Twee Nederlandsche edities van Goethe
STOLS, die den moed heeft om het goede, het beste te geven, óók zonder de zekerheid van een materieel succes, publiceerde in 1929 een ‘West-Oestlicher Divan’, die monumentaal en toch sierlijk, een plaats in iedere serieuze Goethe-collectie behoort te hebben.
Voor velen is dit 's Meesters gaafste, volste, rijpste en verhevenste bundel. En inderdaad onder een reeks van verrukkelijke schoonheden vindt men er het gedicht, dat misschien het diepste en schoonste is ooit in de Duitsche taal geschreven. Ik bedoel ‘Selige Sehnsucht’:
‘Sagt es niemand, nur den Weisen,
Weil die Menge gleich verhöhnet:
Das Lebendige will ich preisen
Das nach Flammentod sich sehnet.’
Het is niet noodig het verder over te schrijven. Ieder die Duitsch leest en poëzie verstaat kent het.
In 1931 gaf Stols een Werther. Dit is een van zijn beste boeken. Een volledig welslagen als men slechts een paar keer in zijn loopbaan bereikt.
Indeeling, druk, papierkeuze, alles is juist en zuiver in evenwicht gebracht. Terwijl in de gravures John Buckland Wright zich zelf overtroffen heeft. Zijn feillooze goede smaak, en zijn sierlijk metier, deed hij hier samengaan met een
Werther door John Buckland Wright.
merkwaardig stijlgevoel, zoodat deze illustraties volkomen bij den tekst passen en toch van dezen tijd zijn.
Wanneer men Goethe herdenkt en huldigt, mag men niet vergeten, op welk een vorstelijke wijze een Nederlandsch uitgever de Goethe-schat verrijkte. Zelfs in Duitschland zijn er niet veel uitgaven te vinden, die in schoonheid met dit tweetal kunnen wedijveren.
A. DE PRINS