borgen dat ontploffen zou wanneer de Czaar de straat passeerde. 1 Maart 1881 - de dag waarop de aanslag was bepaald - ging de Czaar echter een anderen weg, doch ook hiervoor waren maatregelen getroffen. Een vriendin van Wera Vigner, S.L.
Perowskaja, houdt de wacht: deze rit zou zijn
Wera Vigner
laatste zijn. Men moet in deze herinneringen de karakteristieken die Wera Vigner van hare vrienden geeft, lezen. Men leze hetgeen ze schrijft over Netschajef - Bakunin's ‘mauvais génie’, over wiens laatste levensjaar dit boek vele nog geheel onbekende historische bizonderheden mededeelt. Men leze hoe deze onverbiddelijke revolutionair jarenlang aan handen en voeten met zware kettingen gebonden in de Peter en Paulvesting doorbracht, dag en nacht zijn naaste omgeving bestudeerde en alle soldaten - het geheele regiment dat hem bewaakte - zóó wist te beïnvloeden, dat men zelfs jaren na zijn dood nooit zijn naam dorst noemen doch steeds sprak van no 5. Een andere vriend van Wera Vigner is eenige uren voor den aanslag op Alexander II rustig bezig eenige sneden brood met worst te verorberen: ‘da er zur Erfüllung seiner Aufgaben all seine Kräfte brauche’. Daar is haar vriendin Ludmilla Wolkenstein, die reeds wanneer Wera gevangen genomen wordt tien jaren in de gevangenis heeft doorgebracht. Men leze in deze mémoires hoe de gevangenen onderling hebben besloten een bepaald officier, die de gevangenis komt inspecteeren, te saboteeren. Deze bezoekt ook Ludmilla Wolkenstein, die jarenlang van haar naaste familieleden niets vernam - niet eens weet of deze nog niet gestorven zijn.
‘Je moeder...’ begint de officier wanneer hij haar cel binnenkomt. Terstond onderbreekt ze hem echter: ‘Van U wil ik niets hooren - zelfs over mijn Moeder niet’.
We lezen het levensrelaas van die andere terroriste Sofia Perowskaja, eveneens van adellijke afkomst - een figuur van een zuiverheid en reinheid zooals we deze in de geschiedenis slechts zelden ontmoeten - een kind nog, dat echter onverbiddelijk was in haar actie, ter dood gebracht werd en het schavot moest bestijgen met op de borst een papier: ‘keizermoordenares’. Wanneer men haar in den nacht uit de gevangenis naar de plaats der terechtstelling brengt en ze langs de corridors waarop de cellen der medegevangenen uitkomen wordt geleid, is haar laatste kreet: ‘vrienden, denkt om de kleine Wera’. Na den aanslag op den Czaar werden alle Narodowoltzi in hechtenis genomen. Alleen Wera Vigner weet steeds aan de handen der politie te ontkomen. Zij leidt de organisatie verder, werft nieuwe leden, propageert telkens weer opnieuw de leer van het terrorisme. Ze ziet hoe haar vrienden in de gevangenissen en Siberië sterven, doch aarzelt geen oogenblik. Na tien jaren stort de organisatie echter ineen. Ook Wera Vigner wordt gearresteerd. De vrienden ontmoeten elkaar thans in den Schlüsselburg, waarin nu allen zijn opgesloten.
Wera Vigner bleef hier twintig jaar. Enkelen werden ter dood gebracht - anderen wierpen den inhoud der petroleumlamp over hun eigen lichaam en doodden zich zoo vrijwillig - drie werden krankzinnig. Het waren er vierentwintig in het begin - na twintig jaren zijn er nog acht overgebleven. En Wera Vigner? ‘Krankheit, Wahnsinn und Tod besiegen... Zehn Jahre suchte ich zu vergessen... Es starb der Schmerz ab - mit ihm die Liebe. Der Schnee fiel - ein weiszes Gewand überzog die Vergangenheit. Und ich? Ich blieb am Leben und ward gesund’. Van hevige conflicten vertelt dit boek tusschen de beambten der gevangenis en de politieke gevangenen - gevechten die gevoerd werden met een onverbiddelijkheid en solidariteit van de zijde der gevangenen die nergens haar weerga vond. Wordt een der gevangenen slechter behandeld dan de anderen, dan begint men een hongerstaking, tot de directeur eindelijk tot toegeven gedwongen wordt. Wanneer Wera Vigner den Schlüsselburg binnenkomt zegt de gouverneur der gevangenis Orschewski haar: ‘von hier geht man nicht hinaus, von hier wird man hinausgetragen’ - een uitspraak die men thans lezen kan boven de ingang van de zaal in de Katorgaclub, waar herinneringen aan den Schlüsselburg bewaard worden. Degene die belangstelt in deze feiten, kan in deze mémoires nagaan hoe Wera Vigner (die deze herinneringen immers ophaalde aan de hand van de processtukken uit de geheime Archieven) ontdekte dat een der vrienden - Olkadski - die bij de aanslagen in 1886 een groote rol had gespeeld, een verrader was, die langer dan