De Gulden Passer. Jaargang 16-17
(1938-1939)– [tijdschrift] Gulden Passer, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 17]
| |
De tentoonstelling ‘Maurits Sabbe als conservator’
| |
[pagina 18]
| |
L. Monteyne, Mr F. Wittemans, P. Verheyden, K. Resseler, E. de Bock, C. van Herck, E. van Hemel, J. Pée, J. Eerdekens, F. Neegers en M. van den Hoek. De tentoonstelling, ingericht in de zalen VIII en IX van het Museum, werd geopend, in de aanwezigheid van Mevr. M. Sabbe en den Heer Dr H. Sabbe, hun familieleden en talrijke personaliteiten, door den Heer J. Wilms, Schepen der Stedelijke Verzamelingen der Stad Antwerpen. Hier volgt een kort overzicht der tentoonstelling. In de benedenzaal was, in chronologische volgorde, ten toon gesteld M. Sabbe's wetenschappelijk werk, uitgegeven tusschen de jaren 1920 en 1938. Naast de gedrukte teksten waren daar o.m. ook te zien de handschriften van ‘Uit het Plantijnsche Huis’ (eerste hoofdstuk), van ‘De drukkunst in de Nederlanden. Holland en België’, van ‘Die Buchdruckerkunst in Belgien’ (Nederlandsche en Duitsche tekst), van ‘L'oeuvre de Christophe Plantin et de ses successeurs’ (twee hoofdstukken) en van ‘De Meesters van den Gulden Passer’ (volledig); ook nog een eigenhandige brief van Henri Pirenne betreffende Sabbe's ‘Brabant in 't Verweer’. Volgde dan een toonkast bevattende de handschriften van vier hoofdstukken van den onvoltooiden roman ‘De drie Balthasar's’ en een bundel met aanteekeningen voor dit werk. Verder de volledige reeks artikels (enkele met het handschrift erbij), die M. Sabbe liet verschijnen in ‘De Gulden Passer’, het bulletin van de Vereeniging der Antwerpsche Bibliophilen, en in de ‘Verslagen en Mededeelingen der Kon. Vl. Academie voor Taal en Letterkunde’. Deze afdeeling telde niet minder dan 151 nummers. Aan den wand hing een lijst met een keuze der in tijdschriften en dagbladen verschenen besprekingen van Sabbe's werk. In deze zaal trof men verder aan: een geschilderd portret van M. Sabbe door Walter Vaes, een bronzen Sabbe-kop door W. Kreitz, een teekening ‘Sabbe op zijn sterfbed’ door Julia Ost en een schets van Sabbe door Felix Timmermans (met onderschrift van Herman Teirlinck, 16 Juni 1937); ten slotte enkele photo's van Sabbe (o.m. eene hem voorstellend in gesprek met Koning Albert op de Wereldtentoonstelling te Antwerpen in 1930). In de zaal op de verdieping werd de reeks wetenschappelijke publicaties van M. Sabbe voortgezet met talrijke bijdragen voor verzamelwerken en artikels in verschillende tijdschriften (o.m. in | |
[pagina *5]
| |
Enkele zichtjes van de tentoonstelling ‘M. Sabbe als Conservator’.
| |
[pagina 19]
| |
‘De Vlaamsche Gids’, ‘Dietsche Warande en Belfort’ en ‘Het Boek’), de door hem bezorgde uitgaven van den Catalogus van het Museum, en zijn bijdragen voor de ‘Biographie Nationale’. Ook van enkele dezer opstellen was het handschrift ten toon gesteld. In het geheel 51 nummers. In een vitrine waren een paar honderd blaadjes uitgestald met losse aanteekeningen van M. Sabbe over Antwerpsche drukkers, als de Van Tongeren's, Am. Tavernier, de Trognaesii, over Plantin en de Moretussen, over de uitgaven van Horatius, enzm.: zij toonden aan hoe hij het materiaal verzamelde voor zijn wetenschappelijke studies. Verder kwam de rubriek ‘M. Sabbe als vulgarisator’: enkele kleine populaire boekjes over de boekdrukkunst en over Plantin en zijn opvolgers, een keuze van opstellen in allerlei periodieken, bestemd voor het groote publiek. Daarnaast Sabbe als opvoeder van zijn volk door het gesproken woord: aanteekeningen voor lezingen over het Museum, over wiegedrukken, over handschriften en incunabelen, over Plantin en de Moretussen, over de symboliek der oude drukkersmerken, enzm. Verder enkele boeken en dagbladartikels aan Sabbe zelf gewijd. Aan de andere zijde der zaal waren geëxposeerd enkele merkwaardige brieven van zijn hand: o.m. de eerste brief dien hij als Conservator schreef (12.8.'19), een, gericht tot den Heer J. Eerdekens, waarin hij uiteenzet wat, volgens hem, de scheppingsvreugde van den auteur uitmaakt, en enkele van de honderden brieven waarin hij wetenschappelijke inlichtingen aan correspondenten van alle landen verstrekte. Volgden enkele vitrines Sabbe's activiteit als bestuurder van het Museum illustreerend: documenten en photo's betreffende de grootsche feesten ingericht ter gelegenheid van de 400ste verjaring van Plantin's geboorte in 1920 (o.m. het handschrift van de toespraak door M. Sabbe gehouden te Tours bij de Plantin-herdenking aldaar), en betreffende de viering van de 50ste verjaring van de opening van het Museum in 1926; de programma's der vier concerten van vocale muziek onder Sabbe's bestuur op de binnenkoer van het Museum ingericht; de catalogussen van de veertig tentoonstellingen onder zijn beheer in het Museum gehouden; enkele stukken met betrekking tot de Wereldtentoonstelling van 1930 en de Vondeltentoonstelling van 1937, waaraan hij medewerkte, en ten slotte een heele reeks photo's Sabbe toonend in het kader van het Museum, in zijn werkcabinet, in de bibliotheek, op de binnenkoer, en bij de ontvangst van be- | |
[pagina 20]
| |
zoekers. Daarbij aansluitend een reeks vitrines met herinneringen aan M. Sabbe: photo's van de begrafenisplechtigheden, een keuze uit de talrijke dagbladartikels en in memoriam-opstellen, te dier gelegenheid verschenen, en de teksten der speciale uitzendingen van het N.I.R., waarin de groote doode werd herdacht. Verder het exemplaar van ‘De Meesters van den Gulden Passer’, kunstig ingebonden door Mej. B. van Regemorter, dat het personeel van het Museum, drie dagen vóór zijn dood, nog aan M. Sabbe mocht aanbieden, bij de viering van zijn 65en verjaardag (9.2.'38), en enkele van de laatste brieven die hij schreef (o.m. één gepostdateerd 12 Februari 1938, over de voorbereiding van het gedenkboek Marnix van Ste Aldegonde, gericht tot den Heer Mr Wittemans); photo's en drukwerken die betrekking hebben op de hulde hem gebracht bij de viering van zijn 60sten verjaardag. Ten slotte was er nog ‘Het Hoekje der Herinneringen’: een lijst met talrijke photo's uit zijn jeugd en ook uit latere jaren, hem voorstellend met zijn studenten als leeraar aan het Athenaeum en aan het Conservatorium, als Academielid, als ‘'t Zal Wel Gaan'er’ en als ‘Willemsfonds'er’, bij enkele der talrijke plechtigheden waar Sabbe's aanwezigheid onontbeerlijk was. Tot bekroning van het geheel prijkte boven den schoorsteen het prachtige portret van M. Sabbe, slechts enkele maanden vóór zijn dood geteekend door den kunstenaar Léon de Smet.Ga naar voetnoot1). Herman F. BOUCHERY. |
|