Spijkers met koppen
Als het kindje binnenkomt ...
De Lof der Nieuwe Bladen
Men zendt mij wederom een nieuw, overbodig tijdschrift ‘Deze Week’ getiteld en ergens, de hemel weet wáár, in de donkere binnenlanden, uitgegeven. Natuurlijk begint ieder nutteloos orgaan dat zich respecteert met een inleiding, met een toelichting, met een programma. In het programma van ‘Deze Week’, die ons van de mythologische verten uit wordt toegezonden, lezen wij natuurlijk veel behartigenswaardige wenken. Het is een Nederlandsch blad, dus zonder preeken gáát het niet. De zedelijke kracht is er niet van de lucht af. Er valt zoo veel te verbeteren, nietwaar? O, hemeltje lief, als ik dáár over begon te piekeren, dan zou ik ... ja dan zou ik wel 10 bladen willen oprichten. Die afschuwelijke ‘decadente geest’ is dan toch ook maar een gruwel, waaraan ons heerlijk vaderland, inclusief Querido, de winkelsluiting en de Ranjafabrieken, ellendig zal onder gaan. En dat nog wel binnen afzienbaren tijd. Pak de leuning.
Er is echter een voorbehoedmiddel tegen alle onheilen, welke de grond onzer vaderen aan de baren ontworsteld bedreigen: een abonnement op: ‘Deze Week’. Want dat blad leert ons juist niet te gelooven aan den ondergang van onze beschaving. Ik zeg zoo maar ‘dat blad’, hetgeen misschien niet zoo beleefd klinkt als ik wel zou wenschen; maar de schrijver van het hoofdartikel is een van de bekende helden, die aan de struikroovers het gebruik van maskers ontleend hebben. Het programma is dus gesigneerd met een zonderlinge onomatope. Alleen staat er een portret van den dichter bij; maar ik herken hem niet.
Dus die mijnheer gelooft niet aan den ondergang van onze beschaving ... Geweldige Oostersche rijken zijn ingestort, hun kunst verging, hun filosofie verwaaide; Egypte werd een onmatig warm filiaal van Engeland en Griekenland een Balkanstaat; Kmèr en Benin zijn klassificatienamen voor een museumdirectie geworden; werelden zijn naar boven gestooten en onder gegaan; maar ... Nederland met zijn beschaving - dat moeten wij ons nu goed in het hoofd prenten - ontkomt aan alle regelen, weerstaat aan alle wetten, en zal eeuwig duren.
En niet alleen Nederland, maar het geheele Westen ...
Enfin, waarom ook niet? Indien een dergelijke absurde overtuiging, gesteund door een mateloos zelfgevoel, enkele zwakhoofdige en slapbeenige optimisten-van-den-kouden-grond een beetje staande kan houden, dan heeft die ten minste eenig nut. Met een paar van diè krukken en veel geklutste eitjes halen de stumperts ten slotte hun eindje nog wel, al kan men moeilijk zeggen: met goed fatsoen. -
Om die geconserveerde, gemummifieerde, kortom eeuwige, beschaving van het Westen te steunen, aan te vullen en te vervolmaken geeft het orgaan dan een aantal bladzijden met burgerlijke bêtises van de eerste qualiteit.
Is dàt nu een glimp van de Nederlandsche Beschaving? Laten wij dan dag en nacht bidden om een proper Zondvloedje. Ik ben van huis uit al niet gek op de eeuwigheid. Maar als ik er aan denk, dat onze kinderachtige litteraire en artistieke bedoeninkjes, dat de geest waaruit ‘Deze Week’ ontstond; - dat alles wat men zoomaar te samen de Westersche Beschaving noemt, nooit, maar dan ook Nooit, verdwijnen zou; dat deze onzuivere, onwelriekende warwinkel tot in lengte van dagen kan duren, dan moet ik heel melancholiek gaan worden.