De Gulden Passer. Jaargang 21
(1943)– [tijdschrift] Gulden Passer, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 103]
| |||||||||||||
De Gentsche en Brusselsche boekdrukker Petrus-Franciscus de Goesin-Verhaeghe (1753-1831)
| |||||||||||||
De Studiejaren.Petrus Franciscus de Goesin, de derde Gentsche drukker van dien naam, werd geboren te Gent op 12 Januari 1753. Na zijn Latijnsche klassen, vertrok hij naar Leuven om er de lessen te volgen in de Faculteit der Kunsten (Wijsbegeerte). Uit het onderzoek dat wij in de registers der promotiën instelden, blijkt dat hij in zijn examens niet slaagde. Naar huis teruggekeerd, mocht hij de cursussen bijwonen der Gentsche Academie voor schilderkunst en vond daar zijn ware roeping. Op 24 Mei 1774, behaalde hij in die school den eersten prijs in het teekenen naar | |||||||||||||
[pagina 104]
| |||||||||||||
levend model. Door dit succes bedwelmd en aangemoedigd door den beeldhouwer Van Poucke smeekte hij zijn ouders om zijn kunstvolle gevoelens in Italië verder te mogen ontwikkelen. Die reis werd hem toegestaan en duurde niet min dan vijf of zes jaar. In het smeekschrift dat zijn vader later voor hem zal richten aan den Keizer tot het verkrijgen van een drukkersoctrooi, leeren wij meteen dat de jonge reiziger toen ook Frankrijk en Duitschland bezocht, en zich bekwaamde in de Fransche, de Italiaansche en de Duitsche taal, alsook in de drukkunst, den boekhandel en de schilderkunst. Met deze laatste behaalde hij echter niet veel succes. Na zijn terugkeer in het vaderland bleek aldra, dat hij slechts een middelmatig talent bezatGa naar voetnoot(2). Er bleef dan ook alleen voor hem over zijn voorvaderen in hun drukkersambt op te volgen. Op zijn vaders aanvraag werd het octrooi hem daartoe verleend op 3 November 1784. Later verkreeg hj nog de Commissie om de keizerlijke Edicten en Ordonnantiën te drukken, mits betaling van f. 2500 (29 Meert 1786). Door dit ambt werd hij ipso facto drukker van Zijne Majesteit voor Vlaanderen. Een jaar daarop treffen wij hem te Brussel aan, ‘op den Borgval’Ga naar voetnoot(3). | |||||||||||||
Het Verblijf te Brussel.Eigenaardig is die verhuizing in een tijd, dat de drukkerij in de hoofdstad - zoowel als elders hier te lande - in een ellendigen toestand verkeerde. Bevreemdend is bovendien dat de | |||||||||||||
[pagina 105]
| |||||||||||||
Bibliographie gantoise onzen de Goesin tegelijkertijd vermeld als drukker te Gent, èn op eigen naam èn als vennoot zijner moeder, die pas weduwe was geworden. Moet men het vertrek toeschrijven aan zijn treklust, ‘le désir de voir et l'humeur inquiète’, de herinnering aan zijn vroegere reizen, die hem het stille milieu van een provinciale stad deed ontvluchten? Wou hij, door vaders dood nu onafhankelijk geworden, van zijn volle vrijheid genieten? Of verwachtte hij te Brussel aan zijn zaken grootere uitbreiding te zullen kunnen geven, voornamelijk, - zooals hieronder aangetoond wordt, - door het uitgeven der Vlaamsche keizerlijke edicten? Zeker is het dat de nieuwe onderneming mislukte. Slechts tien Vlaamsche plakkaten met het adres van Brussel - boeken aldaar gedrukt worden nergens vermeld - konden wij terugvinden, en wij gelooven niet dat er ons onbekend zijn gebleven. Het geringe aantal van deze officieele drukken zou men als volgt kunnen verklaren. Wanneer de Gentsche drukker van zijne Majesteit naar de hoofdstad vertrok, dacht hij waarschijnlijk voortaan de plakkaten, - ten minste de Vlaamsche - te zullen mogen drukken, in tweeërlei vorm: zonder en met de Vlaandersche goedkeuring. Zijn eerste te Brussel gedrukte ‘Declaratie van den Keyser’, gedagteekend 30 April 1787, liet hij verschijnen zonder het onderschrift ‘van den Raede in Vlaenderen’ af te wachten. Te Brussel woonde echter reeds een andere officieele drukker; aan hem alleen kwam het recht toe, aldaar de Fransche en Vlaamsche edicten uit te geven in forma prima, m.a.w. ‘By ordonantie van den Keyser’. Die drukker, Pauwels, gevestigd ‘op de Groote Merkt’, wou natuurlijk zijn recht niet afstaan en liet dit aan zijn nieuwen confrater weten. Vandaar dat de nieuwe de Goesin-drukken, verschenen tusschen 19 en 29 Mei 1787, alle de goedkeuring dragen van den Raad van Vlaanderen. Daarop volgden dan wederom twee stukken, - met een gelijkaardige formuleering als deze van het eerste - en dat schijnen meteen ook de laatste te zijn geweest. Van dit oogenblik af werden zoowel de plakkaten als de boeken te Gent gedrukt. Wat er precies gebeurde, weten wij niet. Waarschijnlijk werd den Gentenaar verbod opgelegd te Brussel nog eenig drukwerk ter perse te leggen. Niettemin bleef de Goesin er wonen tot de | |||||||||||||
[pagina 106]
| |||||||||||||
Brabantsche Omwenteling hem in 1789 verplichtte uit de stad te vluchtenGa naar voetnoot(4).
Ziehier de lijst van zijn Brusselsche drukken:Ga naar voetnoot(5)
| |||||||||||||
[pagina 107]
| |||||||||||||
| |||||||||||||
De Goesin's Werkzaamheden te Gent.In zijn geboortestad teruggekeerd, in gezelschap van Maria-Louisa Verhaeghe, met wie hij kort te voren in het huwelijk was getreden, door de jaren en wellicht de tegenslagen tot bedaren gebracht, wijdde hij zich voortaan, veertig jaar lang, geheel aan zijn vermaarde drukkerij en tevens aan de artistieke belangen zijner stad. Te dien tijde interesseerden de drukkers zich ook voor het catalogiseeren der boekerijen. In dit vak werd de Goesin weldra een der geleerdsten in ons land, een waardige tegenhanger van den beroemden drukker-bibliograaf Ermens te Brussel. Zoo stelde hij menigen catalogus op van boeken, schilderijen en munten, waaronder die van G.J. Rooman, in-8o, 1791 (Vanderhaeghen 6901), van Dubois de Schoondorp, 4 deelen, in-8o, 1804-1810 (V.d.H. 6979),Ga naar voetnoot(6) van Ghesquière (V.d.H. 7045) en van J.F. Van de Velde, 2 deelen in-8o, 1831 (V.d.H. 7270), oud president der Leuvensche Universiteit, die de rijkste collectie van theologische boeken bezat, die ooit in België verkocht werd, en waarin niet minder dan 450 incunabelen en manuscripten van eersten rang voorkwamen. Deze laatste catalogus werd opgesteld in samenwerking met Ch. Van Hulthem, met wien de Goesin | |||||||||||||
[pagina 108]
| |||||||||||||
bevriend wasGa naar voetnoot(7), en de Laval, adjunct-bibliothecaris te GentGa naar voetnoot(8). Was Peter de Goesin een minder begaafd kunstschilder, hij bleef toch zijn leven lang ijverig kunstminnaar en amateurschilder. Zijn doeken werden ten toon gesteld in het jaar 1792Ga naar voetnoot(9). In 1803 vervaardigde hij een copie van De Crayer's Diogenes en Alexander, schilderij dat toen uit het Gentsche Museum weggenomen en keizerin Josephina ten geschenke aangeboden werdGa naar voetnoot(10). Dit onbaatzuchtige gebaar schildert goed den dienstvaardigen man af, die zijn medeburgers in hun kunstgenot meermalen zou bijstaan. Met dezelfde bedoeling liet hij ook de navolgende boeken verschijnen:
| |||||||||||||
[pagina 109]
| |||||||||||||
Petrus Franciscus de Goesin werd vereerd met den titel van Universiteitsdrukker. Hij drukte niet alleen in het Latijn en in de gewone talen, doch ook in het Italiaansch (V.d.H. 11586) en in het Engelsch (V.d.H. 7026, 7080). Hij was oud-leeraar der Academie van teekenkunde en der Midden-School (Ecole Centrale). In 1819 was hij een der directeurs der Kon. Maatschappij (niet Instituut, zooals Ad. Siret meent) der Schoone Kunsten en Letterkunde (V.d.H. 7130); in 1802, conservator van het Museum van het Departement der Schelde. De Goesin liet geen nalatenschap achter. Zijn drukkersmaterieel werd door de weduwe openbaar verkocht op 18 Nov. 1832 (V.d.H. 7280), zijn boekenfonds in 1833 (V.d.H. 9709), en in 1837 zijn rijke bibliotheek (V.d.H. 9230). | |||||||||||||
De Goesin's Boekerij.De veilingscatalogus dezer boekerij werd onder volgenden titel uitgegeven: Catalogue d'une belle collection de livres en tous genres, délaissés par feu monsieur P.-F. De Goesin-Verhaeghe, peintre-amateur, ancien professeur..., imprimeur-libraire... dont la vente se fera le 13 Mars 1837 et jours suivants,... au domicile de Mme veuve De Goesin-Verhaeghe, rue Hauteporte, no 37 à Gand,... sous la direction de J. Poelman. Gand, J. Poelman. Prix 50 centimes. | |||||||||||||
[pagina 110]
| |||||||||||||
handelaars van de groote Belgische steden, te Parijs bij Techener en bij Crozet, te Londen bij Th. Rood, te Rijsel bij Castiau. Nederland heeft geen vertegenwoordigerGa naar voetnoot(12). Deze boekerij, waarin werken van allen aard voorkomen, ook zelfs theologische, juridische en medische, muntte echter uit door een rijke verzameling van geillustreerde uitgaven en studies met platen over de schoone kunsten (nrs 332-652). Men vindt er ook een groote collectie catalogussen van schilderijen en antiquiteiten (nrs 653-738) en natuurlijk ook van boeken (nrs 1412-1515), waaronder die door de Goesin zelf opgesteld (nrs 1424-42). Ze bezat eveneens enkele handschriften één Nederlandschen inkunabel en 3 postinkunabelen. De totale opbrengst der veiling bedroeg 4466,35 fr. De meeste nummers werden voor enkele franks verkocht, ja zelfs voor een halven, de minimum-inzet. Vijf en veertig koopen stegen tot 15 fr. en hooger, en vertegenwoordigden een totaal bedrag van 1401,50 fr. Terwijl de overblijvende loten, 1557 in getal, 3064,85 fr. opbrachten, is de gemiddelde prijs dezer nummers ongeveer 2 fr. De hoogste prijs werd bereikt door nr 731, C.P. Landon, Vie et oeuvres des peintres les plus célèbres. Paris 1803-1817, 25 vol. in-4o, avec fig. au trait par Normand, pap. ordin., cart. non rogné. (275 fr. aan Van Kansselaere)Ga naar voetnoot(13). De tweede hoogste prijs kwam toe aan nr 634, Projets d'architecture... qui ont mérité les grands prix, accordés par l'Académie,... gravés en publiés par Allais Detournelle et Vandoger. Paris 1806. Grand in-fol., pap. ord. en feuilles (Aan Poelman, voor 74 fr.). Het grootste getal echter der 43 andere werken van deze categorie werden aan den man gebracht voor circa 20 fr. Behalve Poelman, den vervuller der opdrachten, en de familie de Goesin, waren op den verkoop tegenwoordig een vijftigtal bibliophielen en boekhandelaars, onder dewelke, de hierna genoemden bijna alles opkochten: Burio; Ridder J. Camberlijn | |||||||||||||
[pagina 111]
| |||||||||||||
(Catalogue 16 fevr. 1882, Bruxelles, Olivier): Castiau, boekhandelaar te Rijsel; Jan David, hoogleeraar te Leuven (Catalogue 1866, Louvain, Peeters); Jan De Meyer, bibliophiel en penningkundige (Catalogue 2 nov. 1869, Gand, C. Vyt): Emmanuel Elias d'Uddeghem, leeraar aan het Seminarie te Gent; Jan Gilliet, antiquaar te Gent (Catalogue 5 nov. 1849, Gand; bij V.d.H. V, 8537); Peeter J. Goetghebuer, bouwmeester; Minne, advokaat te Nevele (Catalogue 12 mai 1841, Gand; bij V.d.H. IV. 5818); Missiaen, aankooper van catalogussen; Constant Philip Serrure, hoogleeraar te Gent (Catalogue 19 nov. 1872, 23 oct. 1873, Brux., Olivier); G. Somerset-Irvine, leeraar aan het Athenaeum te Gent (bij V.d.H. V, 2775-76); Stappaert; Edw. Ter Bruggen, wiens rijke prentenverzameling door het stadsbestuur van Antwerpen in 1875 werd aangekocht en nu in het Stedelijk Prentencabinet berust; Leopold Van Alstein, hoogleeraar te Gent (Catalogue 26 mai 1863, Gand. C. Annoot); Louis Vercruysse, bibliophiel te Kortrijk (Catalogue 6 fevr., 24 avr. 1865. Brux. Heussner). Eindelijk - hier past voortreffelijk het last but not least - een woord uitleg over de handschriften en de inkunabelen. De handschriften werden hier en daar in den catalogus ingelascht en volgens de gewoonte van dien tijd zeer oppervlakkig beschreven (moderne handschriften worden door ons niet opgegeven): 9 Modus vestitutionis et professionis in ordine Annuntiatorum. mss. sur vel. in-4. vél. (0.50; z. naam). | |||||||||||||
[pagina 112]
| |||||||||||||
Nederlandsche inkunabel en postinkunabelen: 14 Een devoet Boecxke, ghemaect by br. Dierick van Munster, minrebroed., sprekende en leerende vander minne Ihesu en Marien. Antw., van Liesveldt, 1499. in-8o (1 f. 50 met nr 13; Gilliet?). |
|