Illustraties met vervangbare stukken.
Men weet dat in het begin der XVIe eeuw de drukkers soms roekeloos te werk gingen met de houtblokken der gravuren van hun voorgangers en tijdgenooten. Voorbeelden daarvan zijn talrijk.
Zoo ziet ziet men b.v. in 1491 Pieter Os te Zwolle de mooie houtsneden van de Biblia pauperum in stukken snijden om er zijn Sterfboeck mee te versieren.
Jan Severtsz. zaagt de prachtige blokken van de Schiedamsche uitgaven van Le Chevalier délibéré zonder aarzelen midden door, probeert zoo goed en zoo kwaad het kan de opschriften te verwijderen, en plaatst die jammerlijk verminkte stukken in zijn zgn. Divisiecroniek van 1517, de Cronycke van Hollant van Cornelius Aurelius.
Het stuk snijden van houtgravuren deed de Haarlemsche drukker Jacob Beelaert reeds vroeger het middel aan de hand, om met een beperkt getal blokjes in zijn illustraties een groote verscheidenheid te brengen. Hij hield er een speciaal systeem op na, en plaatste bij wijze van drieluik, naast een middenstuk twee smallere zijstukken, zoodanig dat die naar willekeur konden vervangen worden, en aanleiding gaven tot zeer verschillende combinaties, door het verwisselen van een of meer stukken. Dit gebeurde o.a. in zijn uitgave van Jacobus de Theramo Der Sonderen Troest van 1484.
Dit stelsel van vervangbare blokjes bestond niet alleen in de boekillustratie, maar werd ook aangewend door de graveurs van grootere godsdienstige prenten. In de ‘Bibliothèque Nationale’ te Parijs vonden we twee prachtige houtsneden, blijkbaar van Brugsche herkomst, voorstellende de H. Anna en de H. Helena, waarvan het hoofd en de borst gedrukt waren met een afzonderlijk uitneembaar stuk hout, dat kon vervangen worden door een andere buste, om op hetzelfde lichaam dan weer een andere heilige voor te stellen.
Iets gelijkaardigs merkten wij op in Thuys der fortunen ende dat huys der doot, in 1518 te Antwerpen gedrukt door Jan van Doesborch (NK 1150, eenig bekend exemplaar in het Museum Plantin-Moretus, zaal XXXI, nr 32). Daar werden met afzonderlijke blokjes, éen voor het lichaam, éen voor het hoofd, verschillende figuren samengesteld. Zoo hebben Lucretia, Sandrijn en Funesta