Een bezoek bij den heer en mevrouw Georges Duhamel
OP een half uur afstand van het stationnetje Valmondois bevindt zich het buitenhuis van de familie Duhamel. - ‘Maison Blanche’, naar de vrouw des huizes genoemd, ligt in het boschrijke, heuvelachtige Ile de France, ten N.W. van Parijs.
Na ons vertrek van het Gare du Nord boemelden wij een uur lang, vóórdat we te Valmondois door de Duhamels met hun oudsten jongen werden afgehaald. Het lokaaltje naar La Naze liep dien dag niet, vertelden zij ons, zoodat wij te voet naar hun buitenverblijf togen. Het was eene heerlijke wandeling langs aardige landpaden, waar een overvloed van meidoorns, glycine, gouden regen en seringen bloeide We kwamen voorbij het ‘château’ (want elk rechtgeaard Fransch plaatsje bezit z'n ‘château’), waar een overdekte galerij boven den rijweg het huis met den overkant verbindt. Onderweg vertelde Duhamel ons van zijne reis naar Tunis. Den vorigen winter heeft hij er, na zijn bezoek aan Holland, eenige lezingen gehouden. Hij was niet alleen verrukt over het merkwaardige, mooie land, maar ook aangenaam verrast door het ontwikkelde, talrijke publiek, dat zijne lezingen had bijgewoond. Aan Holland heeft Duhamel de prettigste herinneringen behouden. De groote belangstelling en liefde voor de Fransche letterkunde heeft hem in ons land bijzonder getroffen, zoodat hij zich verheugt op zijn volgend bezoek in het voorjaar van 1924.
We traden den tuin van ‘la Maison Blanche’ binnen, waar de dikke kastanje in vollen bloei stond en ook vele meidoorns geurden. Het kwam ons alles zoo bekend en toch zoo vreemd voor: bekend, door het lezen van ‘Les Plaisirs et les Jeux’, waarin het leven van zijne kinderen te Parijs en ook hier buiten zoo gevoelig wordt beschreven. Maar tenslotte is de werkelijkheid toch altijd anders dan men zich die had voorgesteld. Het vroolijke landhuis vol bloemen en zonneschijn maakte op ons een onvergetelijken indruk, evenals de hartelijke ontvangst van de lieve gastvrouw, die er met haar eenvoudigen vilten hoed en bontgekleurden zakdoek, als kraag omgeknoopt, bekoorlijk uitzag.
Duhamel en zijn gezin
Mevrouw Duhamel werkt even hard als haar man. Drie-, soms viermaal in de week gaat zij heen en weer naar Parijs voor repetities en voorstellingen van het ‘Théâtre du Vieux Colombier’, waaraan zij als eerste actrice verbonden is. Den volgenden dag genoten wij van haar prachtige spel als Olivia in Shakespeare's ‘Driekoningenavond’. Op mijne vraag of de naam Albane, waaronder zij optreedt, haar meisjesnaam is, antwoordde zij: ‘Welneen’, en ze voegde er haast als verontschuldiging bij: ‘Och, als men 18 jaar oud is en zich aan de kunst gaat wijden, vindt men zijn eigen naam gewoonlijk niet mooi genoeg, ofschoon de mijne (en ze noemde een welluidenden Italiaanschen) volstrekt niet leelijk was’.
Na het noenmaal in de met roze meidoorns versierde eetkamer, liet Duhamel ons zijne studeerkamer zien, boven op de tweede verdieping. Aan zijne schrijftafel gezeten heeft hij een verrukkelijk