De Gulden Passer. Jaargang 7
(1929)– [tijdschrift] Gulden Passer, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 152]
| |
Twee oude recepten om inkt te makenGa naar voetnoot1).1742. 1 pond beste galnoten; 1/2 pond gom; 1/4 pond coperrood of vitriole; 1/2 pond fijn kanarie suiker; een goed deel haselaere schors; 3/4 pott. wijnazijn beste soorte; 2 3/4 potten regenwater, een handvol zout. Al te samen gedaan in eenen aarden stoop en in den heeten zonneschijn 2 à 3 weken laten trekken en twee à drij maal daags geroerd met eenen haselaeren stok, dan door een doek gedaan en op flesschen getrokken. N.B. - Is best in den bleektijdt om dezen inkt te maken omdat de haselaere schors de meeste substantie, en de zon de meeste warmte als dan heeft.
1746. Inkt gemaakt van de volgende mengeling: 16 onze beste galnoten; 6 onzen besten gom; 4 onzen coperrood; 1 pint wijnazijn; 7 pinten regenwater, voorts geroerd als supra. |
|