de wijze waarop de problemen worden gesteld en opgelost, worden wij geboeid door de dichterlijkheid van zijn taal, worden wij ontroerd door de warmte van zijn gevoel. Een kenschetsend voorbeeld is La Fille Sauvage, dat alle fouten van het eenzijdig symbolische bezit. In dit drama wordt de geheele menschelijke beschavingsgeschiedenis gepersonifieerd in een meisje, dat uit haar primitieve omgeving in de binnenlanden van Afrika naar Europa wordt overgebracht, daar alle geesteshoudingen, van geloof tot vrijdenkerij, achtereenvolgens belijdt, en eindelijk, teruggekeerd in haar oorspronkelijk milieu om daar de beschaving te verspreiden, een zoo ontstellend-brutale onmensche-lijkheid toont, dat men zich angstig gaat afvragen, wat de moderne cultuur voor ons eigenlijk beteekent. Welnu, het spreekt van zelf, dat geen onderwerp zich zoo weinig leent tot dramatische behandeling, als een dergelijk abstrakt gephilosopheer, en als tooneelstuk is het dan ook ongetwijfeld mislukt. Maar maak uw geest los van de bioscoop-achtige eischen van het realisme in de kunst, van de speelbaarheid op het tooneel, denk aan de zoo on-dramatische, maar toch zoo goddelijk-verheven monologen van Vondel, en ge wordt bekoord door den edelen trant dezer bespiegelingen, door de bruisende lyriek van menige passage, door de sierlijke, welverzorgde taal vooral.
Indien men de Curel een navolger van Ibsen zou noemen, deed men hem onrecht. Ik heb er in een ander opstel op gewezen, hoe duidelijk men kan aanwijzen, waar de invloed van Ibsen inzet; ik heb tevens met nadruk betoogd, dat de Curel volkomen eigen wegen ging en in opvatting van kunst zoowel als in wereldbeschouwing volstrekt van den Noorschen dichter afweek. Ook zonder Ibsen had de Curel zijn kunst gevonden. Maar de ijver, waarmede Antoine van den aanvang af zich aan de werken van de Curel wijdde, bewijst ons hoe zeer deze kunst destijds harmonieerde met de toen in zwang zijnde dramatische richting.
François de Curel is misschien wel het meest zichzelf, waar hij psychologisch observeert en ontleedt. En ook hier is hij vóor alles de theoreticus. Hij ziet niet een bepaald karakter, waarvan hij de componeerende elementen als zelfstandige machten in het zieleleven onderkent, maar hij beschouwt een of ander zielsaftect, en gaat daarvan de innerlijke structuur na. Zijn eerste drama's zijn essay's over het wezen der liefde; zijn werkmethode is het kiezen van een zoo ongewone, ja onnatuurlijke situatie, dat de liefde zich in haar allereigenste aandriften telkens verraadt: zijn slotsom is deze titel van een zijner drama's: La Danse devant le Miroir. In dit analytische, maar koud-verstandelijke werk komt, de geestes-richting van de jaren omstreeks 1890 duidelijk voor den dag. En hoewel men dit nog niet theâtre d'idées kan noemen, zijn toch alle elementen daartoe aanwezig, kan men nu reeds voorspellen, dat de dichter dien kant moet uitgaan. Maar de drama's van dezen eersten tijd waren een oefenschool van niet te onderschatten beteekenis; zij gaven hem een psychologische ervaring, die zijn later werk te stade zou komen. Ondanks het afgetrokkene der redeneering en het geforceerde van de symboliek, moet men altijd weer erkennen, dat de Curel wel degelijk karakters op het tooneel brengt, menschen van vleesch en bloed, met ziel en leven, die in hun volle waarachtigheid zijn geconcipieerd. Dus niet een ledepop, samengesteld om er mee te experimenteeren, maar een levend wezen. Zijn drama gaat dan ook nooit uit van een vooropgesteld idee, dat moet worden bediscussieerd, maar van een of andere situatie, die hem geëigend lijkt voor psychologische behandeling. Vandaar dan ook de juistheid van deze lofspraak: ‘La confrontation
d'idées devient toujours une lutte de caractères - et le revirement d'idées, une péripétie dramatique’.
Dit neemt niet weg, dat er toch in menig stuk van François de Curel een al te gekunsteld thema wordt behandeld, om een bevredigend dramatisch werk mogelijk te maken. Ik wees reeds op de grondgedachte van La Fille Sauvage, die van te abstrakten aard is om in een persoon te worden gecondenseerd. Het is nu eenmaal de klaarblijkelijk noodwendige fout van het théâtre d'ideés, dat het met symbolen moet werken. Daarvan geeft een vernuftig voorbeeld L'ame en Folie, waar een skelet, uit de deelen van verschillende menschen samengesteld, beeld is van de menschelijke ziel, waarin de overblijfselen van zoo vele en veelsoortige beschavingstoestanden tot een geheel zijn vergroeid. Uit die ongelijkheid der samenstellende elementen - is niet de liefde grof als de bronst der dieren en verheven als onze alleredelste zielsuiting? - wordt verklaard de wonderlijke tegenstrijdigheid, die ons gevoel vaak vertoont. Een psychologische bravoure leverde de Curel in Terre Inhumaine, een stuk, dat door het aan den oorlog ontleende motief bij het groote publiek zeer in den smaak viel, meer dan dit anders bij zijn stukken het geval was, en waarin een geweldige worsteling van op de spits gedreven liefde en haat wordt uitgebeeld.
Het beste werk van hem acht ik La Nouvelle Idole. Hier is weinig abstraktie, en de grondgedachte is bovendien van een tastbaren en ik zou haast zeggen praktischen aard. Zij is deze: de vergoddelijking der wetenschap moet leiden tot een afdwaling van onze ziel naar een toestand, waarin gevoel en geweten hun machtig-remmende invloeden niet meer kunnen uitoefenen; de weten-