Fantasie of ... levensbesef
II
HET bestek van ‘Den Gulden Winckel’ laat slechts een zeer beknopte beantwoording toe van de door mevrouw Copijn in het vorig nummer gedane vragen. Wellicht doet zich te eeniger tijd de gelegenheid voor op een en ander meer uitvoerig in te gaan; voorloopig zij het volgende een genoegzaam bewijs van erkentelijkheid voor haar belangstelling:
I. De gevraagde uiteenzetting poogde ik reeds te geven in een reeks artikelen welke successievelijk werden gepubliceerd in De Nieuwe Kroniek ('22) onder het gemeenschappelijk hoofd: ‘Over het wezen en de verschijningsvormen der moderne litteratuur in Holland’. Een grondig antwoord op de tweede en derde vraag zou op zijn minst een tweetal essays van tamelijken omvang vergen; moge daarom thans worden volstaan met het aangeven van enkele lijnen, waarlangs zich een redelijke oplossing dezer vraagstukken denken laat.
II. De overbewustheid (als remmende factor van het autonome scheppen) kan nimmer worden ontweken, al pogen het de Rousseau-isten van vandaag; doch dient aanvaard. Door haar volkomen te aanvaarden alleen, is het levens-besef in staat zich te bevrijden uit den wurgenden greep van het intellect. Wat beteekent nu deze aanvaarding speciaal voor den litterator? Niets dan een streng geconcentreerd werken aan de tweeledige taak, hem door tijd en talent gesteld: een volharden bij den hoe langer hoe moeilijker vallenden louter creatieven arbeid aan den eenen kant, aan den anderen kant een zoo intens mogelijk zich rekenschap geven van het huidig cultureel milieu, buiten zijn artistieke aandacht om: als ‘mensch’!
III. Het onverbrekelijk verband tusschen leven en techniek, (want is niet aesthetische techniek een bepaalde wijze van vormgeving van het leven in den ruimsten zin?) dringt tot versobering, geserreerdheid en intensiteit zoowel van het leven als van de techniek. Men vergelijke hiertoe het veelbesproken boekje van Hondius eens met Scharten's critiek er op in ‘De Telegraaf’ van 9 Sept. 1.1. Ouderwetsche en nieuwerwetsche opvattingen omtrent compositie etc. kruisen elkander daar duidelijk.
ROEL HOUWINK.