De Gulden Passer. Jaargang 2
(1924)– [tijdschrift] Gulden Passer, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 71]
| |||||||||||||
Arnold BirckmanGa naar voetnoot1)
| |||||||||||||
[pagina 72]
| |||||||||||||
Engeland: hij regelt er geldzaken voor Erasmus.Ga naar voetnoot1) In 1528 verschijnt bij hem een boek getiteld: ‘Graduale in usum sacrum’ dat getuigt van zijnen invloed in het buitenland; want er staat bijgevoegd: ‘Venundantur Londonii a Francisco Byrkman apud cimiterium Divi Pauli.’ Tijdens zijn verblijf te Parijs, knoopt hij betrekkingen aan met Josse Bade en Jean Petit.Ga naar voetnoot2) Doch na 1521 worden er niet veel betrekkingen tusschen Antwerpsche en Fransche drukkers meer onderhouden ten gevolge van de oorlogen tusschen Karel V en Frans I. Eigendommen van Fransche onderdanen worden in de Nederlanden in beslag genomen.Ga naar voetnoot3) Terug in Duitschland bezoekt Birckman regelmatig de Francforter Messe.Ga naar voetnoot4) Tot in 1526 bezit hij nog geene eigene drukkerij; te Antwerpen o.a. drukken voor hem Johan Grapheus en Simon Cocius. In 1526 wordt hij door den Markgraaf Nicolas de Soyer gevangen genomen voor den verkoop van het VIe deel van het werk van Chrisostomus vertaald door Oecolompadius.Ga naar voetnoot5) Frans stuurt een rekwest naar Margaretha van Oostenrijk.Ga naar voetnoot6) Zij onderwerpt het boek aan het onderzoek van Jan de Montibus, deken van Leuven en inquisiteur. Het vonnis luidt dat mits kleine veranderingen het boek niets bevat tegenstrijdig met de ordonnantiën op diens verkoop. Frans wordt ontlast van alle aantijgingen door den Markgraaf in zijn beschuldigingsacte verhaald. In zijn rekwest had hij er op gewezen dat het werk te Keulen, te Leuven en elders verkocht werd. Dit voorvalletje moet onzen drukker aangespoord hebben Antwerpen te verlaten want in het zelfde jaar 1526 opent hij eene drukkerij te Keulen. Zijne laatste werken dagteekenen van de jaren 1529: hoogstwaarschijnlijk is hij in den loop van '29 of '30 overleden. Inderdaad op 21 Juni 1530 worden de erfgenamen van Frans Birckman door | |||||||||||||
[pagina 73]
| |||||||||||||
eenen Franchois Regnault in rechte getrokken wegens het niet naleven van een kontrakt, gesloten den 22en September 1529: de levering van papier en van ‘geprinte papieren boecken, van XXXII cronica cronicarum in boecken, van XVIII cronica cronicarum in rollen en drie cronica cronicarum in rollen van parchemyne’. (I) De aanlegger vraagt schadevergoeding terwijl de verweerders zich waarborg willen stellen voor het leveren van boeken door Frans Birckman zoowel te Basel als in andere steden gedrukt, ‘Ter manisse’ van den Amman wordt er besloten dat beide partijen zich stipt volgens het contract te gedragen hebben. - Frans was gehuwd met Gertrud van Amersfoort, dochter van Gebhard van Amersfoort, ook boekdrukker.Ga naar voetnoot1) Wanneer Birckman te Keulen eene eigene drukkerij oprichtte koos hij als merk: ‘In de Vette Hinnen’ of ‘In pingui gallina’, merk dat eveneens door zijne opvolgers zal gebruikt worden en dat zijn naam aan het huis te Antwerpen leenen zal. Het indentifieeren van Frans' opvolger gaat niet zonder moeilijkheden gepaard. Al de schrijvers die dit onderwerp behandeld hebben, stemmen toe dat Arnold hem opvolgde. Maar hier rijst de vraag: Wie is Arnold Birckman? KirchhoffGa naar voetnoot2) en OlthoffGa naar voetnoot3) meenen in Arnold den zoon van Frans te zien. Terwijl HeitzGa naar voetnoot4) staande houdt dat hij Frans' broeder is. Ons dunkens heeft Heitz het goede einde vast. Arnold gehuwd met Agnes van Gennep, bekomt in 1526 te Keulen het burgerschapGa naar voetnoot5). In 1534 treedt hij op als voogd van ‘Fransse ende Annen Berchmans Franchois kinderen wijlen daer moeder af was wijlen Gheertruydt van Amersfoort’; in 1540 brengt hij (Aerdt Berchman, boeckvercoopere, burgher tot Coellen) verslag uit over het beheer der goederen van de twee kinderen en bekent schuldig te zijn aan de andere voogden ‘Goris Bonte, boeckver coopere, ende Mr Thielman van Kessele “de som van” acht dugysent sevenentachtich Karolus guldenen III 1/2 stuvers ende zesse myten Brabants eens, toecomende van meerdere somme.’ Indien Aerdt of Arnold Birckman zoon ware geweest van Frans en dus broeder der twee minderjarige kinderen dan hadden de acten | |||||||||||||
[pagina 74]
| |||||||||||||
dit wel doen uitschijnen. In 1560 levert de Schepenbank van Antwerpen op aanvraag van Mr Franchois Birckman, advokaat, en Anna Birckman, zijn zuster, een certificaat af, waarin Peter Soeten, Ghoris de Bonte, boeckvercoopere, en Jan Papenbroeck attestatie geven dat zij Frans Birckman en Gheertruydt van Amersfoort, ouders der twee aanvragers, goed gekend hebben en dat er maar twee kinderen uit hun huwelijk gesproten zijn. (II) Dit sluit dus allen twijfel uit en wij mogen met zekerheid Arnold als broeder van Frans beschouwen. Tusschen de dood van Frans (1629) en het uitgeven van werken door Arnold verloopt er eene ruimte van ongeveer drie jaar. Arnold komt slechts de eerste maal voor in 1532.Ga naar voetnoot1) Nochtans zou er reeds vóór 1526 gedrukt zijn geweest onder den naam van Arnold BirckmanGa naar voetnoot2). In dit jaar zou Arnold bij Frans gewerkt hebben en zelfs in 1522 zou er sprake zijn van onderhandelingen tusschen eenen zekeren Wilhelm Maser, boekdrukker en Arnt Byrckman boekverkooper. Evenals zijn broeder legt Arnold eene groote bedrijvigheid aan den dag, maar, helaas, van korten duur. Slechts een tiental jaren bestuurt hij de drukkerij. Onder de door hem uitgegeven werken kunnen wij noemenGa naar voetnoot3):
Alhoewel Arnold over het noodige drukkersmaterieel beschikt, laat hij veel voor zijne rekening bij anderen drukken, terwijl ook menigmaal het tegenovergestelde gebeurt. | |||||||||||||
[pagina 75]
| |||||||||||||
Nooit is Arnold Birckman eigenaar geweest van het huis in de ‘Corte Cammerstrate’ waar de filiale van Keulen gevestigd was. Hij overleed in April 1542. OlthoffGa naar voetnoot1) daarentegen meent in 1548. Dit is eene vergissing; want den 2en April 1543 (44) verkoopt Mathys Boudaen verschillende renten aan ‘Agnes van Gennep, weduwe wylen Aernouts Berckmans, boeckvercoopere, heure ende desselfs wijlen Aernouts wettighen kinderen’. (III) Olthoff zal zich laten misleiden hebben door het feit dat in Nov. 1548 Agnes van Gennep het huis koopt. De Amman verkoopt het huis gerechterlijk op de Vrijdagmarkt op last der schuldeischers van Anthonise Mannekens. Dierick Poelman, droogscheerder, bekomt voor rekening van Agnes van Gennep den palmslag mits de som van ‘LXII lb. XII sc. VI den. Brabants erflic.’ In den koop zijn begrepen al de renten die Dierick Mannekens op het huis had, alsook de renten en lasten er aan verbonden. In de acte draagt het huis den naam van ‘huys van Delft ende dwelc den Haen te heeten plach.’ Het uithangbord ‘de Vette Hinne’ dagteekent dus van 1548, jaar dat de Birckman's eigenaar werden; zij hebben alzoo de benaming van Keulen ook aan hare filiale te Antwerpen gegevenGa naar voetnoot2). Na Arnold's dood wordt de drukkerij voortgezet door zijne erfgenamen. Tot in 1548 verschijnen de werken onder den naam; ‘Vidua Arnoldi Birckmanni,’ terwijl wij na 1550 den naam ‘Haeredes Arnoldi Birckmanni’ ontmoeten. Arnold heeft vele kinderen achtergelaten, waaronder twee zoons: Theodoor, den jongsten, die in de medecijnen studeert, maar toch een deel in de drukkerij blijft behouden en eenen tweeden zoon, den oudsten, Arnold of Johan, over wien veel werd geredetwist. - HeitzGa naar voetnoot3) houdt zich aan den naam Johan, geboren in 1527 en gehuwd met Margaretha van Dusseldorf, kinderloos gestorven in 1572. - KirchhoffGa naar voetnoot4) is minder categoriek. Hij werpt op, dat er twijfel bestaat tusschen de twee namen. | |||||||||||||
[pagina 76]
| |||||||||||||
De voornaamste verdediger van den naam Arnold is Pantaleon, die met de Birckman's in persoonlijke betrekkingen stond; een brief van Joachim Hopperus geschreven aan de gebroeders Birckman spreekt integendeel van Johan. De messcataloogGa naar voetnoot1) meldt willekeurig Johan en Arnold. Kirchhoff wijdt de aanwezigheid der twee namen toe aan de verwarring tusschen den waren naam, Johan en die der firma, Arnold. Zijns dunkens mag men Johan als den echten naam beschouwen. Anderzijds hebben wij bescheiden ontdekt die pleiten in het voordeel van den naam Arnold. In 1559 vermelden de Liggeren ‘Aernoudt Birickman, boekvercoopere’; buitengewoon feit daar het huis zijn hoofdzetel te Keulen heeft en de Antwerpsche filiale min of meer tot den tweeden rang vervalt. In 1560 bekent Alonso de la Torre, boekhandelaar in Spanje, eene schuld van 40. lb 1 sc. VI den. aan Arnold Birckman voor geleverde boeken. In 1568 getuigen Jan en Peter Bellerus en Christoffel Plantijn dat zij Arnout Birckman houden voor solvabel voor de som van ‘twee duysend gulden’; Arnold had zich borg gesteld voor Arnold Muller of Mylius, op het Steen gevangen zittende. Rond de jaren 1560 toen Christoffel Plantijn met vele moeilijkheden te kampen had, bevond het huis Birckman zich onder Plantijn's schuldeischers. In 1562 richt Arnold een request tot het Antwerpsch Magistraat, zeggende dat hij aan Christoffel Plantijn last gegeven had vijftien boeken te drukken geïntituleerd; ‘les Enseignements de la Paroisse...’Ga naar voetnoot2) Hij heeft al de benoodigheden geleverd, doch Plantijn, alhoewel sinds lang betaald, is aan zijn plicht te kort gekomen. De crediteuren, gemachtigd de goederen van Plantijn te verkoopen, hebben die boeken niet geïnventorieerd, evenwel willen zij ze ten hunnen profijte ter markt brengen. Dit zou groote schade aan Birckman berokkenen. Daarom verzoekt hij het Magistraat den Amman te gebieden hem de boeken terug te bezorgen, waarvoor hij ‘sufficente cautie’ storten zal. Tevens verlangt hij dat voor elk geval dat zich in die zaak voordoet het consent van den Amman voldoende weze, opdat hij zich tegenover de schuldeischers zou kunnen verontschuldigen. Arnold bekomt | |||||||||||||
[pagina 77]
| |||||||||||||
voldoening. Vele acten van lateren datum spreken van Arnold Birckman, den oude; wat doet veronderstellen dat er twee geleefd hebben. Gedurende de tijdruimte van 1542 tot 1585 neemt de drukkerij eene hooge vlucht, dankt zij het noeste werken zijner beheerdersGa naar voetnoot1). De firma blijft bestaan tot in 1585 wanneer zij overgaat in handen van Arnold Mylius, echtgenoot van Barbara Birckman, dochter van Arnold I en zuster van Johan of Arnold II; dit volgens Heitz,Ga naar voetnoot2) maar volgens KirchhoffGa naar voetnoot3) dochter van Johan of Arnold II. Arnold Mylius sinds lang ‘dieneer’ bij de Birckman's wordt rond 1569 hun zaakvoerder te Antwerpen. Daar hij voor hun rekening eene reis onderneemt naar Muers, Keulen, Francfort en elders, vraagt hij in 1569 een certificaat met het doel de verordeningen op het reizen niet te overtreden. De liquidatie der goederen van de Birckman's te Antwerpen begint in 1582, wanneer Lucas Bellerus en Rumoldus Mercator verslag uitbrengen over hunne werkzaamheden, betreffende het inventoriëeren van den inboedel berustende in ‘In de vette Henne’. In 1600 geven de erfgenamen van Arnold Birckman, den oude, volmacht aan Jan van Keerbergen, boekverkooper, om renten op huizen gelegen in de Hochstetterstraat te verkoopen. De acte in Latijn te Keulen opgesteld meldt: ‘utîh eredes quondam Arnoldi Birckmani senioris diu defuncti concivis nostri et Agnetae von Gennepp dum viverent conjugum’. De algemeene vereffening grijpt plaats in 1612 met den verkoop van het huis, ‘In de vette Hinne’. (IV) De erfgenamen, allen kleinkinderen van Arnold, den oude, en van Agnes van Gennep, machtigen Jan van Keerbergen, boekverkooper en Jan Moerentorf, om als vertegenwoordigers hunner intresten op te treden. Jan van Meurs, drukker, koopt het huis met al de lasten die er op rusten: o.a. één schelling negen penningen Brabants voor het godshuis van St Bernaerts. Vier partijen worden vertegenwoordigd op den verkoop elk voor 1/4; 1e Jan van Keerbergen, die sinds Mey 1612 eene rente op het huis heeft; 2e de Quentel's, afstammelingen van Sophie Birckman, dochter van Arnold I en gehuwd met Jan Quentel; Gerwinus Calenius, zoon van den tweeden echtgenoot van Sophie | |||||||||||||
[pagina 78]
| |||||||||||||
Birckman; Adam Huls, een bloedverwant; 3e en 4e de Birckman's. Bij het lezen van den verkoopacte bemerken wij dat het nageslacht van onzen drukker eenen hoogen rang in de maatschappij verworven had en andere richtingen verkoos. Arnoldus en Gerwinus Birckman, beide doctor in de geneeskunde; Herman Birckman, doctor in de rechten; Jan Birckman, licentiaat en assessor van de ‘Keyserlijke Camere’; Jan Kempius, doctor in de beide rechten ‘Raedt van den Eerweerdichsten en Doorluchtichsten Keurvorst en Eertzbisschop van Ceulen’, gehuwd met Clara Quentel, kleindochter langs moeders zijde van Arnold Birckman en Agnes van Gennep; Catharina Birckman gehuwd met Winolt Kyver, licentiaat in de rechten en Syndicus der stad Keulen. Eigenaardig komt het ons voor, dat wij onder de verkoopers Arnold Mylius niet ontmoeten. Dit doet ons veronderstellen dat hij bij de overname der drukkerij in 1585 afstand gedaan heeft van alle verdere aanspraak op het huis ‘In de Vette Hinne’, gelegen in de ‘Corte Cammerstrate’. Met het jaar 1612 verdwijnen te Antwerpen de laatste sporen dezer drukkersfirma die gedurende ruim drie kwaart eeuw de Nederlanden alsook de naburige landen met hare werken overstelpt heeft. J. COOLS. | |||||||||||||
I.Franchois Regnault contra heredes Frans Birckman.
Opt different geresen in rechte voor Amptman etc. tusschen Franchois Regnault voor denwelcken als procureur in rechte gecompareert is Peeter Arano, zijn dienere, als aenleggere, ter eenre, ende den erfgenamen van wylen Franchois Birckman, voor dewelcke als procureur in rechte gecompareert is Andries Dicbier, verweerderen, ter andere zyden, den voors. aenleggere contenderende ten eynde dat ter manisse des Amptmans voors. by vonnisse der voors. Wethouderen soude worden geseegt ende vercleert voor recht ten voirdeele, proffyte en de meyningen van den voors. aenleggere ende ten achterdeele van de voors. verweerderen, dat deselve verweerderen achtervolgende den contracte tusschen hen partiën gemaect den XXIIen dach der maent Septembris in den jaere van XXIX lestleden. sullen sculdich zijn den voors. aenleggere te supplerene ende te voldoene den nombre ende quantiteyt van CLXIX riemen ende C vier bladeren geprinte papieren boecken, hem resterende ter causen van den voors. contracte, van de qualiteyt ende condiciën in denselven contracte gespecificeert ende begrepen; ende noch daerenboven XXXII cronica cronicarum in boecken, XVIII cronica cronicarum in rollen ende drie cronica cronicarum in rollen | |||||||||||||
[pagina 79]
| |||||||||||||
van parchemyne, hem insgelyckx gebrekende vuyt crachte ende ter saken van denselven contracte, makende heysch van costen, scaden ende interesten in gevalle van processe, den voors. verweerderen antwoordende sustineerden dat zy gestaen souden leveren alsulcke boecken als de voers. Frans Birckman den aenleggere gelevert hadde soe te Basele soe elders gedruct, met meer woorden by de voors. partiën desen aengaende geallegeert, soe is ter manisse etc. per Hertssen, Borgermeester, etc. vonnisse dat de voors. partiën hen reguleren selen na der contracte in rechte overgegeven. Actum Martis XXI Junii XVe XXX. Vonnisboeck 1527-31 fol. 5o | |||||||||||||
II.Ten versuecke van Meesteren Franchoise Birckman ende Annen Birckman, zyn sustere,
Peter Soeten, creemere, out LXVIII jaren, Ghoris de Bonte, boeckvercoopere, out omtrent LXV jaren ende Jan Papenbroeck, coopman, out LIIII jaren, alle opidani, juraverunt et affirmarunt ierst etc. dat zy wel kennen ende respective van joncx kints over wel gekent hebben den voirs. Meesteren Franchoise ende Annen Birckman, ende dat sy, deponenten, oock wel gekent hebben wylen Franchois Birckman ende wylen Gheertruydt van Amersvoort alias Pelgroms, der voors. producenten vader ende moeder; item dat zy, deponenten wel weten ende warachtich is dat de voirs. wylen Franchois Birckman ende Gheertruydt van Amersvoort binnen henren levene zyn geweest geëchte ende getrouwede persoonen ende zyn afflivich geworden, achterlatende in levenden lyve twee wettige kinderen sonder meer, te wetene den voirs. Meesteren Franchoise ende Anne Birckman, by hen geprocreërt geduerende ende staende den voirs. henren huwelicke; item dat de voirs, wylen Franchois Birckman de voirs. producenten in ende overal gehouden ende gereputeert heeft ende ook alomme van allen anderen gehoude ende geacht zyn geweest ende oock alnoch geacht ende gereputeert worden voir zyne kinderen ende eenige ende universele erfgenamen sonder dat zy, deponenten, de contrarie van dien oyt gehoirt, geweten oft vernomen hebben; redene allegerende van huerer wetentheyt. te wetene de voirs. Peter Soeten want hy, deponent, den voirs. wylen Franchoise Birckman wel gekent heeft aleer hy de voirs. Gheertruydt zyn huysvrouwe, getrout heeft gehadt ende oock ten tyde deselve wylen Franchois deselve Gheertruydt, zijn huysvrouwe getrout hadde ende oock aleer ende naer dien de voirs. producenten geboren waren, hebbende hy, deponent, al den voirs. tyt geduerende gewoont gehadt in de gebuerte desselfs wylen Franchois Birckman ende Gheertruyden, zynder huysvrouwe, ende anderssints met hen altyt groote kennisse ende familiariteyt gehadt; item de voirs. Ghoris de Bonte want hy int selve jaer dat de voirs. Meester Franchois Birckman was geboren quam woonen als dienaer met zyn vader ende moeder voirgenoemd ende woonde met hem den tyt van sesse jaren continuelicken ende houwede wten huyse desself wylen Franchois Birckman, zyns meester; ende de voirs. Jan Papenbroeck want hy, deponent, corts naer dien de voirs. Gheertruydt der voirs. producenten moeder afflivich is geweest, is comen dienen den voors. wijlen Franchois Birckman der voirs. producenten vader ende heeft hem gedient continuelicken sekere jaren. Anna 1560 prima Junii. - Certificatieboek, 1560; fol. 167. | |||||||||||||
[pagina 80]
| |||||||||||||
III.Mathys Boudaen Janssone wylen vercocht Agnes van Gennep, weduwe wylen Aernouts Berckmans, boeckvercoopere, ende heuren ende desselffs wylen Aernouts wettighen kinderen, ierst de vier ponden groten Brabants tsjaers erffelickere renten die Nicasius de Meyere, smet, op den XXIIIIen dach in Julio anno XVe ende XXI vercocht heeft den voirs. wylen Janne Boudaen, op een huys cum fundo et pertinentiis geheeten Douway, gestaen int Hoefstraetken beneden de Borsse, verschynende jaerlicx XXIIIIe Julii; item noch de achtentwintich Karolus guldenen tsjaers erffelickere renten die Mathys Verpoorten Gheertssone wylen, op den XXIen dach in octobri anno XVe ende XLI vercocht heeft Otto Uher als momboir ende tot behoeff van hem comparant ende van zyne bruederen, op tsestegedeel ende alle zyn recht van eenen huyse metter plaetsen, gange achter vutcomende aent Maeygat, fundo et pertinentiis genaemt De Lelye, gestaen opt Sant alhier, verschynende jaerlicx XXIa Octobri...Ga naar voetnoot1) droegh oppe te waerne van allen commeren ende calaengiën.
Secunda Aprilis anno XLIII amte Pacha. Schepenbrieven 1543 W.G. II. fol. 115. | |||||||||||||
IV.Jan van Keerberghen, boeckvercoopere alhier, voor hemselven voor een vierendeel van de huysinge naergenoemt hem opten thienden dach der voorleden maendt May opgedragen ende getransporteert by Lieven Meyeraet alsdoen, gemechticht van Sr Peeter Dulmen, pro se ende zyne wettige huysvrouwe, volgende den bescheede daeraff zynde, ende Joannes Moerentorff, oock boeckvercoopere alhier, in den name ende alsomme tgene nabeschreven is te mogen doen volcommelyck gemechticht van Arnoldus Quentelius, Catharina Maes, weduwe wylen Peeters Quentelius, Licentiaet in de rechten, van Clara Quentelius, huysvrouwe van Heer Jan Kempius, Doctor in beyde rechten ende Raedt van den Eerwerdichsten ende Doorluchtichsten Keurvorst ende Eertzbisschop van Coelen, van Gerwinus Calenius ende Adam Huls, oock Doctor in de rechten en Syndicus der Stadt Colen, voore een vierendeel; item van Arnoldus ende Gerwinus Birckman, gebroederen, Doctors in de medecynen, ende van Winolt Kyver, Licentiaet in de rechten ende Syndicus der voers. stadt Colen, derselver cosyn. ende van Catharina Birckmans, zynder huysvrouwe, voor hen ende respective in den name van hennen absenten cosyn ende broeder Herman Birckman, oock Doctor in de rechten, voor een ander vierendeel; voorts van Theodorus Birckman, Doctor in de medecynen voor hemselven ende voor zynen broeder Jan Birckman, Licentiaet, oock absent, Assesseur van de Keyserlycke Camere, ende van Anna Birckmans derselver zuster, oock voor een vierendeel, erffgenamen van wylen Aernout Birckman den ouden ende in desselfs achtergelaten goeden, wettige successeurs, in den name van de absenten de rato | |||||||||||||
[pagina 81]
| |||||||||||||
caverende, by procuratie gepasseert vóór Borgermeesteren ende Raedt der Vryer Rycxstadt Coelen opten XXVIIIen dach May lestleden, dewelcke in Latynsche talen geschreven onderteeckent Constan. Francot, wy sagen ende hoorden lesen ende daeraff den inhoudt int eynde van desen geënsereert is, vercochten omme eene somme gelts die hen al wel is vergouden, gelyck de voors. Joannes Moerentorff wt crachte der voers. procuratie doen mochte, Jan van Meurs, oock boeckvercooper alhier, een huys voor aen strate met ceuckene, neercamere met eenen gange ende achterhuysen, gronde ende allen den toebehoorten, nu ter tyt geheeten De Vette Hinne ende dwelck thuys van Delft te heeten plach, gestaen ende gelegen in de Corte Cammerstrate alhier, tusschen thuys geheeten tVosken ex una, ende thuys geheeten den Wakenden Haen aen daender zyde, gelyck ende in alle der manieren wylen Agnes van Gennep, weduwe wylen Meesters Aernouts Birckman, des boeckvercoopers, in den voors. huyse opten XVIIen dach Novembris anno XVe ende achtenveertich by Heer Godevaert Sterck, Riddere, Amptman deser stadt, wten name van zynder officiën gegoeyt ende geërft is geweest ende gelyck den voers. comparanten in der voers. qualiteyt tselve huys cum pertinentiis toecomen, bleven ende verstorven is van de voers. Agnes van Gennep, henne grootmoeder wylen, volgende den brieve daeraff zynde quem tradiderunt; droegen op etc. te waerne van alle commeren ende calaengiën, wtgenomen eenen schelling negen penningen Brabants grontchys den Godtshuyse van Ste Bernaerts; item eenen gulden thien stuyvers erflic ter causen van den hondersten chyspenninck van den casteele; item vyff ende eenen halven stuyver chys derselver stadt ter causen van de helderdeuren; item vyftien guldenen erffelyck Adam Verbeeck; item vier guldenen erffelyck Jacques de Pape; item vierentwintich guldenen erffelyck Jan Rubbens oft actie hebbende; item acht guldenen erffelyck Engelbert de Vriese; item vier guldenen erffelyck den Godthuyse van de Facons alhier ende thien guldenen erffelyck den Godthuyse van de Nonnekens alhier, daer jaerlycx wtgaende naer inhoudt der brieven ende anders nyet; welcken commer ende chysen heeft de voors. Jan van Meurs die oock mede voor ons quam, geloeft ende geloefde mets desen voore hem ende zyne naecomelingen van nu voordane eeuwelick duerende jaerlycx te gelden ende te betalen sonder der voors. vercooperen henne goeden ende nacomelingen cost, last oft schade tvoors. huys cum fundo et pertinentiis predictis et ulterius se et sua quecumque daervore verbindende ende te pande settende.
Octava Junii XVIe XII.
Volcht den inhoudt van de voorgeruerde procuratie.
Nos, Consules et Senatus liberae imperialis civitatis Coloniae Agrippinae, notum testatumque fecimus quod coram nobis personaliter comparuerunt clarissimi consultissimique viri et honestae matronae Arnoldus Quentelius, Catharina Maesz, relicta vidua Petri Quentelii, quondam jurium Licentiati, Clara Quentelii uxor D. Joannis Kempii I.V. Doctoris et Reverendissimi Serenissimique Principis Electoris et Archiepiscapi Coloniensis Consularii, Gerwinus Calenius, jurium Licentiatus, Joannes Meinertzhagen et uxor ejus Gertrudis Calenii et Adamus Huls, jurium quoque Doctor et hujus nostrae civitatis Syndicus, tanquam unius quadrantis; item Arnoldus et Gerwinus Birckman, fraters, medicinae Doctores et eorum affinis Winoldus | |||||||||||||
[pagina 82]
| |||||||||||||
Kyver legum Licentiatus, itidem hujus nostrae civitatis Syndicus, ejusdemque uxor Catharina Birckmans, pro se est respective pro absente suo affine ac fratre Hermanno Birckman, etiam Doctore, tanquam alterius quadrantis; preterea Theodorus Birckman, medicinae Doctor, pro se et fratre suo etiam absente Licentiato, Joanne Birckman, Imperialis Camerae Assessore et eorum soror Anna Birckman, tanquam unius etiam quadrantis defuncti quondam Arnoldi Birckman senioris haeredes et cohaeredes et in relicta ejusdem haereditate successores legitimi nomine absentium de rato caventes omni meliori modo quo id de jure ac consuetudine validius et efficatius fieri posset ac deberet circumspecti quoque viro Joanni Moreto, civi et librario civitatis Antverpiensis, mandatum plenarium sufficiens atque absolatum dederunt et concesserunt ipsorum constituentium nomine domum ibidem Antverpie in der Kammerstrassen sitam ante hae circumspecto quoque viro Joanni Moers etiam civi et librario dicte civitatis Antverpiensis quoad tres praedictas quadrantes pro convento precio venditare cum omnibus suis juribus et pertinentiis coram judicibus ordinariis vel ubicum que necessarium fuerit servato ad hoc juris judicii et styli ordine cedendi et transferendi renunciationem debitam et requisitam faciendi emptorem in passessionem ejus immittendi seu immitti petendi eum tamquam verum proprietarium agnoscendi et declarandi et de evictione cavendi pecunias inde provenientes recipiendi et pro eisdem sufficienter et in optima firma quictandi casdemque pecunias per cambium vel aliam oportunitatem ipsis constituentibusque huc transmittendi et destinandi omniaque alia et singula agendi et procurandi que ad praemissum effectum et legitimam proprietatis predictae cessionem et transportationem quoquam modo pertinere videbuntur vel de jure et consuetudine exiguntur et requiruntur ipsi etiam constituentes praesto agere possent ac deberent nullo penitus casu secluso vel excepto, promittentes insuper stipulato se universa ea quae praedictus constitutus vigore hujus constitutionis egerit ac gesserit rata forma et in perpetuum valida habituros ipsum etiam constitutum omni damno relevaturos esse; quovis dolo et fraude penitus exclusis in cujus fidem ac testimonium praesentibus secretum nostrum sigillum imprimi jussimus. Actum XXVIII May anno MDCXII: subsignatum erat: Constan, Francot, et sigillatum sigillo in cera viridi subimpresso. Schepenbrieven 1612 N.C. III fol. 197. |
|