Den Gulden Winckel. Jaargang 23
(1924)– [tijdschrift] Gulden Winckel, Den– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdJoodsche literatuurGa naar voetnoot*)Het Boek Job. Met inleiding en aanteekeningen. Uit het Hebreeuwsch vertaald door A.B. Davids. - (Amsterdam, Uitgevers-Maatschappij Elsevier).HET boek Job! Het wijze boek; één van de duisterste der Hebreeuwsche letteren, waarvan de leek verre blijft, waar zich de Hebraïcus schoorvoetend in waagt. En nu is het er licht. Davids is een voortreffelijk gids. Wij begrijpen nu Job, en al blijven er nog donkere hoeken, wij strijken langs zijn uiterste wanden en beleven zijn inhoud. Davids gaf ons in plaats van den Hebreeuwschen oertekst een ferm, begrijpelijk en dichterlijk Nederlandsch. Slechts af en toe wil Davids' stijl wat te ‘synthetisch’ zijn, wat de duidelijkheid ondermijnt zonder de schoonheid te dienen: X22 ‘het land van diepste donkerte, als nachthart-duister van dood-schaduw en on-orde, welks schemer middernacht gelijkt’. Maar veel dergelijke stijl-overdrijvingen zijn niet aan te wijzen en dat ik deze ééne opmerk, bewijst reeds de gaafheid van 't geheel. Ik vind zelfs de vertaling in die mate duidelijk, dat de zoo gemakkelijk onder ieder hoofdstuk geplaatste verklaringen voor het begrijpen van den tekst (nièt-philologisch) niet geheel noodzakelijk zijn. Eenmaal door Davids in het zadel geholpen, komt over den lezer de statigheid van 't verhaal en hij gaat denken in den geest van 't werk. De inleiding ook is zeer interessant. Davids is van meening dat het boek Job niet door één hand geschreven is, doch dat de figuur van ‘Elihoe’, de man die tenslotte Job doet inzien, dat ‘ongeluk’ niet steeds straf is voor zonde, doch ook moreele ‘krachtmesting’, ingevoegd zou zijn. Davids' vergelijkingen met Goethe's en Shakespeare's werk zijn hier zeer op zijn plaats. Davids zegt terecht dat Faust te pletter loopt tegen de grensmuur van zijn bekwaamheid tot kennis en lust, terwijl Job strandt op de schijnbare disharmonie tusschen menschelijken rechtvaardigheidszin en 's werelds gebeuren. Hiob is een twijfelaar aan de rechtvaardigheid van den God, dien hij aanbidt en liefheeft met heel zijn hart. Davids' werk is niet alleen als arbeid zoo prijzenswaard en bevredigend, doch ook als wegwijzer. De Hebreeuwsche gedachte en de Hebreeuwsche gevoeligheid weer te brengen bij ons allen, die er òf kinderen, òf pupillen van zijn.
SIEGFRIED VAN PRAAG. |
|