De Gulden Passer. Jaargang 22
(1944)– [tijdschrift] Gulden Passer, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 5]
| |||||||||||||||||
Miscellanea typographica belgicaGa naar voetnoot(*)
| |||||||||||||||||
1. - ‘Le Resveil de l'Ame’ in het Spaansch vertaald (1617).Tot het publiceeren van een Spaansche vertaling van het hierboven vermeld godsdienstig boekje werd door het Hof te Brussel, op 27 November 1617, toelating gegeven aan Adrian Reston. Deze had de vertaling ondernomen ‘pour satisffaire à l'importunité et dévotion de quelques uns’. Het oorspronkelijk werk werd opgesteld door de Paters Miniemen te Antwerpen en droeg als volledigen titel: ‘Le Resveil de l'Ame ou Mémorial pour proufycter en la vertu et se conserver en grâce’. | |||||||||||||||||
2. - Het plakkaat tot het bewaren der zeeduinen (2 Mei 1613) vertaald in 1623.Het dossier dit Spaansch plakkaat betreffend, bevat nog naast het hieronder afgedrukte smeekschrift, een oorspronkelijk stuk in het SpaanschGa naar voetnoot(2), het officieel Vlaamsch plakkaatGa naar voetnoot(3) en de handschriftelijke vertaling ervan. Het smeekschrift leert ons den naam van den uitgever, die ook de vertaling deed bewerken, en de reden die deze wenschelijk maakte. Wie echter de drukker en de vertaler waren, blijft onbekend.
Hier volgt de aanvraag met, op de gewone wijze, onderaan de gewenschte toelating: Sur la remonstrance faite au Roy en son Conseil Privé de la part de Marc Cassetta fermier des garennes et parcs a conins (correctie: laprins) entre Ostende et | |||||||||||||||||
[pagina 6]
| |||||||||||||||||
Blanquenberg, et pour faire mieux observer le Placcart dressé sur le fait desdictes garennes, et publié au nom des Ser.mes Archiducqz en l'an 1613 auroit trouvé convenir le faire traduire en langue Espanole, afin que les garnisons de la alentour qui sont pour la pluspart Espanols, n'ayent occasion d'en pretendre cause d'ignorance, suppliant atant qu'il pleust a Sa Majesté lui permettre de la faire imprimer. Sadicte Mate... luy a permis... qu'il puist et pourra faire imprimer la susd. traduction... par tel imprimeur juré qu'il voudra a ce choisir. Fait audit Conseil privé tenu a Bruxelles le 10 du mois de Novembre 1623.Ga naar voetnoot(4) | |||||||||||||||||
II. - De Antwerpenaar Henry Usselinx, boekdrukker te Dowaai (1620)Sedert omstreeks 1592 was Henry Usselinx te Dowaai als boekverkooper gevestigd, maar hij maakte niet veel vooruitgang in zijn zaken. Acht-en-twintig jaar later besloot hij zijn geluk als drukker te beproeven en richtte daartoe het volgend request aan het Hof:
Aux Archiducqz,
Remonstre en deue révérence Henry Usselinx natif de votre ville d'Anvers et libraire juré demourant en votre ville et Université de Douay passez vingt huict ans; que comme jusques a présent il trouve qu'il n'at faict guere de prouffict par la vente des livres, par faulte qu'il n'avoit pas d' Imprimerie chez soy, et désire présentement pour sa plus grande commodité ériger une imprimerie...
In margine staat geschreven: ‘Advis du Recteur de l'Université de Douay, lequel auparavant le rendre fera les débvoirs ordonnez par le placcart sur ce publié. Fait à Brusselle 10 de Juin 1619. Ma. vt. Le Comte’. Nadat een gunstig advies van ‘Gaspar Nemius S.Th. Doctor Almae Universitatis Duacensis pro tempore Rector’ werd ontvangen, verkreeg de nieuwe drukker zijn ‘lettres patentes, le 29 de febvrier 1620’. De naam van Henry Usselinx wordt niet vermeld door P. BergmansGa naar voetnoot(5) noch door F. Van OrtroyGa naar voetnoot(6). Omtrent het einde der XVIIe eeuw (7 Oct. 1698), verkreeg een Jan Usselincx een octrooi ‘om binnen Brussele oock te moeghen houden boeck-binders & boeck-vercoopers winckel’Ga naar voetnoot(7). | |||||||||||||||||
[pagina 7]
| |||||||||||||||||
III. - De boekhandel te Aalst in de XVIIe eeuwAalst, dat in 1473 de eer genoot de allereerste voortbrengselen van de drukpers in de Nederlanden te zien ontstaan, wordt, na het vertrek van Dirk Martens in 1493, nog nauwelijks genoemd in de geschiedenis van de drukkunst. De volgende bescheiden geven voor het eerst enkele inlichtingen over de boekverkoopers te Aalst, in het eerste kwart van de XVIIe eeuw. Van een drukker was er toen nog geen sprake, dat zal pas een eeuw later geschiedenGa naar voetnoot(8). | |||||||||||||||||
1. - Jan Van Meerbeeck, boekverkooper (2 Juni 1620).Jan Van Meerbeeck begon het drukkersvak te leeren te Antwerpen bij Hieronymus Verdussen, den stamvader van dit drukkersgeslacht. Omtrent Februari 1620, kwam hij te Aalst aan en verhuurde zich voor een half jaar als leerjongen bij den boekverkooper Joos Vander Straeten.Ga naar voetnoot(9) Doch pas waren twee maanden verloopen of hij werd het juk moe en wilde zijn eigen baas spelen. Zijn meester in den brand latend, vertrok hij naar Brussel en richtte er het volgend smeekschrift tot het hof, waarin hij zijn verbintenis met Vander Straeten doodzwijgt:
Aan hunne Hoogheden
Vertoont in alder eerbiedinge Ian Van Meerbeeck inwoonder der stede van Aelst hoe dat hij na sijne studien hem heeft begeven om te leeren de neiringe ende handel van boecken te drucken ende vercoopen tot Antwerpen bij Hieronymus Verdussen gesworen drucker ende boeck-vercooper, gelijcket blijckt bij de attestatie hier mede gaende. Ende alsoo hij nu selve soude willen winckel houden ende boecken vercoopen ende metter tijdt drucken...
Dit gebeurde in begin van Mei zooals blijkt uit een aanteekening in den rand van de aanvraag:
Advis tant de l'Archevesque de Malines que de ceux du magistrat de la ville d'Alost. Fait à Bruxelle le 7 de may 1620. Ma. vt.
Toen de meester op de hoogte werd gebracht van deze stappen, teekende hij verzet aan tegen de benoeming van zijn leerjongen, wijl hij ‘zijne huer niet en heeft volbrocht noch betaelt volgende de accorde tsamen ghemaect’ (18 Mei). Doch het diende tot niets. Aangezien de vereischte adviezen (Aalst, 23 Mei en Affligem 26 Mei 1620) gunstig waren, werd het octrooi toegestaan op 2 Juni 1620Ga naar voetnoot(10). Twintig dagen later stuurde de meester een tweede terugvordering; ook deze liep op niets uit. | |||||||||||||||||
[pagina 8]
| |||||||||||||||||
Een Jan Van Meerbeecq was in 1627 te Antwerpen werkzaam als boekhandelaarGa naar voetnoot(11); mogelijk is dit de vroegere leerjongen der Verdussen's, wien de Fortuin te Aalst wellicht niet gunstig was geweest en wien het stille en levenloos stadje vervelend toescheen, na zijn verblijf in de grootstad, de Koningin der Schelde, die toen haar luister de wereld door verspreidde. | |||||||||||||||||
2. - Aanvraag tot het boekverkoopen afgewezen (1623).Zekere Joachim Vanden Bleecke, overigens een onbekende, had zich tot den Geheimen Raad gericht om zijn aanstelling als boekverkooper te Aalst te verkrijgen. Volgens de toen heerschende gewoonte, verzocht de Raad bisschop en magistraat om inlichtingen over den aanvrager en advies over zijn smeekschrift. Beide antwoorden waren ongunstig. Kortweg verzochten op 12 November 1622, burgemeester en schepenen van Aalst de aanvraag af te wijzen, wijl de man noch het drukken noch het binden der boeken had geleerd. Overigens, er waren toen reeds twee gezworen boekverkoopers in de stadGa naar voetnoot(12). Het eigenhandig advies van den aartsbisschop Jacobus Boonen (Aalst behoorde toen tot het bisdom Mechelen) scheept den kandidaat af ‘parce que peu entendu et courrant de place en place, a raison de quoy l'on craind qu'il pourroit estre facilement deceu et es lieux ou il seroit incogneu aussy tromper les gens. D'ailleurs... il y a desia deux libraires de sorte que cestuycy, n'y est d'aucun besoing... (15 Déc. 1622). Diensvolgens werd de aanvraag afgewezen op 6n Februari 1623. | |||||||||||||||||
IV. - Zeldzame gentsche almanakken1. - Lieven van Thuynen's Almanak (Gent, Gaultier Manilius, 1612-1620).In verband met dezen almanak, door F. Vander Haeghen niet beschrevenGa naar voetnoot(13) en waarvan de Gentsche Bibliotheek geen exemplaar bezit, bleef het volgend smeekschrift, met het daarop geschreven privilegie om te drukken, bewaard:
Aende Eertshertoghen
Supplierende verthooght met alder oodtmoet Gaultier Manilius gheswoorne bouckdrucker der Stede van Ghendt hoe dat hij met voorgaende Octroye van uwe Ser.me Hoocheden zes continuelle jaeren ghedruckt heeft den Almmanack ende prognosticatie ghecalculeert opden meridiaen der voorschrevene Stadt van Ghendt ghemaeckt bij meester Lieven van Thuynen Mathematicus ende ghesworen Geometrist der zelver Stede tot Gherieve ende sonder cost vande ghemeene insetenen des Graeffschappe van Vlaenderen, ende alzoo den suppliant van intentie is daerinne te continueren voor het toecommende jaer...
Het privilegie werd, op de aanvraag, in apostille geschreven:
Lettres d'octroy pour imprimer l'almanach et prononstication (sic) cy joincte pour l'année suyvante de 1618. Fait à Bruxelles ce 14 d' aoust 1617. Ma vt. | |||||||||||||||||
[pagina 9]
| |||||||||||||||||
Voor het jaar 1619 is het octrooi gedagteekend 27 Augustus 1618; voor 1620, 13 Aug. 1619 en geteekend F. de Groote. Dit bewijst voor dezen almanach minstens een negenjarig bestaan. De almanak werd goedgekeurd door ‘Willem Arents, chanoine et pénitencier de Saint Bavon’ (in 1618, teekent hij ‘chanoine et archidiacre’). Het werkje bevatte tevens, volgens de approbatie, ‘de historie vande geschiedenissen midts den cours ende loop vande goude ende zilvere munten’.Ga naar voetnoot(14) | |||||||||||||||||
2. - Pieter vander Meeren's Almanak (Gent, Jan van den Steenen, 1619-23; Joos Dooms, 1624-1631). Het geding tusschen deze drukkers.Almanakken, catechismussen en schoolboeken waren voor de drukkers van het oud regiem een trilogie waaruit gedurig oneenigheden ontstonden. Over een geschil, door de almanakken veroorzaakt, werd in dit tijdschrift reeds een fraaie en breedvoerige uiteenzetting gegevenGa naar voetnoot(15). Wat hierna volgt is een minder ingewikkelde zaak, nl. het sluiten van een auteurscontract bij concurreerende drukkers. Nu is dergelijk conflict 'n alledaagsch feitje, doch vroeger kon het alleen door officieele tusschenkomst opgelost worden. Jan van den SteeneGa naar voetnoot(16), uit een bekend drukkersgeslacht, had een contract geteekend met ‘Meester Pieter vander Meere franchoysche scholmeestere hem voorts employerende met het doceren van Cijferboeck te houden, landmeten, zonnewyseren te trecken ende andere vrye consten in mathematica binnen derzelver stede’ voor het drukken, vijf jaar lang, van ‘eenen Almanach ende pronosticatie’. Het akkoord liep over de jaren 1619-1623, voor dewelke men een privilegie verkreeg, op 7 December 1618. Ondertusschen had Joos Dooms, een leerjongen van Jan van den Steene, zijn aanstelling verkregen tot drukker te GentGa naar voetnoot(17). Tot groot spijt van zijn vroegeren meester, gelukte hij er in een nieuw akkoord met vander Meeren voor de volgende jaren te sluiten, in dezer voege: | |||||||||||||||||
[pagina 10]
| |||||||||||||||||
Hedent desen derden Ougste XVIe tweeentwintich so sijn wij onderschreven Ioos Dooms ende Pr. vander Meeren veraccordeert te weten dat den voorn. Dooms sal drucken t'sijnen proffijte acht jaeren gheduerende, de copie ofte almanach vanden voorn. vander Meeren, danof den eersten sal wesen van t' jaer XVIe vierentwintig... tot ende met tjaer XVIe eenendertich als wesende t' leste jaer van desen pacht, ende dit voor de somme van seven ponden grootenGa naar voetnoot(18) tjaers de voorn. acht jaeren ghedurende ende twelf vergulden exemplairen elc jaer...Ga naar voetnoot(19)
Met dit akkoord in handen, begaf J. Dooms zich naar Brussel om toelating te vragen voor het drukken van den almanach gedurende de jaren 1624-1631. Hij maakte meteen bekend dat ook van den Steene, die beweerde daartoe een algemeen privilegie te bezitten, van plan was denzelfden almanach op de markt te brengen. Deze verklaring was een misslag. Nu kon het nieuw octrooi niet vergund worden, vooraleer men van den Steene aanhoord had en de reden kende van zijn oppositie. Dooms mocht over acht dagen terug komen. Het geschil duurde echter bijna een jaar lang, daar de opponent weigerde te verschijnen en door zijn inertie den vooruitgang van de zaak belemmerde. Dooms werd dan verplicht de gewone rechtsmiddelen te gebruiken, tot hij eindelijk, in Oogst 1624, het octrooi in zijn bezit kreeg. Het dossier bevat alzoo niet minder dan twaalf akten, die we hier kortheidshalve eenvoudig vermelden.
| |||||||||||||||||
[pagina *7]
| |||||||||||||||||
K.B. Hs. 9015, fol. 1 ro. De H. Augustinus exposeert zijn leerstellingen.
| |||||||||||||||||
[pagina *8]
| |||||||||||||||||
K.B. Hs. 9015, fol. 96 vo. Mithridates laat de Romeinen mishandelen.
| |||||||||||||||||
[pagina *9]
| |||||||||||||||||
K.B. Hs. 9015, fol 177 ro. De rechtvaardigheid.
| |||||||||||||||||
[pagina *10]
| |||||||||||||||||
K.B. Hs. 9015, fol. 388 ro. Het monotheïsme.
| |||||||||||||||||
[pagina *11]
| |||||||||||||||||
K.B. Hs. 9016, fol. 1 ro. Karel V ontvangt de vertaling van Raoul de Presles.
| |||||||||||||||||
[pagina *12]
| |||||||||||||||||
K.B. Hs. 9016, fol. 82 vo. Adam en Eva, samen met hun nakomelingschap, verlaten de Hel om Christus te volgen.
| |||||||||||||||||
[pagina *13]
| |||||||||||||||||
K.B. Hs. 9016, fol. 163 ro. Het offer van Abraham.
|
|