Joodsche litteratuur
‘Op Bijbelschen bodem’, door Prof. Dr. H.Th. Obbink. - (Amsterdam, H.J. Paris, 1924).
Palestina heeft steeds in het centrum van onze volksgedachte gestaan, en nu meer dan ooit. Alles, wat men over Erets Israël publiceert, trekt ons aan. En veel wordt erover geschreven. In 't Duitsch: A. Holitscher's ‘Reise durch das Jüdische Palestina’, in 't Fransch: ‘L'An prochain à Jerusalem’ van de Gebroeders Tharaud, en ‘Les Amants de Sion’ van Myriam Harry. En nu weer het boek van den Nederlandschen hoogleeraar, die over Egypte, Palestina en Syrië schrijft.
Het is natuurlijk het Palestina-gedeelte, dat mij in 't bizonder belang inboezemt en waaraan ik hier eenige woorden wil wijden. Het Palestina-vraagstuk wordt zeer objectief en met kennis van zaken behandeld. Het is voor ons Joden steeds wat pijnlijk, datgene wat een niet-Jood over ons land en over onze verlangens naar en onze rechten op dit land schrijft, te lezen... Ik ben er niet aan gewoon, in deze aangelegenheid een koel, beheerscht en sober oordeel te hooren uitspreken. Erets Israël is voor ons onze moeder. En over de verhouding tusschen moeder en kind lijkt mij heel weinig te zeggen. Een oer-element, niet te analiseeren en geen rechtvaardiging noodig hebbende, van ons gemoedsleven.
Prof. Obbink ziet het land historisch, als verleden, als heden, als toekomst. Hij ziet het als geleerde en als gevoelig Christen. Met eerbied ziet hij het. Hij bespreekt het. Herleven doet hij het echter niet. Doch zijn sobere waarachtigheid ligt achter de bespiegelingen en achter de soms nuchtere beschrijving, en wie deze opmerkt, voelt zich zijn vriend, één in eerbied voor het land en voor de openbaring, die er plaats vond, al heeft de één een andere vernomen dan de ander.
Zoo was mij dit Hollandsche, geleerde boek een verfrissching, een koele hand tegen mijn koortsig hoofd, koortsig van het lezen van het ons Joden treiterende ‘L'An prochain à Jérusalem’, of het ons onverdienden lof toezwaaiende ‘Les Amants de Sion’. Geen politieke hartstocht vertroebelt de rechtzinnigheid van Prof. Obbink's zucht naar een rechtvaardige oordeelsformuleering.
Talrijke interessante en preciese gegevens omtrent den aard der gronden, de bevolking en hare aspiraties b.v. komen onze oppervlakkige Palestinakennis verrijken en basis geven.
Een hoofdstuk over de politieke geschiedenis van het Zionisme is aan dit boek toegevoegd, streng, koel geschreven, objectief en toch welwillend.
Prof. Obbink's zienswijze is mij vreemd, zijn aard is mij vreemd, zijn boek is mij vreemd. Maar ik voel, dat hij het goed met ons meent.