De Italiaansche ‘Bagutta’-Prijs
Voor de eerste maal toegekend aan G.-B. Angioletti
ER is iets verrukkelijks aan de oprichting, eenigszins naar den aard van den prix Goncourt, van dezen Bagutta-Prijs, door een comité van elf, met name Mario Alessandrini, Riccardo Bacchelli, Luigi Bonelli, Adolfo Franci, Paolo Monelli, Antonio Niccodemi, Gino Scarpa, Ottavio Steffenini, Mario Vellani Marchi, Antonio Veretti et Orio Vergani.
Deze jongelingen behoorden of behooren nog allen tot de letterkundigen en critici van de derde bladzijde der dagbladen, die in Frankrijk en ook in Italië zulke groote diensten aan de literatuur bewezen. Het was tijdens een van hun gebruikelijke avondbijeenkomsten in een ‘trattoria’ van de via Bagutta te Milaan, dat zij op het idee kwamen den prijs te stichten die ieder jaar op 14 Januari zal worden uitgeloofd, voor een werk tijdens het vorig jaar verschenen. Aan den prijs gaven zij den naam van de straat en de fondsen ervoor worden, naar het in de statuten heet, bij openbare en vrije inschrijving ingezameld. Wel sluiten de oprichters zichzelf bij voorbaat uit van bekroning, doch een ander artikel van de statuten bepaalt alweer dat het hun is toegestaan zich te laten omkoopen voor een degelijke som.
Op 14 Januari van dit jaar was 5.000 Lire ingezameld. Onder de candidaten die in aanmerking kwamen ging de voorkeur naar Bruno Cicognani, Riccardo Balsamo Crivelli, Paolo Vita Finzi, Pietro Solari, Ferdinando Paolieri, Curzio Malaparte en G.B. Angioletti.
Deze laatste won reeds bij de eerste stemming het pleit met zes stemmen van de tien aanwezigen. Bij de derde ronde vereenigde hij alle stemmen op zijn naam.
Angioletti is minder dan dertig jaar oud. In 1923 liet hij een eerste verzameling van prozastukken verschijnen, en het bekroonde werk met den apocalyptischen titel: ‘De dag van het laatste Oordeel’, (Il giorno del giudizio), is eveneens een verzameling van meestal fantaisistische essais.