dood - wordt deze strijd voortgezet, lezen we in het geregeld verschijnend ‘Karl May Jahrbuch’ opstellen en artikelen, die hem tegen elders geuite beschuldigingen en aanvallen verdedigen.
Dit alles moèst wel komen. Deze beschuldigingen konden niet uitblijven. Karl May was een der meest gelezen Duitsche romanschrijvers geworden zonder eenige medewerking der literaire critiek, zonder reclame van de zijde der journalisten. Hij had nimmer een literatuurprijs gekregen, - levensbeschrijvingen en essays over hem verschenen eerst toen zijn lezers reeds honderdduizenden telden. Men heeft hem veel verweten en eenige van de beschuldigingen, die men telkens weer tegen hem uitbracht, kunnen niet weerlegd worden. Hij zou nimmer de landen bezocht hebben, die hij beschreef? - (een beschuldiging, die men ook tegen den over veel minder talent beschikkenden Ossendowski uitbracht). Zonder nader in te gaan op het probleem, dat het van literair standpunt beschouwd volkomen onbelangrijk is, of hij deze reizen ondernam of niet, geloof ik niet, dat de meesten, die vroeger Karl May's boeken verslonden, één oogenblik geloofden, dat hij dit alles zelf werkelijk beleefd had, dat May zelf op leeuwen, tijgers, beren en olifanten had gejaagd, aan den martelpaal gebonden was, wilde hengsten had getemd, aan de oevers der Rio de la Plata had gekampeerd of gedoold in de prairien van de Arkansas en daarnaast nog tijd gevonden had om er ongeveer veertig romans over te schrijven.
Hij noemde zich Dr. Karl May doch zijn doctoraat zou een ‘gekochte’ titel zijn. Waarom zou hij zich wèl Old-Shatterhand of Kara Ben Nemsi mogen noemen en geen Dr. Karl May? Het is zoo onbelangrijk en in een land als Duitschland, waar zoo op een titel gelet wordt, zoo natuurlijk. Karl May zou een plagiator geweest zijn? Men kan hoogstens beweren, dat hij zich zelf telkens plagiadeerde. Zijn fantasie, die zeventig deelen vulde, behoefde haar stof werkelijk niet aan vreemde auteurs te ontleenen.
Hij zou een oplichter geweest zijn, die jarenlang in de gevangenis had doorgebracht? Deze feiten zijn in overeenstemming met de waarheid. Daar May echter terstond na het verschijnen van zijn eerste boeken een literator was, die belangrijke sommen verdiende, moesten deze strafbare daden tientallen jaren geleden begaan zijn. Men heeft hem echter telkens en telkens, toen hij reeds over de zeventig was, aan deze bedriegerijen en pogingen tot oplichting herinnerd, terwijl toen deze feiten toch reeds veertig jaren geleden bedreven waren.
Karl May was van nature een avonturier. Waarom heeft men destijds geen verband willen zien tusschen deze daden en - zijn boeken? Waarom wilde men niet begrijpen, dat hij óf zulke daden begaan moest óf zich uiten in boeken, zijn drang naar avonturen beheerschen en in literaire vormen gieten? Zijn groote succes dankt hij waarschijnlijk aan de lust naar avonturen, die uit zijn werk spreekt, aan de ongebondenheid, waarmede zijn helden de daden volbrengen, aan het ontbreken van elke zelf-discipline bij zijn figuren. De Saksische staatsburger Karl May moest bij zoo'n wezenaanleg wel met den strafrechter in aanraking komen, - de romanschrijver Karl May, die geleerd had zich literair te uiten, behoefde dit niet.
Men kan, enkel van literair standpunt beschouwd, natuurlijk gemakkelijk aantoonen, dat zijn werk geringe waarde bezit. Dat hij echter een geboren verteller was, die over een geheimzinnige kracht en een suggestieve macht beschikte, bewijzen de zeventig werken, die hij geschreven heeft en waarvan volgens mededeeling van het Karl May Verlag te Radebeul op 1 Juli 1928 4.978.000 exemplaren verkocht waren. (Duizenden exemplaren gaan nog steeds, naar de directeur, Dr. Schmid, mij verzekerde, naar Nederlandsch Indië).
Het Karl May Museum te Radebeul, dat eenige maanden geleden geopend werd, bewijst ons nogmaals hoe groot en trouw het aantal lezers is, dat aan Old-Shatterhand, Winnetou en Hadschi Halef Omar gelooft.