Den Gulden Winckel. Jaargang 22
(1923)– [tijdschrift] Gulden Winckel, Den– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdModerniteit en misverstandGa naar voetnoot*)‘Nous sommes, nous les vieux, inconsciemment portés à nous étonner, à trouver les débutants très différents de ce que nous étions à leur âge... Quelle belle blague!... Vous et moi, nous sommes le même homme, à deux moments de sa vie... Vous me traitez de vieux gâteux... Moi, je vous traite de jeune fou... Voilà tout. Que vous soyez injustes, cela n'a pas d'importance... Que nous le soyons, c'est plus grave, car cela peut vous troubler, vous gêner, vous conduire à nous répondre et, par conséquent, à vous faire perdre votre temps’. EENS en vooral moge het volgende worden vastgesteld: 1o geen theoretische kunstrichting, ook niet een moderne (expressionisme, futurisme, cubisme), heeft het monopolie van artistieke productiviteit. Men kan daarom echter toch zeer goed den inhoud dezer theorieën toetsen zoowel (subjectief) aan eigen opvatting, als (objectief) aan het praktisch bereikteGa naar voetnoot1), zonder daarmede het moder- | |||||
[pagina *9]
| |||||
ne werk op zichzelf aesthetisch d.i. absoluutGa naar voetnoot2) te beoordeelen. 2o derhalve: een werk is niet goed, d.w.z. beantwoordend aan den volstrekten schoonheids-eisch, omdat het ‘modern’ is, maar omdat het goed is. De moderniteit ervan doet in beginsel niets ter zake. 3o maar: in een overgangs-tijdperk, waarin een ‘oude’ kunstrichtingGa naar voetnoot3) bijna verdord en een ‘jonge’ nauwelijks ontkiemd is, kan in het volmaakte niet anders gekozen worden dan naar de toekomst toe. Met andere woorden: alle werken, - en het zijn er uit den aard der zaak vele; want voor weinigen is het volmaakte ‘bereikbaar’ - welke niet ganschelijk voldoen aan den absoluten schoonheids-eisch, moeten worden gemeten naar tweeërlei maatstaf:
4o zoodat: zelfs het technisch meest geraffineerde epigonenwerk door den criticus behoort te worden afgewezen tegenover de onvolkomen uitingen van een ‘moderne’ mentaliteit. Hiermede werd - hoewel uiterst beknopt - gepoogd een misverstand weg te nemen dat bij het publiek en een deel der ‘officieele’ kritiek blijkt te bestaan ten opzichte van de kritische uitlatingen der meeste Jongeren; opdat geen onzer tijd verlieze aan onnut en noodeloos twist-geschrijf, noch voedsel verschart aan schijnbaar onvermijdelijke, kleinzielige rivaliteiten eenerzijds, aan een even oneervolle ‘adoration mutuelle’ anderszins; om van wanbegrip uit gemakzucht of onnadenkendheid maar niet te spreken.
ROEL HOUWINK. |
|