Den Gulden Winckel. Jaargang 23
(1924)– [tijdschrift] Gulden Winckel, Den– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdDe kunst van het boekThe Fleuron, A Journal of Typography, edited bij Oliver Simon. Number one. London, At the office of The Fleuron 1923.EEN van de belangrijkste werken, die in den laatsten tijd in Engeland op het gebied van de boekdrukkunst verschenen zijn, is het negenmaandelijksch tijdschrift The Fleuron. Dit tijdschrift is ontstaan naar aanleiding van de groote hoeveelheden boeken op dure papieren, z.g. luxe edities, die wekelijks verschijnen, maar die, ofschoon de uitgevers pogingen doen tot goede typografische verzorging, meestal groote fouten en gebreken vertoonen. The Fleuron wil daarom ‘by upholding right and consistent principles’, kunstenaars, drukkers, uitgevers en verzamelaars bijstaan, en tracht dit te doen door de bestudeering van boekverciering, lettertypen, papier enz. Verleden jaar is het eerste nummer verschenenGa naar voetnoot1). Eer doende aan den naam van het tijdschrift begint dit met een historische beschouwing over de ontwikkeling en de toepassing van bloem en arabeskversieringen van de oudste tijden tot op heden, van de hand van twee Engelsche kunstenaars, bekend in het gebied der typographie: Francis Meynell en Stanley Morisson. Dan volgt een ‘critical appre-ciation’ van T.J. Cobden Sanderson, den voor eenige jaren overleden leider der Doves-Press, door Prof. William Rothenstein. Het derde artikel is van de hand van den heer Holbrooh Jackson en handelt over den modernen Engelschen boekvercierder Claud Lovat Fraser. Van meer belang is zeker het vlot geschreven en rijk verluchte artikel van den heer Percy Smith over ‘Initial Letters in the Printed Book’. De schrijver begint de geschiedenis bij de oudste, overgeleverde, latijnsche handschriften, welke geheel uit vierkante romaansche hoofdletters bestonden. Onder den invloed van het schrijven met de pen gaan de lettervormen over naar de uncialen, dan naar de kleine uncialen. De initialen zijn om practische redenen ontstaan: zij moeten aanwijzen, waar nieuwe hoofdstukken beginnen. De beginletters worden dan hoe langer hoe rijker vercierd met kleuren en goud en met lofwerk. Tot op heden heeft de gewoonte om initialen te gebruiken stand gehouden, vooral bij drukkers, die er zich op toeleggen artistiek en zuiver typographisch werk te leveren. Maar meestal missen deze letters een eigen karakter door het feit, dat zij als massaproduct vervaardigd worden, en niet, zooals vroeger, voor iedere uitgave afzonderlijk ontworpen. | |
[pagina 75]
| |
Natuurlijk was op de oudste drukkers de invloed van de gecalligrafeerde beginletters der handschriften het grootst. Fust en Schoeffer hebben in hun Psalter van 1457 hiervan prachtige voorbeelden gegeven. Vooral is bekend de eerste groote letter B, waarvan de afbeelding in geen enkel historisch werk over boekdrukkunst ontbreekt. Onder invloed van Gunther Zainer uit Augsburg wiens eerste gedateerd boek in 1468 gedrukt is, verdween het gebruik om met de hand beginletters in gedrukte boeken te teeken. Toch heeft dit gebruik zich tot op den huidigen dag gehandhaafd. Zoo hebben Cobden-Sanderson en Emery Walker voor de Doves-Press (opgericht 1900) in de uitgave van ‘Paradise Lost’ door Edward Johnston en Graily Hervett letters laten teekenen. Verder worden nog verschillende wenken voor het gebruik van initialen gegeven. Een honderdtal afbeeldingen van beginletters van Duitsche, Italiaansche, Spaansche, Fransche drukkers, ook van Plantijn en van 20e eeuwsche Amerikaansche en Engelsche drukkers besluit het artikel. Door den hoofdredacteur den heer Oliver Simon worden wenken gegeven voor het samenstellen van titelpagina's; de heer D.B. Updike, de schrijver van het zeer omvang- en belangrijke werk ‘Printing Types; Their History, Forms and Use’ (1922) schrijft over een ‘verloren’ letter van Caslon. Over moderne Engelsche drukkersmerken schrijft de heer Herbert Simon. Een aantal voorbeelden van hedendaagsch Engelsch handelsdrukwerk sluit deze interessante eerste aflevering van The Fleuron.
A.A.M. STOLS. |
|