De Gulden Passer. Jaargang 18
(1940)– [tijdschrift] Gulden Passer, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 177]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
P.P. Rubens als boekillustrator.In dit Rubens-jaar 1940 liet de uitgeverij ‘De Sikkel’ te Antwerpen een ‘Inventaris der Rubeniaansche Prentkunst’ verschijnen, van de hand van FRANK VAN DEN WYNGAERT, adjunkt-conservator van het Stedelijk Prentenkabinet te Antwerpen.Ga naar voetnoot(1). Deze Inventaris is een fragment van een meer-omvattend werk ‘De Plaetsnyders in de School van Pieter Pauwel Rubens’, ‘opgevat in den zin van Henri Hymans' Histoire de la gravure dans l'école de Rubens (Brussel 1879)) en Alfred Rosenberg's Der Kupferstich in der Schule und unter dem Einflusse des Rubens (Weenen 1888), doch herzien of vervolledigd met bevindingen en elementen, waarmede thans, dank zij ruim een halve eeuw verder gevorderde studie van het OEuvre van den Meester, dit onderwerp kan worden verrijkt’ (p. 5). Wegens de ongunstige tijdsomstandigheden moest van de publicatie van deze studie worden afgezien, en kon alleen het aangewende werkmateriaal - de onderhavige ‘Inventaris’ - ter perse gelegd worden. Vooraf schetst de auteur in een ‘Inleiding tot de Rubeniaansche Prentkunst’ (p. 6-24) in groote lijnen de evolutie van de graveerkunst in de XVIIe eeuw, geeft een karakteriseering der Rubeniaansche graphiek, bepaalt het aantal der verschillende graveurs die meewerkten aan het tot stand brengen van dit indrukwekkend oeuvre en deelt tal van bijzonderheden mede over de werkwijze van schilder, plaatsnijder en uitgever. De wijze waarop de ‘Inventaris’ is opgevat, wordt door den schrijver zelf als volgt toegelicht: ‘Met dezen Inventaris wordt beoogd een zoo volledig mogelijk beeld op te hangen van de genesis der prenten, verwezenlijkt naar komposities van den Meester, zoowel vóór als nà als tijdens 't bloeitijdvak der eigenlijke grafische Rubens-school. M.a.w. van àl de gravures (enkele nietswaardige, volstrekt anonieme, kopieën uitgezonderd), | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 178]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
welke in den loop der gansche XVIIe eeuw, zoowel binnen als buiten de toenmalige staatsgrenzen, naar allerhande Rubeniaansche voorbeelden werden op koper of hout gesneden of geëtst. Uit dien hoofde werden bedoelde prenten in verband gebracht met schilderijen, schetsen, teekeningen, met pen of penseel bijgewerkte proefdrukken, koperplaten, enz., in zooverre deze dokumenten ons natuurlijk bekend geworden zijn of nog bestaan.’ (p. 25). De behandelde prenten, doorloopend genummerd (van 1 tot 779), zijn gegroepeerd volgens de graveurs (100 in getal), en deze zijn alphabetisch gerangschikt. Voor elke prent worden de noodige bibliographische verwijzingen opgegeven; verwezen wordt in de eerste plaats naar de standaardwerken: C.G. Voorhelm Schneevoogt: Catalogue des Estampes gravées d'après Rubens (1873), Eugène Dutuit: Manuel de l'Amateur d'estampes (1885) en Max Rooses: L'oeuvre de Rubens (1886-1892). Wij wenschen even de aandacht te vestigen op enkele punten, die meer in het bijzonder de bibliophielen belang kunnen inboezemen. Rubens had (blz. 10 sqq.) een eigen atelier voor graveurs opgericht, waar door hem bezoldigde plaatsnijders werkten en, om ‘de niet geringe financiëele voordeelen, verbonden aan de kommerciëele verhandeling van dusdanige bladen, te behouden voor zichzelf’, besloot hij in 1619 zelf de prenten, naar zijn werken gesneden, uit te geven. Met dit doel zorgde hij er voor dat de Aartshertogen, de Koning van Spanje, de Koning van Frankrijk en de Staten-Generaal der Vereenigde Provinciën hem de noodige privileges toekenden. Uit den wisselenden tekst dezer privileges zijn belangrijke gegevens voor de dateering der prenten te putten (blz. 11). Rubens bracht zijn gravures echter niet zelf aan den man. ‘Zulks geschiedde door bemiddeling der graveurs, wier “excudit”, dus adres, doorgaans op de drievoudig geprivilegiëerde en door hen gesneden prenten af te lezen is.’ Ze kregen daarvoor een speciale vergoeding. Bijzonder groot was Rubens' graphisch atelier niet: doorgaans stond slechts één graveur in zijn dienst en gemiddeld werden slechts vijf prenten per jaar uitgegeven (p. 12). Van groot belang is Rubens' werkzaamheid als boekillustrator geweest. | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 179]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Op blz. 8 sq. van zijn ‘Inleiding’ toont de schrijver aan, dat Rubens zeer juist het diepgaand onderscheid vatte tusschen de dienende illustratie en de vrij scheppende prentkunst, en de eigen wetten der boekversiering erkende. Met het oog daarop deed hij een bepaalde keuze onder de graveurs, wier bijzondere eigenschappen en persoonlijke werkwijze hij zeer goed kende, en vertrouwde het graveeren van boektitels slechts toe (op een paar uitzonderingen na) aan kopersnijders uit de oud-Antwerpsche school, die hem voor dergelijk werk bijzonder geschikt toeschenen. In zijn inventaris haalt F. van den Wyngaert al de gravures aan, door Rubens ter illustratie van boeken ontworpen. Daar ze telkens vermeld worden onder de prenten gesneden door een bepaalden graveur, is het moeilijk zich een overzichtelijk beeld van Rubens' werkzaamheid op dit gebied te vormen. Het is jammer dat de inventaris niet voorzien is van de noodige indices: een register op naam der drukkers - evenals een lijst van de onderwerpen der prenten - zou groote diensten bewezen hebben. Om deze reden lijkt het ons niet van belang ontbloot hier, met verwijzing naar de betreffende nummers van den Inventaris, de lijst te publiceeren der drukkers in wier uitgaven Rubeniaansche gravures voorkomen:
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 180]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 181]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 182]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 183]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Schrijver heeft wijselijk gehandeld door de verkeerdelijk aan Rubens toegeschreven titelprenten niet te behandelen: Rooses heeft in zijn OEuvre de Rubens critisch de schifting gemaakt. Toch ware het wenschelijk geweest den lezer daarvan met een enkel woord op de hoogte te stellen. In de lijst hadden wij graag twee titelprenten opgenomen gezien, die weliswaar niet naar teekeningen van den Meester gegraveerd zijn, maar bij de vervaardiging waarvan hij toch betrokken was. 1) A.G. Dietelius: Exercitatio Theologica (Antw., Off. Plant., 1631). De titelprent en het portret van Ferdinand III werden niet door Rubens geteekend, maar - naar uit een brief van B. Moretus blijkt - ‘on les soumit à son examen et elles ne furent imprimées qu'après avoir reçu son approbation’. ( rooses, OEuvre V, p. 73). 2) C. Neapolis: Anaptyxis ad Fastos Ovidii Nasonis (Antw., Off. Plant., 1639). De teekening van de titelprent is van E. Quellin. Maar Rubens heeft waarschijnlijk wel medegewerkt aan het ontwerp er van, aangezien B. Moretus in twee brieven den auteur in Rubens' naam verzoekt hem de af te beelden motieven aan te duiden (rooses, OEuvre V. p. 107 sq). Wij hebben hier dus te doen met een gelijkaardig geval als dat van Boyvin's Siège de la Ville de Dole (rooses, OEuvre Nr 1249), dat wel door van den Wyngaert wordt vermeld. (Nr. 224). Schrijver heeft in den loop van zijn onderzoek de gelegenheid gehad een nieuw licht te werpen op enkele problemen betreffende Rubens' boekillustraties.
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 184]
| ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Deze ‘Inventaris der Rubeniaansche Prentkunst’ is een zeer verdienstelijke studie, die alle liefhebbers der XVIIe eeuwsche prentkunst verlangend zal doen uitzien naar het door den schrijver aangekondigd groot werk ‘De Plaetsnyders in de School van Pieter Pauwel Rubens’.
H.F. BOUCHERY. |
|