Den Gulden Winckel. Jaargang 25
(1926)– [tijdschrift] Gulden Winckel, Den– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdBij het portret van Charlot
| |
[pagina 135]
| |
Charlot
(Naar een teekening van Frans Masereel voor Le Disque Vert. maar er zijn zooveel deurposten en politieagenten om tegen aan te loopen. En het is zoo heerlijk om verliefd te zijn, maar waarom zakt je broek dan af en waarom val je zoo dikwijls over je eigen teenen? En hoe zalig zou het zijn om heel arm te wezen - zonder zorg en zonder begeerten - als er maar niet overal boosaardige kerels stonden die geld moesten hebben. Als Charlot door den sherif wordt meegenomen en voortgetrokken aan een touw - welke ‘schurkenstreek’ moet hij boeten? - dan heeft hij maar één zorg: bloemetjes plukken langs den weg. Dat is Charlot. Hij is de onbegrepen en misplaatste heilige, de man die geeft wat niemand aanneemt, die zingt als ‘men’ niet zingt en huilt als ‘men’ vroolijk is: ‘He is, in fact, a legendary figure comparable to Don Quixote’. En Ramon Gomez de la Serna zegt van hem: ‘Il est le grand enfant malin de l'humanité, l'enfant terrible qui surgît dans les fêtes de la vie, dans les baptêmes, dans les bals, parmi le public des dîners aux quels les enfants ne sont pas admis’. Caricatuur van Charlie Chaplin door Fernand Léger.
Hij is de gast dien men altijd vergeet te noodigen en die overal is.
* * *
Behalve een niet onvermakelijk tooneelstuk van Melchior Visscher ‘Charlie Chaplin’, verscheen over hem een boekje van Hans Siemsen in de collectie: ‘Meister’ (No. 22) Feuer-Verlag, Leipzig (1924). Verder: ‘Charlot’, door den betreurden Louis Delluc (M. de Brunoff, editeur Paris (1921). ‘Le Disque Vert’ (Brussel) wijdde een belangrijk nummer aan hem (2e jaargang 1924, 3e serie Nos. 4-5). Van groot belang is een artikel van Chaplin zelf in ‘The Adelphi’.
J.J.v. VOORNE | |
Charlie and Touchstone
|
|