[Boekenfilm]
TALRIJKE vertalingen van buitenlandsche boeken kwamen den laatsten tijd ter markt. Van den Deen J. ANKER LARSEN verscheen Heiliging, vertaald door G.J. Risselada-Garrer. In dit boek behandelt de schrijver van ‘De Steen der Wijzen’ en ‘Martha en Maria’ het leven van een zeer begaafden boerenjongen, die sedert zijn kinderjaren een dieper inzicht in de natuur en het bovenaardsche had dan zijn dorpsgenooten. Deze beschouwden hem natuurlijk als een dwaas. Toch weet hij volgelingen te kweeken, die door den vroegtijdigen dood van hun leeraar grooten invloed in de gemeente weten te krijgen. Door hun kennis, werkzaamheid en naastenliefde weten zij den geestelijken bloei van hun dorp zoodanig te doen toenemen, dat die gemeente ‘den hemel in groeide’, zooals de letterlijke vertaling van den titel in het Deensch aangeeft.
LYDIA SEJFULLINA is een der talentvolste schrijfsters van het hedendaagsche Rusland. In Duitschland en Frankrijk trekken haar romans reeds sterk de aandacht. Thans heeft ook Nederland haar tot zich getrokken en mevr. L. van Praag-Dworson vertaalde haar boek Wirineja.
In deze roman schetst zij het leven in een Russisch dorp in den Tsarentijd en beschrijft de naar onze begrippen middeleeuwsche toestanden, die daar heerschten. In de hoofdfiguur Wiringa wordt het leed belichaamd, waaronder de vrouw, de slavin, gebukt ging, doch tevens personifieert zij de blijdschap der bevrijding, van de vrouw, die niet vrij kan zijn, wanneer zij het moederschap wenscht en niet gelukkig zonder kind.
Van GEORG HERMANN vertaalde Alice van Nahuys: Tranen om Modesta Zamboni. Hermann laat deze roman in Italië spelen en vertelt erin de geschiedenis van een degelijken kamergeleerde, die nooit aan ontrouw heeft gedacht, doch op een vacantiereis, als hij voor het eerst sedert zijn huwelijk door zijn vrouw alleen wordt gelaten, overrompeld wordt door een hartstochtelijke verliefdheid. Hij vergeet heel zijn vroeger leven totdat de triviale inmenging van de buitenwereld de betoovering verbreekt.
Rasputin blijft een historische figuur, die door zijn mystieken invloed steeds nieuwsgierigheid blijft trekken voor wat hij eigenlijk aan het tsarenhof uitrichtte en wie hij was. Hij boeit de fantasie en is een dankbare hoofdpersoon voor een hofroman. Doch belangrijker is zijn historische, reëele beteekenis na te vorschen. Zulks deed FULOP-MILLER in zijn lijvig boek De Heilige Duivel. De schrijver wist tal van onbekende documenten uit de archieven op te diepen, cijfercorrespondenties van staatslieden te bemachtigen, strikt geheime politierapporten aan het licht te brengen, brieven en herinneringen te verzamelen, die een grootsch beeld geven van wat rond dezen wondermonnik zich aan het tsarenhof afspeelde. Tal van verloren gewaande gegevens kon hij te voorschijn brengen, terwijl hij tevens en uitgebreid fotomateriaal verzamelde, dat als illustraties dit werk siert.
Verdorvenheid is de titel van den roman van ANDRE BIRABEAU, die B.H. Thomson uit het Fransch vertaalde. Birabeau geeft hier het ontroerend verhaal van een moeder, wier leven slechts bloeit in de liefde voor haar kind. Dominique is echter de tè lieve, tè teedere jongen, die reeds van zijn jeugd af bestemd is, een slachtoffer te worden van het leven. De moeder, gehuwd met een reporter, die zelden thuis is, staat alleen voor de moeilijkheden der opvoeding van dat overgevoelige kind. Na den dood van haar jongen, voor wien zij zooveel angsten doorstond, tengevolge van een auto-ongeluk, ontdekt zij uit de correspondentie met een ouderen man zijn eigenlijken aard. Die ontdekking verwoest haar schoon beeld, dat zij van haar zoon in zich omdroeg en zij wil zich wreken, doch als zij dien ouderen vriend tegenover zich ziet, dan kan zij het wapen, dat zij verborgen hield, niet gebruiken en luistert naar de stem van hem, die blijkbaar de eenige is, die haar in haar liefde van gewonde moeder begrijpt.
CISSY VAN MARXVELDT maakte een reis naar Noorwegen en Spitsbergen en nam daar vele foto's, doch beleefde er tevens tal van vroolijke avonturen, waarvan zij in De Arcadia vertelt.
Het circus heeft zijn onweerstaanbare romantische sfeer. P.M. HULL vertelt ervan in zijn De Leeuwentemmer, dat mevr. G.J. Werumeus Buning-Enzink in het Nederlandsch vertaalde. Naast het leven van den leeuwentemmer Juan en het onverschrokken paardrijdstertje Maud Ricardo, schildert de schrijver heel het jagende, zenuwprikkelende leven van den circustroep. Wij zien voor ons den machtigen heerscher over en bezitter van het circus met zijn organiseerend talent, den wreeden paardendresseur, den weemoedigen clown, de onversaagde trapèzewerkers, de lenige jongleurs. Dat heele wereldje in klaterbelichting en schettermuziek doet de schrijver voor ons leven.
De Donkere Poort zoo noemt Dr. P.H. RITTER zijn serie onlangs verschenen persoonlijke herinneringen van vooraanstaande mannen, stemmingsbeelden, indrukken, beschouwingen enz. over Nederland in de jaren 1914 en 1918. Men beleeft dit werk lezend wederom alle verschrikkingen en zegeningen uit die jaren. Men ziet in '14 de ‘Donderkoppen aan den horizont’ en herleeft den ‘Tijd vol zorgen en beroering’ van mobilisatie, vluchtende Belgen, distributiewee,