als bron beperkter dan een duim -, een mensen kan ongetwijfeld meer bedenken dan beleven. Daarom zal de kunstenaar-der-bedenksels altijd wat nieuws weten te vertellen, maar de kunstenaar-der-belevenissen altijd met hetzelfde aankomen. Zijn repertoire is beperkt -, als hijzelf.
En waarom ze nu ook al emaal hetzelfde vertellen? Omdat er maar één eenige ‘Forsyte’ is, en één eenige ‘Bosinney’, zoo goed als één eenige 'Ahriman en één eenige Ormoez -, en omdat ze allemaal de ‘Representanten’ zijn van dezelfde ‘Wereldziel’, zooals Hebbel het heeft uitgedrukt.
Sinclair Lewis
Sinclair Lewis is de gelederen der auteurs die ‘eigenlijk altijd hetzelfde vertellen’, weer met een komen vermeerderen. Wat Ibsen vond in Noorwegen en Galsworthy in. Engeland en Anatole France in Frankrijk - en in Rome en in Alexandrie! - heeft hij in Amerika ontdekt en ontmaskerd: den eeuwigen Pecksniff, den onsterfelijken Pennewip, den onvergankelijken Tartuffe, den onverwoestelijken Klaasje van der Gracht -, Eigendunk, Verwaandheid, Huichelarij en Humbug. Ja, zoo is het, geleerde volksaard-besnuffelaars, diepzinnige anthropo-sociologen -: overal is het precies hetzelfde.
Carol.Kennicott, Babbitt, Martin Arrowsmith, de helden en heldinnen van Sinclair Lewis, ze bestaan Bosinney, Courtier en Felix Freeland in den bloede. Maar hoe karakteristiek is hier, naast die fundamenteele gelijkenis, de persoonlijke noot. Gaat humanisme de mode uit -, raakt het socialistisch-getinte idealisme uit den tijd? Jarenlang leken deze elementen in het afwijkende of tegenstrevige karakter vanzelfsprekend -, Martin Arrowsmith echter is voor geen duit humanist en voor geen cent democraat. Voor zoover het vraagstuk hem raakt, voelt hij zich eer tot de bezittenden dan tot de onterfden aangetrokken -, zijn idealisme is een zuiver wetenschaps-idealisme. Bacterioloog, gaat hem het belangeloos onderzoek boven alles, het resultaat is secundair en het commercieel succes wordt hem haast tot een gruwel.
O, onnoozelen, die u in uw Hollandsch dorpje door de geweldige verhoudingen van het geweldige Amerika epateeren laat -, leest Martin Arrowsmith en wordt genezen, nu Kant u blijkbaar niet heeft kunnen leeren, dat ‘niemand méer van de wereld ervaart dan wat hij door zijn dakraam ziet’ - noch het Evangelie wat ‘Binnen in u is Gods Koninkrijk’ beduidt -, lees ‘Martin Arrowsmith’ en lees het uit, ofschoon het wijdloopig en overstelpend is. Lees vooral tot het eind -, want dan pas weet Martin Arrowsmith zelf, en heeft geleerd, wat de auteur u leeren wil. In het afgelegen Noord-Dakota-sche dorpje, waar hij in bekrompen zelfophemelend provincialisme denkt te stikken -, snakt hij naar de ruimere verhoudingen van de middelgroote stad, Nautilus; daar opnieuw bitterlijk teleurgesteld, moet Chicago uitkomst brengen, en na Chicago New York, met zijn bijna-al-te-perfecte, uit millionairs-beurs ingerichte laboratoria ... en zijn Noord-Dakota'sch bekrompen provincialisme, en zijn Streberei, als te Nautilus, en zijn Chicago'sch ‘commercialism’. Overal hetzelfde. Overal vindt dezelfde ‘Martin Arrowsmith’, wat het ook is dat hij beoogt, zoo hij iets wezenlijks wezenlijk beoogt dezelfde Pecksniffs Pennewippen, Tartuffes en Klaasjes van der Gracht tegenover zich.
Als we nog even wachten, zullen we het zeker weer hooren ... Sinclair Lewis? Héél aardig, maar altijd hetzelfde. Want zóó oordeelt het menschdom over de weinigen, die ze altijd opnieuw willen leeren, wat ze niet leeren kunnen, al werd het ze ook nog veel vaker verteld.
CARRY VAN BRUGGEN.