikel 10 der ordonnantie van Karel VI (Rec. Ord. Pays-Bas autr., 3e reeks, dl. IV, blz. 264) beboet de drukkers en boekverkoopers die uit den vreemde clandestien boeken invoeren, die den godsdienst of den staat aanvallen. De ingevoerde pakken mochten niet geopend worden, en binnen 24 uur diende men den raad-fiscaal van hunne aankomst in kennis te stellen, alles op straffe van 300 gulden boete. Dit strookt niet
| |
| |
met de bewering van Spanoghe, dat hij zelf het boekje gedrukt heeft.
In ‘Het Verlost Nederland’ worden de ‘Dagelyksche Mercurius’ en de ‘Levens-beschryving’ aangeprezen. Terloops wordt er ook over ‘De dry Heintiens’ gerept. Zou Spanoghe ook niets zeggen aangaande het boekje, dat hem de boete deed oploopen die hem zoozeer in het hoofd speelt? Op blz. 29-30 vinden wij aangehaald een werk, waarvan de titel luidt: ‘Den Hemel geopent voor de gansche Wereld’, en het handelt over kloostergeloften en kloosterleven. Zou dit niet bedoeld werk zijn? Wij konden het echter nergens ontdekken.
Spanoghe zegt dat het bedrag van de boete honderd patacons was. Dit is inderdaad juist. 100 patacons = f. 286.5.0, hetgeen ongeveer overeenstemt met het door Cuylen ingedragen bedrag. Merken wij nog op, dat 100 patacons niet 435 fr. waard zijn, zooals onder de drukken vermeld, maar wel fr. 519,30.
Nr 43. - 1789. - Dagelyksche en algemeyne Europische Mercurius. - In bundel 2604 bewaard op het Algemeen Rijksarchief te Brussel, Conseil du gouvernement général, troubles 1789, Lettres et rapports de A. Cuylen, marcgrave d'Anvers, heeft deze laatste bij zijn brief dd. 11 Maart 1789 aan den Minister (fo 74) een nummer van Spanoghe's dagblad gevoegd. Het is nr 55 van Zaterdag 7 Maart 1789, blz. 217-220.
Daarop volgt een brief uit Maaseik, dd. 18.2.1789 gericht tot C.M. Spanoghe, waarbij de afzender verklaart, dat hij de prospectussen van het blad uitgedeeld heeft, en ook de abonnementsprijs voor drie maand bijvoegt: 2 gulden [3,63 fr.]. Dit is zoowat twee oortjes per nummer [F. 0.0.6, of 0,045 fr.], prijs die men insgelijks betaalde voor het nummer van de Gazette van Antwerpen, voor het Wekelyks Nieuws uyt Loven, en voor het Wekelyks Bericht van Mechelen (Cf. ‘Notice généalogique & historique par & pour Jacques Van der Sanden.’ Stadsarchief Antwerpen, F. 83, blz. 123).
| |
| |
Onder de drukken (nr 47, bl. 42) deelden wij de versie mede van Spanoghe over de inbeslagneming van den ‘Dagelykschen Mercurius’. Bovenvermeld schrijven van Cuylen aan den Minister geeft nadere bijzonderheden. Het bezoek gebeurde op 5 Maart 1789, en bij die gelegenheid verbood Cuylen aan Spanoghe zijn blad nog verder te drukken en te verspreiden, daar het zonder octrooi verscheen, en aan geen enkele censuur onderworpen was. Spanoghe gaf den brui aan dit verbod. Hij ging voort met drukken en verspreiden; het hoogervermeld nummer van 7 Maart 1789 is er een bewijs van. Cuylen zendt het aan den Minister omdat er, na het bericht uit Oostende, volgend N.B. in voorkomt: ‘Ons Dagblad moet om gewigtige reden vier of vyf dagen agter-blyven, welken voorval voortaan geen plaats meer zal grypen, en welkers reden wy naderhand zullen bekent maken; hier by zullen de Inschryvers wynig lyden, zullende hun de vertraagde No ook ter hand gestelt worden.’ ‘Spanoghe is nu te Brussel’, vervolgt Cuylen, ‘en tracht octrooi voor zijn blad te bekomen. Indien hij het van U, Exc. verkrijgt, hoop ik wel dat zij hem zal opleggen het te doen vidimeeren en censureeren, hetzij door het officie fiscaal, hetzij door de officieren der policie van de stad Antwerpen’.
Spanoghe kon met de redactie van zijn blad niet voortgaan toen hij zich naar Brussel begaf, wat ook wel eenige dagen in beslag zal genomen hebben. Daarom dit bericht aan zijn lezers. Men wordt gewaar, dat hij bijna zeker van den uitslag was, hetgeen inderdaad door de feiten bewaarheid werd; ten andere, Cuylen was er ook niet gerust in, daarom zijn verzoek om censuur. 't Viel echter niet uit naar zijn zin; wij weten dat luitenant-kolonel Dejardin daarmede belast werd. Begin Maart 1789 verscheen er dus ook nog geen Franschtalig dagblad van Spanoghe, want het bericht van schorsing zou zeker ook daarin verschenen zijn, en Cuylen zou niet nagelaten hebben den Minister er een
| |
| |
exemplaar van toe te zenden. Later zal Cuylen op den Dagelykschen Mercurius terugkomen. Hij heeft de pil moeten slikken, dat het blad voort bleef verschijnen met toestemming van den Minister, en onder censuur. Op 10 Sepember 1789 (zelfde bundel, fo 221) schrijft hij aan den Minister: ‘Toen de courant van Spanoghe nog zonder octrooi verscheen, viel ze hier [te Antwerpen] erg in den smaak. Maar, Mgr., sedert zij onder de bescherming en met de toestemming van de regeering uitkomt, wordt ze door iedereen verafschuwd. Zoo groot is, Mgr., hunne onverbiddelijke en beleedigende verbittering tegen al wat van de regeering komt’. Eigenaardige gesteldheid van geest, die wij ook bij bisschop Nelis vaststelden.
Op 24 October 1789 noteert Van der Straelen in de Kronijk van Antwerpen dat rond den middag de vermaarde C.M. Spanoghe een schuilplaats zocht op het Antwerpsche kasteel (III, 117). Op 28 October richt de drukker van daar uit een schrijven aan de regeering, waarin hij verklaart de uitgaaf van zijn nieuwsblad te hebben moeten staken sedert hij op het kasteel gevlucht is. Hij vraagt om in dat zelfde kasteel kamers tot zijne beschikking te stellen, ten einde er zijn drukkerij te plaatsen. Op 2 November schrijft hij aan minister Trautmansdorf dat hij de uitgaaf van zijn Mercurius gaat hernemen. (Alg. Rijksarchief, Cons. Gouv. Gén. reg. 325, prot. 236 en 307). Wij betwijfelen echter of het wel tot het voortzetten van het blad gekomen is. Naar J. Staes beweert in De Belgische republiek van 1790. blz. 104, kon bij gebrek aan ruimte niet voldaan worden aan het verzoek van Spanoghe. Dit heeft hij waarschijnlijk na 2 November vernomen, want zijn verzoek van 28 October werd voor advies aan den militairen bevelhebber overgemaakt.
Het laatste nummer in ex. B 35407 a van de Stadsbibliotheek van Antwerpen dateert van 21 October
| |
| |
1789. Wij meenen dat het ook het laatste is dat van de persen van Spanoghe kwam, in tegenstelling met de op blz. 42 van de drukken opgegeven datum van ½ December.
Nr 50. 1793. - Déscription historique et géographique des XVII. Provinces Belgiques & de la Principauté de Liége. Dit werk werd niet door Spanoghe gedrukt, maar wel bij Jorez te Brussel, en even vóór 28 October 1793 was deze met het drukken ervan bezig. Dit blijkt uit een bundel, berustend op het Algemeen Rijksarchief, te Brussel (Conseil Privé, 1064), stukken bevattend, gedateerd van 28 October 1793 tot 11 December 1793, die de inbeslagname van het werk toelichten. Wij zullen er in de biographie uitvoeriger op terugkomen. In 't kort zij gezegd, dat op verzoek van stadspensionnaris Drughman, raad-fiscaal De Neck bij Jorez binnenviel, waar men bezig was de ‘Délices des Pays-Bas’ te drukken, en waar hij de in druk zijnde katernen in beslag nam. Nergens in den bundel is er sprake van de ‘Déscription’; het doet veronderstellen dat de titel nog niet gedrukt was.
In de bibliographie waagden wij een veronderstelling, waarom de ‘Déscription’ in beslag genomen werd; deze blijkt inderdaad met de feiten overeen te stemmen. In hun verslag van 28 October 1793 schrijven radenfiscaal A.J. Strens en De Neck dat Spanoghe het boek drukken liet, voorzien van nota's die de geschiedenis bevatten van de gebeurtenissen, die de onlusten van 1789 en 1790 voorafgaan, volgen, of in die jaren voorvielen, met daarbij de namen van alle personen, zoowel geestelijken als leeken, die een zekere rol in die omwenteling gespeeld hebben. Die nota's beschuldigen tal van personen van feiten, die den auteur aan processen wegens laster kunnen blootstellen, processen, zooals men er reeds vele heeft zien instellen, die door openbare herroeping hun beslag kregen. ‘Ten andere’, vervolgen de raden-fiscaal, voornoemd, ‘de geschie- | |
| |
denis van die onlusten, en vooral de wijze waarop alle gebeurtenissen, en de gevolgen er van, afgeschetst worden, onderhouden dien geest van partijschap, die men zoo noodzakelijk uitroeien moet, wil de staat er heil bij vinden’. Die historische nota's op zichzelf vormen een dik boekdeel. De eerste van die onverdraaglijke nota's luidt ‘Dat Z.M. Jozef II de Staten en den Raad in 1789 afgeschaft heeft omdat zij de oorzaak waren van alle onlusten’. - De tweede is eene lijst van alle priesters die in 1790 het Statenleger vervoegden, met naam en bijnaam, en de auteur doet het doorgaan alsof al deze priesters de wapens gedragen hebben.
Spanoghe verzocht dan, het boek aan censuur te onderwerpen, om de reeds gedrukte exemplaren vrij te krijgen die op zijn zolder onder zegel lagen, alsmede de katernen, die bij Jorez in beslag genomen waren; hij zou op de weg te laten plaatsen cartons doen aanbrengen. Op 13 December 1793 beschikt dan gouverneur-generaal Karel Lodewijk dat de Geheime Raad de voorgestelde censuur niet mag aanvaarden, en dat boekdrukkers Jorez en Spanoghe dienen vervolgd ingeval er krachtens de wet aanleiding toe bestaat.
| |
Verdere verbeteringen.
Inleiding. |
blz. 27, 4e regel, lees: Spanoghe i. pl. v. Spanhoghe; |
|
blz. 28, 33e regel, lees: Stengers i. pl. v. Strenger; |
Nr 10. |
blz. 30, 5e regel v.o. lees: 212 prenten i. pl. v. 208; |
|
blz. 31, 24e regel, lees: ontbreken 72 namen, i. pl. v. 68; |
Nr 16. |
blz. 32, na opgave der blz. invoegen: 108 prenten; na de namen van de plaatsnijders bijvoegen: ongeteekend 38 prenten; |
Boven nr 42, C, |
blz. 40, lees: van 1 Januari 1788 af, i. pl. v. tusschen 9 Februari en 8 Mei; |
Nr 47. |
blz. 42, 18e regel, lees: In fine, i. pl. v. Colophon; |
|
blz. 44, 27e regel, lees: zijn Dagel. Mercurius, i. pl. v. zyn; |
|
blz. 45, 21e regel, lees: Korte tijd, i. pl. v. Korten tijd. |
| |
| |
| |
IV. Wat in den winkel van Spanoghe verkocht werd.
(De aangehaalde datums zijn die van het nummer van de Gazette van Antwerpen).
| |
1. Een keus uit de boeken.
a) Almanakken.
Vlaemsche almanakken. 5-11-1782.
Alle soorten van Nederduytsche almanacken met schoone printjens à 14 st. [1,27 fr.] het stuk en à 10 ½ st. [0,95 fr.] het stuk, geïllumineerd à 3 ½ schellingen [2,11 fr.] 8-12-1786.
Elf differente soorten van Amsterdamsche almanacks met printiens à 7 stuyver [0,63 fr.] en 5 stuyver [0,45 fr.] 22-12-1786.
Almanack van nut en vermaek. - Nut en vermaekelyk Almanack. - Nuttig en vermaeckelyk almanack. - Den Henry Quatre Almanack, allen à 3 ½ st. [0,32 fr.]. Henry Quatre Almanack en Almanack van nut en vermaeck à 2 ½ st. [0,23 fr.] 25-11-1788.
Tous sortes d'Almanachs chantans contenant les Opéras les plus nouveaux. Assortiment d'Etrennes, brodées à Bouquets, Paillons, Miniatures &c. idem peintes à Fleurs, miniature & miroir, idem en maroquin à Miroir, sans Miroir, idem en mouton maroquiné, idem à la coëffure, idem avec Gravures &c. Dauphine brodée, idem à Paillons, idem Feuilles Dauphine enluminées, non &c. &c. &c. généralement tout ce qui paroit de plus nouveau à Paris pour la nouvelle année. 5-11-1782.
Toutes sortes d'Almanach pour l'Année 1784 à la Malbrouge, à la Grivoise avec Musique, de plusieurs autres en papier, maroquin, brodés, peints à fleurs, miniatures, etc. 28-10-1783.
Toutes sortes de couvertures en Bazan à cinque sols [0,45 fr.] la pièce, en maroquin à 10 sols & demi, [0,95 fr.] en médaillon à 14 sols [1,27 fr.] pièce. Almanachs de Gotha avec fig. à 6 ½ escalins [3,92 fr.] en couvertures en soie peinte à 12 escalins [7,24 fr.]. Couvertures maroquins doublées avec soie, à miroir, à 6 ½ escalins [3,92 fr.]. Des souvenirs à l'Angloise avec peau d'ane à 7 escalins [4,22 fr.]. Des souvenirs ou
| |
| |
nécessaires avec papier en maroquin à 3 ½ escalins [2,11 fr.]. Almanachs à la Dauphine avec fig. et étuis à 8 escal. [4,83 fr.]. Almanachs de Rome en taille douce avec fig. et stylet en maroquin à 10 esc. [6,03 fr.], les mêmes avec fig. enluminées à 12 esc. [7,24 fr.] puis une collection de couvertures brodées, avec miroir, étuis, etc. tous modernes et du dernier gout. 8-12-1786.
| |
b) Kerkboeken, ook Fransche, Latijnsche en Engelsche. ‘Studente boeken’. 5-11-1782.
c) Andere boeken. Een keus:
Dictionnaire historique des grands hommes, par une société de gens de lettres, 6 vol. f. 13:2 [23,75 fr.] 5-11-1782.
Franschen en Nederduytschen Grammaire door Claude Mauger. 12 st. [1,10 fr.] 20.1.1784.
Description des expériences de la machine aërostatique de MM de Montgolfier, orné de 9 planches en taille-douce, 6 escalins et demi [3,60 fr.] 20-1-1784.
Le spectacle de la nature avec l'histoire du ciel, par Pluche. 11 vol. avec superbes gravures. 15:15 [28,55 fr.] 11-6-1784.
Verzaemeling der merkweerdigste reysgezigten van den ganschen aerdbodem; van alle volkeren, landen & taelen, voorzien van de noodige landkaert, &c. 34 vol. 1786. f. 360.0.0 [653 fr.] 28-4-1786.
Dictionnaire François-Hollandois et Hollandois-François, par Winkelman, 2 vol. de chacun 1000 pages. 1785 f. 7:10 [13,60 fr.]
Traité général de commerce par Samuel Ricard. 2 vol. Amsterdam 1784 f. 10:10 [19,05 fr.] 9-6-1786.
Encyclopedie of algemeen beredeneerd woorden-boek van alle menschelyke kundigheden, uytgegeven door eene maatschappye van Nederlandsche geleerden, 40 dln. met onnoembaere kaerten, plaeten en portraitten. Druk Willem Holtrop, in den Haeg. 9-6-1786.
Lucii Ferario prompta bibliotheca canonica, juridica, moralis, theologica... 8 vol. 1786. f. 48 [87 fr.] 18-8-1786.
Bibliothèque choisie de la médicine. 300 fig. 10 vol. Ed. de Paris 60 fl. [108,85 fr.] 18-8-1786.
| |
| |
Le grand cabinet des tableaux de l'archiduc Leopold Guillaume f. 28 [50,80 fr.] 20-10-1786.
Histoire militaire du prince Eugène, du duc de Marlborough & du prince d'Orange, par Dumont & Rosset. 3 vol. 44 fl. [79,80 fr.] 20-10-1786.
Les oeuvres & hommes illustres de Plutarque, avec portraits. Papier d' Angoulème, suivant traduction d' Amyot. 18 vol. Paris 1786. 80 fl. [145,10 fr.] 20-10-1786.
Histoire générale d' Amérique par Touron. 14 vol. f. 31:10 [57,15 fr.] 20-10-1786.
Dictionnaire de l' académie françoise 2 vol. f. 13:10 [24,50 fr.] 21-11-1786.
Oeuvres complètes de Buffon, 40 vol. 114 livres de France [112,85 fr.] 11-5-1787.
Naukeurige verzaemeling van alle de voornaemste requesten & vertoogen, die gedaen zyn aen en door de HH. Staeten aen den Keyzer. 420 blz. 8o 3 ½ shell. [2,10 fr.] 28-9-1787.
Alle de placcaerten van Braband met den Codex Brabanticus, eenen algemynen Index; en les Droits d' entrée et de sortie, 13 vol. in-fol. gebonden in kalfsleir; Item de zelve van Vlaenderen met den index, in kalfsleir, 10 vol. in fol. 26-10-1787.
Avis aux Bataves sur le Stadhoudérat par le Cte de Mirabeau 2 parties 8o 1788 24 ½ sols [2,25 fr.] 25-7-1788.
Les campagnes de Louis XV. fig. plans 2 vol. fo 1788 fl. 29.8.0 [53,35 fr.] 25-7-1788.
Les illustres modernes, ou description de leur vie, ouvrages &c avec leur portrait. 10 gros cahiers in fo 1788 f. 65.6.0 [118,45 fr.] 25-7-1788.
Alle de werken van den Ridder Cats 8 dln. 8vo 1788 9 fl. Op extra groot papier 11 fl. [13,60 fr. of 20 fr.] 25-7-1788.
Encyclopédie, ou dictionnaire raisonné des sciences, des arts et des métiers, par une société de gens de lettres, mis en ordre et publié par Diderot et quant à la partie mathématique par d' Alembert. Edition conforme à celles in-fo et in-4o. 72 vol. gr 8o + 3 vol. planches. 110 fl. [200 frs.] 18-11-1788.
De nieuwe geographische of aerdrykbeschryving door Busching, vertaald uit het Hoogduitsch door de jongh. 16 dln. 8o 50 fl. [90,70 fr.] 28-4-1789.
| |
| |
Nieuwe Fransch-Vlaemsch en Vlaemsch-Fransch woordenboek van Halma 2 dln. 4o nieuwe druk f. 15:15 [28,55 fr.] 28-4-1789.
| |
2. Schrijfartikelen en drukwaren.
Alle soorten van schryf, post- en werkpapier. 5-11-1782.
Alle soorten van pennen. 38.2, 4 en 7-3-1783.
Nederduytsche en Fransche deviezen, dienstig voor Suyker- en banketbakkers; Fransche en Nederduytsche wisselbrieven, vragtbrieven enz. 20-12-1785.
Teekenpapier, lack (Leyds-man der Vremdelingen, 1791).
| |
3. Meubelpapier.
Alle soorten van meubelpapier. 28.2; 4 en 7-3-1783.
Grand assortiment de papier à meubler de Paris, parmi lesquels on trouve les Desseins les plus modernes, le tout à un prix très raisonnable. 23-5-1788.
Schoon assortiment Fransche meubelpapieren... kunnen de logt en de hitte der zonne doorstaen. 25-7-1788.
| |
4. Likeuren.
By den zelven Boekdrukker zyn ook te bekomen tweederley soorten van Engelsche Liqueuren, voor dezen noyt in 't Land geweest, van zeer aengenaemen smaek en zeer maegteirende, den eenen genaemt Feu de Vulcain, en den anderen Eau du Paradis, zy zyn egael in prys, de halve Flacon kost 13 en halven st., [1,25 fr.] de Pint 16 st. [1,45 fr. voor 0,687 1.] en den Pot 32 st. [2,90 fr. voor 1,374 1. - De liter kostte dus 2,11 fr.] Men kan van den zelven bekomen was 't met 200 à 300 Potten gelyk. Nota. De zelve Liqueuren zyn ook te bekomen by de Weduwe Godts aen het Groen Kerkhof in het Paepen-gat. 11.3, 9 en 20-12-1785.
| |
V. Inschrijving op een nieuwsblad.
On souscrit chez le même Libraire pour le Courrier du Danube, à raison de 2 couronnes de France [11,90 fr.] par année, cette
| |
| |
feuille aussi intéressante que l'on peut la désirer, principalement quant à la Guerre actuellement entre la Turquie, La Russie et l' Autriche, paroit régulièrement tous les Vendredis à Anvers franco, & est composée d'environs 50 à 60 pages, in 12o. Gaz. v. Antw. 23.5.1788.
| |
VI. Zijn drukkerij.
De drukkerij van Spanoghe stelde, blijkens een aankondiging van 28.10.1785 in de Gaz. v. Antw., 10 gasten te werk, en nu wil hij dit getal tot 17 opvoeren, en wenscht in dienst te nemen: 3 letterzetters, 3 perswerkers, 1 plaatdrukker.
Op 3 Juni 1789 richtte Spanoghe een vertoog tot den keizer en Koning. Hij verklaart dat in de stad Antwerpen de boekbinders een gilde vormen - hij zegt métier - en dat niemand het ambacht mag uitoefenen zonder vooraf gedurende het vastgesteld aantal jaren in de leer geweest te zijn en daarna de proef afgelegd te hebben - le chef d'oeuvre -, hetgeen in veel andere steden niet het gebruik is, waar een drukker boeken mag inbinden.
Nu zijn te Antwerpen weinig boekbinders, en daaronder is er een in faling, een ander oefent zijn ambacht niet meer uit, en een derde ligt op sterven, zoodat drukkers en boekhandelaars met geld en goede woorden nog 10 tot 12 weken moeten wachten alvorens bediend te geraken, hetgeen hun veel verlies bezorgt, aangezien zij hun klanten niet bijtijds bedienen kunnen.
Daarom verzoekt Spanoghe om zelf boeken te mogen inbinden, die zijn klienten gebonden bij hem wenschen te koopen, ten einde alle verlies in de toekomst te voorkomen. (Stadsarchief Antw. Papieren secr. Van Setter, dl. 11, nr 76). (Alg. Rijksarchief. Cons. Gouvt. Gl. liasse 803 P.V. 8. 6. 1789). Er wordt besloten dit vertoog voor advies aan het Antwerpsche magistraat te zenden. Er vloeit een proces uit voort met de dekens van St Lucasgilde.
| |
VII. Boekenveilingen.
Zie catalogussen nrs 3, 7, 9, 12, 13, 19, 35 van de drukken.
| |
| |
| |
VIII. Het leescabinet. (1788-1789)
Op 25 Maart 1783 bevatte de Gaz. v. Antw. een aankondiging van ‘L.J. Durant, imprimeur-libraire, courte rue Neuve’ te Antwerpen. Hij stelde boeken te koop. Op 10 Juni 1783 meldt hij de H.H. liefhebbers van de letterkunde, dat hij het inzicht heeft in zijne woning aan vermelde straat een ‘Cabinet littéraire’ te openen, zoohaast er genoeg inschrijvers zijn. Hun getal is onbeperkt, maar zoohaast er vijftig zijn, zal men met de inrichting van dit cabinet beginnen. Er zullen ter inzage liggen woordenboeken, atlassen, de ‘encyclopédie méthodique’, 42 dln en 7 dln platen, de interessantste romans (lees: Fransche romans, de aankondigingen zijn altijd in het Fransch) en eenige goede Engelsche werken. Dagbladen die in lezing liggen:
Le Journal des causes célèbres |
l'Esprit des journaux |
l'Année littéraire |
Journal politique et littéraire |
Mercure de France |
Journal de Bouillon |
Correspondance secrette et littéraire |
Journal de Paris |
Catalogue hebdomadaire |
Almanach des muses |
Gazette du commerce |
en verscheidene Fransche en Engelsche bladen. Abonnement 24 pond tornoois (Fransch, = f. 13. -. - of 23,50 fr.) per jaar. Leeszaal open van 8 u. 's morgens tot 6 u, 'savonds, zonen feestdagen uitgezonderd. Er zou goede verwarming in den winter zijn, goede verlichting, tafels en stoelen beschikbaar. De boeken mochten niet medegenomen worden.
Op 10.2.1784 bevatte de Gaz. v. Antw. het bericht, dat de opening van de leeskamer op 9 Februari heeft plaats gehad; wij meenen te mogen verstaan: zal plaats hebben. Durant deelt mede, dat hij een prospectus over dit cabinet littéraire had rondgezonden, en dat er werken over oude en nieuwe geschiedenis, reisbeschrijvingen en nieuwsbladen in lezing liggen. Op 24 Febr.,
| |
| |
13 April en 11 Juni 1784 verschenen dan van hem in de Gaz. v. Antw. nog aankondigingen, echter geen woord meer over het leescabinet. Dan is het gedaan met adverteeren. Op 21 December 1784 kondigt dezelfde Gaz. v. Antw. aan, dat er door den ambtman op 27 December eene groote partij Fransche boeken zal verkocht worden, waarvan de cataloog bij J.E. Parys te bekomen is. Triestig einde van de zaak Durant?
Spanoghe zal de idee vijf jaar later ten uitvoer brengen.
‘N.B. By den zelven [= Spanoghe] zal eerstdags uytkomen een Voorwaerde van Inschryving tot het opregten van een Leeskundig Genootschap het welk zal geopend worden, zoodra de Inschryving volzet zal zyn; den dag der uytdeyling van deze Voorwaerde zal by naedere Advertentie worden kenbaer gemaekt.’ - Aldus kondigt de Gaz. v. Antw. van 26-10-1787 de wording aan van zijn Leescabinet. Op 9-11-1787 zijn uitleg en voorwaarde verkrijgbaar mits 1 stuiver [0,09 fr.] voor den arme. Spanoghe zal zijn Leescabinet beginnen met het nieuwe jaar aanstaande (1788). ‘De kamer ter lengte van 30 en ter breedte van 18 voet [8.60 × 5.16 m.] is gelegen aen de straet [Lange Nieuwstraat]; de uren zyn van 9 tot 12 voor den noen, en van 2 tot 8 naer den noen; buyten 46 Gazetten en Journaels, diër te lezen zullen zyn, zal de kamer voorzien zyn van de noodige Caerten en een uytmuntende verzaemeling van Boeken in alle wetenschappen; zynde de namen van al de nieuwsblaeders en ook van de Boeken uytgedrukt by de Voorwaerde, in welke men alles breeder zal uytgelegt vinden. Den prys der Inschryving is 6 Keyzerlyke Croonen 's jaers, [33,60 fr.] zonder iets voorders, Nota: Dewyl de instaetbrenging van alles vry tyd noodig heeft, zoo zal men geene Inschryvers meer aenveerden naer den lesten dezer loopende maend, tenzy betaelende 7 Croonen [39,20 fr.]; om ons dus te konnen in staet stellen, volgens het getal der Inschryvers diër zig op 't eynde der maend zullen bevinden’. Gaz. Van Antw. van 9 en 16-11-1787.
De leeskamer is niet klaar op 1 Jan. 1788. De Gaz. v. Antw. van dien dag bevat dan volgende ‘Waerschauwing aan de Heeren van het Leeskundig genootschap: Dewyl de instandbrenging der Leeskamer nog een 8 dagen tyds vereyscht, zoo
| |
| |
voorkomt men alle Heeren Inschryvers, even als die welke nog gelieven in te schryven, dat de zelve zal instaet gebragt zyn tegen den 11 sten dezer maend January, en dat sy vervolgentlyk aen een igelyk der Heeren Liefhebbers zal ten thoon gesteld worden op den 12 en 13, wanneer men op den 14de agtervolgentlyk de Kamer zal openen voor de Heeren Inschryvers, en geen andere; op de nieuwe Voorwaerde die daer van gedrukt is, met goedkeuring der Geestelyke en Wereldlyke Overheyd, en die word uytgegeven by C.M. Spanoghe...’
Op 8 Februari 1788 kondigt de Gaz. v. Antw. den verkoop uit de hand van zijn huis aan de Suikerrui aan, en volgend ‘berigt aengaende de Leeskamer: De nieuwe Catalogue, met Goedkeuring, zal te bekomen zyn op den negensten dezer; een ieder kan de Lees-Kamer bezigtigen van den tienden dezer tot den 14den inclus, en den vyftienden worden de Heeren Liefhebbers aenzogt van te komen inteekenen, om van diën stond af de zelve by te woonen volgens de nieuwe Voorwaerde. Dienende deze voor de 1ste en laetste advertentie’. De leeskamer werd dus niet op 1.1 maar op 15.2.1788 geopend.
Maar op 9 en 16 Mei 1788 bevat de Gaz. v. Antw. het bericht, dat het huis aan de Suikerrui op 23 Mei publiek ter Vrijdagmarkt zal verkocht worden, en blijkt drukker Spanoghe verhuisd te zijn naar de Lange Nieuwstraat. Wij zijn van meening dat dit gebeurde van 1 Januari 1788 af, en niet tusschen 8 Febr. en 9 Mei 1788, zooals bij de drukken vermeld. Van 26 Oct. 1787 af zou Spanoghe dus met de inrichting van het Leescabinet aan de Lange Nieuwstraat, en niet aan de Suikerrui, bezig geweest zijn.
‘Nota: Men adverteerd een igelyk, dat alle die zal gelieven in te schryven op de Lees-Societeyt in de Lange-Nieuwstraet alhier, niet meer gehouden zal zyn te betaelen als van de maend Mey tot aenstaende Nieuwjaer, ten advenante van een half Croon [2,80 fr.] ter maend, welke somme by inschryving geheel gevoorderd word’. Zelfde aankondiging in 't Fransch in Gaz. v. Antw. van 23-5-1788.
Ten slotte bevat de Gaz. van Antw. van 9 Januari 1789 volgend bericht: ‘Comme il y a des Personnes mal intentionnés, qui s' amusent à divulguer, que le cabinet Littéraire & Politique de C.M. Spanoghe longue rue neuve à Anvers n'existe plus, le sus- | |
| |
dit a l' honneur d' avertir le Public, que ce même cabinet n' existe pas seulement, mais qu' en outre il est réglé suivant un Plan nouveau & tout à fait amélioré, & voici la liste de ses Feuilles qui y arrivent successivement sans aucune interruption, sçavoir:
- | le Mercure de France tous les semaines |
- | Esprit des journeaux tous les mois |
- | Cabinet des modes deux fois par mois |
- | Annonces des Pays-Bas, Gazette de Cologne, Gazette de Liège, le Courrier de l' Escaut, le Courrier du Bas-Rhin, Gazette de Leide deux fois par semaine |
- | Journal Encyclopédique deux fois par mois |
- | Courrier du Danube, Correspondance littéraire, Esprit des Gazettes une fois par semaine |
- | Gazette Françoise d'Amsterdam, Courrier général de l'Europe, Gazette de Liége trois fois par semaine |
- | Le journal de Paris tous les jours |
- | De Haerlemsche en Rotterdamsche Courant drymael ter week |
- | De Antwerpsche en Gendsche Gazette tweemael ter week |
- | den dagelykschen en algemeynen Europischen Mercurius alle dagen |
- | de Engelsche Gazette drymael ter week |
L' on paye six Couronnes par an, [33,60 fr.] quatre Couronnes par demi-an [22,40 fr.] huit Escalins par mois [4,80 fr.] 3 par semaine, [1,80 fr.] 1 par jour [0,60 fr.] MM. les amateurs peuvent se procurer le nouveau Plan gratis chez le susdit Libraire & s' abonner journellement’.
Wij meenen daaruit te mogen besluiten dat de Leeskamer geen overweldigend succes genoot.
Vermelden wij ten slotte nog, dat Franciscus Michel, patriotsch drukker te Leuven, als uithangbord ‘In het Cabinet Littéraire’ had.
| |
Drukken van Spanoghe, alphabetisch gerangschikt volgens auteur of eerste naamwoord.
Alegiani, J.B.: Kort begryp van het wonderbaer leven van den geluk-zaligen dienaer Gods, Benedictus Josephus Labre |
I, 22 |
(Atlas) Nieuwen atlas der jeugd |
I, 38 |
| |
| |
Boekje over het edict van Jozef II dd. 17 Maart 1783... |
I, 6 |
Catalogus: |
I, 3, 7, 9, 12, 13, 19, 35, 36, 40, 41, 45. |
(Délices) Les délices des Pays-Bas... |
I, 32 |
Description des principaux ouvrages de peinture... |
I, 48 |
Déscription historique et géographique des XVII provinces... |
I, 50 |
Dictionnaire historique... |
I, 34 |
Dini, Josephus: Verzameling der merkweerdigste geschiedenissen... |
I, 4 |
(Gebeden) Dagelyksche gebeden... B.J. Labre... |
I, 30 |
(Gezigten) De zes-en-tagentig wonderbaere gezigten... |
II, 13 |
(Leyds-man) Den leyds-man der vremdelingen... |
I, 49 |
Linguet, Simon N.H.: Redenvoeringe over het opene en bevaeren der Schelde... |
I, 20, 27 |
Lyk-sermoon over het af-sterven van... J.Th.J. Wellens... |
I, 11, 14 II, 8. |
Mercure général et journalier de l' Europe |
I, 46, 47 II, 16. |
(Mercurius) Dagelyksche en algemeyne Europische Mercurius |
I, 43 II, 15. |
Neny Patrick Mac de: Historische... gedenk-stukken... |
I, 21 |
Noot, H.C.N. van der: Gedenk-stuk op de gerechtigheden der Brabanders... |
I, 39 |
(Prent): |
I, 15, 17, 18, 23, 25, 28. |
Prospectus: |
I, 5, 44, 46 |
Regulen, statuten... Broederschap der H. Dreyvuldigheyd... |
I, 24 |
(Schouwburg) Het schouwburg der Nederlanden... |
I, 31 |
(Teekens) Wonderbaere teekens... den 8 April 1788... |
I, 42 |
(Verhandelinge) Aldernouwkeurigste verhandelinge... nieuw (oud) testament |
I, 10, 16 |
(Verlossing) Wonder verlossing en bekeering van Euphemia... |
I, 1 |
Vloers, M.: Cogitata de lacte dulci... Pensées sur le lait doux... |
I, 8 |
(Vredenstractaet) Eyndelinge vredenstractaet... 8 9ber 1785... |
I, 29 |
Wellens, Jac. Thom. Jos.: Generalis collectionis... der algemeyne verzamelinge... |
I, 14 |
Wirook van blydschap... |
I, 2; II, 7 |
(Woordenboek) Historisch woordenboek |
I, 33 |
Zegen-wensch aen... C.F. de Nelis... |
I, 26; II, 14 |
| |
Werken van Spanoghe, ook de aan hem toegeschreven, gerangschikt volgens het eerste naamwoord.
(Adelaer) Den ruyvenden adelaer |
II, 6 |
(Almanach) Boeren almanach |
II, 23 |
(Brief) Den herderlyken brief |
II, 27 |
Chanson |
II, 17 |
| |
| |
(Cither) De nieuwe vreugdig-klinckende cither |
II, 1 |
Decret bevelende weder te geven de pensioenen |
II, 24 |
Droom vanden Hollantschen Nabuchodonosor |
II, 10 |
(Gedrag) Het gedrag van zyne K. en K. Majesteit Josephus den II |
II, 9 |
(Gezigten) De zes-en-tagentig wonderbaere gezigten |
II, 13 |
(Heintiens) De dry Heintiens |
III B |
Inschryvens voorwaerde op... Het verlost Nederland |
II, 21 |
Institution des enfans, L' |
II, 30 |
(Jonas) De zegevierende Jonas |
II, 18 |
Levens-beschryving der Nederlandsche ex-souveryne bloedhonden |
II. 19 |
Lyk-sermoon over J.Th.J. Wellens |
I, 11, 14; II, 8 |
(Melpomine) De Doelsche Melpomine |
II, 5 |
Mercure général et journalier de l' Europe |
I, 46, 47; II, 16 |
(Mercurius) Dagelyksche en algemeyne Europische Mercurius |
I, 43; II, 15 |
(Nederland) Het Nederland te hueren of te koopen |
II, 11 |
(Nederland) Het verlost Nederland |
II, 22 |
(Nieuwsblad) Wekelyks boere nieuws-blad |
II, 29 |
(Nymph) De Dorische Nymph |
II, 4 |
Onderwyzinge der kinderen, De |
II, 30 |
(Provinces) Les sept provinces-unies a louer |
II, 12 |
Rekest der vaerd-capoenen van Brussel |
II, 26 |
(Vasten-avond) De groote vasten-avond van St-Gillis |
II, 31 |
(Verhael) Kort-bondig verhael |
II, 25 |
(Wensch) Den vuerigen wensch van pligtverrigting |
II, 20 |
(Winkel) Den Paepe-winkel |
II, 28 |
Wirook van blydschap |
I, 2; II, 7 |
Wisselkoers |
III A |
Zegen-wensch aen de Nelis |
I, 26; II, 14 |
(Zin) Den letterlyken zin van het boek der zangen |
II, 3 |
(Zwaen) De zingende zwaen |
II, 2 |
| |
| |
| |
Alphabetisch register van de persoonsnamen die voorkomen in de bibliographie van de drukken en de werken, en in de aanvullingen.
Agobarus, H. |
II, 28 |
Albertus-Casimirus van Saksen-Teschen |
II, 21, 22 |
Alegiani, J.B. |
I, 22 |
Archinto, kardinaal |
I, 22 |
Arenberg, Hendrik van |
III, B |
Arents, Amédée |
I, 47; II, 19; III, A |
Argenteau, (d') |
II, 9 |
Arlequin, Gabriel |
III, B |
Aube, François Richer d' |
II, 9 |
|
Baillet, F.J.B. de |
II, 2, 13 |
Balzer, Johann |
I, 21 |
Barbe, Joannes Baptista |
I, 10, 16 |
Barbeyrac, Jean |
II, 9 |
Bassompierre, J.F. vader |
I, 34 |
Benedetti, P. |
II. 13 |
Berbie, Gerardus |
I, 48, 49 |
Bie, Jacobus de |
I, 10 |
Bincken, Hubertus |
II, 13 |
Blommaert, Philippus |
II, 2. 13 |
Bogaert, J. |
I, 43, 47; II, 9 |
Boitet, Reinier |
II, 22 |
Bolle |
II, 24, 27, 29 |
Borluut de Noortdonck |
II, 22 |
Bouttats, Gasper |
II, 13 |
Bouttats, P.B. |
I, 16 |
Boxmeer |
I, 47 |
Branden, F. Jos Van den |
II, 18 |
Broeckaert, Jan |
I, 47 |
Broeckx, Cornelius |
I, 8 |
Broux, de |
III, B |
Bruyn, Abraham de |
I, 10 |
Bus, François du |
I, 21; II, 22 |
Buys, Coleta |
I, 2 |
|
Caesar, Julius |
II, 28 |
Cantelius |
II, 28 |
Cantilllon, de |
I, 34 |
Carpentier |
II, 19 |
Caytan |
II, 28 |
Celis, Gabriel |
II, 3 |
Chapuis |
II, 29 |
Christyn, J.B. de jonge |
I, 34 |
Cogels, Paul |
II, 22 |
Coleta, H. |
I, 17 |
Collaert, Adriaan |
I, 10, 16 |
Collaert, Joannes (II) |
I, 10, 16 |
Coppens, J. |
III, B |
Courtils, des |
II, 19 |
Crajenschot, T. |
III, B |
Cuylen, Alex. Frans |
I, 6, 47; aanv. |
Daniel |
II, 10 |
Defacqz |
II, 19 |
Dejardin |
I, 47; aanv. |
Delen, A.J.J. |
I, 34 |
Deltour, Marie |
II, 3 |
Deroovere de Roosemeersch, L. |
I, 21, 50 |
Devel, P. |
I, 34 |
Diamaer, H.F. |
I, 16 |
Diepenbeeck |
I, 48 |
Diericx, J.F. |
II, 3 |
Dikmuts, Ildefonsus |
II, 23 |
Dilis, Emile |
III, A |
Dini, Josephus |
I, 4 |
Donghen, P.F. van |
III, A |
Dou, Le |
I, 48 |
Drughman |
Aanv. |
Dufour |
III, B |
Durieux |
II, 19 |
Duyse, Prudens van |
II, 3 |
|
Elsken, Jan Jozef Van den |
I, 42; II, 17, 19; III, B |
Eupen, Petrus J. Simons van |
I, 47; II, 22 |
Eynde, (Jan?) Thomas Van den |
III, B |
|
Faille de Waerloos, (J.B.) della |
I, 47 |
Feller. F.-X. de |
I, 34; II, 28; III, B |
Fernand, Charles-Jacques |
I, 47; II, 2 |
Fighé, J.B. |
I, 14, 16, 22; II, 4, 5 |
Flandricus, Justinus |
II, 9 |
Flessche, pater |
II, 24 |
Fontaine, Jean de la |
II, 22 |
Foppens, F. & P. |
I, 34 |
François (de Neufchâteau) |
II, 30 |
Francq, Benedictus Le |
I, 21, 38 |
Frankenberg, Jan Hendrik v. |
II, 28; III, B |
Frans II |
I, 50 |
Fredericks, G. |
II, 18 |
Freidag, G. |
I, 34 |
|
Galle, Corneel (I) |
I, 10, 16 |
Galle, Jan |
I, 10, 16 |
Galle, Philippus |
I, 10, 16 |
Galle, Theodorus |
I, 10, 16 |
Gautier, J. |
I, 50 |
| |
| |
Gérard, P.A.F. |
III, B |
Godin, H.J. |
I, 21, 25, 34, 38; II, 22 |
Goethals, F.-V. |
I, 21; II, 19 |
Goethem, Aug. Jac. van |
II, 1 |
Goltzius, H. |
I, 10 |
Graet, Augustijn |
I, 21 |
Grave, F. De |
II, 3 |
Groot, Hugo de |
II, 9 |
Gundling, N.H. |
II, 9 |
|
Haeck |
II, 21 |
Harrewyn, Frans |
I, 34 |
Harrewyn, Jacob |
I, 34 |
Havre, Gust. van |
II, 19 |
Haye, de La |
II, 21 |
Heemskerck, M. |
I, 10, 16 |
Heintjens |
II, 26 |
Hellin |
I, 49 |
Henderick, Alb. |
I, 46 |
Hese, van |
II, 21, 24, 27, 29 |
Horatius |
II, 22 |
Hornes, Jan Philip de |
I, 47 |
Hulthem, Ch. Van |
I, 21, 50; II, 2, 22 |
|
Jonas |
II, 9-13 |
Jonghe, J.B.Th. de |
II, 19 |
Jorez |
II, 21; aanv. |
Joris IV? |
I, 28 |
Jozef II |
I, 6, 18, 21, 29, 37, 47, 50; II, 6, 9, 17, 20, 28; aanv. |
Juvenalis |
II, 28 |
|
Kalken, Frans van |
II, 19 |
Karel VI |
aanv. |
Karel v. Lotharingen |
I, 34; II, 4 |
Kerssemakers, Jean |
I, 48 |
Keuremenne |
II, 23; III, B |
Keyzer, J. De |
II, 3 |
Kramer |
II, 21 |
|
Labre, Bened. Jos. |
I, 22, 30; II, 13 |
Lafiteau |
II, 28 |
Lannoy, P.J.N. de |
I, 16 |
Lenssens, Carolina |
II, 3 |
Leopold II |
II, 17, 21, 22, 29 |
Leplat |
III, B |
Leyniers, C.J. |
I, 38 |
Ligne, Ch. Jos. de |
I, 23 |
Linguet, Simon N.H. |
I, 20, 27 |
|
Macmahon, Jan |
II, 17 |
Maire, Louis & Philippe Le |
II, 21, 24, 27, 28, 29 |
Mallery, Carol. de |
I, 10, 16 |
Manzoli, Pietro Angelo |
II, 22 |
Marant, Pierre-Jacques |
III, B |
Maria Christina |
II, 21, 22 |
Maria Theresia |
I, 50; II, 5 |
Mazière, J.B. De |
III, B |
Mechelmans, P.J. |
I, 3, 7 |
Meersch, J.A. Vander |
III, B |
Mercy-Argenteau, Florimond de |
II, 24 |
Merlen, Theod. J. van |
I, 10 |
Mertens, Louis |
III, A |
Metie, Adr. |
I, 34 |
Metternich-Winneburg, Frans Joris Karel van |
I, 50 |
Meyere, de |
II, 13 |
Michel, J. |
III, B |
Miraeus |
II, 28 |
Moons, Jacob |
II, 13 |
Mossel, Kaat |
I, 47 |
Muller & Co, Frederik |
II, 19 |
Muret, Marc. Ant. |
II, 30 |
Muyldermans, Jacob |
III, B |
|
Nabuchodonosor |
II, 10, 13 |
Neck, De |
aanv. |
Nelis, Cornelius Frans |
I, 26; II, 14, 23, 25; aanv. |
Nelis, D.-J.-H. |
III, B |
Neny, Patrick Mac de |
I, 21 |
Neron, René |
III, A |
Neufchâteau, Nic. L. François de |
II, 30 |
Nieuhovius, Joannes |
II, 28 |
Nolte, Wwe |
I, 3, 9, 13, 19 |
Noot, H.C.N. Van der |
I, 39, 47; II, 19, 20, 26; III, B |
|
Ohearn |
III, B |
Olthoff, J. |
I, 47 |
Oranje, (Willem V) |
I, 47 |
Ottens, Frederik |
II, 22 |
|
Paire, De |
III, B |
Palingenius, Mercellus |
II, 22 |
Panvinus, On. |
II, 28 |
Parys, P.J. |
II, 4, 5, 13 |
Petit, Catherine |
II, 19 |
Philips, Jan Caspar |
II, 22 |
Pineau, Jacobus |
II, 19 |
Pineau (Pinaut) Joanna |
I, 47; II, 19, 20, 26 |
Pinxen, P. van |
II, 13 |
Pius VI |
I, 4 |
Poot, H.K. |
II, 22 |
| |
| |
Potter, Frans de |
I, 47 |
Prims, Floris |
I, 47; II, 19; III, A |
Pufendorf, Sam. |
II, 9 |
Pynacker, G. |
I, 34 |
|
Recht-uyt, Sincerus |
I, 42; III, B |
Regtuyt, Fidelis |
II, 19; III, B |
Reuss, P. |
I, 34 |
Ripa, Cesare |
II, 22 |
Robineau, A.L.B. |
II, 19 |
Rollin |
II, 28 |
Rousseau, J.B. |
II, 22 |
Roveroy, Joan. G.J. de |
II, 6 |
Roy, Jac Le |
I, 34 |
Ruysser, de |
I, 9 |
Rymenans |
II, 22 |
|
Samen |
III, B |
Sanden, Jacq. Vander |
aanv. |
Sauvage, Henri-Michel |
III, B |
Schevensteen, A.F.C. van |
I, 8 |
Schueren, J. Fr. Van der |
II, 1, 17, 30 |
Sengre, H. le |
I, 34 |
Sentelet |
III, B |
Serreyns, A.B. |
I, 3 |
Serrure, C.P. |
II, 2, 13 |
Setter, P.J. van |
I, 43, 47 |
Smekens, G. |
I, 9, 13, 19, 35 |
Soest, Jan Hendr. van |
I, 47 |
Somers, Wwe Servaas |
II, 3 |
Spanoghe, J.H. |
I, 2 |
Spanoghe, Joannes Raym.-Ant. |
II, 19 |
Spillebaut, Ph. |
III, B |
Staes, J. |
I, 47 |
Stalpaert, Ludov. Carol. |
II, 22 |
Stöger |
III, B |
Stradanus, Johan. |
I, 10, 16 |
Straelen, J.B. Van der |
I, 47 |
Straeten, Edm. Vander |
I, 1 |
Strens, A.J. |
aanv. |
Strube de Piermont, David G. |
II, 9 |
Stroobant, M.A. |
I, 2 |
|
Tacitus |
II, 28 |
Tavernier, A. de |
II, 22 |
Tetrode, F. van |
III, B |
Torfs, Lod. |
I, 47; II, 19; III, A |
Trauttsmansdorff-Weinsberg, Ferd. v. |
I, 50; aanv. |
|
Vanderhaeghen, Ferd. |
II, 1, 2, 3, 24, 28, 29 |
Velde, Van de |
II, 22 |
Velle, Jos. |
III A |
Verachter, Frederik |
II, 13 |
Verbeek (van Beken) Ant. |
III A |
Vercoullie, J. |
I, 47, 50; II, 2, 17, 31; III B |
Vermeynen |
I, 9 |
Vervliet, J.B. |
I, 47; II, 19 |
Vloers, M. |
I, 8 |
Voltaire |
II, 22 |
Vos, M. de |
I, 10, 16 |
|
Waerzegger, Deodatus |
II, 19 |
Wallis, prins van (de latere Joris IV?) |
I, 28 |
Walwein |
II, 21 |
Warzée, A. |
I, 47; II, 19 |
Wellens, J.Th.J. |
I, 6, 11, 14 15, 47; II, 8 |
Wellens, Theodoor |
I, 14 |
Wicheringe, B. |
I, 34 |
Willem V van Oranje |
I, 47 |
Willems, Jan Fr. |
I, 21; II, 2, 13, 22 |
Wisbecque |
II, 9 |
Wouters, J. |
III B |
|
|