vergeten, hoogstens leeft hun naam nog als een legendarische herinnering voort. En zelfs degenen, die nog steeds gelezen worden, zijn niet meer de populaire werken van voorheen. Immers zij vinden thans enkel nog bewonderaars voor zoover zij objectieve litteraire waarde hebben, die aan geen tijdvak is gebonden - derhalve bij een vrij ontwikkeld maar betrekkelijk klein publiek. Zelfs Goethe's Werther, ofschoon een boek van onvergankelijke waarde, wordt weinig meer gelezen, vooral wanneer men zich bedenkt, dat het eenmaal het succes, ja mode-werk was van zijn tijd! Hoe staat het echter met de gevolgen van het actueele boek? Zij zijn ondanks den korten duur van zijn succes onoverzienbaar. Ook de bloesems van den perelaar bloeien niet lang, doch hun vruchten zwellen, zwellen tot eenmaal in den herfst de takken buigen onder 't rijpe ooft. - Het boekje van Dunant is al sinds lang vergeten, doch het roode kruis volbrengt zijn liefdetaak over de gansche wereld en zijn simpele banier is op het slagveld als een stille wijkplaats voor het laatste restje menschelijkheid. Weinigen slechts hebben de Negerhut van oom Tom nog zelf gelezen, doch de afschaffing van de slavernij is het indirecte gevolg, zooals de vrijspraak van Dreyfus door J'accuse werd bewerkt, en een menschwaardiger bestuur van Indië voor een gedeelte is te danken aan het boek van Multatuli. - Werther, die Räuber, de Méditations en in minder sterke mate ook het werk van Rostand beduiden een nieuwe periode in de litteratuur; zij zijn als het klaroengeschal, dat de komst van een vernieuwde en verjongde kunst verkondigt; zij zijn als de magistrale inzet van een nieuwe symfonie.
Daarentegen is de populariteit en de beteekenis van het nationale boek van geheel anderen aard. Het is het beeld waarin de natie zichzelve herkent, met haar deugden en gebreken, haar humor en sentimentaliteit, haar geluk en haar mateloos leed. In de burgerlijke romantiek van Dickens, in den groven humor van Hildebrand, in den tintelenden geest van Daudet en de blague van Tartarin, in den goedmoedigen spot en de sentimentaliteit van Reuter en in de smartelijke tragedie van Raskolnikow hervindt een elk de eigenaardigheden van zijn eigen volk. Het boek wordt ons als een vertrouwde, die wijst op onze fouten zonder onze deugden te vergeten; en de schrijver, die een vriend van allen bleek te zijn wordt tot een nationale held. Bij Dostojewski's dood werd hem een eer betoond, voorheen slechts aan een czaar bewezen. Uren aan uren liep men door den regen om het nieuwe nummer van het tijdschrift waaraan Dickens werkte af te halen, en in Engeland alleen verschenen binnen twaalf jaar vier millioen exemplaren van de Pickwick-papers. Van Hildebrand's Camera waren meer dan zestig herdrukken noodig. - Doch niet alleen in eigen land, ook ver daarbuiten verwerft het nationale boek zich onvergankelijken roem. Oorspronkelijk geschreven vóór de natie, wordt het spoedig een boek van de natie, een soort nationaal bezit, gemeengoed van het gansche volk. En wanneer men in het buitenland een indruk krijgen wil van menschen, zeden en gewoonten, dan grijpt men naar zoo'n boek, zooals men grijpt naar het portret van den persoon dien men wil leeren kennen. Ook voor de groote massa, die slechts leest als tijdpasseering, vormen de typische eigenaardigheden, de markante verschillen met eigen zeden en gewoonten een machtige bekoring, terwijl de algemeen-menschelijke grondtoon
het boek toch voor allen begrijpelijk maakt. Is het dan wonder, dat zoo'n werk in alle talen van de wereld wordt overgezet; dat het lezers vindt tot in China en Japan?
Ook het succes der nieuwe Russische romans is voor een zeer groot deel hieraan te danken. - Geschreven in een tijd van overgang en lijden, zijn zij de diepe en toch monumentaal gehouden analyse der tragedie van Rusland en den Rus, belangrijk voor de gansche wereld, doch in de eerste plaats voor de bevolking zelf. En de gevolgen blijven niet uit. Want door het volk aan zichzelf te openbaren, opent het eerst recht de mogelijkheid tot genezing. - Zóó kan het waarlijk nationale boek, behalve een succes, dat duurzaam blijft zoolang de taal van den auteur niet veroudert, cultuurhistorische gevolgen hebben, die - in bepaalde omstandigheden - eenvoudig niet te overzien zijn.
Tenslotte rest ons nog, als laatste groep, het volksboek, dat niet slechts een afbeelding is van de natie, die het schiep, doch het grove spiegelbeeld der gansche menschheid; niet ontleed tot in haar diepste roerselen, haar smartelijke tragiek of goddelijke verlossing, zooals het werk van Aeschylus, van Sophokles, van Dante, van Shakespeare of van Hebbel, maar verwrongen door de grillige fantazie van den dichter tot ideaalbeeld of karikatuur. De hoofdpersoon wordt tot een ‘type’, de samenleving tot een ‘sprookje’. Als de schrijver den heroischen, edelen kant van het karakter van zijn held belicht, wordt deze tot een godmensch, zooals Robinson Crusoë en Sherlock Holmes; ziet de schrijver zijn komische zijde, dan wordt hij een karikatuur als Don Quichotte of Uilenspiegel. Ook de samenleving verhult hij in den bonten sluier van zijn fantazie, zoodat ze wordt tot fabel of tot sprookje, gelijk de Arabische nachtvertellingen, de sproken van Andersen, de fabels van Aesopus, en het epos van den vos Reynaerde. Doch juist dóór die rijke fantazie,