Den Gulden Winckel. Jaargang 25
(1926)– [tijdschrift] Gulden Winckel, Den– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdDe laatste salonJeanne Maurice Pouquet. Le Salon de Mme Arman de Caillavet. - Librairie Hachette (1926)Ga naar voetnoot1).EEN alleraardigst levendig boek heeft mevrouw Pouquet samengesteld uit de brieven van en aan haar schoonmoeder, mevrouw de Caillavet, haar door de familie in bruikleen gegeven. Zonder veel commentaren, zonder persoonlijk in te grijpen, laat zij de bescheiden spreken. En men kan de takt waarmede zij dit deed niet genoeg loven. Geen interpretatie zou in staat geweest zijn ons zoo dicht bij het leven van dien tijd en dat milieu te brengen. Mme Arman de Caillavet
Het middelpunt van den salon van mevrouw de Caillavet was Anatole France in zijn bloeitijd. Toen hij aan haar werd voorgesteld had hij nog weinig geschreven en gepubliceerd. De eerste indruk, welken hij maakte, was niet gunstig. Hij viel een beetje uit de omgeving. Maar toen hij zich er wat wist aan te passen kreeg hij er de eerste plaats en verdrong er Lemaître, die zich terug trok in den salon van de gravin de Loynes (ten slotte een edeler en waardiger omgeving voor hem), waar hij alleenheerscher werd. Mevrouw de Caillavet, met een onvermoeibaren ijver, wijdde zich daarna geheel aan den roem van France. Zij dreef hem er toe om zijn aangeboren luiheid te overwinnen; zij zorgde dat zijn artikelen op tijd geschreven en verzonden werden; zij soigneerde op discrete wijze zijn reclame, bewerkte zijn verkiezing in de Academie en deed het werk van secretaresse. Vooral na de scheiding van Anatole France werd hun intellectueele verhouding (en alleen over diè wordt, kieschheidshalve, in dit boek gerept) zeer intiem. Niet alleen zorgde zij voor de aanteekeningen en uittreksels welke hij noodig had, maar tal van artikelen, met de signatuur van France verschenen, werden geheel door haar geschreven. Misschien heeft de schrijfster over het aandeel van mevrouw de Caillavet in het werk van France wat te hoog opgegeven, zoodat Monfort ironisch kon schrijven: ‘Après “Le Salon de Mme de Caillavet” que publie Mme Pouquet, il est certain que Mme Arman de Caillavet a écrit Jérome Coignard, L'Orme du Mail, Le Lys rouge et quelques autres petits livres qu'elle a publiés par modestie sous le pseudonyme d'Anatole France’. Behalve tal van brieven van France, lezen wij enkele prachtige, warmgeschreven epistels van den jongen Maurras; brieven van Commandant Rivière (die in zijn tijd grooten naam had als romancier), van Lemaître, Loti, Proust. En een voortgezette correspondentie tusschen moeder en zoon, den amusanten vaudevillist, medewerker van den Markies de Flers. De laatste levensjaren van mevrouw de Caillavet waren somber, tengevolge van het uitslijten der vriendschap met France. Deze documenten uit den laatsten litterairen salon te Parijs - nu men de kunst der causerie verloren heeft hebben salons geen reden van bestaan meer - zijn alleramusantst en niet zonder belang voor de nadere kennis van het leven en de persoonlijkheid van Anatole France. G. |
|