bliksemsnel en hel, soms gaan ze langs elkaar zonder raaklijn, hetzij dan een ontoereikende allegorie.
Franz Hellens (1924)
Soms schept hij uit een brok geziene werkelijkheid een scherp, schoon zielelandschap, soms eindigt een stilleven met een bespiegeling en zwakke moraal. Deze neiging is intusschen een der karakteristiekste trekken in Hellens (reeds manifest in vorige werken als: Réalités fantastiques), en een groot deel van dit boekje is er uit voortgekomen. En liet er tevens de zwakste plekken in na. Bv. het stuk:
‘Comme le mal sort du bien’. Raad eens hoe? Als de bedwelmende wijn uit de verfrisschende druif!! Prosit! Merkwaardigerwijs wordt hij ook, als hij de pièces de résistance van ons tijdperk, den trein, de aeroplane beschouwt, allerouderwetst-sentimenteel.
Dit is allerzonderlingst naast zijn streven naar een style élémentaire, zijn neiging om intérieurs koud geometrisch te zien.
Deze ‘style élémentaire’ mislukt hem in het gelijk-namig stuk, waarin hij niets bereikt dan wolkenomtrekken aan te geven en ze weer door te strepen met bliksemschichten. En onverhoopt verwezenlijkt hij ze aan het slot van zijn bundel in: ‘Le mur païen’.
Un homme ramasse une pierre. La mer en la roulant lui avait donné une sorte de façon de hasard, un style mystérieuse. Il vit sur cette pierre dure le reflet d'une tendresse humaine, sans trahir l'oeuvre du temps il ajouta les accents d'un visage. Dans une autre pierre trouvée il devina un chat et il y inscrit l'image de sa découverte ... Verder constateert hij hoe de eene in deze steenen pauvres sphynx errants l'art nègre zoekt, en de ander ‘l'âme ligurienne’.
Inderdaad deed Cendrars het eerste en is Hellens misschien op weg naar het tweede, minder pittoresk maar oneindig veel raadselrijker.
Hellens brengt het vèr in het weergeven van 't wezen van onbezielde dingen; daarin evenaart hij Rilke, zonder diens beklemming.
Ook daarin spelen zijn anthropomorphe humane neigingen hem soms parten. Als voorbeeld neem ik twee volzinnen over: een ouden muur.
... Un mur de cette blancheur ancienne charge de traces que le soleil seul comprend encore aujourd'hui. Il est la porte ouverte et refermée qui regarde le temps.
... Un mur fatigué qui ne se soutient que par habitude descend avec la route et le suit comme un vieillard une jeune fille.
In het eerste fragment houdt de muur alleen verstandhouding met zon en tijd en heeft een soort onbewegelijke statische levensfunctie.
In het tweede brengt Hellens den muur in verband met menschelijke eigenschappen en faalt, hem in 't leven te roepen.
In ‘La simple parole’ neemt hij ook het woord als een wezen, en geeft meteen raak het nieuwe of 't hernieuwd oude van zijn werk aan.
... elle a jailli du matin personne ne l'écoute.
On lira dans les livres des phrases qui parlent de Rome, du Kremlin, des cataractes lointaines des fleuves du Japan. Aujourd'hui chacun doit avoir fait son tour du monde ... Mais la simple parole, perdue dans l'air, si quelqu'un l'avait écoutée elle l'aurait conduit tout droit à tout.
Deze eenvoudige stukken zijn 't beste van het boek. Men is verrast ‘dat het toch nog zoo kon’.
Genoemd dienen nog de paraphrasen van muziek- en schilderwerk.
(Chopin Matisse) de prachtige, geestige, sierlijk-gebouwde ‘Comédie Chinoise’, waarvan de teekening behendig balanceert op de situatie, als 't breekbare bord op de vingers van den dienaar.
Dat ‘Le Coq’ Jules Renard's Kippenhok is ontvlogen, ziet een kind. De 11 teekeningen van Lhote zijn meestal op de hoogte van den tekst. Soms de deugd hiervan overdrijvend, te simpel.
Merkwaardig is nog de dateering: Nice - '17-'18. Op 't eind van den oorlog is dit rustig werk ontstaan. Elke tijd schijnt zijn tegendeel te bevatten en ongemoeid te laten. Het staat niet achter bij Gaspard de la Nuit en Poèmes en Prose van Baudelaire. En Chasalle zal er zeker één van zijn liefste wenschen in vervuld zien.
J. SLAUERHOFF